Kamerstuk 33400-A-2

Memorie van toelichting

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2013

Gepubliceerd: 18 september 2012
Indiener(s): Melanie Schultz van Haegen (minister infrastructuur en waterstaat) (VVD)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33400-A-2.html
ID: 33400-A-2

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt/uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 26, vijfde lid, van de Wet op de Raad van State).

Inhoudsopgave

   

Blz.

     

A.

ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE WETSARTIKELEN

2

     
 

Wetsartikel 1

2

     

B.

BEGROTINGSTOELICHTING

3

     

1

Leeswijzer

3

     

2

De Infrastructuuragenda

8

     

3

De productartikelen

13

     

4

Bijlagen:

88

 

1. Voeding van het Infrastructuurfonds en begrotingstaat per productartikelonderdeel

88

 

2. Verdiepingsbijlage

92

 

3. Uitwerking van het Begrotingsakkoord in het Infrastructuurfonds

140

 

4. Overzichtsconstructie Kustwacht Nieuwe Stijl

142

 

5. Effecten versoberingmaatregelen Beheer en onderhoud

144

 

6. Bijlage naar aanleiding van het Rapport van de Algemene Rekenkamer bij het Jaarverslag 2011 Infrastructuurfonds (Kamerstukken II, 2011/2012, 33 240 A, nr. 2).

151

 

7. Afkortingenlijst

158

A. ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk jaar afzonderlijk bij de wet vastgesteld. Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaat voor het aangegeven jaar vast te stellen.

Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1. LEESWIJZER

Het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) stelt de begroting van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (Begroting hoofdstuk XII) op van de Rijksbegroting en een begroting van het Infrastructuurfonds en het Deltafonds.

Voor u ligt de begroting van het Infrastructuurfonds.

Door een apart fonds voor infrastructuur kan beter invulling worden gegeven aan de doelstellingen zoals genoemd in de wet op het Infrastructuurfonds, te weten het bevorderen van een integrale afweging van prioriteiten en het bevorderen van continuïteit van middelen voor infrastructuur. Zo mag het fonds jaarlijkse saldi (meer of minder uitgaven in enig jaar) overhevelen – in tegenstelling tot de Begroting hoofdstuk XII van IenM – waardoor (kasmatige) vertragingen en versnellingen van projecten niet hoeven te leiden tot budgettaire knelpunten.

Het Infrastructuurfonds wordt voor het grootste deel gevoed door een bijdrage uit de Begroting hoofdstuk XII (artikel 26 Bijdrage Investeringsfondsen). Daarnaast worden voor een aantal projecten uitgaven doorberekend aan derden, zoals andere ministeries, lagere overheden, buitenlandse overheidsinstanties en de Europese Unie (EU)

De begroting bestaat uit de volgende onderdelen:

  • 1. Infrastructuuragenda, waarin de mijlpalen in het lopende infrastructuurprogramma worden gepresenteerd.

  • 2. Productartikelen, waarin per investeringsdomein de begrotingcijfers worden gepresenteerd. Hierin zijn ook de projectoverzichten opgenomen. Een nadere toelichting op deze en alle overige infrastructuurprojecten is te vinden in het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT)-projectenboek 2013.

  • 3. Bijlagen; de volgende bijlagen zijn opgenomen in deze begroting:

    • a. Voeding van het Infrastructuurfonds en begrotingstaat per productartikelonderdeel

    • b. Verdiepingsbijlage; hierin wordt de opbouw van de beschikbare bedragen per productartikel uiteengezet.

    • c. Verwerking Begrotingsakkoord

    • d. Overzichtsconstructie Kustwacht Nederland Nieuwe Stijl

    • e. Begroting Beheer en Onderhoud

    • f. Bijlage naar aanleiding van het Rapport van de Algemene Rekenkamer bij het Jaarverslag 2011 Infrastructuurfonds (Kamerstukken II, 2011/2012, 33 240 A, nr. 2). In de bestuurlijke reactie heeft de minister van IenM toegezegd inzichtelijk te maken hoe de onderbestedingen in de periode 2005–2010 alsnog ten gunste van het spoor komen.

    • g. Lijst met afkortingen.

Groeiparagraaf: wat is nieuw in deze begroting

De begroting is dit jaar gewijzigd door invoering van een nieuwe begrotingsstructuur, verdere doorvoering van het «verantwoord begroten» en maatregelen om meer transparantie te bieden.

Transparantie

In begrotingsonderzoeken en tijdens begrotingsbehandelingen is geconstateerd dat meer transparantie van de begrotingen van IenM wenselijk is. Recent heeft de Tweede Kamer naar aanleiding van het rapport van de Tijdelijke Commissie Onderhoud en Innovatie Spoor deze wens nog eens herhaald.

In de kabinetsreactie op het rapport van de Tijdelijke Commissie Onderhoud en Innovatie spoor (Kamerstukken II, 2011/2012, 32 707, nr. 16) is een pakket maatregelen aangekondigd om de informatievoorziening naar de Tweede Kamer beter en transparanter te maken. De maatregelen zijn – voor zover van toepassing op de begroting – in deze begroting doorgevoerd. Het betreft onder andere het inzichtelijk maken van significante kasschuiven en begrotingsmutaties over een langere periode (tot en met 2028) dan de reguliere meerjarenramingen (t+4).

Verder heeft de vaste Kamercommissie IenM geconstateerd dat met het toedelen van de bijdrage aan het Infrastructuurfonds aan de verschillende beleidsartikelen, veel sterker de inhoudelijke relatie gelegd kan worden tussen beleidsdoelstellingen, de ministeriële verantwoordelijkheid en het geld dat via het Infrastructuurfonds besteed wordt. Hiertoe is een nieuw beleidsartikel, artikel 26 Bijdrage Investeringsfondsen, geïntroduceerd. In de brief van IenM (Kamerstukken II, 2011/2012, 31 865, nr. 42) is verder aangegeven hoe IenM deze relatie wil versterken. In deze begroting is die lijn doorgevoerd.

Deze ontwikkelingen hebben hun uitwerking op de diverse onderdelen van de begroting van het Infrastructuurfonds. De volgende zaken zijn concreet gewijzigd ten opzichte van de begroting van het Infrastructuurfonds van 2012:

  • In de bijlage zijn de uitgaven per modaliteit weergegeven. Daarbij is het verschil met artikel 26 Bijdrage Investeringsfondsen van de Begroting hoofdstuk XII uitgewerkt. Dit verschil betreft voornamelijk de overige ontvangsten van het fonds.

  • De opzet en terminologie van de verschillende artikelen in het Infrastructuurfonds en Deltafonds is conform de brief van IenM (Kamerstukken II, 2011/2012, 31 865, nr. 42) aangepast om meer uniformiteit te brengen in de artikelen. De vernieuwde opzet van de artikelen heeft als gevolg dat het Spoorartikel en de «Rijkswaterstaat-artikelen» wegen en hoofdvaarwegen nu vergelijkbaar van opzet zijn. De in de vorige begrotingen opgenomen projecten en budgetten onder Verkenningen en Planuitwerkingen zijn met ingang van deze begroting ondergebracht onder Aanleg.

  • Op de productartikelen van het Infrastructuurfonds worden onder de desbetreffende tabel «budgettaire gevolgen van de uitvoering» na de begrotingsperiode extracomptabel de budgetten op het niveau van artikelonderdeel weergegeven voor de looptijd tot en met 2028.

  • Mutaties op de beschikbare budgetten worden in de verdiepingsbijlage op hetzelfde detailniveau (artikelonderdeel) tot en met 2028 toegelicht.

  • In deze begroting wordt de nog niet aan sectoren toebedeelde investeringsruimte voor deze en volgende kabinetten tot en met 2028 op artikel 18 Overige uitgaven en ontvangsten van het Infrastructuurfonds geraamd, zodat deze voor de Tweede Kamer zichtbaar en navolgbaar wordt. Dit is ook zichtbaar onder de «extracomptabele» tabellen behorend bij artikel 26 Bijdrage Investeringsfondsen van de Begroting hoofdstuk XII . Zie voor een nadere toelichting op de investeringsruimte de brief over de Structuurvisie Infrastructuur en Milieu (Kamerstukken II, 2010–2011, 32 500 A, nr. 83)

  • De Infrastructuurfonds-artikelen 11 Hoofdwatersystemen en 16 Megaprojecten niet Verkeer en Vervoer, met uitzondering van Project Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR)), zijn geconverteerd naar het Deltafonds en de Begroting hoofdstuk XII. In deze Infrastructuurfondsbegroting worden productartikel 11 Hoofdwatersystemen en de artikelonderdelen 16.02 tot en met 16.05 nog tot en met het jaar 2012 weergegeven. In de verdiepingsbijlage is beschreven hoe de conversie heeft plaatsgevonden.

  • Het inzicht in de budgetten van de planuitwerkingen/verkenningenprogramma’s tot en met 2028 wordt verhoogd door de nieuwe tabellen planuitwerking/verkenning in het Infrastructuurfonds en het Deltafonds (zie toelichting hieronder).

  • Significante kasschuiven en begrotingsmutaties worden inzichtelijk en traceerbaar gemaakt in de verdiepingsbijlage. Aangegeven wordt welke artikelen betrokken zijn bij mutaties en de effecten in de tijd worden weergegeven. Dit is voor alle productartikelen van het Infrastructuurfonds gedaan. Naast de financiële toelichting wordt ook een inhoudelijke toelichting gegeven op deze kasschuiven en begrotingsmutaties.

  • Conform de aanbeveling van de Tijdelijke Commissie Onderhoud en Innovatie Spoor worden alle mutaties in de begroting boven een bedrag van € 5 miljoen toegelicht.

Specifiek voor artikel 13 Spoorwegen zijn voorts de volgende wijzigingen doorgevoerd naar aanleiding van de aanbevelingen van de Tijdelijke Commissie Onderhoud en Innovatie Spoor:

  • Voor Beheer, onderhoud en vervanging spoor (artikelonderdeel 13.02) is een meer uitgebreide inhoudelijke toelichting opgenomen op de aanwending van de bijdrage aan ProRail. In deze begroting is een specificatie van de uitgaven opgenomen, die is gelijk getrokken met de specificatie zoals die is opgenomen in het beheerplan en het jaarrekening van ProRail.

  • De onderverdeling van het artikel van het Infrastructuurfonds voor Beheer, onderhoud en vervanging spoor (artikelonderdeel 13.02) is aangepast, zodat dit beter vergelijkbaar is met de gegevens in het beheerplan en de jaarrekening van ProRail.

  • Er is een zichtbare aansluiting gemaakt tussen de uitgaven op het Infrastructuurfonds en de uitgaven van ProRail. Dit is gedaan door de middelen voor ProRail apart zichtbaar te maken bij artikelonderdeel Aanleg (artikel 13.03) en door het opnemen van het grafische schema met financiële stromen spoorinfrastructuur.

  • Conform de Kabinetsreactie op het rapport van de Tijdelijke Commissie Onderhoud en Innovatie Spoor is duidelijk aangeven hoe de forfaitaire planningscorrectie op het aanlegprogramma wordt verwerkt.

Tabel planuitwerking/verkenningen

Deze begroting bevat nieuwe tabellen voor programma’s/projecten die zich bevinden in de fase van planuitwerking/verkenning en voor het eerst informatie over de mate van verplichting van het budget. Dit leidt tot meer inzicht in planuitwerking en verkenning, waarmee tevens invulling wordt gegeven aan de toezegging om de budgetflexibiliteit voor de periode tot en met 2028 inzichtelijk te maken. Het hele programma is daartoe per modaliteit ingedeeld in drie categorieën, te weten:

A: «Verplicht»

Hieronder vallen alle projecten/programma’s waar met (bestuurlijke) partijen concrete afspraken over zijn gemaakt over scope/tijd/geld/risico’s met het oog op de realisatie. Doorgaans worden deze neergelegd in bestuursovereenkomsten of convenanten. Daarnaast vallen projecten onder deze categorie, die onvermijdelijk zijn om aan wettelijke normen te kunnen voldoen zijn.

B: «Gebonden»

Deze categorie is voor projecten die niet onder (A) vallen, maar waarbij taakstellende projectbudgetten zijn vastgesteld en extern gecommuniceerd (bijvoorbeeld bij Voorkeursbeslissing), moties/amendementen erover zijn aanvaard en/of globale intentie/procesovereenkomsten zijn gesloten.

C: «Bestemd»

De overige projecten, programma’s, planuitwerkingen, verkenningen, niet zijnde (A) of (B), die geacht worden bij te dragen aan de geformuleerde beleidsdoelen vallen onder deze categorie. Ook bekende risico’s, zoals gemeld in correspondentie richting de Tweede Kamer kunnen hier opgenomen worden. Kenmerkend is dat nog geen politiek vastgestelde budgetten per project beschikbaar zijn. Indien beschikbaar wordt een kostenindicatie/bandbreedte opgenomen.

Deze aanpak is een groeiproces en wordt in de loop van het jaar geëvalueerd en indien nodig in de ontwerpbegroting 2014 aangepast.

Prestatieafspraken Beheer en Onderhoud

Het verkeersmanagement en beheer en onderhoud van het hoofdwegennet (artikel 12) en de hoofdvaarwegen (artikel 15) wordt door Rijkswaterstaat uitgevoerd op basis met de beleidsdiensten gemaakte prestatieafspraken. Voor de periode 2013–2016 zijn met Rijkswaterstaat  nieuwe prestatieafspraken gemaakt. Tevens zijn nieuwe indicatoren opgesteld. Deze nieuwe indicatoren sluiten beter aan op de beleidsdoelen. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de indicatoren zoals opgenomen bij de genoemde artikelen.

Toelichting bij Verdiepingsbijlage

Naar aanleiding van Cie. Kuiken is aan uw Kamer toegezegd dat de significante begrotingsmutaties en kasverschuivingen in de jaarlijkse begrotingscyclus beter inzichtelijk en traceerbaar worden gemaakt. Als invulling van deze toezegging zijn in de begroting 2013 van het Infrastructuurfonds voor het eerst de bijgaande tabellen en toelichtingen opgenomen die dit inzicht beogen te verschaffen. De tabellen geven inzicht in de begrotingsmutaties en kasschuiven over de gehele planperiode tot en met 2028. De majeure en politiek relevante mutaties worden vervolgens nader toegelicht. In de verdiepingsbijlage 2 zijn de jaren 2012 t/m 2017 opgenomen conform de Rijksbegrotingsvoorschriften. In verdiepingsbijlage 8 zijn de mutaties in de periode t/m 2028 opgenomen conform mijn toezeggingen.

Ter verduidelijking een toelichting op de in te tabellen gehanteerde termen/labelling:

  • Intensivering: de mutatie betreft een verhoging van de uitgaven op het artikel(onderdeel)vanuit een ander artikel (bijv. overboeking) of van buiten het fonds (bijv. verhoging fonds uit algemene middelen)

  • Extensivering: de mutatie betreft een verlaging van de uitgaven op het artikel(onderdeel) ten gunste van een ander artikel (bijv. overboeking) of naar buiten het fonds (bijv. taakstelling).

  • Neutraal: de mutatie is op artikelniveau per jaar budgettair neutraal, het betreft een verschuiving tussen artikelonderdelen

  • Inter-temporeel / kasschuif: de mutatie is binnen het artikelonderdeel meerjarig budgettair neutraal, er is sprake van een verschuiving tussen jaren

  • Technisch: de mutatie is financieel-technisch van aard en is budgettair en produktieneutraal (bijv. begrotingsconversie)

De begrotingen van IenM zijn ook digitaal beschikbaar op www.rijksbegroting.nl/.

Als bijstuk bij de begroting van het Infrastructuurfonds wordt ook jaarlijks het MIRT-projectenboek (www.mirtprojectenboek.nl) meegestuurd.

