Vastgesteld 1 februari 2013
De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Defensie over de brief van 21 december 2012 inzake de Uitkomst van het sectoroverleg Defensie met de centrales van overheidspersoneel over de gevolgen van de invoering van de Wet uniformering loonbegrip per 1 januari 2013 (Kamerstuk 33 400 X, nr. 47).
De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 21 januari 2013. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie, Ten Broeke
De griffier van de commissie, Roovers
1.
Waarom is de Kamer tot op heden niet geïnformeerd over de WUL-problematiek?
Met mijn brief van 21 december jl. (Kamerstuk 33 400 X, nr. 47) heb ik de Kamer geïnformeerd over de consequenties voor militairen van de combinatie van het niet verschuldigd zijn van de IAB ZVW door militairen en de invoering van de Wet uniformering loonbegrip (Wet ULB).
2.
Wat is uw mening over de informatievoorziening hierover aan de Kamer, ook ten tijde van het wetsvoorstel ULB?
4.
Op welk ambtelijk niveau waren de consequenties van de WUL voor militairen bekend ten tijde van de totstandkoming van het wetsvoorstel? Is de toenmalige minister van Defensie hierover adequaat geïnformeerd? Waarom heeft Defensie bij het wetsvoorstel van de WUL niet gereageerd naar Financiën en in de ministerraad?
5.
Waarom heeft Defensie kennelijk pas op 20 september 2012 in het Georganiseerd Overleg Defensie laten weten bezig te zijn met de reparatie van de effecten van de WUL, terwijl op ambtelijk niveau de consequenties naar verluid al in januari 2012 bekend waren, dat terwijl de geldende procedure is dat Defensie het Georganiseerd Overleg onverwijld informeert over een wetsvoorstel als dat specifieke effecten met zich brengt voor militairen en/of burgermedewerkers bij Defensie?
Vanaf het begin van het wetgevingsproces was duidelijk dat de Wet ULB voor verschillende groepen belastingplichtigen inkomenseffecten zou kunnen hebben. Die inkomenseffecten blijven voor grofweg 80 procent van de werknemers beperkt tot tussen –1,5 en +1,5 procent. Dit zijn ook door het parlement aanvaarde marges. De implicaties voor militairen zijn separaat inzichtelijk gemaakt en in de voorbereiding van de implementatie duidelijk geworden.
Bij de behandeling van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer op 24 mei 2011 (Handelingen EK 2010–2011, nr. 28 item 13) heeft de staatssecretaris van Financiën toegezegd bij onvoorziene en onbedoelde gevolgen van de wet voor groepen belastingplichtigen bij de finetuning van het algemene koopkrachtbeeld in de zomer en het najaar van 2012 in het Belastingplan 2013 deze gevolgen te willen betrekken. Hierbij is het goed te vermelden dat bij de berekening van inkomenseffecten van wetsvoorstellen geen onderscheid wordt gemaakt naar militairen en niet-militairen. Als het dus gaat over het algemene koopkrachtbeeld en daarbij wordt gekeken naar werknemers, dan worden deze effecten niet specifiek zichtbaar voor de groep militairen.
Toen, in september, de precieze gevolgen van de wet voor de inkomens van militairen duidelijk werden, heeft mijn ambtsvoorganger op 31 oktober 2012 hierover een brief gestuurd naar de minister van Financiën. Het antwoord hierop is intussen naar buiten gebracht, hetgeen ik betreur. Over de uitkomst van dit overleg heb ik de centrales van overheidspersoneel geïnformeerd.
Zoals gebruikelijk is er op meer momenten in het wetgevingsproces op diverse niveaus overleg geweest tussen ambtenaren van de betrokken ministeries. Voorts wordt over de inhoud van de beraadslagingen in de ministerraad geen mededeling gedaan.
3.
Wat is uw reactie op de uitgelekte brief van de staatssecretaris van Financiën, d.d. 26 november 2012, waarin gesteld wordt dat Defensie geen opmerkingen gemaakt heeft ter zake van de inkomensconsequenties van de WUL, ten tijde van de totstandkoming van het wetsvoorstel, alsmede dat al op 19 januari 2012 «de consequenties van de Wet ULB bij ambtelijk Defensie bekend waren»?
Ik betreur het dat er uit persoonlijke correspondentie tussen bewindspersonen wordt gepubliceerd, mede omdat er door de openbaarmaking van een deel van vertrouwelijke correspondentie geen compleet beeld van de gevoerde overleggen ontstaat.
6.
Op welke wijze compenseert Defensie het personeel voor de gevolgen van de WUL in 2013, respectievelijk in latere jaren? Welk bedrag is hiermee gemoeid? Hoe wordt dit gefinancierd? Gaat dit ten koste van de bedrijfsvoering van Defensie? Draagt het ministerie van Financiën bij?
7.
Wat is uw reactie op de uitspraak van de woordvoerder van Defensie (ANP, 7 januari 2013) dat de oplossing voor de WUL-problematiek binnen de arbeidsvoorwaarden gezocht moet worden?
31.
Kunt u nader ingaan op de bedragen van 42 á 43 mln. voor 2013 die in de pers (bij monde van een woordvoerder van het ministerie van Defensie) worden genoemd? Waar komen deze bedragen vandaan?
Op zoek naar compensatie zijn uiteenlopende mogelijkheden in beschouwing genomen. Voor 2013 worden de inkomenseffecten van de combinatie van het niet verschuldigd zijn van de IAB ZVW door militairen en de Wet ULB gecompenseerd uit vertraging van activiteiten binnen de defensiebegroting. Hiermee is € 47,5 miljoen gemoeid. Het ministerie van Financiën draagt niet bij, maar stemt in met de gekozen oplossing. Er wordt nog gezocht naar een structurele oplossing voor latere jaren (2014 e.v.).
8.
Kunt u de e-mail van de Secretaris-Generaal en de Commandant der Strijdkrachten aan het personeel, waarin zij stelden dat volledige compensatie niet mogelijk is en het beperken van het negatieve effect tot –1.5% het «maximaal haalbare», toelichten?
14.
Klopt het dat de brief die in de eerste week van januari verstuurd is aan alle militairen het eerste moment is waarop de lastenverzwaring als gevolg van de WUL invoering gecommuniceerd is richting de militairen?
Nadat op vrijdag 21 december jl. duidelijk werd dat geen overeenstemming met de centrales kon worden bereikt over zowel de korte- als langetermijnoplossing om de eerder genoemde negatieve effecten van de WUL te verlichten, en waarover een akkoord met het ministerie van Financiën was bereikt, is diezelfde middag besloten het defensiepersoneel met een e-mail hiervan op de hoogte te stellen. Omdat een groot deel van het personeel rond de feestdagen verlof heeft, is tevens besloten het personeel schriftelijk te infomeren.
9.
Wat zijn de mogelijkheden om de negatieve inkomenseffecten van de WUL buiten de defensiebegroting om te compenseren?
Naar aanleiding van de effecten van de Wet ULB ben ik inmiddels in overleg getreden met het ministerie van Financiën over een objectiveerbare vergelijking van de inkomens van militairen met andere ambtenaren, de zgn. pakketvergelijking. De uitkomsten van deze vergelijking zullen met open blik worden beschouwd. Dit acht ik noodzakelijk om tot een structurele oplossing (2014 e.v.) te komen. Voor alle duidelijkheid: de gevraagde mogelijkheden, dus buiten de defensiebegroting, zijn er thans niet.
10.
Wat zijn de gevolgen van het opschorten van het overleg met de vakbonden voor de reorganisatie en de wijze waarop de minister het overleg wil hervatten?
De opschorting van het overleg vertraagt de vulling van organisatieonderdelen en vertraagt daarmee de reorganisaties binnen Defensie. Hierdoor duurt de onzekerheid voor het betrokken personeel voort. Bovendien kost de vertraging maandelijks extra geld. Dit bedrag komt ten laste van de defensiebegroting. Aan de bonden is gevraagd om het overleg informeel te hervatten.
11.
Klopt het dat militairen 1,8%–4,8% van hun loon dreigen kwijt te raken? Zo nee, wat is de bandbreedte?
Zonder compensatie zou het negatieve inkomenseffect van de Wet ULB voor het jaar 2013 2,8 tot 4,7 procent kunnen bedragen. Met de geboden compensatie blijven de negatieve effecten voor militairen voor dit jaar binnen de bandbreedte van maximaal 1,5 procent. Let wel, omdat het hier gaat om een ingewikkelde compensatiemaatregel die niet eerder in het systeem kon worden verwerkt, zal het militair personeel in de maanden januari tot en met maart eerst op een andere wijze gedeeltelijk worden gecompenseerd. De percentages lopen dan iets meer uit elkaar van –0,3 tot –2,3 procent. Vanaf april is voor het jaar 2013 het negatieve effect beperkt tot maximaal 1,5 procent.
12.
Kunt u een overzicht geven van de koopkrachtgevolgen van zowel het gewone kabinetsbeleid, als de lastenverzwaring, als gevolg van de invoering van de WUL voor militairen in oplopende rangen, van korporaal tot kolonel, voor de jaren 2013, 2014, 2015, 2016 en 2017?
16.
Heeft het ministerie zelf op enig moment de koopkrachtgevolgen voor militairen van het kabinetsbeleid en de aanvullende lastenverzwaring als gevolg van de WUL invoering zelf in beeld gebracht of dat in kaart laten brengen? Zo ja, wanneer?
25.
Kunt u een afschrift van de schriftelijke correspondentie tussen het ministerie van Defensie en de bonden over de gevolgen van de invoering van de WUL voor militairen en voor de begroting aan de Kamer doen toekomen?
De centrales van overheidspersoneel zijn op 19 december jl. met een brief geïnformeerd over de inkomenseffecten van de Wet ULB. Een afschrift van deze brief doe ik u hierbij toekomen.1 Hierin zijn de inkomenseffecten voor 2013 uiteengezet. De gevolgen voor de koopkracht van ULB voor specifieke groepen militairen kan ik niet weergeven omdat deze altijd zijn gebaseerd op standaard groepen en niet op afzonderlijke situaties. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft onlangs aan de Tweede en Eerste kamer een update gestuurd van het algemene koopkrachtbeeld als gevolg van de Wet ULB (Kamerstuk 32 131, nr. 25).
13.
Kunt u een overzicht geven van wat de begrotingsgevolgen zouden zijn van het volledig compenseren van de lastenverzwaring als gevolg van de invoering van de WUL voor de jaren 2013–2017?
Zoals aangegeven, wordt er gezocht naar een structurele oplossing (2014 e.v.). Zodra hierover een besluit is genomen, wordt de Kamer geïnformeerd.
15.
Vindt u dat er sprake is van een «fout» of is er sprake van een bewuste wijziging in de arbeidsvoorwaarden?
Zoals uiteengezet bij het antwoord op vraag 4 en 5 is uitgegaan van een algemeen koopkrachtbeeld waarbij de koopkrachteffecten binnen aanvaardbare marges blijven. Daarbij worden de gevolgen van de wet ULB voor grofweg 80 procent van de werknemers beperkt tot tussen –1,5/+1,5 procent. Er is door het toenmalige kabinet gestreefd naar een zo evenwichtig mogelijk koopkrachtbeeld. Het is echter via generieke fiscale wetgeving niet goed mogelijk om specifieke groepen belastingplichtigen te compenseren. Verder ben ik van mening dat negatieve effecten voor militairen te laat ten volle zijn onderkend en geadresseerd. Het was voor iedereen beter geweest om in een eerder stadium tot een structurele oplossing te komen. Er is in dezen overigens geen sprake van een bewuste wijziging in de arbeidsvoorwaarden.
17.
Zijn de militairen in het wetgevingstraject meegenomen in het opstellen van de ramingen van de belastingopbrengsten als gevolg van de invoering van de WUL door het ministerie van Financiën?
De wet ULB veroorzaakt door het afschaffen van de belaste vergoeding voor de inkomenafhankelijke bijdrage voor de Zorgverzekeringswet een voordeel voor werknemers. Om dat voordeel voor de loon- en inkomstenbelasting voor werknemers te voorkomen is een pakket aan maatregelen genomen. Binnen de mogelijkheden van de fiscaliteit is dit voordeel zo goed als mogelijk inkomensneutraal teruggenomen. Daarbij is het zo dat de algemene inkomenseffecten voor het overgrote deel van de belastingplichten binnen een door beide Kamers aanvaarde marges blijven. Die inkomenseffecten blijven voor grofweg 80 procent van de werknemers beperkt tot tussen –1,5 en +1,5 procent.
Er wordt uitgegaan van een algemeen koopkrachtbeeld voor alle belastingplichtigen, van welk beeld de Wet ULB slechts onderdeel uitmaakt. Specifieke groepen, zoals militairen worden niet apart meegenomen in de ramingen van belastingopbrengsten. Die negatieve koopkrachteffecten voor militairen ontstaan doordat zij niet het voordeel van het afschaffen van de IAB ZVW voelen maar wel de compenserende maatregelen in de wet ULB.
18.
Wanneer werden de negatieve gevolgen van de invoering van de WUL voor militairen voor het eerst bekend bij het ministerie van Defensie?
19.
Wanneer werden de gevolgen voor de begroting van de invoering van de WUL voor het eerst bekend bij het ministerie van Defensie?
20.
