Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 Februari 2013
Hierbij informeren wij u over de stand van zaken met betrekking tot de moties die zijn aangenomen tijdens de behandeling van de begroting 2013 van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Handelingen II, 2012/2013, nr. 30, item 19, blz. 31–75 en nr. 32, item 2, blz. 2–33 en item 5, blz. 39–68) en het Wetgevingsoverleg Sport en Bewegen (Kamerstuk 33 400 XVI, nr. 126). Tevens wordt gereageerd op één van de aangehouden moties.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers
De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn
Aangenomen moties naar aanleiding van de Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2013
De motie – Anne Mulder c.s. over het openbaar maken van CPB-stukken (33 400-XVI, nr. 55)
De motie Mulder c.s. verzoekt het kabinet om de door het CPB gebruikte veronderstellingen, modellen en visie bij het beoordelen van maatregelen in de gezondheidszorg openbaar te maken en tevens te zijner tijd de lopende visitatie naar het CPB openbaar te maken. De Minister van Economische Zaken heeft op 21 december 2012 de reactie die het CPB heeft opgesteld om te voldoen aan het eerste deel van deze motie aan de Kamer gezonden. Daarnaast wordt het rapport van de visitatie onder voorzitterschap van de heer Frijns, voluit de «Commissie Beleidsgerichte Toetsing CPB», zoals gebruikelijk openbaar gemaakt. De commissie verwacht haar werkzaamheden in het eerste kwartaal van 2013 af te ronden.
De motie – Bouwmeester / Rutte over alternatieven voor de eigen bijdrage (33 400-XVI, nr. 60)
In deze motie wordt de regering verzocht ten behoeve van 2014 in overleg te treden met zorgaanbieders in eerste- en tweedelijns GGZ over alternatieven voor de eigen bijdrage binnen het budgettaire kader GGZ en de Kamer hierover te informeren bij VJN2013. Het overleg hierover met de sector is gestart. Hierbij zal bezien worden hoe de benodigde € 30 mln. vanaf 2014 ingepast kan worden in het GGZ-kader zoals dat voor 2014 is afgesproken in het bestuurlijk akkoord GGZ.
De motie – Otwin van Dijk over kwaliteitsinzichten voor cliënten en zorgaanbieders (33 400-XVI, nr. 61)
In deze motie wordt de regering verzocht tot meer overzichtelijke, eenduidige en heldere kwaliteitsinzichten voor cliënten en zorgaanbieders te komen. De Tweede kamer zal in het tweede kwartaal van 2013 worden geïnformeerd over de uitvoering van deze motie.
De motie – Bruins Slot over het substitutiebeleid (33 400-XVI, nr. 64)
De motie vraagt de minister het substitutiebeleid, de voortgang en de vorm van substitutie inzichtelijk te maken in de volgende begrotingen van VWS.
Op dit moment vindt onderzoek plaats door het Nivel en het RIVM naar het substitutie potentieel. Door het opnemen van substitutie in de bestuurlijke akkoorden is het onderwerp geagendeerd in de overleggen met de veldpartijen. Daarnaast staan in het regeerakkoord veel maatregelen die voor substitutie van belang zijn, waaronder de inzet van de wijkverpleegkundige, het ontmoedigen van onnodige verwijzingen naar de tweede lijn en een pakket van maatregelen dat het fundament legt voor een structuur van een sterke eerste- en anderhalvelijnszorg. Bij de volgende begroting zal de Kamer geïnformeerd worden over de voortgang van substitutie.
De motie – Bergkamp over de overheveling van een deel van de AWBZ (33 400-XVI, nr. 70)
In deze motie wordt de regering verzocht aandacht te besteden in de hoofdlijnenbrief over de langdurige zorg aan de overheveling van een deel van de AWBZ naar de Zorgverzekeringswet. De Tweede kamer zal in het eerste kwartaal van 2013 worden geïnformeerd over de uitvoering van deze motie.
De gewijzigde motie – Bergkamp c.s. over de informele zorg en mantelzorgers (33 400-XVI, nr. 71)
In reactie op de motie van mevrouw Bergkamp c.s. over het onderzoek door het SCP naar de huidige stand van zaken van de informele zorg en mantelzorgers en welke functie de informele zorg zou kunnen spelen in de veranderingen binnen de langdurige zorg kan gemeld worden dat er op dit moment met het SCP wordt overlegd over de wijze van uitvoering van het genoemde onderzoek.
De motie – Dik-Faber over de kosten van Mentorschap Netwerk Nederland (33 400-XVI, nr. 76)
De Tweede Kamer zal in het eerste kwartaal van 2013 worden geïnformeerd over de uitvoering van deze motie.
De gewijzigde motie – Voortman over fraude met het persoonsgebonden budget (33 400-XVI, nr. 80)
Met deze motie wordt verzocht niet alleen de controle bij pgb-houders te verhogen, maar ook de controle op fraude bij bemiddelingsbureaus en andere partijen te verscherpen. De indruk kan gewekt zijn dat de fraudebestrijding met name gericht is op controle van individuele pgb-houders. Dit is zeker niet het geval. Aangezien bekend is dat bij veel fraudegevallen ook derden zijn betrokken zoals bemiddelingsbureaus, zal de fraudebestrijding zich hier ook uitdrukkelijk op richten.
Misstanden met het pgb waarbij derden, zoals bemiddelingsbureaus zijn betrokken, zullen worden opgespoord en aangepakt. Bij de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid is hiervoor de komende jaren extra capaciteit beschikbaar.
Verder hanteren zorgkantoren bij hun controles een risicoprofiel waarin aandacht is voor de betrokkenheid van bemiddelingsbureaus en van andere partijen zoals malafide zorgondernemers. Daarnaast kunnen ook gesprekken met pgb-houders een belangrijke bijdrage leveren aan het opsporen en aanpakken van dubieuze bemiddelingsbureaus en slecht presterende zorgaanbieders, waarvan onwetende pgb-houders wellicht onbedoeld de dupe zijn geworden.
Ik zal bij het uitvoeren van het plan van aanpak om pgb-fraude te bestrijden er extra op toezien dat de controle op bemiddelingsbureaus en andere partijen die wellicht fraude plegen, aangescherpt wordt. Ik zal dat expliciet onder de aandacht van de zorgkantoren brengen.
Reactie en toezegging naar aanleiding van de aangehouden motie – Pia Dijkstra over de digitale polis (33 400-XVI, nr. 67)
Tijdens de begrotingsbehandeling heb ik toegezegd na te gaan of en in hoeverre de digitale polis standaard ingevoerd kan worden, de 4% van verzekerden zonder internet in ogenschouw nemende. Hiertoe zal op korte termijn in overleg getreden worden met zorgverzekeraars om te bezien in hoeverre verruiming mogelijk en wenselijk is. Het verstrekken van digitale polissen is al mogelijk. De wet (Burgerlijk Wetboek) eist dan wel dat verzekeringnemers «uitdrukkelijke toestemming» moeten geven aan het ontvangen van een digitale polis, de zogenaamde positieve optie. Een verzekeringspolis is een belangrijk bewijsstuk. Nu lang nog niet alle mensen met e-mail of internet vertrouwd zijn of daar toegang toe hebben (laag opgeleiden, ouden van dagen) is het verstrekken van uitsluitend een elektronische polis, tenzij de verzekeringnemer er bezwaar tegen maakt (de zogenaamde negatieve optie) geen aantrekkelijke optie.
Aangenomen moties naar aanleiding van het Wetgevingsoverleg Sport en Bewegen.
De motie – Van Dekken / Pia Dijkstra over de subsidie aan Service Médical (33 400-XVI, nr. 111)
In deze motie wordt de regering verzocht om de subsidie aan Service Médical met minimaal een jaar te verlengen, waarbij in 2013 de noodzakelijke voorwaarden op verzelfstandiging onderwerp van gezamenlijk beleid zullen vormen. De afgelopen jaren is ruime en voldoende financiële steun verleend aan de Stichting Service Médical om in staat te zijn zelfstandig, dat wil zeggen zonder subsidie van het Rijk, te kunnen functioneren. Continueren van deze steun is dan ook onnodig en niet aan de orde. Wel zal bereidheid getoond worden – op basis van de uitkomsten van de expertmeeting over de borging van de kennis en ervaring (voortvloeiend uit de eerdere motie van Van Dekken en Dijkstra, 33 000, XVI, nr. 78) – of er aanleiding is tot eenmalige steun in 2013, gerelateerd aan het aspect van borging. Hierover zal u uiterlijk 1 mei 2013 worden geïnformeerd.
De motie-Van Dekken c.s. over de Youth Olympic Games 2018 (33 400-XVI, nr. 113)
Hierover bent u geïnformeerd middels een brief (30 234, nr 80).
De motie – Pia Dijkstra/Bruins Slot over een nulmeting voor het aantal Gymlesuren (33 400-XVI, nr. 115)
In deze motie wordt de regering verzocht een nulmeting voor het aantal gymlesuren per week in het primair onderwijs te starten. Deze motie is doorgeleid naar de staatsecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, die uitvoering zal geven aan de motie. Ter bevestiging hiervan heeft u op 19 december jongstleden een brief ontvangen (33 400 XVI, nr. 118).