Voorgesteld 29 november 2012
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat vreemdelingen met een verblijfsvergunning (en hun gezinsleden) hun tijd nuttig en actief moeten kunnen besteden en dat het verrichten van arbeid daartoe een bijdrage kan leveren;
overwegende dat bepaalde categorieën vreemdelingen, die thans nog zijn onderworpen aan arbeidsmarktbeperkingen, onder het regime van het modern migratiebeleid vrije toegang tot de arbeidsmarkt krijgen;
overwegende dat de Kamer destijds de motie-Sterk c.s. heeft aangenomen, waarin werd gevraagd om houders van een medische verblijfsvergunning en hun gezinsleden toe te staan arbeid te verrichten onder dezelfde voorwaarden als asielzoekers, te weten 24 weken per 52 weken, en dat de regering deze motie niet wil uitvoeren;
overwegende dat de invoering van het modern migratiebeleid is vertraagd door problemen met INDiGO;
verzoekt de regering, vreemdelingen die een verblijfsvergunning hebben gekregen en die onder het modern migratiebeleid in het bezit zouden zijn gesteld van een verblijfsvergunning volgens kolom VII «Humanitair Tijdelijk» van de Blauwdruk Modern Migratiebeleid (zoals een medische of een buitenschuldvergunning), thans reeds vrije toegang tot de arbeidsmarkt te verlenen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Hijum
Van Tongeren
Schouw
Voordewind
Gesthuizen