Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 juni 2013
In deze brief informeer ik u over de uitvoering van het werkprogramma van de Rli en de wijze waarop de vrije adviesruimte dit kalenderjaar wordt ingevuld.
Op 1 augustus 2012 is de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) van start gegaan en het werkprogramma 2013–2014 heb ik, mede namens mijn collega’s van EZ en BZK, op Prinsjesdag 2012 bij de begrotingsstukken aan u gezonden. Daarom was het programma nog beperkt van omvang en bevatte het nog «vrije ruimte». De Rli heeft daarom in dat werkprogramma aangekondigd – in dialoog met de adviesvragers en de samenleving – de vrije adviesruimte voor 2013 nader te zullen invullen. Met deze brief informeer ik u daarover. Maar eerst informeer ik u over de realisatie van de adviezen die wel in het lopende programma waren vermeld.
De uitvoering van het lopende programma.
De Rli zal in 2013 adviezen uitbrengen over de volgende onderwerpen:
• Logistieke kracht van Nederland (september 2013)
• Leefomgeving zonder groei (najaar 2013)
• Toekomst van de stad (eind 2013)
• Duurzame gedragspatronen (eind 2013)
Het advies «Ruimte voor duurzame landbouw» is op 20 maart j.l. uitgebracht en het advies «Onbeperkt houdbaar, naar een robuust natuurbeleid» op 16 mei j.l.
De invulling van de vrije adviesruimte in 2013.
De raadsleden van de Rli hebben een groot aantal gesprekken gevoerd met maatschappelijke organisaties en de adviesvragers. Op 6 april heeft in dat kader ook een gesprek met uw Kamer plaats gevonden. Uit die gesprekken zijn prioriteiten voor het werkprogramma van de Rli gedestilleerd. Vier onderwerpen zijn of worden dit jaar opgepakt en daarmee is de «vrije ruimte» benut. Het gaat om de volgende vier onderwerpen:
1. Governance Schipholregio
De Staatssecretaris van IenM heeft de Rli gevraagd advies uit te brengen over governance in de Schipholregio. Bij de voorbereiding van de Structuurvisie Mainport Amsterdam Schiphol Haarlemmermeer (SMASH) is er behoefte aan advies over de wijze waarop het Rijk de ruimtelijk economische ontwikkeling van de mainport Schiphol en de Metropoolregio Amsterdam kan sturen. Aan de Rli is gevraagd of een verheldering en ordening van nationale belangen kan helpen datgene te doen waarvoor het Rijk aan zet is. De concrete adviesvragen betreffen:
• Welke nationale belangen dient het Rijk minimaal te waarborgen in de stedelijke regio rond de mainport Schiphol, is er een hiërarchie te onderscheiden in die belangen en tot welke hoofdkeuzes kan dat leiden in de ruimtelijk-economische visie?
• Wat is (in een gedecentraliseerd ruimtelijk stelsel) de verantwoordelijkheid van het Rijk, regionale overheden in het gebied en partijen uit de luchtvaartsector en hoe kan gekomen worden tot een meer robuuste governance?
De Rli is verzocht het advies voor de zomer 2013 af te ronden, zodat het betrokken kan worden bij het ontwikkelen van het programma SMASH.
2. Integraal toezicht BRZO-bedrijven
De Rli is op eigen initiatief gestart met een advies over integraal toezicht bij Brzo-bedrijven (bedrijven die vallen onder het Besluit Risico’s Zware Ongevallen, uit 1999). In de afgelopen jaren leidden incidenten met gevaarlijke stoffen tot vragen over de kwaliteit van het veiligheidsmanagement in bedrijven en de toereikendheid van toezicht en handhaving. Het betreft bedrijven die werken met gevaarlijke stoffen waarbij een incident verstrekkende gevolgen kan hebben voor omwonenden, werknemers, milieu en economische bedrijvigheid. Dit onderwerp was onderdeel van het werkprogramma van de voormalige Adviesraad Gevaarlijke Stoffen, maar werd niet afgerond met een advies. De Rli heeft dit onderwerp onder zijn hoede genomen en het advies op 17 juni jl. uitgebracht.
3. Kwalitatieve woningvraag
In de Kamerbrief van 25 april 2013 (Kamerstuk 30 597, nr. 296) over de hervormingen in de langdurige zorg is (op pagina 25 van de bijlage) aangegeven dat de Minister voor Wonen en Rijksdienst aan de Rli advies zal vragen over de effecten op de woningmarkt van de beleidsveranderingen binnen de Langdurige zorg voor ouderen en mensen met beperkingen en de handelingsperspectieven daarbij voor de overheden, het maatschappelijk middenveld en marktpartijen. De Raad zal worden verzocht om dit advies uiterlijk eind 2013 uit te brengen.
4. Verduurzamingsopgaven grondgebonden landbouw
De Rli is van plan een vervolgadvies uit te brengen op het advies «Het Europees landbouwbeleid als transitie-instrument voor de land- en tuinbouw» uit 2011.
De besluitvorming over de vormgeving van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) voor de periode 2014–2020, die deze zomer afgerond zal worden, zal met name voor de grondgebonden sectoren consequenties hebben. Denk aan de invulling van de vergroeningsmaatregelen, waaronder duurzaamheidscertificaten en de ecologische aandachtsgebieden. Daarnaast biedt het GLB meer mogelijkheden om nationaal in te zetten op duurzaamheid en innovatie via het plattelandsbeleid. Aansluitend op het advies «Ruimte voor duurzame landbouw» dat de Rli op 20 maart j.l. uitbracht, wil de raad de verduurzamingsopgave uitwerken voor de gespecialiseerde grondgebonden landbouw. De centrale vraag van het advies zal zich richten op de vraag hoe realisatie van de duurzaamheidsopgave samen kan gaan met versterking van de concurrentiepositie van de Nederlandse landbouw. Hiervoor wil de Raad, in dialoog met betrokken partijen, voor de grondgebonden sectoren bezien hoe dit bereikt kan worden door middel van een stevige prikkel voor innovatie en verduurzaming. Het advies zal verder ingaan op de vraag welke belemmeringen in (met name) regelgeving en wijze van kennisoverdracht weggenomen kunnen worden om de verduurzaming in de grondgebonden sectoren te versnellen. Met de Raad wordt overlegd wat de uiterste termijn van publicatie is om het advies een rol te kunnen laten spelen in de besluitvorming over de uitvoering van het Gemeenschappelijk landbouwbeleid.
Slot.
Tot zover de informatie over het lopende werkprogramma van de Rli.
Bij de begrotingsstukken zal ik u het werkprogramma van de Rli voor 2014 en 2015 toezenden.
De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus