Nr. 9 TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Artikel I

1. In het voorstel van wet tot vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Financiën (IX) voor het jaar 2013 (kamerstukken II, 2012/13, 33 400 IX, nr. 1 inclusief de Eerste Nota van Wijziging behorende bij de Startnota) wordt de departementale begrotingsstaat IXB als volgt gewijzigd (bedragen x € 1 000).

		(1)			(2)
Art.	Omschrijving	Stand van ontwerp-begroting vóór Nota van Wijziging			Stand van ontwerp-begroting na Nota van Wijziging
		verplichtingen	uitgaven	ontvangsten	verplichtingen	uitgaven	ontvangsten
	Beleidsartikelen
04	Internationale Financiële Betrekkingen	308 005	2 323 757	64 091	434 005	2 449 757	32 394

Toelichting

Algemene toelichting

Donderdag 13 december is in de Eurogroep een akkoord bereikt over de voortgang van het Griekse leningenprogramma. Deze nota van wijziging zorgt voor budgettaire verwerking in de ontwerpbegroting 2013 van het ministerie van Financiën (IX) van de overeengekomen maatregelen. De gevolgen voor de Nederlandse Begroting zijn al eerder beschreven in de brief met aanvullende informatie over het leningenprogramma Griekenland, met het kenmerk BFB2012–18036M.

Toelichting bij de departementale begrotingsstaat

Het verlagen van de rentemarge op de bilaterale leningen aan Griekenland (GLF) en het uitkeren aan Griekenland van de SMP-inkomsten hebben gevolgen voor de Nederlandse begroting. De renteverlaging op de EFSF-leningen (afschaffen guarantee fee), het uitstellen van de rentebetalingen aan het EFSF en het verlengen van de looptijden van de bilaterale leningen en de EFSF-leningen hebben geen direct effect op de Nederlandse begroting. Wel betekent het verlengen van de looptijden van de EFSF-leningen dat lidstaten langer garant staan voor de leningen aan Griekenland.

De mutaties zijn deels relevant voor het EMU-saldo en de schuld. Ten eerste heeft de renteverlaging op de bilaterale leningen aan Griekenland een negatief effect op het EMU-saldo. Renteontvangsten tellen mee in het EMU-saldo; een renteverlaging leidt daarmee tot een verslechtering van het begrotingstekort. Deze maatregel leidt tot derving op de geraamde rente inkomsten van in totaal circa 326 miljoen euro voor de periode 2013–2026 (2026 was het laatste jaar van de GLF voordat tot looptijd verlenging werd besloten) ten opzichte van de raming in de begroting 2013 (zie tabel 1). In de begroting voor 2013 is slechts de reeks tot en met 2017 opgenomen.

Ten tweede heeft het doorgeven van de inkomsten uit de SMP-portefeuille aan Griekenland een negatief effect op de Nederlandse begroting (zie tabel 1). De verwachte inkomsten uit de SMP-portefeuille Griekenland (rentebaten plus disagio) van de Europese Centrale Bank over de periode 2013 t/m 2026 zijn becijferd op ongeveer 578 miljoen euro. Voor de periode 2013 t/m 2026 betekent het 100% doorgeven van de SMP-inkomsten aan Griekenland een tegenvaller voor het EMU-saldo van in totaal circa 578 miljoen euro. De SMP-inkomsten zijn een aflopende reeks; dat wil zeggen dat de SMP-inkomsten in de eerstvolgende jaren het hoogst zijn en dit vervolgens per jaar afloopt. De mutaties worden als volgt op artikel 4 verwerkt in de begroting.

Tabel 1: Gevolgen voor begroting IX

Artikel	Omschrijving	2013	2014	2015	2016	2017	Totaal t/m 2026
	Uitgaven (x € 1 000)
4	Internationale Financiële Betrekkingen	2 323 757	1 187 732	369 865	373 688	258 907
	Teruggeven Winsten SMP aan Griekenland	126 000	112 000	87 000	65 000	51 000	578 000
	Internationale Financiële Betrekkingen	2 449 757	1 299 732	456 865	438 688	309 907
	Ontvangsten (x € 1 000)
4	Internationale Financiële Betrekkingen	64 091	75 938	80 116	80 123	80 106
	Verlaging rente op GLF	– 31 697	– 31 697	– 31 697	– 31 697	– 31 697	326 000
	Internationale Financiële Betrekkingen	32 394	44 241	48 419	48 426	48 409

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem