Voorgesteld 13 december 2012
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat gemeenten geconfronteerd worden met terugvordering van grote bedragen als het gaat om het participatiebudget;
overwegende dat gemeenten geen gelegenheid wordt geboden om administratieve omissies of onzekerheden over de onrechtmatigheid te herstellen binnen een redelijke termijn, zelfs als de gemeente kan aantonen dat het budget rechtmatig is besteed;
overwegende dat de omvang van de terugvordering daardoor nu vaak niet in verhouding staat tot de omvang van het onrechtmatig bestede budget of de geconstateerde administratieve omissie;
verzoekt de regering, in overleg met de VNG, te onderzoeken hoe het terugvorderingsbeleid met betrekking tot het participatiebudget meer ruimte zou kunnen bieden voor proportionaliteit, en de wet- en regelgeving daar indien nodig op aan te passen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Heerma
Schouten