Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 december 2012
Hierbij zend ik u mijn reactie op de vraag van mevrouw Dijkstra over amendement 33 400 XVI nr. 44 tijdens de procedurevergadering van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 19 december 2012.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers
Reactie op vraag mevr. Dijkstra over amendement 33 400 XVI nr. 44 tijdens procedurevergadering van de vaste Kamercommissie Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 19 december 2012
Vraag
In haar eerste reactie op amendement 33 400 XVI nr. 44 stelde de minister dat zij de evaluatie van de Euthanasiewet nodig had om te bezien of er inderdaad maatregelen nodig zijn. Deze evaluatie is inmiddels binnen. Daarom vraag ik bij deze alsnog aan de minister een nieuwe reactie op het amendement met de kennis uit de evaluatie van de euthanasiewet.
Antwoord
Op dit moment ga ik ervan uit dat voor 2013 de getroffen maatregelen zoals beschreven in de reactie op het amendement 33 400 XVI nr. 44 Amendement van het lid Dijkstra afdoende zijn. In 2012 is het aantal afgedane meldingen aanzienlijk toegenomen, de achterstand is al voor een belangrijk deel weggewerkt en er wordt vooruitgang in doorlooptijd geboekt. Dit zal zich in 2013 verder doorzetten. Mochten naast de eerder getroffen maatregelen extra maatregelen voor 2013 en verder nodig zijn, dan zal ik die treffen en uw Kamer hierover informeren.
In de brief waarmee de evaluatie van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Euthanasiewet) aan uw Kamer is gezonden, is aangegeven dat een nadere beschouwing van de conclusies en aanbevelingen volgend uit de evaluatie van de Euthanasiewet in de eerste helft van 2013 volgt.
Dat laat onverlet dat ook in de tussenliggende periode de ontwikkeling van het aantal meldingen nauwlettend zal worden gevolgd. Dit heeft volop mijn aandacht.