Voorgesteld 29 november 2012
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er onrust is ontstaan over de voorgenomen bezuiniging van ruim 100 miljoen euro op het gevangeniswezen;
constaterende dat de staatssecretaris heeft laten weten dat het onvermijdelijk is dat er penitentiaire inrichtingen worden gesloten;
overwegende dat het sluiten van inrichtingen grote gevolgen heeft voor de werkgelegenheid;
van mening dat het onwenselijk zou zijn als juist in gebieden met een hoge werkloosheid penitentiaire inrichtingen zouden worden gesloten;
overwegende dat de regering in de motie-De Pater/Heijnen (23 123 VII, nr. 35) is verzocht om reorganisaties van de rijksoverheid zo veel mogelijk te laten bijdragen aan versterking van de economische structuur en werkgelegenheid in krimpgebieden;
verzoekt de regering, bij de uitwerking van haar plannen af te zien van concentratie in de Randstad en als uitgangspunt te nemen dat in iedere provincie een of meerdere penitentiaire inrichtingen gehandhaafd blijven,
en gaat over tot de orde van de dag.
Oskam
Kooiman