Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 maart 2013
Graag bied ik u hierbij aan, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, het verslag van het bezoek van de Turkse premier Erdoğan aan Nederland naar aanleiding van het schriftelijk overleg van 15 maart 2013 (Kamerstuk 33 400 V, nr. 121) en in reactie op de vraag van de leden Bergkamp en Sjoerdsma (D66) van 21 maart 2013 (Aanhangsel Handelingen II, 2012/13, nr. 1773).
De minister-president, minister van Algemene Zaken, M. Rutte
Op 21 maart jl. bezocht premier Erdoğan van Turkije op mijn uitnodiging Nederland. Het bezoek volgde op mijn bezoek aan Turkije samen met minister Ploumen van 5 tot 7 november 2012 in het kader van de viering van 400 jaar diplomatieke betrekkingen tussen Nederland en Turkije. Premier Erdoğan werd vergezeld door een delegatie bestaande uit ministers, parlementariërs en CEO’s uit het Turkse bedrijfsleven.
HM de Koningin heeft premier Erdoğan in audiëntie ontvangen. Naast mijn eigen ontmoeting met premier Erdoğan sprak tevens minister Timmermans met zijn collega minister Davutoğlu en heeft minister Kamp zijn collega minister Cağlayan ontvangen voor een bilateraal gesprek. Verder was minister Ploumen samen met premier Erdoğan aanwezig bij een CEO-forum met het Nederlandse en Turkse bedrijfsleven. Tenslotte heeft de vicevoorzitter van Uw Kamer, mw. Arib, premier Erdoğan gesproken.
De gesprekken waren erop gericht om, na een succesvol verlopen jaar waarin 400 jaar wederzijdse betrekkingen werden gevierd, de relaties met Turkije verder te verdiepen. De nadruk bij dit bezoek lag op het verder aanhalen van de economische betrekkingen tussen Nederland en Turkije. Er is tijdens het bezoek dan ook uitgebreid stilgestaan bij de mogelijkheden de economische samenwerking tussen beide landen te versterken. Zo is tijdens de lunch op het Catshuis met premier Erdoğan en de Turkse delegatie gesproken over verdere bilaterale economische samenwerking in het algemeen en op het terrein van (duurzame) energie in het bijzonder. Daarnaast hebben tijdens het CEO-forum een veertigtal Turkse en 15 Nederlandse CEO’s van gedachten gewisseld en mogelijkheden verkend tot verder zaken doen met elkaar.
Het bezoek heeft bijgedragen aan het onderhouden en verdiepen van de goede betrekkingen en daarmee aan de mogelijkheid zaken op te brengen waar Nederland aan hecht, zoals de herziening van de Turkse grondwet, de mensenrechtensituatie en voortgang wat betreft het vervullen van de Kopenhagen-criteria en het onderhouden van goede nabuurschappelijke betrekkingen. Het kabinet heeft duidelijk gemaakt dat Nederland een voorstander is van voortgang in de EU-toetredingsonderhandelingen met Turkije.
Daarnaast schept het onderhouden van goede betrekkingen ruimte om wederzijds zorgen te uiten over zaken waar Nederland en Turkije andere inzichten hebben. Bij dit bezoek is in dit verband aandacht uitgegaan naar de kwestie van pleegkinderen. Het kabinet heeft Turkije uitleg gegeven over de zorgvuldige wijze waarop de pleegzorg in Nederland geregeld is, waarbij het belang van het pleegkind centraal staat. Het kabinet is niet akkoord gegaan met het Turkse verzoek om overleg hierover op ministerieel niveau en heeft uitgelegd dat het aan Nederland is om in eigen land te beslissen over de plaatsing van pleegkinderen. Daarbij is erop gewezen dat in Nederland geen sprake kan zijn van discriminatie op grond van godsdienst, levensovertuiging of op welke grond dan ook en dat dit ook van toepassing is op het pleegouderschap. Het kabinet heeft in de besprekingen tevens aangegeven dat bij de plaatsing van kinderen in pleeggezinnen reeds zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met de culturele en religieuze achtergrond van het kind. Dit geldt voor alle kinderen, ongeacht hun achtergrond. Ook is aangegeven dat het goed zou zijn als er meer pleeggezinnen zouden komen die dezelfde achtergrond hebben als de kinderen die geplaatst worden in een pleeggezin.
Tijdens het bezoek is tevens gesproken over de situatie in Syrië. Turkije heeft Nederland bedankt voor de inzet van de Patriots en Nederland heeft Turkije verzekerd dat er veel waardering bestaat voor de wijze waarop het de intussen meer dan 190 000 vluchtelingen binnen zijn grenzen in kampen opvangt. Ook is de Koerdische kwestie aan de orde geweest: het kabinet heeft de oproep van PKK-leider Öcalan tot een wapenstilstand, op de dag van het bezoek van premier Erdoğan aan ons land, verwelkomd, net als de reactie van premier Erdoğan die dit een zeer positieve ontwikkeling noemde.