Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 juni 2013
Hierbij doe ik u verslag van mijn reis naar Aruba van 8 tot en met 11 juni jl.
Politiek beleidsoverleg Fondo Desaroyo Aruba
In de op 8 maart 2002 getekende Beheersovereenkomst tussen het land Aruba, de Staat der Nederlanden en het Fondo Desaroyo Aruba (hierna: FDA) staat dat jaarlijks een politiek beleidsoverleg wordt gehouden over het beleid en het beheer van het FDA. In dat kader sprak ik op zondag 9 juni met de minister-president van Aruba, de heer Eman en de minister van Financiën van Aruba, de heer De Meza.
In opdracht van Aruba en Nederland is in de periode van juni tot en met oktober 2012 een evaluatie uitgevoerd naar de werking van het FDA en de Meerjarenprogramma’s over de periode 2000 tot en met 2012. De aanbevelingen uit deze evaluatie zijn uitgewerkt door een gemengde werkgroep waaraan vertegenwoordigers van Aruba, Nederland en het bestuur van het FDA hebben deelgenomen. Tijdens het politieke beleidsoverleg is ingestemd met de door de werkgroep geadviseerde vervolgstappen. Het gaat hier om nadere afspraken over de professionalisering en kwaliteitsverbetering bij de voorbereiding en uitvoering van projecten, de evaluatie van de Meerjarenprogramma’s, de herprioritering van projecten en de afsluiting van eerdere Meerjarenprogramma’s. Deze afspraken zijn vastgelegd in addendum V en addendum VI bij het Protocol van afspraken inzake de samenwerking tussen Aruba en Nederland vanaf het jaar 2000 d.d. 15 mei 2000.
Tijdens het politiek beleidsoverleg is ook gesproken over een brief van het bestuur van het FDA aan minister-president Eman en mijzelf. In deze brief maakt het bestuur gewag van een bezoek dat zij hebben gebracht aan het Korrectie Instituut van Aruba (KIA). Gelet op de slechte staat waarin dit instituut verkeert, heeft het bestuur de landen verzocht om te overwegen onbestede middelen uit het FDA beschikbaar te stellen voor de financiering van de bouw van een nieuwe gevangenis. Minister-president Eman heeft in dit verband opgemerkt dat de regering van Aruba dit signaal serieus neemt en voornemens is een nieuwe gevangenis te bouwen, maar dit te financieren uit andere bronnen dan de FDA-middelen.
Koninkrijksberaad
Tijdens de Koninkrijksconferentie in november 2011 is afgesproken dat elk jaar een Koninkrijksconferentie zal plaatsvinden. De politieke situatie in Curaçao en Sint Maarten alsmede regeringswisselingen in drie van de vier landen, veroorzaakten gebrek aan voortgang van de vier werkgroepen die tijdens de Koninkrijksconferentie in 2011 zijn geïnstalleerd. Daardoor heeft de Koninkrijksconferentie in 2012 geen doorgang kunnen vinden. Recent sprak ik minister-president Eman over de Koninkrijksconferentie tijdens mijn bezoek aan Curaçao ter gelegenheid van de begrafenis van de heer Wiels. Daarin spraken wij af dat het wenselijk zou zijn elkaar op korte termijn voor een informeel politiek overleg te treffen en in dat kader te spreken over de samenwerking binnen het Koninkrijk.
Minister-president Eman heeft vervolgens de minister-presidenten van Curaçao en Sint Maarten en ondergetekende uitgenodigd voor een Koninkrijksberaad op 10 juni in Aruba. Dit vormde tevens een kennismaking met de nieuwe minister-president van Curaçao, de heer Asjes. Zijn aanwezigheid bij dit beraad op zijn eerste werkdag als minister-president, illustreert, zoals hij zelf aangaf, het belang dat hij hecht aan de toekomst en de samenwerking binnen het Koninkrijk.
Het formatieproces in Sint Maarten bleek in een stadium te zijn beland die het de minister-president van Sint Maarten niet mogelijk maakte naar het Koninkrijksberaad af te reizen, ondanks het verzoek van de gastheer en mijzelf aan Sint Maarten toch deel te nemen aan het Koninkrijksberaad, of een andere afgevaardigde te sturen.
Doel van het Koninkrijksberaad was een uitwisseling van gedachten over de samenwerking binnen het Koninkrijk. Allereerst is gesproken over de toekomst van het Koninkrijk. Ik ben verheugd u te melden dat het overleg in positieve sfeer is verlopen en er een gezamenlijke wil is om te investeren in de (economische) samenwerking binnen het Koninkrijk. Er is sprake van een gemeenschappelijk streven om elkaar te complementeren, elkaars potentieel te vergroten en de meerwaarde die ons Koninkrijk biedt te benutten. De minister-president van Curaçao gaf aan de lijn van zijn voorganger Hodge door te willen zetten: met erkenning voor elkaars positie en op basis van gelijkwaardigheid samenwerken binnen het Koninkrijk in het belang van de welvaart en het welzijn van de burgers van de verschillende landen. Ook minister-president Eman is (al langere tijd) nadrukkelijk op zoek naar manieren waarop wij elkaar kunnen versterken binnen het Koninkrijk. Bijvoorbeeld door de recent in Aruba georganiseerde conferentie «Europe Meets the Americas», waarin Nederlandse bedrijven in contact werden gebracht met de Latijns-Amerikaanse markt. In dat kader is het goed te vermelden dat Aruba en Curaçao en marge van het Koninkrijksberaad overeengekomen zijn de Arikok-samenwerkingsregeling te hernieuwen en te zoeken naar gezamenlijkheid en complementariteit in de wens als «hub» te fungeren tussen Europa en Latijns-Amerika.
Tijdens het Koninkrijksberaad is tevens gesproken over de voortgang van de verschillende werkgroepen in het kader van de volgende Koninkrijksconferentie. De werkgroepen zullen worden gereactiveerd. Minister-president Asjes meldde de Curaçaose deelnemers aan de werkgroepen te hebben vernieuwd, waarmee naar zijn verwachting Curaçao nu klaar staat om aan de slag te gaan.
Afgesproken is dat in maart 2014 de volgende Koninkrijksconferentie zal plaatsvinden. Minister-president Eman heeft aangeboden dit overleg in Aruba te organiseren. Naar aanleiding van mijn toezegging aan de Eerste Kamer in het debat op 4 juni jl. heb ik het UNICEF-rapport, (jeugd)werkloosheid en economische samenwerking aan de orde gesteld. Mede op basis daarvan is besloten dat economische samenwerking, de evaluatie van de rijkswetten in 2015, kinderrechten (het UNICEF-rapport) en jeugdwerkloosheid geagendeerd worden tijdens de komende Koninkrijksconferentie en dat deze onderwerpen de komende periode daartoe in de werkgroepen zullen worden voorbereid.
En marge van het Koninkrijksberaad heb ik tevens goede bilaterale gesprekken kunnen voeren met minister-president Eman en minister-president Asjes. Daarbij heb ik onder meer het UNICEF-rapport aan de orde gesteld.
Overleg met de Gouverneurs
Tot slot sprak ik op dinsdag 10 juni met de Gouverneurs van Aruba, Curaçao en Sint Maarten onder meer over de politieke en financiële situatie in de landen. Daarnaast hebben we ook de ervaringen met de recente formatieprocessen en bijbehorende screeningsregelingen van Curaçao en Sint Maarten besproken.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk