Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 maart 2013
Met deze brief informeer ik uw Kamer over de inzet van Nederland om via het ASCOBANS-verdrag1 druk uit te oefenen op de Faeröer eilanden om de slachting van de grienden te stoppen. Deze beantwoording heeft lang geduurd vanwege het gebrek aan reactie van de Faeröer eilanden op informatieverzoeken van het Secretariaat van ASCOBANS, die op verzoek van Nederland zijn verstuurd.
Alvorens ik inga op uw verzoek, wil ik u het volgende meegeven. De bezwaren van Nederland tegen de slachting van de grienden op de Faeröer eilanden is al jaren een terugkerende kwestie in onze contacten met de Faeröer. Bij diverse gelegenheden, zoals bij de discussie rond de makreelvisserij in 2011, heeft mijn ambtsvoorganger aandacht gevraagd voor deze kwestie. Telkens weer beroept de Faeröer zich op zijn autonomie en cultuur.
Op uw verzoek is door de Nederlandse delegatie tijdens de laatste vergadering van het Advisory Committee van ASCOBANS van 20 – 22 maart 2012, aan het Secretariaat van ASCOBANS gevraagd naar de reactie van de Faeröer op de brief, die eind 2011 was gestuurd. Op 1 april 2012 heeft de Director of Fisheries, Trade and Regional Policy of the Faroers gegevens gestuurd betreffende de jacht op de grienden (pilot whale hunt). Daaruit blijkt dat in 2010 en 2011 inderdaad weer grienden zijn geslacht. In voorgaande jaren waren soms ook andere, meer zeldzame, soorten walvissen bij vergissing het slachtoffer.
Tijdens de laatste Meeting of the Parties van ASCOBANS van 22 – 24 oktober 2012, is door Nederland dit onderwerp opnieuw aan de orde gesteld in een gesprek met de vertegenwoordigster van NAMMCO2, die als waarnemer bij de bijeenkomst aanwezig was. Daarin is de bezorgdheid van de Nederlandse overheid met betrekking tot deze zaak overgebracht. Daarop vertelde zij dat de laatste monitoring van de aantallen grienden in het deel van de Noord-Atlantische Oceaan tussen en rondom de Faeröer eilanden en IJsland een populatieschatting opleverde van rond de 128 000 individuen. De jacht op de grienden bij de Faeröer eilanden heeft tot nu toe geen invloed op het duurzame voortbestaan van deze soort. De manier waarop dit gebeurt roept echter vooral vragen op vanuit dierenwelzijn.
De traditie van de jaarlijkse jacht op grienden vindt al sinds de middeleeuwen plaats. De in een baai samengedreven grienden worden opgewacht door de jonge mannen, die door het doden van een griend met een snelle messteek traditioneel hun mannelijkheid moeten bewijzen.
In 2015 zal er een nieuwe schatting van het aantal grienden in de wateren tussen de Faeröer en IJsland worden gemaakt. Tot nu toe bestaat niet de indruk dat de jacht een significante invloed heeft op de populatie. Het aantal gedode dieren is ruim onder het percentage van 1,7%, dat door ASCOBANS wordt gehanteerd als het percentage, waarbij een populatie significant wordt aangetast tengevolge van antropogene oorzaken.
Na de eerdere contacten heeft het Secretariaat opnieuw een brief naar de Faeröer gestuurd met het verzoek om een nadere toelichting, maar daarop is tot nu toe geen enkele reactie gekomen. Het Secretariaat van ASCOBANS heeft op 20 december 2012 aangegeven dat ze geen mandaat heeft om verdere actie te ondernemen.
De bezwaren van Nederland zijn bekend bij de Faeröer eilanden, maar tot nu toe hebben onze interventies geen resultaat opgeleverd. Faeröer beroept zich op zijn autonomie en wenst geen inmenging van andere landen.
Ik heb hiermee invulling gegeven aan de toezegging die mijn ambtsvoorganger uw Kamer heeft gedaan om druk uit te oefenen op de Faeröer eilanden om de slachting van grienden te stoppen.
De staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma