Vastgesteld 26 maart 2013
Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken bestond bij enkele fracties de behoefte de minister van Buitenlandse Zaken enkele vragen en opmerkingen voor te leggen inzake het voorgenomen bezoek van de Turkse premier Erdogan op 21 maart 2013.
De minister heeft op de vragen en opmerkingen geantwoord bij brief van 19 maart 2013. De vragen en opmerkingen van de fracties en de antwoorden van de bewindspersonen zijn hieronder afgedrukt.
De voorzitter van de commissie, Eijsink
De griffier van de commissie, Van Toor
Inbreng van de fractie van de SP
De leden van de fractie van de SP willen weten wat het precieze programma is met betrekking tot het bezoek van de Turkse premier Erdoğan aan Nederland. Met wie zal de Turkse premier spreken en welke onderwerpen zullen tijdens deze gesprekken centraal staan? Ook vragen deze leden wat de inzet van de Minister-President en de minister van Buitenlandse Zaken bij deze gesprekken zal zijn. Zal er in deze gesprekken ook aandacht zijn voor de mensenrechtensituatie in Turkije en de Koerdische kwestie? Zo ja, op welke wijze zal dit aan bod komen? De Koerdische Arbeiderspartij PKK heeft in het kader van de vredesbesprekingen onlangs acht Turkse gijzelaars vrijgelaten. Hoe is door Turkije deze stap beantwoord en welke rol speelt PKK-leider Abdullah Öcalan in deze besprekingen? De leden van de SP-fractie vragen de minister-president en de minister van Buitenlandse Zaken of zij tijdens het onderhoud met de Turkse premier deze kwestie, vanwege het grote belang ervan, ook zullen bespreken. Deze leden vragen daarnaast hoeveel politici van de Turkse Partij voor Vrede en Democratie (BDP) in Turkije gevangen zitten en of dit een onderwerp van gesprek zal zijn.
De leden van de SP-fractie vragen verder naar de ontwikkelingen in Turkije met betrekking tot het vorig jaar naar buiten gekomen misbruik van Koerdische kinderen in gevangenissen, waarover eerder schriftelijke vragen zijn gesteld (Aanhangsel van de Handelingen, 2340). Wat is het resultaat van de strafrechtelijke maatregelen die in april vorig jaar met betrekking tot deze zaak in voorbereiding waren? En welke vorderingen zijn er sindsdien zichtbaar met betrekking tot het moderniseren en in lijn brengen met de Europese standaarden van penitentiaire inrichtingen?
Tenslotte vragen de leden van de SP-fractie of er tijdens de gesprekken ook aandacht zal zijn voor de recente commotie die in Turkije is ontstaan over de manier waarop Nederland Turks-Nederlandse pleegkinderen opvangt. Zo ja, hoe zal hier aandacht aan gegeven worden en hoe wordt de reactie in Turkije op deze kwestie beoordeeld?
Inbreng van de fractie van het CDA
De leden van de CDA-fractie begrijpen dat de Minister-President zijn collega Minister-President Erdoğan van Turkije volgende week in Nederland ontvangt op een bezoek. Graag vernemen zij van het kabinet wanneer dat bezoek gepland is en wat het precieze programma van het bezoek is en wanneer dat is/wordt vastgesteld.
De leden van de CDA-fractie zijn zeer bezorgd over de situatie in Syrië en de berichten over ondersteuning van de rebellen door Turkije en de mogelijke bewapening door Turkije. Heeft de Nederlandse regering op enig moment contact gehad met de Turkse regering om te vragen of zij rebellen op haar grondgebied traint en/of bewapent? De Nederlandse militairen en de Nederlands patriotsystemen zijn in Turkije aanwezig ter bescherming van de Turkse burgerbevolking. De afgelopen maanden zijn er protesten geweest, met name bij de Duitse patriotsystemen. Is de regering bereid om premier Erdoğan te vragen om ook expliciet duidelijk te maken in Turkije zelf dat deze Patriotsystemen daar zijn ter bescherming van zijn bevolking en dat hij dat steunt? En heeft premier Erdoğan al een werkbezoek gebracht aan de Nederlandse, Duitse en/of Amerikaanse militairen of acht hij een werkbezoek aan de Islamitische Universiteit van Rotterdam veel urgenter?
De leden van de CDA-fractie zijn bezorgd over de denigrerende uitlatingen van premier Erdoğan over christelijke en homoseksuele pleeggezinnen. Turkse media melden uitgebreid dat premier Erdoğan de Nederlandse opvang van pleegkinderen met een Turkse en Nederlandse nationaliteit aan de orde zal stellen bij zijn bezoek aan Nederland. Is het kabinet bereid het antwoord dat de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport gaf op schriftelijke vragen van de leden Bergkamp en Sjoerdsma (D66), namelijk «De Turkse regering heeft geen zeggenschap over pleegkinderen in Nederland met de Turkse nationaliteit.» (Aanhangsel bij de Handelingen nr. 152) letterlijk te herhalen tijdens het gesprek met premier Erdoğan? Kan het kabinet verder aangeven welke gesprekken er gepland staan tussen Nederlandse ambtenaren en de parlementaire onderzoekscommissie inzake pleegkinderen vanuit Turkije en welke al hebben plaatsgevonden en de Tweede Kamer informeren over de gespreksverslagen/gesprekslijn terzake. Deze leden verzoeken tot slot de op 4 maart jl. ingezonden schriftelijke vragen van de leden Keijzer en Omtzigt hierover samen met deze vragen te beantwoorden.
De leden van de CDA-fractie merken op dat religieuze minderheden in Turkije op geen enkele wijze gelijke rechten hebben. Zij wijzen op het Halki seminarie, dat nog altijd niet heropend is en op het Syrisch-Orthodoxe klooster Mor Gabriel, waarvan grond onteigend wordt. De Kamer heeft hierover een initiatiefnota aangenomen, waarvan de conclusies nu dus het officiële Nederlandse beleid zijn. Op welke wijze zal het kabinet godsdienstvrijheid in Turkije aan de orde stellen in het gesprek?
Mensen met een dubbele nationaliteit, Nederlands en Turks, hebben grote moeite om hun Turkse nationaliteit op te geven wanneer zij ervoor kiezen om alleen de Nederlandse nationaliteit aan te houden. Is het kabinet bereid er bij de Turkse regering op aan te dringen dat de Turkse ambassade en het Turkse consulaat een eenvoudige procedure, gratis of tegen kostendekkende leges, aanbieden, om de Turkse nationaliteit op te geven?
Op welke wijze zal het kabinet uitvoering geven aan de motie-Rouvoet inzake de Armeense genocide?
Is het kabinet bereid een verslag van de gesprekken met premier Erdoğan en de Turkse delegatie aan de Kamer te doen toekomen na afloop van het bezoek?
Inbreng van de fractie van D66
De leden van de fractie van D66 hebben met belangstelling kennis genomen van het feit dat minister-president Erdoğan van Turkije op 21 maart 2013 op uitnodiging van minister-president Rutte een officieel bezoek brengt aan Nederland. Deze leden constateren dat de economische banden tussen Nederland en Turkije zeer sterk zijn, met een verdrievoudiging van de handel in de afgelopen 10 jaar. Daarnaast constateren deze leden sterke diplomatieke banden, met vorig jaar de viering van 400 jaar Nederland-Turkse relaties. De genoemde leden zijn in principe voorstander van Turkse toetreding tot de Europese Unie wanneer Turkije zich aan alle afspraken houdt. De impasse in de onderhandelingen vinden deze leden onwenselijk. Wat wordt de inzet van het kabinet tijdens het bezoek van premier Erdoğan op dit punt? Zal het kabinet proberen de onderhandelingen aan te jagen, en Turkije aan te sporen noodzakelijke hervormingen door te voeren?
De leden van de fractie van D66 waarderen de rol die Turkije speelt met betrekking tot de humanitaire ramp in Syrië. Een miljoen Syrische vluchtelingen bevinden zich nu in Jordanië, Libanon, Turkije, Irak en Egypte. Miljoenen hulpbehoevenden proberen in Syrië zelf te overleven onder erbarmelijke omstandigheden. Welke vragen zal het kabinet hieromtrent stellen? Is het kabinet bereid eventuele extra steun aan Turkije te overwegen, al dan niet in EU-verband?
De leden van de D66-fractie onderstrepen de samenwerking tussen Nederland en Turkije op dit moment ten aanzien van de ontplooiing van Nederlandse Patriots bij Adana. Deze leden hechten aan de bondgenootschappelijke band met Turkije als NAVO-partner. Is er enig zicht op extra samenwerking met Turkije in dit verband, en zo ja, op welke manier zal het kabinet dit naar voren brengen tijdens het bezoek van premier Erdoğan?
Inbreng van de fractie van 50plus
Heeft de regering of hebben de Nederlandse autoriteiten contact gehad met de Turkse autoriteiten over de mannen die aangifte gedaan hebben tegen een voormalig Nederlandse topambtenaar wegens pedofilie en die nu in een safehouse zitten? Zo ja, wat is er besproken en afgesproken en op welke wijze werken Nederland en Turkije samen in deze zaak?
Antwoord kabinet
Hierbij beantwoord ik, mede namens Minister-President Rutte, de vragen van de fracties van SP, CDA, D66 en 50plus over het bezoek van de Turkse premier Erdoğan aan Nederland.
In antwoord op de vragen van de fractie van de SP en het CDA naar het programma, deel ik u het volgende mee. Premier Erdoğan zal op 21 maart aanstaande Nederland bezoeken op uitnodiging van premier Rutte, na zijn bezoek aan Turkije samen met Minister Ploumen van 5 tot 7 november afgelopen jaar in het kader van de viering van 400 jaar betrekkingen tussen Nederland en Turkije. Premier Erdoğan wordt vergezeld door een delegatie bestaande uit ministers, parlementariërs en CEO’s uit het Turkse bedrijfsleven.
Premier Erdoğan zal in de ochtend een cultureel evenement bezoeken. H.M. de Koningin zal premier Erdoğan in audiëntie ontvangen. Aansluitend zal premier Rutte met premier Erdoğan besprekingen voeren. In de middag zullen de Voorzitter van de Eerste Kamer en de vicevoorzitter van uw Kamer, mw. Arib, premier Erdoğan ontvangen. Verder zal premier Erdoğan aanwezig zijn bij een evenement met het bedrijfsleven. Minister Ploumen van Ontwikkelingssamenwerking en Buitenlandse Handel zal hierbij aanwezig zijn. Daarnaast zal ik mijn collega Minister van Buitenlandse Zaken, Davutoğlu, ontvangen voor een gesprek.
De inzet van de gesprekken zal zijn om de betrekkingen met Turkije, na een succesvol verlopen jaar waarin 400 jaar diplomatieke betrekkingen werden gevierd te bestendigen, en waarvan ook het Nederlandse bedrijfsleven heeft geprofiteerd. Het onderhouden en verdiepen van goede betrekkingen maakt in belangrijke mate de weg vrij voor het wederzijds opbrengen en uitleggen van kwesties waar Nederland en Turkije andere inzichten hebben en voor het uiting geven aan zorgen over zaken die spelen binnen die betrekkingen. Een voorbeeld daarvan is de kwestie van Nederlandse pleegkinderen van Turkse afkomst, waar leden van de fractie van de SP en het CDA naar vragen.
Het kabinet is voornemens tijdens het bezoek, in lijn met de antwoorden van Staatssecretaris van Rijn van VWS en de Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van Uw Kamer over pleegkinderen, toe te lichten welke zorgvuldige afwegingen worden gemaakt bij beslissingen over kinderen die in pleeggezinnen worden geplaatst. Nederlandse pleegkinderen van Turkse afkomst in Nederland vallen onder Nederlandse wetgeving. De Turkse regering heeft geen zeggenschap over deze kinderen. Mij is niet bekend dat de Turkse parlementaire onderzoekscommissie mensenrechten die zich in deze materie verdiept in Nederland is of voornemens is Nederland te bezoeken. Premier Erdoğan heeft zich niet uitgelaten over deze zaak.
In de gesprekken zal ook aandacht gevraagd worden voor de mensenrechtensituatie in Turkije en gevraagd worden voortgang te blijven maken wat betreft het vervullen van de zogeheten Kopenhagen-criteria, zoals aangeroerd door de fracties van de SP, het CDA en D66. Het kabinet is in dit verband van mening dat de EU-toetredingsonderhandelingen met Turkije van belang zijn om de voortgang wat betreft hervormingen op het vlak van de Kopenhagen-criteria te bevorderen. Het kabinet is dan ook voorstander van deze onderhandelingen en zal erop inzetten deze te bespoedigen, vooral op de voor rechtsstatelijkheid relevante onderhandelingshoofdstukken. Het kabinet zal Turkije in dit kader aansporen de noodzakelijke hervormingen te blijven doorvoeren. Verder wijs ik erop dat de kwestie Mor Gabriël en het bredere belang van godsdienstvrijheid en (religieuze) minderheden in Turkije een terugkerend punt van aandacht vormen in de bilaterale en multilaterale contacten, zoals uiteengezet in de brief van de Minister van Buitenlandse Zaken van 3 oktober aan uw Kamer. Ik heb hierover december jl. nog met vicepremier Babacan van gedachten gewisseld.
Het kabinet geeft uitvoering aan de motie-Rouvoet door in contacten met de Turkse overheid aandacht voor het standpunt van de Kamer te vragen.
De Koerdische kwestie zal in gesprekken tijdens het bezoek op de agenda staan. Het kabinet hoopt van premier Erdoğan en Minister Davutoğlu te vernemen hoe de vertrouwelijke onderhandelingen met PKK-leider Öcalan verlopen. Aangegeven zal worden dat Nederland hoopt dat deze onderhandelingen uitmonden in een oplossing van de Koerdische kwestie. De Turkse autoriteiten beschouwen de vrijlating van de acht Turkse gijzelaars als een positief gebaar voor het vredesproces.
Er zitten momenteel vijf leden van de Turkse Partij voor Vrede en Democratie (BDP) in Turkije gevangen.
Turkije streeft, wat betreft de kwestie van misbruik van Koerdische kinderen in gevangenissen, naar het opzetten van aparte jeugdgevangenissen met beter opgeleid personeel. Vanwege capaciteitsgebrek is dit nog niet in zijn geheel doorgevoerd.
Mensen waarvan de Turkse nationaliteit geregistreerd is bij de Turkse autoriteiten hebben de mogelijkheid afstand te doen van hun Turkse nationaliteit. In Nederland kunnen zij dat doen door een verzoek in te dienen bij het Turkse consulaat. Hieraan zijn geringe administratiekosten verbonden.
Het kabinet deelt de zorg van de leden van de CDA-fractie over de situatie in Syrië. Het is het kabinet niet bekend dat Turkije wapens levert aan Syrische rebellen. Het kabinet vertrouwt er verder op dat bondgenoten onderling relevante informatie uitwisselen en elkaar op de hoogte houden. Tijdens dit bezoek zal de situatie in Syrië zeker onderwerp van gesprek zijn.
De humanitaire situatie in Syrië zal aan bod komen, waarbij Turkije zal worden verzekerd dat er veel waardering bestaat voor de wijze waarop het de intussen meer dan 180.000 vluchtelingen binnen zijn grenzen opvangt. Nederland stelde in 2012 ruim EUR 23,5 mln. beschikbaar voor de Syrische crisis, waaronder ruim 19 miljoen euro voor Syrische vluchtelingen in omringende landen. Begin 2013 heeft Nederland nog een extra bijdrage van 5 miljoen euro beschikbaar gesteld voor het door UNHCR gecoördineerde Syria Regional Response Plan voor vluchtelingen in de omringende landen en ontheemden binnen Syrië.
Premier Erdoğan en leden van het Turkse kabinet hebben al herhaaldelijk uitspraken gedaan om te onderstrepen dat de Patriotsystemen in Turkije zijn ter bescherming van de Turkse bevolking. De aanwezigheid van de Patriotsystemen van de drie bondgenoten is een rechtstreeks gevolg van een concreet Turks verzoek. De Turkse Minister van Defensie heeft zijn Nederlandse collega begeleid toen zij de Nederlandse militairen en de Patriotsystemen bezocht in februari. Premier Erdoğan heeft geen werkbezoek aan de Nederlandse militairen gebracht, maar Nederland, Duitsland en de VS werken in NAVO-verband met Turkije samen ter ontplooiing van de Patriotsystemen. Deze samenwerking impliceert voor de relatie Nederland-Turkije een intensivering van onderling contact, ter plekke in Adana, maar ook in Brussel en de hoofdsteden.
De intensivering van de samenwerking op dit terrein past in de verbreding en verdieping van de betrekkingen tussen Nederland en Turkije op allerlei vlakken, zoals politiek, economisch en cultureel, die een extra impuls heeft gekregen door de viering van 400 jaar betrekkingen tussen onze beide landen.
Het kabinet heeft geen contact gehad met de Turkse autoriteiten over de mannen die aangifte hebben gedaan tegen een voormalig Nederlands topambtenaar wegens pedofilie. Hiertoe bestaat ook geen noodzaak, nu de aangifte van twee van hen door het Openbaar Ministerie niet als betrouwbaar zijn beoordeeld. De Minister van Veiligheid en Justitie heeft uw Kamer hierover bij meerdere gelegenheden bericht.
Het kabinet is bereid verslag te doen aan de Kamer van de gesprekken met premier Erdoğan en de Turkse delegatie, zoals verzocht door leden van de CDA-fractie.