Kamerstuk 33400-IV-38

Rapport van Transparency International (TI) getiteld “National Integrity System Assessment: Curaçao 2013

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2013

Gepubliceerd: 2 juli 2013
Indiener(s): Ronald Plasterk (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (PvdA)
Onderwerpen: begroting financiën
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33400-IV-38.html
ID: 33400-IV-38

Nr. 38 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 juli 2013

Hierbij doe ik u het rapport van Transparency International (TI) toekomen, getiteld «National Integrity System Assessment: Curaçao 2013»1. Met het opsturen van dit rapport aan uw Kamer geef ik uitvoering aan mijn toezegging, gedaan tijdens het Algemeen Overleg met de Vaste Kamercommissie Koninkrijksrelaties van 12 februari 2013 (Kamerstuk 33 400 IV, nr. 25).

Het rapport bevat onderzoeksresultaten, conclusies en aanbevelingen over het versterken van de institutionele integriteit en het tegengaan van corruptie op Curaçao. De toegepaste analysemethode richt zich op de belangrijkste instituties en actoren binnen de samenleving, zoals de verschillende geledingen van de overheid, het maatschappelijk middenveld en de media. In het Grant Agreement tussen Curaçao en TI treedt Curaçao op als sponsor. Het is een door Transparency geëiste constructie om de onafhankelijkheid van het onderzoek te kunnen waarborgen.

Enkele conclusies en aanbevelingen van het rapport wil ik hier graag belichten.

Eén van de meest in het oog springende conclusies van het onderzoek is de gesignaleerde kloof tussen de algemene perceptie van corruptie op Curaçao aan de ene kant en de daadwerkelijke aanwezige, concrete informatie over corruptieschendingen aan de andere kant. Corruptie wordt slechts incidenteel aan de kaak gesteld vanwege vrees voor represailles (zoals verlies van werk). Een andere opvallende conclusie is dat de regelgeving over het algemeen wel op orde wordt geacht, maar het mankeert aan de naleving en de controle daarop. Dat geldt ook voor regels rond integriteit die onvoldoende worden gehandhaafd. Binnen de overheid zijn er bijvoorbeeld nog geen vertrouwenspersonen aangesteld bij wie op een veilige manier integriteitskwesties aangekaart kunnen worden. Daarmee samenhangend signaleert TI dat de mogelijkheden die het OM heeft om corruptie te kunnen aanpakken, ondermijnd worden door een gebrek aan financiële en personele middelen bij politie en Landsrecherche. Bij de Landsrecherche is er volgens het onderzoek zelfs sprake van «volledig ontoereikende» middelen om de taken effectief te kunnen uitvoeren. TI beveelt de regering van Curaçao aan om prioriteit te geven aan het toewijzen van financiële en personele middelen aan rechtshandhavingsinstanties.

Politieke partijen («the great unknowns» volgens het onderzoek) functioneren volgens TI niet goed. Zij dienen eerder de belangen van hun leiders dan die van het electoraat. Sterke partijdiscipline beperkt onafhankelijk optreden van Ministers en Statenleden. De Staten kunnen hierdoor hun controlefunctie onvoldoende ui-toefenen, aldus het rapport. Het ontbreekt aan transparantie rond partijfinanciering en bestaande wetgeving hierover bevat nog te veel hiaten. Eén van de aanbevelingen van TI is dan ook om partijfinanciering onder de loep te nemen. TI heeft in het onderzoek geen score kunnen geven aan politieke partijen vanwege het gebrek aan informatieverstrekking door die partijen.

Positief is TI met name over de rechtsprekende macht, de Ombudsman en de toezichthoudende instanties (Cft, SOAB en Algemene Rekenkamer). Deze instanties worden «grotendeels onafhankelijk» genoemd, beschikken over voldoende financiële middelen en hebben de mogelijkheid om een systeem van checks-and-balances te creëren. Wel waarschuwt TI voor het gebrek aan opvolging van uitspraken van genoemde instanties. De aanwijzing die door de rijksministerraad aan de regering van Curaçao is gegeven op advies van het Cft, noemt TI één van de weinige effectieve controlemechanismen op de uitvoerende macht sinds 10-10-10.

Het is nu aan de regering van Curaçao om actie te ondernemen naar aanleiding van de conclusies en aanbevelingen aan het rapport. Ik zal hierover op constructieve wijze contact blijven onderhouden met de regering van Curaçao.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk