Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 februari 2013
In mijn brief aan u van 3 februari 2012, kamerstuk 33 000-XIII nr 163 informeerde ik u over de wijze waarop de Nederlandse deelname aan de wereldtentoonstelling 2012 in Yeosu, Korea, met als thema «The Living Ocean and Coast» werd opgezet. Inmiddels is de tentoonstelling op 12 augustus 2012 afgesloten en stuur ik u hierbij het eindverslag over de Nederlandse deelname. Dit is u niet eerder opgestuurd dan nadat in januari 2013 de goedkeurende accountverklaring werd verkregen.
Nederland heeft een paviljoen gemaakt rondom het thema «Sustainable Dutch Deltas», een multimediale show waarbij de bezoeker werd meegenomen vanuit de tijd van Hendrik Hamel, de eerste westerling die in 1666 een verslag schreef over Korea, naar de huidige prestaties van Nederland op het gebied van watermanagement. Daarbij zijn drie subthemas uitgewerkt waarin Nederland zich wereldwijd onderscheidt, te weten «Building with Nature», «Enabling Delta Life» en «Connecting Delta Cities». Na het doorlopen van de verschillende informatievoorzieningen werd de bezoeker getrakteerd op een winkel waar artistieke Nederlandse producten te koop waren, naast enkele drankjes en hapjes.
Het paviljoen is ontworpen door Totems, in samenwerking met de paviljoenbouwer Gielissen Interiors & Exhibitions. De laatste heeft ook het toezicht op de bouw gedaan. De constructie zelf werd uitgevoerd door KBS Arts Vision, dochter van de nationale radio en televisieomroep Korea Broadcasting Services. De exploitatie van het paviljoen, waaronder de winkel, de beveiliging en crowd management was in handen van het evenementenbureau De Vries & Partners. Voor de eindverantwoordelijkheid ter plaatste was een door mijn ministerie aangestelde paviljoendirecteur aangetrokken. Voor de constructie van het paviljoen werd hij bijgestaan door een lokaal architectenbureau. Tot slot werd de communicatie en publiciteit uitbesteed aan het lokale PR bureau Communique. Met al deze partijen is zeer goed samengewerkt en zij hebben allen op hun manier bijgedragen aan het succes van de Nederlandse inzending. Iedereen heeft zonder problemen kunnen werken binnen de hun gestelde opdracht.
Bij het ontwerp van het paviljoen is voor de inhoud van de thema samengewerkt met het Nederlands Water Partnerschap die op hun beurt werden gevoed door 5 deelnemende partijen. Dat waren DHV, Haskoning, Waterschap Delflanden, de stad Rotterdam en het Havenbedrijf Rotterdam. Deze partijen hebben enkele (interactieve) videopresentaties verzorgd in het paviljoen. Drie Nederlandse bedrijven hebben met sponsoring in natura of financieel een bijdrage geleverd, te weten Shell, Heineken en TNT.
Op de voor Nederland georganiseerde Nationale Dag op 18 juni 2012 is het paviljoen bezocht door ZKH Prins Willem Alexander, samen met Minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu. Tevens was aanwezig de burgemeester van Gorinchem, wiens stad een zusterstadrelatie heeft met Yeosu, en geboortestad is van Hendrik Hamel. Eén en ander werd opgeluisterd met een muzikaal optreden van de in Korea zeer populair zijnde muzikant Wouter Hamel. Tegelijkertijd met dit bezoek werd een economische missie georganiseerd, met als focus de sectoren water en landbouw, waardoor de Expo ook zakelijk interessant werd gemaakt. De aandacht van het Nederlandse bedrijfsleven ging vooral uit naar het grote inpolderingproject in het westen van Korea (Seamangeum). De bedrijfslevendelegatie bezocht enkele dagen na de Prins het Nederlandse paviljoen.
Het Koreaans organiserend comité heeft in eerste instantie moeite gehad om voldoende bezoekers voor de Expo aan te trekken. Dat had te maken met enerzijds de locatie van de stad Yeosu. Die ligt nogal afgelegen in het zuiden van het land en bleef voor veel Koreanen, waarvan bijna de helft in Seoel woont, een grote afstand, ondanks de doorgetrokken hogesnelheidslijn naar het Expoterrein. Een andere belemmerende factor was het gebrek aan hotelaccommodatie in de stad of daaromheen gelegen gebieden. Uiteindelijk heeft het organiserend comité met sterk gereduceerde toegangsprijzen het geplande aantal bezoekers van 8 miljoen gehaald. Het merendeel (97%) daarvan was Koreaan. Het Nederlandse paviljoen heeft uiteraard ook last gehad van het in eerste instantie geringe bezoekersaantal. Uiteindelijk werd de doelstelling van 800.000 (10% van het totaal) bezoekers voor 80% gerealiseerd. In totaal hebben 650.000 bezoekers het Nederlandse paviljoen aangedaan.
Naast het bezoekersaantal is de wijze waarop de Nederlandse deelname in de media wordt belicht een belangrijk reden voor deelname aan een Expo. Mede dankzij de inhuur van KBS voor de constructie van het paviljoen, is Nederland en het paviljoen op diverse momenten in de media gekomen. Meest aansprekend was een TV ploeg van KBS die naar Nederland is gekomen en een uur durende documentaire heeft gemaakt en uitgezonden. Maar daarnaast is via de sociale media, op TV en in de schrijvende pers bijna wekelijks aandacht geweest voor de Nederlandse deelname aan de Expo. Vermeldenswaardig in dit verband is nog dat na de sluiting van de Expo een deel van de inventaris van het paviljoen om niet is overgedragen aan het Hendrik Hamel museum in Yeosu, hetgeen aan de orde is geweest in het 9-uur journaal van KBS, het belangrijkste nieuwsbulletin van de dag in Korea. De inventaris zal daarmee tot lang na de Expo als tastbaar aandenken aan het Nederlandse paviljoen in Korea behouden blijven.
Het kabinet had met het ministerraadsbesluit van 25 april 2010 Eur 2,5 miljoen ter beschikking gesteld voor de organisatie en realisatie van het Nederlandse paviljoen, waarbij werd aangegeven dat dit het maximale budget zou zijn waarmee alle kosten gedekt zouden moeten worden. Aanvankelijk zeven ministeries – later vijf vanwege fusies (AZ, BZ, I&M, OC&W en EL&I) – hebben hieraan bijgedragen. Dit aanvankelijk krap ogende budget is voor een groot deel besteed, maar was uiteindelijk ruim voldoende door zorgvuldig budgetteren, een beperkt aantal aanbestedingen en een zeer kleine projectorganisatie van één projectleider met een minimale hoeveelheid ingehuurde expertise.
De totale kosten voor de gehele organisatie zijn uiteindelijk uitgekomen op iets minder dan Eur 2,4 miljoen.
De minister voor Buitenlandse Handelen Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen