Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 mei 2013
Hierbij meld ik u, dat ik in de provincie Noord-Brabant twee MIRT-verkenningen ga starten1. De MIRT-Verkenning A58 Eindhoven–Tilburg heeft als doel bereikbaarheid én de economische aantrekkingskracht van de regio Noord-Brabant te vergroten. De MIRT-Verkenning N65 Vught–Haaren heeft als doel het doorbreken van de barrièrewerking van de infrastructuur en daarmee de leefbaarheid te vergroten.
A58 Eindhoven–Tilburg (InnovA58)
Uit de Nationale Markt en Capaciteitsanalyse 2011 is gebleken dat de A58 tussen Eindhoven en Tilburg in het hoge groeiscenario in 2020 en 2028 niet toereikend is om aan de bereikbaarheidsdoelstellingen uit de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte te voldoen. In het Notaoverleg MIRT van december 2011 (Kamerstuk 33 000 A, nr. 57) heb ik u daarom gemeld dat het rijk in de periode 2021–2023 een voorlopig budget van € 425 mln heeft gereserveerd voor de A58, deeltrajecten St. Annabosch–Galder en Eindhoven–Tilburg (aanleg en beheer en onderhoud). In mijn brief van 13 februari 2013 heb ik u gemeld dat dit budget is getemporiseerd naar de periode 2023–2026 (28) (Kamerstuk 33 400 A, nr. 48).
Het Brabants bedrijfsleven, verenigd in de Stichting Zuidnet A58, heeft het initiatief genomen om te onderzoeken of het mogelijk was om eerder dan na 2020 te investeren in de A58. Hiervoor is een integraal businessplan en financieel plan opgesteld. Mede naar aanleiding hiervan heeft Provinciale Staten van Noord-Brabant in september 2012 ingestemd met het dekken van de kosten en dragen van de risico’s van de voorfinanciering van dit project. Ik heb samen met de provincie en het bedrijfsleven een startbeslissing opgesteld. De startbeslissing is als bijlage 1 bij deze brief gevoegd2.
De verkenning A58 Eindhoven–Tilburg is onderdeel van een integrale aanpak van de A58, het project InnovA58. Uitgangspunt hierbij is dat het gehele Brabantse deel van de A58 onderdeel is van de studie. Hierbij gaat het om twee aanlegprojecten, namelijk het deeltraject St.-Annabosch–Galder (een lopende MIRT- procedure) en het deeltraject Eindhoven–Tilburg en om onderhoud van het resterende deel van de A58 in Brabant.
Wat dit project bijzonder maakt is dat innovatie nadrukkelijk een onderdeel vormt van dit project. Dit is nodig om de aanleg te kunnen versnellen, en de voorfinancieringskosten te kunnen dekken. De uitdaging in dit project is het ontwikkelen van «de weg van de toekomst». Door een innovatieve benadering moeten de kosten van aanleg en beheer zo laag mogelijk gehouden. Te denken valt aan opwekking van duurzame energie gekoppeld aan de weg en technische innovaties in materiaalgebruik. Welke innovatieve oplossingen echter kansrijk zijn is een van de aspecten van deze verkenning.
De verkenning moet beslisinformatie opleveren over de mogelijkheden om de planuitwerking Eindhoven–Tilburg mogelijk te vervlechten met een geïntegreerde aanbesteding voor de A58. Bij de verkenning wordt ook de financieringsconstructie betrokken en de innovaties die hierbij aan de orde kunnen zijn. In de verkenning worden verschillende varianten voor het aanpakken van het knelpunt op de A58 tussen Eindhoven en Tilburg uitgewerkt en beoordeeld. Omdat het specifiek een knelpunt betreft op het hoofdwegennet volstaat een sectorale aanpak van dit probleem. De verkenning zal leiden tot een voorkeursalternatief die zal worden uitgewerkt in een tracébesluit.
De verkenning A58 Eindhoven–Tilburg heeft als afbakening het deel van de A58 van ongeveer 21 kilometer van knooppunt De Baars (Tilburg, aansluiting A65) tot en met knooppunt Batadorp (Eindhoven, aansluiting A2), zoals weergegeven in figuur 13. Het knooppunt Ekkersweijer (Eindhoven, aansluiting A50) en de aansluitingen worden betrokken voor zover dat noodzakelijk is voor het functioneren van de A58 tussen Eindhoven en Tilburg. Voor het trajectdeel St.Annabosch-Galder is de verkenning in 2011 al afgrond. Deze zal in het project InnovA58 worden geactualiseerd.
De verkenning zal worden uitgevoerd door het rijk in samenwerking met de Provincie Noord-Brabant en het verenigd bedrijfsleven. Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu is bevoegd gezag en (formele) initiatiefnemer. De planning is als volgt:
Medio 2015: vaststellen voorkeursalternatief
2017: vaststellen (ontwerp)tracébesluit
Zowel overheden, publieke en maatschappelijke organisaties, alsook direct belanghebbenden waaronder burgers en bedrijven in de directe omgeving van het traject zullen gedurende de verkenning en in de fases daarna, worden betrokken. Hierbij zal de nadruk liggen op het op een goede manier betrekken van de inbreng vanuit de omgeving bij het voorbereiden van het definitieve voorkeursalternatief.
N65 Vught–Haaren
In de afgelopen maanden heb ik samen met de regio een startbeslissing voorbereid voor een duurzame oplossing voor de N65. De startbeslissing is als bijlage 2 bij deze brief gevoegd4.
De leefbaarheid langs en de veiligheid op de N65 staan onder druk. De N65 zorgt voor barrièrewerking en geluidshinder en daarnaast treedt in de kern Vught cumulatie op van geluidhinder vanwege de N65, de spoorlijnen ’s-Hertogenbosch–Eindhoven en ’s-Hertogenbosch–Tilburg. Daarnaast ervaren de gemeenten onveiligheid door sluipverkeer. Het subjectieve gevoel van onveiligheid is nauw gerelateerd aan het grote aantal oversteekbewegingen over de N65 door fietsende scholieren. De verkenning zal informatie leveren op basis waarvan besloten wordt welke voorkeursalternatief N65 Vught–Haaren vastgesteld kan worden.
De verkenning heeft als afbakening het deel van Rijksweg 65 van ca. 7,7 km dat loopt van de Taalstraat in Vught (km 3.3) tot het Hoge Raam/Kreitestraat in Haaren/Helvoirt (km 11.0). Effecten op het onderliggend wegennet en het hoofdwegennet en eventueel aldaar te treffen maatregelen als gevolg van maatregelen op de N65 horen ook tot de reikwijdte.
De lopende planuitwerking voor het spoor tussen Den Bosch en Boxtel (PHS Meteren–Boxtel) zal goed worden afgestemd met de besluitvorming over de N65, omdat weg en spoor elkaar kruisen in Vught.
Het totaal beschikbare budget voor de mogelijke maatregelen is € 100 mln. inclusief BTW, voorbereidingskosten (engineering, procedures, grondverwerving etc.) en beheer en onderhoud. Het aandeel van het Rijk bedraagt € 55 mln. en van de regio € 45 mln.
In de gemeente Haaren gaat het om het verkennen van de mogelijkheden voor de aanleg van parallelwegen, een fietstunnel bij kruispunt Helvoirt en een ecopassage bij het Helvoirtse Broek. Voor deze maatregelen is binnen het beschikbare budget € 10 miljoen inclusief BTW gereserveerd.
In de gemeente Vught gaat het om maatregelen aan de N65 en het spoorviaduct. De startbeslissing beschrijft voor Vught vier nader te onderzoeken alternatieven en een aantal varianten. Voor de maatregelen in Vught is binnen het beschikbare budget € 90 miljoen inclusief BTW gereserveerd.
De verkenning zal worden uitgevoerd door het rijk in samenwerking met de Provincie Noord-Brabant (als medeopdrachtgever) en de gemeenten Vught, Haaren en ‘s-Hertogenbosch. Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu is bevoegd gezag en (formele) initiatiefnemer. De planning is als volgt:
Eerste kwartaal 2015:afronding verkenning en vaststellen Voorkeursalternatief
Medio 2017: vaststellen bestemmingsplan
Participatie maakt onderdeel uit van deze MIRT Verkenning. Doel van de participatie is dat een gedragen beeld ontstaat van de oplossing van de problematiek van de N65 in Vught en Haaren.
De minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus