Voorgesteld 11 december 2012
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat de regering voornemens is de inwerkingtreding van het artikel dat betrekking heeft op het mogelijk maken van een «netwerkberaad» in het wetsvoorstel inzake de verbetering van kinderbeschermingsmaatregelen (32 015 ) uit te stellen,
constaterende, dat de regering voornemens is eerst door middel van pilots te onderzoeken op welke wijze het netwerkberaad vormgegeven kan worden en welke werkwijze het meest efficiënt is,
overwegende, dat er inmiddels al duizenden «eigen-kracht» conferenties in de jeugdzorg hebben plaatsgevonden en dat de werkwijze hierbij ook uitgebreid is onderzocht waardoor extra onderzoek overbodig is,
overwegende, dat gebleken is dat het gebruik maken van een netwerkberaad leidt tot minder ondertoezichtstellingen, minder verlengingen van die ondertoezichtstellingen en minder uithuisplaatsingen en dat dit juist besparingen oplevert,
overwegende, dat het netwerkberaad daarnaast voorkomt dat in veel gevallen onnodig de regie van mensen over hun eigen leven wordt overgenomen,
verzoekt de regering, om de inwerkingtreding van artikel 262a, dat ziet op het amendement over het netwerkberaad, van het wetsvoorstel inzake de verbetering van de kinderbeschermingsmaatregelen (32015) niet uit te stellen, maar het zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk met ingang van 1 januari 2014, in werking te laten treden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Voordewind