Voorgesteld 6 december 2012
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Kamer vaak ver na afloop van het jaar het jaarrapport over de Wet afbreking zwangerschap krijgt;
constaterende dat de Inspecteur-Generaal voor de Gezondheidszorg in de jaarrapportage 2010 aangeeft dat het in tegenstelling tot andere inspectierapporten niet mogelijk is maatregelen te nemen of aanbevelingen te doen, omdat het niet mogelijk is om verbanden te leggen en verklaringen te geven over het «waarom» van de cijfers;
van mening dat een snel en kwalitatief inspectierapport de waarde ervan zou doen toenemen;
verzoekt de regering, ervoor te zorgen dat de Kamer steeds uiterlijk 1 juli van het volgende jaar de beschikking heeft over het jaarrapport en te bevorderen dat er voor de inspectie geen belemmeringen zijn voor het doen van aanbevelingen die de kwaliteit van de zorg voor ongewenst zwangere vrouwen en hun partners ten goede kunnen komen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van der Staaij
Dik-Faber