Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 september 2013
Hierbij bied ik u aan het onderzoek «Naar een Tweefasenproces? Over voor- en nadelen van een strafproces in twee fasen, in relatie tot de posities van slachtoffer en verdachte» zoals in opdracht van het WODC uitgevoerd door onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen1. Het onderzoek is uitgevoerd naar aanleiding van vragen van leden van uw Kamer inzake de gevolgen van het spreekrecht voor het strafproces alsmede vragen inzake de opportuniteit van invoering van een tweefasenproces gelet op de problematiek van de weigerende observandi.
Ik zal op een later tijdstip inhoudelijk reageren op het onderzoek door middel van een beleidsreactie. Deze beleidsreactie zal op twee manieren vorm krijgen. Op het deel van het onderzoek dat gaat over het tweefasenproces in relatie tot het slachtoffer zal ik in de Memorie van Toelichting bij het Wetsvoorstel Uitbreiding spreekrecht ingaan op de uitkomsten van het onderzoek. Ik verwacht dat wetsvoorstel begin volgend jaar aan de Tweede Kamer te kunnen sturen.
Op de conclusies uit het onderzoek aangaande de vraag of een tweefasenproces een bijdrage zou kunnen leveren aan het terugdringen van de problematiek van de weigerende observandi zal ik uitgebreid ingaan in een aparte brief over de stand van zaken omtrent deze problematiek. Deze brief zal ik uw Kamer voor het herfstreces doen toekomen.
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven