Voorgesteld 18 december 2012
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de minister in zijn antwoorden naar aanleiding van de vragen in eerste termijn heeft aangegeven dat wij met elkaar de discussie moeten aangaan over de maatschappelijke houdbaarheid van het pensioen in de toekomst;
van mening dat de basis voor deze discussie een gedegen en objectieve onderbouwing dient te zijn van een onafhankelijk deskundige;
van mening dat de Algemene Rekenkamer hiervoor de aangewezen instantie is;
verzoekt de Kamer, de Algemene Rekenkamer te verzoeken om hier een onderzoek naar in te stellen en de Kamer hiervan verslag te doen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Klein
Schouten
Omtzigt
Voortman
Ulenbelt
Van Weyenberg