Waren de negatieve gevolgen van de invoering van de WUL voor militairen en de gevolgen voorde begroting bekend bij de ambtelijke top van het ministerie van Defensie bekend toen de secretarissen generaal hun brief opstelden richting de informateurs?
21.
Waren de negatieve gevolgen van de invoering van de WUL voor militairen en de gevolgen voor de begroting bekend bij het ministerie van Defensie toen de formatieonderhandelingen plaatsvonden? Zijn ze ter sprake gebracht of meegewogen bij het vaststellen van de (hoogte van) de taakstelling in het regeerakkoord?
22.
Op welk moment bent u voor het eerst geïnformeerd over de negatieve gevolgen van de invoering van de WUL voor militairen?
In januari 2012 is er – en marge van een overleg over de voorbereiding van de Verkenning Loonsomheffing – gesproken tussen ambtelijk Financiën en Defensie over de effecten en de positie van de militairen. De volledige omvang van de gevolgen werd eerst in september duidelijk. In overleg met het ministerie van Financiën heeft Defensie in december jl. compensatiemaatregelen afgesproken om de inkomensachteruitgang te verkleinen en de effecten van de combinatie van het niet verschuldigd zijn van de IAB door militairen en de invoering van de WUL voor 2013 zoveel mogelijk te beperken. Een volledige reparatie blijkt binnen de gegeven financiële kaders helaas niet mogelijk, maar Defensie heeft het negatieve effect voor 2013 kunnen verlagen. Van januari tot april variërend van –0,3 tot –2,3 procent. Vanaf april is voor het jaar 2013 het negatieve effect beperkt tot maximaal 1,5 procent.
23.
Wanneer is voor het eerst gesproken met de vakbonden over de negatieve gevolgen van de invoering van de WUL voor militairen?
26.
Waarom zijn de gesprekken met de vakbonden over de arbeidsvoorwaarden voor militairen vastgelopen?
Defensie heeft vanaf september 2012 enige malen (informeel) met de centrales van overheidspersoneel overlegd over de gevolgen van de invoering van de Wet uniformering loonbegrip. De precieze omvang van de gevolgen werd na de zomer 2012 duidelijk (zie antwoord vraag 18). Daarna is met de bonden gesproken over (gedeeltelijke) compensatie. Eind december is door de centrales naar voren gebracht dat zij niet konden instemmen met het voorstel van Defensie. Door de centrales van overheidspersoneel is vervolgens het overleg met Defensie, inclusief het (in)formele overleg over reorganisaties, opgeschort in afwachting van een nieuw voorstel voor de volledige en structurele compensatie van de effecten van de combinatie van het niet verschuldigd zijn van de IAB door militairen en de invoering van de Wet ULB.
24.
Kunt u een afschrift van de schriftelijke correspondentie tussen de ministeries van Financiën en Defensie over de gevolgen van de invoering van de WUL voor militairen en voor de begroting aan de Kamer doen toekomen?
Neen. De briefwisseling tussen de ministers van Financiën en van Defensie valt onder de beslotenheid van de ministerraad.
27.
Verwacht u mogelijke stakingen of andere acties als gevolg van het vastlopen van de gesprekken met de vakbonden?
Ik streef er naar het overleg met de bonden op korte termijn voort te zetten. Ook ik wil immers graag tot een structurele oplossing komen.
28.
Zijn de gevolgen van de invoering van de WUL voor militairen in de ministerraad ter sprake gekomen tijdens het wetgevingstraject of in de bespreking van het belastingplan 2013?
29.
Zijn de onderhandelingen met de bonden over de eventuele compensatie voor de gevolgen van de invoering van de WUL voor militairen in de ministerraad ter sprake gekomen?
Over de beraadslagingen in de ministerraad wordt geen mededeling gedaan.
30.
Kunt u toelichten wat de stand van zaken is van de eenzijdige arbitrage aanvraag?
Ik heb in mijn brief van 21 december jl. (Kamerstuk 33 400 X, nr. 47) uiteengezet dat Defensie een advies heeft gevraagd aan de Advies- en Arbitragecommissie over het opschorten van het overleg voor de reorganisaties. Ik ben nog in afwachting van dit advies.
32.
Wat is de positie van de medezeggenschap op dit dossier?
De compensatiemaatregelen worden in 2013 gefinancierd uit de gelden die ter beschikking staan in verband met de vertraging van activiteiten binnen de defensiebegroting. De Centrale Medezeggenschapscommissie Defensie is op 17 januari jl. schriftelijk geïnformeerd. Aanstaande woensdag 23 januari vindt een overleg plaats.