2. INFRASTRUCTUURAGENDA

De infrastructuuragenda beperkt zich tot het presenteren van de agenda op projectniveau, met aandacht voor de mijlpalen in het lopende infrastructuurprogramma. Zo wordt inzichtelijk gemaakt welke projecten in 2013 worden opgeleverd en bij welke projecten de uitvoering in 2013 begint.

A. Mijlpalen en resultaten 2013

Beheer, onderhoud en vervanging

In 2013 wil IenM onder meer de volgende activiteiten in het kader van beheer, onderhoud en vervanging uitvoeren:

Mijlpaal

Project

Hoofdwegen

– Verkeersmanagement (o.a. inzet weginspecteurs bij incidenten, het op alle bemeten wegvakken inwinnen van betrouwbare reis en route-informatie en deze informatie tijdig aan de serviceproviders leveren).

– Regulier Beheer en Onderhoud (o.a. verhardingsonderhoud, onderhoud kunstwerken en Dynamisch Verkeersmanagement (DVM) systemen en gladheidbestrijding)

– Vervanging (aanpakken levensduurproblematiek stalen bruggen )

   

Hoofdvaarwegen

– Verkeersmanagement ( o.a. activiteiten in het kader van verkeersbegeleiding, bediening van objecten en vaarwegmarkering)

– Regulier Beheer en Onderhoud (o.a. maatregelen om de breedte en diepte van de vaarweg te handhaven en maatregelen om de kunstwerken (sluizen en bruggen) en verkeersvoorzieningen te laten functioneren)

– Vervanging (NOMO achterstallig onderhoud vaarwegen programma «NOMO AOV» en het resterend deel uit het plan van aanpak Beheer en Onderhoud (impuls)

   

Spoorwegen

– Verkeersleiding en capaciteitsmanagement

– Regulier beheer en onderhoud, waaronder het inspecteren en schouwen van de infrastructuur, functieherstel bij verstoringen, het saneren van geluidsschermen en het onderhouden en schoonmaken van stations

– Groot onderhoud, waaronder het slijpen van spoorstaven en het seizoenbestendig houden van de sporen

– Het vervangen van spoorstaven (ca. 100 kilometer), dwarsliggers (ca. 40 kilometer) en wissels (ca. 200) en de vervanging van andere systemen, zoals energie, transfer en treinbeheersing.

Voor een nadere toelichting op de stand van zaken van beheer, onderhoud en vervanging wordt verwezen naar de toelichting op de productartikelen en naar het MIRT-projectenboek-2013.

Aanleg

Hieronder volgen de mijlpalen die IenM in 2013 wil halen per sector.

Hoofdwegennet

Mijlpaal

Project

Oplevering

A2 Den Bosch-Eindhoven1

 

A28 Utrecht-Amersfoort1

 

A10 Tweede Coentunnel/A5 Westrandweg/N200 Halfweg

 

A73 Koninginnelaan

   

Start realisatie

N11 Leiden/Zoeterwoude-Alphen a/d Rijn

 

N33 Assen (zuid)-Zuidbroek

 

A9 Omlegging Badhoevedorp

   
X Noot
1

spoedaanpak

Hoofdvaarwegennet

Mijlpaal

Project

Oplevering

– Verdieping vaarweg Harlingen-Kornwerderzand (Boontjes);

– Amendement ligplaatsen;

– Diverse projecten in het kader van Quick-win regeling binnenhavens.

   

Start realisatie

– De Zaan (Wilhelminasluis).

– Verbreding Wilhelminakanaal bij Tilburg.

– Ombouw sluis bij Zwartsluis.

Spoorwegen

Mijlpaal

Project

Oplevering

– Rotterdam Centraal (t.b.v. NSP)

   

Start realisatie

– Vervanging Dieze brug Den Bosch

 

– Voorinvestering DSSU

 

– Punctualiteits-/capaciteitsknelpunten tweede fase Herstelplan Spoor

 

– Toegankelijkheid spoor

 

– Fietsparkeren bij stations

 

– Project Reistijdverbetering

 

– Programma Kleine Functiewijzigingen

Voor een nadere toelichting over de stand van zaken voor het lopende programma wordt verwezen naar de toelichting op de productartikelen en naar het MIRT-projectenboek 2013.

Regionale/lokale infrastructuur (> € 112,5/€ 225 miljoen)

Voor de grote regionale en lokale infrastructuurprojecten (kosten van de meest kosteneffectieve oplossing hoger dan € 112,5 respectievelijk € 225 miljoen) ligt de verantwoordelijkheid voor voorbereiding, aanleg, beheer en onderhoud en exploitatie bij de betreffende regionale of lokale overheid. IenM kan een bijdrage leveren in de aanlegkosten van zo’n project als nut en noodzaak zijn aangetoond en het project van (boven)regionaal belang is. Voorbeelden van grote regionale/lokale infrastructuurprojecten zijn: N201, Noord-Zuidlijn en Rijn-Gouwe lijn. In artikelonderdeel 14.01 van het Infrastructuurfonds van de Rijksbegroting zijn de grote regionale /lokale projecten nader aangeduid.

B. Invulling Begrotingsakkoord

In de Begroting hoofdstuk XII is aangegeven hoe de taakstelling Begrotingsakkoord is toegerekend. In onderstaande tabel is aangegeven hoe de taakstelling is doorvertaald naar de verschillende productartikelen.

Over de feitelijke invulling van de taakstelling voor 2014 en volgende jaren heeft nog geen besluitvorming plaatsgevonden. Dat is aan het nieuwe kabinet. In deze begroting zijn de taakstellingen cijfermatig verwerkt op verkenningen en planuitwerkingsprogramma.

Invulling taakstelling Infrastructuurfonds Begrotingsakkoord (x € 1 000)
   

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Artikel 12

Hoofdwegen

– 327 530

– 40 146

– 23 948

– 151 093

– 126 974

– 130 119

– 172 123

– 187 017

Artikel 13

Spoorwegen

– 66 883

– 57 512

– 81 175

– 72 835

– 92 333

– 86 693

– 80 824

– 77 021

Artikel 14

Regionale/lokale infra

– 9 264

– 17 824

– 13 529

– 14 580

– 25 319

– 36 333

– 18 167

– 6 964

Artikel 15

Hoofdvaarwegen

– 105 884

– 1 260

– 13 421

– 17 412

– 18 450

– 17 434

– 12 658

– 10 258

Artikel 17

Grote projecten

– 803

– 250

– 77

– 47

– 30

– 27

– 14

– 4

Artikel 18

Overige uitgaven

– 1 110

– 970

– 1 100

– 944

– 1 006

– 1 030

– 1 036

– 1 028

Totaal Infrastructuurfonds

– 511 474

– 117 960

– 133 251

– 256 911

– 264 112

– 271 635

– 284 823

– 282 292

(vervolg) Invulling taakstelling Infrastructuurfonds Begrotingsakkoord (x € 1 000)
   

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Som

Artikel 12

Hoofdwegen

– 171 008

– 172 254

– 172 076

0

0

0

0

0

– 1 674 288

Artikel 13

Spoorwegen

– 72 044

– 72 432

– 72 376

0

0

0

0

0

– 832 128

Artikel 14

Regionale/lokale infra

– 6 460

– 6 499

– 6 494

0

0

0

0

0

– 161 433

Artikel 15

Hoofdvaarwegen

– 9 867

– 9 897

– 9 893

0

0

0

0

0

– 226 434

Artikel 17

Grote projecten

– 4

– 4

– 4

0

0

0

0

0

– 1 265

Artikel 18

Overige uitgaven

– 1 028

– 1 028

– 1 028

– 260 368

– 259 594

– 259 883

– 259 894

– 259 883

– 1 310 931

Totaal Infrastructuurfonds

– 260 411

– 262 114

– 261 871

– 260 368

– 259 594

– 259 883

– 259 894

– 259 883

– 4 206 478

C. Begroting op hoofdlijnen

De onderstaande tabel geeft de belangrijkste wijzigingen in de uitgaven en inkomsten aan ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2012.

   

art

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Stand ontwerp-begroting 2012

 

7 986 678

8 112 818

8 432 147

7 374 136

8 389 115

7 908 773

Mutaties 1e suppletoire wet 2012

 

55 982

– 281 206

– 53 783

87 793

– 124 762

– 117 637

Stand Voorjaarsnota 2012

 

8 042 660

7 831 612

8 378 364

7 461 929

8 264 353

7 791 136

I Belangrijkste mutaties Infrastructuurfonds

 

– 132 016

– 1 597 141

– 1 505 695

– 1 522 865

– 1 715 408

– 1 444 532

1

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Div.

 

– 98 787

– 103 336

– 99 744

– 102 945

– 101 489

2

Taakstelling Begrotingsakkoord (aanleg)

Div.

 

– 200 000

– 200 000

– 200 000

– 200 000

– 200 000

3

Taakstelling Begrotingsakkoord (aanleg – kasschuif)

Div.

 

– 230 000

130 000

100 000

 

 

4

Van/naar BDU

Div.

– 67 908

– 4 044

– 2 966

– 2 966

– 2 966

12 452

5

BTW compensatie Zuid-As

12

         

20 000

6

Taakstelling apparaat

13

 

– 8 604

– 23 052

– 31 818

– 33 604

– 35 390

7

Bijdrage van HXII tbv Dynamax

12

3 500

3 000

7 900

   

 

8

Bijdrage van HXII tbv geluidsprogramma

13

3 500

3 500

3 500

3 500

3 500

7 010

9

Loonbijstelling

Div.

6 817

6 673

6 318

6 003

6 016

6 051

10

Kaderrichtlijn water naar HXII

11

 

– 95 164

– 95 841

– 47 626

– 2 375

– 9 455

11

Overboeking naar Deltafonds

Div.

 

– 972 563

– 1 204 393

– 1 257 852

– 1 367 409

– 1 120 211

12

Desalderingen

Div.

– 77 925

– 1 153

– 23 825

7 638

– 15 625

– 23 500

 

Diversen

 

– 945

19

– 138

1 893

1 135

207

Totale mutaties

 

– 132 961

– 1 597 122

– 1 505 833

– 1 520 972

– 1 714 273

– 1 444 325

Stand ontwerp-begroting 2012

 

7 909 699

6 234 490

6 872 531

5 940 957

6 550 080

6 346 811

Een volledig overzicht van de mutaties is terug te vinden in de bijlagen.

Ad 1. In het Begrotingsakkoord wordt het Infrastructuurfonds structureel verlaagd met € 200 miljoen. Conform het Begrotingsakkoord is deze taakstelling in 2013 verwerkt op de aanlegbudgetten van Wegen en Vaarwegen. Vanaf 2014 is de taakstelling verdeeld over alle aanlegbudgetten binnen de investeringsfondsen.

Ad 2. Conform het Begrotingsakkoord is een kasschuif op het aanlegprogramma van het Infrastructuurfonds aangebracht in de jaren 2013 tot en met 2015. In lijn met het Begrotingsakkoord is deze voor € 200 miljoen. verwerkt op wegen en vaarwegen, en de overige € 30 miljoen op spoor en regionaal, lokale infrastructuur.

Ad 3. Naast de specifieke bezuinigingen (zie ad 2 en 3) dragen het Infrastructuurfonds, Deltafonds en de Begroting hoofdstuk XII samen voor € 136 miljoen bij aan de generieke bezuinigingen uit het Begrotingsakkoord. Een substantieel deel hiervan (te weten circa € 99 miljoen) komt ten laste van het Infrastructuurfonds.

Ad 4. Het gaat om de overboeking van verschillende projecten, waarvan de betaalbaarstelling via de Brede Doeluitkering (BDU) zal verlopen. Met betrekking tot het spoorwegenprogramma betreft dit met name het regionale project sneltram Maastricht-Lanaken-Hasselt en het project Quickscan gedecentraliseerd spoor (Gelderland/SAN). Vanuit het hoofdwegenprogramma wordt een bedrag van € 45 miljoen met betrekking tot het programma Beter Benutten overgeboekt en vanuit het regionaal lokale infrastructuurprogramma gaat het om het project Quickwins Rotterdam en naar Actieplan Regionaal OV met betrekking tot de provincie Flevoland (€ 23 miljoen).

Ad 5. Betreft de uitwerking van de BTW compensatie € 40 miljoen in de jaren 2017 en 2018 (bijdrage van het ministerie van Financiën) conform eerdere afspraak uit 2005 over het verlagen van de BTW-druk op het project (Handelingen 2004–2005, 29 800 XI, nr. 102).

Ad 6. Deze mutatie betreft de taakstelling apparaat uit het Regeerakkoord welke, in afwachting van de invulling hiervan, nog geparkeerd was op de Begroting hoofdstuk XII. De invulling heeft ertoe geleid dat de uitgaven van ProRail met € 37,5 miljoen worden verlaagd vanaf 2018, met een ingroei vanaf 2013. Deze definitieve invulling was reeds verwerkt in het Beheerplan 2012 van ProRail en is nu ook verwerkt in de begroting Infrastructuurfonds.

Ad 7. Dit betreft een technische mutatie van hoofdstuk XII naar het Infrastructuurfonds waarmee een deel van de programma’s Meer Veilig 3 en de kritische ontwerpelementen verkeersveiligheid (AKOE) worden bekostigd. Deze hangen samen met de invoering van de dynamische maximumsnelheden op de diverse trajecten. Dit is eerder gemeld aan de Tweede Kamer.

Ad 8. Betreft een bijdrage van DG Ruimte voor het geluidsprogramma tot en met 2023 in aanvulling op eerdere bijdragen uit het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) tot en met 2020.

Ad 9. Betreft de toevoeging van de loonbijstelling 2012.

Ad 10. De Tweede Kamer heeft bij de behandeling van de Deltawet het amendement Lucas (Kamerstukken II 2011–2011, 32 304, nr. 29) aangenomen. Hierin wordt bepaald dat geen uitgaven voor aanlegprojecten waterkwaliteit en de Kaderrichtlijn Water (KRW) uit het Deltafonds gedaan mogen worden. Deze uitgaven moeten na in werking treden van de Deltawet verantwoord worden op de Begroting hoofdstuk XII.

Ad 11. In de Deltawet is opgenomen dat een Deltafonds wordt ingezet dat zorg draagt voor de financiering en bekostiging van maatregelen en voorzieningen op het gebied van waterveiligheid en zoetwatervoorziening. Uitgaande van de Deltawet zijn de artikelen 11 (Hoofdwatersystemen) en 16 (Megaprojecten wat betreft Maaswerken en Ruimte voor de Rivier) van het Infrastructuurfonds, geconverteerd naar het Deltafonds en de Begroting hoofdstuk XII (zie ook ad 12).

Ad 12. Dit bestaat enerzijds uit de verwerking van de bijdragen van derden op de verschillende aanleg projecten, met name op hoofdwegen- en spoorwegenprogramma. Anderzijds betreft dit het afboeken van de geraamde tolopbrengsten in de jaren 2013–2017 op het project A12/15 bereikbaarheid regio Arnhem-Noord (€ 283 miljoen).

3. DE PRODUCTARTIKELEN

Artikel 11 Hoofdwatersystemen

Uitgaande van de Deltawet zijn de artikelen 11 Hoofdwatersystemen en 16 Megaprojecten niet Verkeer en Vervoer, met uitzondering van het PMR) van het Infrastructuurfonds, geconverteerd naar het Deltafonds en de Begroting hoofdstuk XII.

In bijlage 5a bij de begroting van het Deltafonds is een conversietabel opgenomen met de doorgevoerde omzettingen. Maatregelen op het gebied van waterkwaliteit die niet verbonden zijn aan waterveiligheid en zoetwatervoorziening zijn als gevolg van de bij de behandeling van het wetvoorstel Deltawet aangenomen amendement Lucas (Kamerstukken II, 2011/2011, 32 304, nr. 29) niet in het Deltafonds opgenomen en worden verantwoord op de begroting van hoofdstuk XII.

Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 11 Hoofdwatersystemen (x € 1 000)
 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Verplichtingen

552 419

724 140

         

Uitgaven

834 723

651 989

0

0

0

0

0

11.01 Watermanagement

14 803

12 700

0

0

0

0

0

11.01.01 Basispakket watermanagement

14 803

12 700

         

11.02 Beheer en onderhoud

143 410

142 752

0

0

0

0

0

11.02.01 Basispakket B&O waterkeren

108 463

107 820

         

11.02.05 Basispakket B&O integraal waterbeheren

27 045

25 299

         

11.02.08 Groot variabel onderhoud waterbeheer

7 902

9 633

         

11.03 Aanleg

406 045

234 897

0

0

0

0

0

11.03.01 Realisatieprogramma waterkeren

278 185

114 107

         

11.03.02 Realisatieprogramma waterbeheren

127 860

120 790

         

11.05 Verkenning en planuitwerking

27 615

25 003

0

0

0

0

0

11.05.01 Verkenningenprogramma hoofdwatersystemen

18 913

15 030

         

11.05.02 Planuitwerkingsprogramma waterkeren

2 159

6 599

         

11.05.03 Planuitwerkingsprogramma waterbeheer

6 543

3 374

         

11.06 Staf Deltacommisaris

4 420

2 832

0

0

0

0

0

11.06.01 Staf Deltacommisaris

4 420

2 832

         

11.07 Netwerkgebonden kosten HWS

238 430

233 805

0

0

0

0

0

11.07.01 Apparaatskosten RWS

189 151

185 002

         

11.07.02 Overige netwerkgebonden kosten

49 279

48 803

         

11.09 Ontvangsten

39 763

40 746

 

 

 

 

 

Artikel 12 Hoofdwegennet

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Op dit artikel worden de producten op het gebied van Rijkswegen verantwoord. Betreft de onderdelen verkeersmanagement, beheer, onderhoud en vervanging, aanleg, GIV/PPS en netwerkgebonden kosten.

Artikel 12 Hoofdwegennet op het Infrastructuurfonds is gerelateerd aan beleidsartikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid en artikel 22 Externe veiligheid en risico's op de Begroting hoofdstuk XII.

Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 12 Hoofdwegennet (x € 1 000)
 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Verplichtingen

2 274 880

4 156 690

2 634 014

2 382 450

4 018 467

2 515 608

1 427 346

Uitgaven

2 577 371

2 550 529

2 728 863

3 072 135

2 157 605

2 871 423

2 466 135

waarvan juridisch verplicht

   

100%

       

12.01 Verkeersmanagement

50 137

30 768

22 072

18 733

20 539

20 412

19 700

12.01.01 Verkeersmanagement

50 137

30 768

22 072

18 733

20 539

20 412

19 700

12.02 Beheer, onderhoud en vervanging

322 966

349 482

413 384

494 537

350 416

361 701

475 925

12.02.01 Beheer en onderhoud

178 572

270 356

339 249

318 959

271 907

361 701

475 925

12.02.02 Servicepakket B&O

72 016

56 993

         

12.02.04 Vervanging

72 378

22 133

74 135

175 578

78 509

   

12.03 Aanleg

1 340 525

1 121 815

1 451 135

1 595 469

895 245

1 858 548

1 405 260

12.03.01 Realisatie

1 340 525

1 121 815

1 042 578

787 803

399 526

234 862

250 710

12.03.02 Verkenningen en planuitwerkingen

   

408 557

807 666

495 719

1 623 686

1 154 550

12.04.01 GIV/PPS

374 846

306 506

420 256

566 737

508 980

251 390

188 606

12.05 Verkenningen en planuitwerkingen voor tracèbesluit

42 027

302 246

         

12.05.01 Verkenningen

10 758

16 678

         

12.05.02 Planuitwerking voor tracèbesluit

31 269

285 568

         

12.06 Netwerkgebonden kosten HWN

446 870

439 712

422 016

396 659

382 425

379 372

376 644

12.06.01 Apparaatskosten RWS

387 073

383 570

367 678

344 180

330 516

327 354

324 668

12.06.02 Overige netwerkgebonden kosten

59 797

56 142

54 338

52 479

51 909

52 018

51 976

12.09 Ontvangsten

98 380

273 817

262 105

182 021

57 577

490 329

112 698

Onderstaand zijn de beschikbare budgetten tot en met 2028 per jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De mutaties zijn in de verdiepingsbijlage bij de begroting op hetzelfde detailniveau tot en met 2028 toegelicht.

Bedragen x € 1 000
   

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

12

Hoofdwegen

uitgaven

2 728 863

3 072 135

2 157 605

2 871 423

2 466 135

2 266 296

2 900 973

3 282 342

12.01

Verkeersmanagement

 

22 072

18 733

20 539

20 412

19 700

19 700

19 701

19 700

12.02

Beheer, onderhoud en vervanging

 

413 384

494 537

350 416

361 701

475 925

472 235

468 503

471 333

12.03

Aanleg

 

1 451 135

1 595 469

895 245

1 858 548

1 405 260

1 223 702

1 861 594

2 239 198

12.04

GIV/PPS

 

420 256

566 737

508 980

251 390

188 606

176 441

177 205

178 213

12.06

Netwerkgebonden kosten HWN

 

422 016

396 659

382 425

379 372

376 644

374 218

373 970

373 898

                     

12.09

Ontvangsten

Ontvangsten

262 105

182 021

57 577

490 329

112 698

33 050

33 050

 

 

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

 

2 466 758

2 890 114

2 100 028

2 381 094

2 353 437

2 233 246

2 867 923

3 282 342

(vervolg) Bedragen x € 1 000
   

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

12

Hoofdwegen

uitgaven

2 200 462

2 308 124

1 949 571

1 768 654

1 298 333

1 238 570

1 177 854

1 167 362

12.01

Verkeersmanagement

 

19 701

19 701

19 701

22 290

22 290

22 290

22 290

22 290

12.02

Beheer, onderhoud en vervanging

 

438 022

523 691

523 692

522 636

522 638

522 636

522 636

534 812

12.03

Aanleg

 

1 193 710

1 239 224

822 631

675 887

205 970

148 541

146 211

123 543

12.04

GIV/PPS

 

174 459

150 938

208 977

172 637

172 231

169 899

111 513

111 513

12.06

Netwerkgebonden kosten HWN

 

374 570

374 570

374 570

375 204

375 204

375 204

375 204

375 204

                     

12.09

Ontvangsten

Ontvangsten

               
 

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

 

2 200 462

2 308 124

1 949 571

1 768 654

1 298 333

1 238 570

1 177 854

1 167 362

12.01 Verkeersmanagement

Motivering

Met verkeersmanagement streeft IenM naar optimaal gebruik van informatie over de beschikbare infrastructuur en draagt IenM bij aan het bereiken van een voorspelbare en betrouwbare reistijd van deur tot deur. Daarmee worden de bereikbaarheid en verkeersveiligheid in Nederland, binnen de randvoorwaarden van duurzaamheid, bevorderd.

Voor de periode 2013–2016 zijn met Rijkswaterstaat ten behoeve van het Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud nieuwe prestatieafspraken gemaakt en zijn nieuwe indicatoren opgesteld. Deze nieuwe indicatoren sluiten beter aan op de beleidsdoelen.

Verkeersmanagement

Producten

Bij verkeersmanagement wordt onderscheid gemaakt in de volgende maatregelcategorieën:

  • Verkeersgeleiding bij grote drukte, inclusief crisissituaties (onder andere weeralarm).

  • Hulpverlening voor doorstroming en informatievoorziening bij pech en ongevallen (incidentmanagement).

  • Maatregelen ter bevordering van gedisciplineerd en sociaal weggedrag, zoals bumperkleven en negeren van rode kruizen.

  • Voorlichting over rijkswegen, zoals voorlichting over de gevolgen van wegwerkzaamheden.

Verkeersmanagementmaatregelen zijn onder andere de inzet van weginspecteurs bij incidenten, toeritdosering, spitsstroken, maar ook verkeersinformatie op panelen boven de weg. De meeste van deze maatregelen worden ingezet vanuit vijf regionale verkeerscentrales en een landelijke verkeerscentrale. Hierbij wordt het rijkswegennet steeds vaker in samenhang met het regionale wegennet beschouwd door gebiedsgericht verkeersmanagement waarbij wordt ingezet op regionale samenwerking. Dit krijgt ook vorm door verschillende initiatieven waarbij verkeersmanagement een rol speelt, zoals in het programma Beter Benutten. Hierin wordt samen met andere infrabeheerders, vervoersorganisaties en bedrijfsleven gewerkt aan regionale maatregelen om bestaande weg-, vaarweg-, spoor- en OV-verbindingen beter te benutten. Hetzelfde geldt ook voor de Praktijkproef Amsterdam, waarbij door middel van het gecoördineerd netwerkbreed inzetten van maatregelen een bijdrage wordt geleverd aan de beleidsdoelen zoals reistijd en bereikbaarheid in de regio Amsterdam. In deze proef zullen zowel wegkantsystemen als dynamische navigatiesystemen worden ingezet op het hoofd – en onderliggend wegennet in de regio Amsterdam.

Een onderdeel van het verkeersmanagement betreft de samenwerking van zeventien publieke wegbeheerders (landelijk, provinciaal, regionaal en lokaal) in de Nationale Databank Wegverkeersgegevens (NDW), waarin zij de krachten bundelen om verkeersgegevens van goede kwaliteit te verzamelen en te distribueren. De actuele verkeersgegevens van de belangrijkste stroomwegen van het Hoofdwegennet en het Onderliggend wegennet in Nederland zijn in de databank opgenomen. In de databank is meer dan 5 850 strekkende kilometer weg van de 10 000 kilometer wegen die hiervoor in aanmerking komen opgenomen. De data worden beschikbaar gesteld aan marktpartijen die de data bewerken tot informatiediensten en -producten voor de reiziger.

De proeven met dynamische snelheden op de A1, A12 (Den Haag), A58 en A12 (Woerden) zijn afgerond en geëvalueerd. De resultaten van deze proeven zijn in februari 2011 aan de Tweede Kamer verzonden. Daarnaast is een proef gestart waarbij de snelheid in de 80 kilometer zone op de A20 Noordbaan wordt verhoogd naar 100 kilometer per uur aan de randen van de spits en in de avond en nacht. Naar aanleiding van de resultaten van dit experiment wordt voor de verbetering van de doorstroming de maximumsnelheid op de Noordbaan A20 Rotterdam in de randen van de spits naar 100 kilometer per uur verhoogd.

Specificatie bedieningsareaal:

Areaalomschrijving

Eenheid

2011

2012

2013

Verkeerssignalering op rijbanen

km

2 633

2 666

2 666

Verkeerscentrales

aantal

6

6

6

Spits- en plusstroken

km

306

318

308

Toelichting

De verwachte afname van het aantal kilometer spitsstroken eind 2013, heeft te maken met de aanleg- en reconstructieprojecten waardoor de spitsstroken als zodanig worden vervangen door reguliere rijstroken, bijvoorbeeld A50/A73 Ewijk-Valburg.

Streefwaarde

Eenheid

Streefwaarde 2013

Op alle bemeten wegvakken wordt betrouwbare reis en route-informatie ingewonnen en tijdig geleverd aan de serviceproviders.

% van bemeten rij baanlengte

88%

Toelichting

Deze indicator geeft aan in welke mate Rijkswaterstaat betrouwbare reis- en route-informatie op de Dynamische Route-Informatie Panelen (DRIPs) zet en die informatie beschikbaar stelt voor serviceproviders en in welke mate dit tijdig gebeurt.

In de vorige begroting waren twee indicatoren met betrekking tot de aanrijtijden bij incidenten in de spits opgenomen. Incidentmanagement draagt bij aan de beschikbaarheid van de infrastructuur. De beschikbaarheid is naar aanleiding van de nieuw gemaakte prestatieafspraken als indicator opgenomen bij het beheer en onderhoud.

12.02 Beheer, onderhoud en vervanging

Motivering

Het rijkswegennet (en de onmiddellijke omgeving daarvan) in een dusdanige staat houden dat het vervullen van de primaire functie gewaarborgd is: het faciliteren van vlot en veilig vervoer van personen en goederen onder de randvoorwaarde van een kwalitatief hoogwaardig milieu.

Voor de periode 2013–2016 zijn met Rijkswaterstaat ten behoeve van het beheer en onderhoud nieuwe prestatieafspraken gemaakt. Tevens zijn nieuwe indicatoren opgesteld. Deze nieuwe indicatoren sluiten beter aan op de beleidsdoelen.

Producten

Het beheer en onderhoud van rijkswegen omvat maatregelen aan verhardingen, bruggen, tunnels en viaducten, verkeersvoorzieningen, landschap en milieu en exploitatie.

In de begroting van 2012 (bijlage 4.2) is aangegeven dat onafhankelijk onderzoek heeft bevestigd dat de beschikbare middelen voor beheer en onderhoud en vervanging onvoldoende waren. Dat heeft in de begroting 2012 geresulteerd in een oplossing van de problematiek door een verhoging van het budget, efficiencymaatregelen en versoberingen van het onderhoudsniveau. In 2012 zijn deze versoberingen verder uitgewerkt. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar bijlage 5.

Voor wat betreft de vervanging voert Rijkswaterstaat nader onderzoek uit waarmee steeds concreter wordt wanneer kunstwerken in aanmerking komen voor vervanging of renovatie en wat de precieze omvang van de problematiek is

Voor de volledigheid wordt ook verwezen naar artikelonderdeel 18.12 Overige uitgaven en ontvangsten, waaronder de middelen voor beheer en onderhoud en vervanging zijn bestemd, die nog niet aan netwerken kunnen worden toebedeeld.

12.02.01 Beheer en Onderhoud

Een voorwaarde voor optimaal gebruik van het wegennet is beschikbaarheid, betrouwbaarheid en veiligheid van de infrastructuur van wegen, bruggen, viaducten, tunnels, aquaducten, matrixborden, verkeerscentrales, verkeersvoorzieningen. Daarbij gelden de eisen ten aanzien van het landschap en het milieu rond de rijkswegen als randvoorwaarden. Deze kunnen het best worden gegarandeerd indien de infrastructuur zoveel mogelijk preventief beheerd en onderhouden wordt. Dit in tegenstelling tot correctief onderhoud, waarbij de beheerder geconfronteerd wordt met functieverlies en de gebruiker ongewild voor onaangename verrassingen wordt geplaatst. Zowel het preventief als het correctief onderhoud vallen onder het beheer en onderhoud.

De uitgaven voor het beheer en onderhoud bestaan in hoofdlijn uit:

  • Uitgaven voor onderhoud van verhardingen waaronder het herstel van vorstschade en het zoveel mogelijk voorkomen daarvan.

  • Uitgaven voor onderhoud van kunstwerken.

  • Uitgaven voor onderhoud aan DVM-systemen.

  • Klein variabel en vast onderhoud zoals onderhoud aan bermen, geleiderail, bewegwijzering, geluidsschermen en verlichting.

Hiernaast valt ook het nemen van geluidmaatregelen als gevolg van de naleving van geluidproductieplafonds (buiten de MIRT-projecten) onder Beheer en Onderhoud1

12.02.02 Servicepakket B&O

De in de vorige begrotingen onder de term servicepakketten geoormerkte projecten zijn met ingang van deze begroting onder gebracht onder het aanlegprogramma, omdat deze projecten naar hun aard meer overeenkomsten vertonen met aanlegprojecten dan met reguliere Beheer en Onderhoud projecten. Het meerjarenprogramma bodemsanering is ondergebracht binnen het programma regulier Beheer en Onderhoud en daarmee vervallen als servicepakket.

Het gaat om de onderstaande projecten/pakketten:

  • Meer veilig-2

  • Maatregelpakket Verzorgingsplaatsen

  • Meer Kwaliteit Leefomgeving

12.02.04 Vervanging

Onder de categorie Vervanging2 vallen uitgaven voor werkzaamheden die betrekking hebben op renovatie- en vervangingsinvesteringen. Door de veroudering van de infrastructuur en het veel intensievere gebruik dan bij ontwerp voorzien, zal geïnvesteerd moeten worden in de vervanging dan wel renovatie hiervan.

Het budget dat op dit artikelonderdeel in de huidige begrotingsperiode is opgenomen, is bestemd voor de werkzaamheden in verband met de levensduurproblematiek van de stalen kunstwerken. Van de 274 bruggen met een stalen rijdek in het hoofdwegennet is bij vooral oudere exemplaren in toenemende mate sprake van ernstige scheurvorming in de stalen rijdekken. Deze scheurvorming wordt veroorzaakt door een aanzienlijk hogere belasting met zwaar vrachtverkeer dan indertijd bij het ontwerp kon worden voorzien.

De volgende stalen bruggen worden aangepakt:

Stalen Kunstwerken

   

Vaste bruggen

in de programmering t/m 2014

Beweegbare bruggen

Afgerond

Geprogrammeerd na 2014

Galecopperbrug

 

Ketelbrug

Scharsterrijnbrug

Brienenoordbrug (westelijke boog)

Ewijk

 

Kruiswaterbrug

Muiderbrug

Suurhoffbrug

Kreekrak

   

Gideonbrug

Wantybrug

Beek (Geleen)

   

Scharberg (Elsloo)

 
     

Calandbrug

 

Meetbare gegevens

In onderstaande figuur is een verdeling gegeven van de beheer- en onderhoudskosten voor verhardingen, bruggen en viaducten (kunstwerken), systemen voor DVM, verkeersvoorzieningen, arealen voor landschap en milieu. Deze percentages zijn gebaseerd op een meerjarig gemiddelde: van jaar tot jaar kan het actueel uitgegeven percentage fluctueren.

Beheer en Onderhoud

Areaal rijkswegen
   

Eenheid

2011

2012

2013

Rijbaanlengte

Hoofdrijbaan

km

5 697

5 721

5 764

Rijbaanlengte

Verbindingswegen en op- en afritten

km

1 428

1 451

1 466

Areaal asfalt

Hoofdrijbaan

km2

74

75

75

Areaal asfalt

Verbindingswegen en op- en afritten

km2

12

12

13

Groen areaal

 

km2

204

202

202

Omvang Areaal
 

Areaal

Eenheid

Omvang 2013

Budget

x € 1 000

2013

Beheer, onderhoud en ontwikkeling

Oppervlakte wegdek

km2

88

339 249

Indicatoren BenO

Indicator

streefwaarde 2013

De verhouding verstoringen door aanleg, beheer en onderhoud t.o.v. totale verstoringen.

10%

   

Tijdsduur (%) van het jaar dat de weg veilig beschikbaar is, zonder dat rijstroken zijn afgesloten of een snelheidsbeperking beperking is ingesteld door aanlegwerkzaamheden, onderhoudswerkzaamheden, door falen infra of falen verkeersmanagement.

90%

   

Voldoen aan norm voor verhardingen (stroefheid en spoorvorming) en

gladheidbestrijding en neemt binnen 24 uur, na constatering, maatregelen bij het (tijdelijk) niet voldoen van de norm bij wegen, viaducten, aquaducten, bruggen en tunnels (eenheid: % van de gevallen).

98%

Toelichting

Bij de nieuwe prestatieafspraken is gekozen voor indicatoren die beter aansluiten bij de beleidsdoelstellingen met betrekking tot de doorstroming, beschikbaarheid en veiligheid. Hiermee komen de indicatoren uit de voorgaande begrotingen, namelijk de indicator die de conditie van de wegen aangeeft en één die de kwaliteit van bruggen en viaducten in het rijkswegennet weergeeft te vervallen.

Voor de nieuwe indicatoren worden op basis van proefmetingen nieuwe streefwaarden vastgesteld. De streefwaarde voor 2013 is een eerste inschatting. Gedurende de komende jaren zal worden vastgesteld of een nadere bijstelling van de prestatieafspraken nodig is.

12.03 Aanleg

Motivering

Door middel van voorbereiding en uitvoering van infrastructuurprojecten wordt bereikt dat de noodzakelijke capaciteit beschikbaar is en komt om de verwachte verkeersgroei te faciliteren en een betrouwbaar netwerk te realiseren met voorspelbare reistijden. Daarbij wordt rekening gehouden met de kaders van veiligheid en leefbaarheid.

12.03.01 Realisatie

Dynamisch Verkeersmanagement

Producten

In 2007 heeft voormalig VenW een start gemaakt met een investeringsprogramma voor DVM. In de periode 2009–2012 wordt een bedrag van € 200 miljoen geïnvesteerd. Het gaat daarbij voornamelijk om een betere benutting van de wegen, vooral op de file top-50 en om het verbeteren van aansluitingen tussen de snelweg en regionale wegen. Bij dit investeringsprogramma houdt IenM ook rekening met het groot onderhoud om de hinder voor de weggebruiker te beperken.

Daarnaast voert IenM met het oog op de langere termijn een aantal proeven uit die het effect van meer innovatieve verkeersmaatregelen moeten aantonen. Zo wordt vanaf 2012 op de ring Amsterdam een proef met sturend verkeersmanagement opgezet gericht op een meer gecoördineerde inzet van maatregelen op het gebied van regionaal verkeersmanagement. Hiervoor is € 50 miljoen uitgetrokken.

Spoedaanpak Wegen/Fileplan ZSM

De wet Versnelling Besluitvorming Wegprojecten (Kamerstukken II, 2008/2009, 31 721, nr. A) maakt het mogelijk dertig wegprojecten met spoed op te pakken. Samen vormen deze projecten de Spoedaanpak Wegen. In de achterliggende meer dan tweeënhalf jaar is IenM erin geslaagd het uitdagende doel (30 schoppen in de grond, 10 lintjes) van het programma Spoedsaanpak Wegen te realiseren; binnen de afgesproken tijd en nagenoeg binnen het beschikbare budget. Bij alle projecten is de schop in de grond gezet en het merendeel van de projecten zijn opengesteld.

Overige realisatieprojecten

In 2013 wil IenM de volgende mijlpalen realiseren:

Tabel mijlpalen 2013

Mijlpaal

Project

Oplevering

A2 Den Bosch-Eindhoven1

 

A28 Utrecht-Amersfoort1

 

A5 Westrandweg

 

A10 2e Coentunnel/A5 Westrandweg/N200 Halfweg

 

A73 Koninginnelaan

   

Start realisatie

N11 Leiden/Zoeterwoude-Alphen a/d Rijn

 

N33 Assen (zuid)-Zuidbroek

 

A9 Omlegging Badhoevedorp

   
X Noot
1

spoedaanpak

Overige maatregelen

De in de vorige begrotingen onder de term servicepakketten BenO geoormerkte projecten zijn met ingang van deze begroting onder gebracht onder het aanlegprogramma, omdat deze projecten naar hun aard meer overeenkomsten vertonen met aanlegprojecten dan met beheer en onderhoud projecten Deze worden hieronder toegelicht.

Meer veilig-2

Met dit pakket wordt een bijdrage geleverd aan het verder terugdringen van het aantal verkeersslachtoffers door incidenten op het rijkswegennet. Uitvoering van de maatregelen is gepland tot en met 2014. Na 2014 wordt dit pakket opgevolgd door Meer veilig-3, waarvoor op dit moment de eisen en randvoorwaarden worden verkend. Voor 2013 is uitvoering van 34 maatregelen op diverse locaties gepland, waaronder:

Plaatsen of aanpassen van geleiderail;

  • Reconstructie van rotondes en kruispunten;

  • Installeren van filedetectie- en filewaarschuwingssystemen;

  • Reconstructie van invoegers en uitvoegers;

  • Aanpassen midden- en zijbermen (halfverharding, zichtafscherming).

Maatregelpakket Verzorgingsplaatsen

Dit pakket is gericht op het oplossen van de meest acute kwantitatieve en kwalitatieve knelpunten op verzorgingsplaatsen langs (inter-)nationale vrachtcorridors. Binnen dit pakket worden landelijk 300 extra parkeerplaatsen voor vrachtwagen gecreëerd en nog eens 400 parkeerplaatsen meerjarig gehuurd. Daarnaast wordt ingezet op een structurele kwaliteitsverbetering van naar verwachting 40 verzorgingsplaatsen. Voor het realiseren van sanitaire voorzieningen op solitaire verzorgingsplaatsen wordt onderzocht of commerciële exploitatie en onderhoud van de voorzieningen door marktpartijen mogelijk is.

Meer Kwaliteit Leefomgeving

Dit pakket betreft het Meerjarenprogramma Ontsnippering. De geplande werkzaamheden binnen het programma lopen door tot 2018. Een voorbeeld van een ontsnipperingsproject is het plaatsen van een ecoduct of een dassentunnel. Hierdoor worden twee gescheiden natuurgebieden met elkaar verbonden. In 2013 zullen onder andere werkzaamheden worden uitgevoerd aan het programma 9 ecoducten, ecoduct / natuurbrug Dwingelderveld (A28), ecoduct / natuurbrug Groote Heide (A2), Faunatunnel Braakman (N61) en ecoduct/natuurbrug Weerterbergen (A2).

Projectoverzicht behorende bij 12.03.01: Realisatieprogramma Hoofdwegennet
 

Totaal

Budget in € mln.

Openstelling

 

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

later

huidig

vorig

 

Projecten Nationaal

                         

Dynamisch verkeersmanagement

165

165

108

21

19

17

 

 

 

 

2012

2012

 

Kleine projecten / Afronding projecten

93

173

 

20

35

28

3

7

 

 

nvt

nvt

 

Programma 130 km

89

 

 

23

13

13

10

10

10

10

 

 

 

Programma aansluitingen

96

96

22

2

18

53

1

 

 

 

nvt

nvt

 

Quick Wins Wegen

44

45

9

28

6

 

1

 

 

 

2011

2011

 

ZSM 1+2 (spoedwet wegverbreding)

1 627

1 647

1 144

149

161

63

8

102

 

 

2014

2014

 

Projecten Noordwest-Nederland

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

A10 Amsterdam praktijkproef FES

46

46

3

7

10

10

15

1

 

 

2011

2011

 

A9 Alkmaar – Uitgeest

53

53

46

 

 

7

 

 

 

 

2011

2012

 

N9 Koedijk – De Stolpen

66

66

43

5

10

8

 

 

 

 

2011

2011

 

N50 Ramspol – Ens

134

126

79

39

12

4

 

 

 

 

2013

2013

 

Projecten Utrecht

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

A2 Holendrecht – Oudenrijn

1 199

1 199

1 112

66

21

 

 

 

 

 

2012

2012

 

A2 Oudenrijn – Everdingen

103

103

64

4

13

22

 

 

 

 

2011

2012

 

A28 Utrecht – Amersfoort

191

191

63

63

39

25

1

 

 

 

2013

2012

 

Projecten Zuidvleugel

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

A4 Burgerveen – Leiden

580

588

332

84

77

46

30

2

2

7

2014

2014

 

A4 Delft – Schiedam

860

869

31

87

140

200

198

17

187

 

2015

2015

 

A12 Zoetermeer – Zoetermeer centrum

24

24

23

1

 

 

 

 

 

 

2011

2011

 

A15 Maasvlakte-Vaanplein1

0

1 185

 

 

 

 

 

 

 

 

2015

2015

 

Projecten Zuidwestelijke Delta

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

N57 Veersedam – Middelburg

211

202

206

5

 

 

 

 

 

 

2011

2010/2011

 

Projecten Brabant

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

A4 Dinteloord – Bergen op Zoom

269

269

78

61

65

42

23

 

 

 

2015

2013

 

N2 Meerenakkerweg (A2 zone)

6

6

 

4

2

 

 

 

 

 

2012

2012

 

Projecten Limburg

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

A2 Maasbracht – Geleen, 1e fase

168

169

101

38

9

20

 

 

 

 

2011/2013

2011/2013

 

A2 Passage Maastricht

564

565

230

87

87

99

36

25

 

 

2016

2016

 

A2/A76 Maatregelenpakket Limburg2

108

108

36

1

52

6

 

13

 

 

2010/2015

2010/2015

 

A74 Venlo

121

130

84

9

3

2

23

 

 

 

2012

2012

 

Projecten Oost-Nederland

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

A2 Everdingen – Deil en Zaltbommel-Empel3

414

424

407

 

 

 

 

6

1

 

2010/2011

2010

 

A50 Ewijk – Valburg

269

268

88

83

74

24

 

 

 

 

2014

2014

 

N34 Omleiding Ommen

39

42

37

 

2

 

 

 

 

 

2011

2011

 

N35 Zwolle – Almelo (traverse Nijverdal)

212

212

140

50

22

 

 

 

 

 

2014

2014

 

Projecten Noord-Nederland

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

N31 Leeuwarden (De Haak)

179

179

17

39

62

38

19

3

1

 

2014

2014

 

Overige maatregelen

                         

Meer kwaliteit leefomgeving

265

     

2

1

19

15

19

209

     

Meer veilig 2

29

     

29

               

Verzorgingsplaatsen

23

     

3

20

             

Afrondingen

2

   

2

1

1

– 1

 

– 1

 

     

Totaal uitvoeringsprogramma

6 135

 

4 503

978

987

749

386

201

219

226

     

Realisatieuitgaven op IF 12.03.01 mbt planuitwerking

     

144

56

39

14

34

32

88

     

Begroting (IF 12.03.01)

     

1 122

1 043

788

400

235

251

314

     
X Noot
1

Inclusief aan- en ontsluitende infrastructuur mainport Rotterdam.

X Noot
2

Betreft amendement Van Hijum (29 800 A, nr. 8); aanleg spitsstrook A2 St.Joost-Urmond is opengesteld in 2010 en aanpassing aansluiting Nuth op A76 wordt opgeleverd in 2015.

X Noot
3

Oplevering 2x3 in 2010; oplevering 2x4 Everdingen-Deil in 2011.

  • 1) Inclusief aan- en ontsluitende infrastructuur mainport Rotterdam.

  • 2) Betreft amendement Van Hijum (29 800 A, nr. 8); aanleg spitsstrook A2 St.Joost-Urmond is opengesteld in 2010 en aanpassing aansluiting Nuth op A76 wordt opgeleverd in 2015.

  • 3) Oplevering 2x3 in 2010; oplevering 2x4 Everdingen-Deil in 2011.

Belangrijkste budgettaire aanpassingen van het realisatieprogramma:

  • N50 Ramspol – Ens: Het taakstellend budget is verhoogd als gevolg van meerkosten, met name indexering en tijdbonussen.

  • A4 Burgerveen – Leiden: De verlaging van het taakstellend budget komt door een bijstelling van de projectraming.

  • A4 Delft – Schiedam: De verlaging van het budget betreft een overboeking naar het Gemeentefonds voor uitvoering van de Rijksverplichting zoals opgenomen in de Bestuurlijke Overeenkomst IODS 02-09-2010 (Integrale Ontwikkeling Delft-Schiedam).

  • N57 Veersedam – Middelburg: Bij Tracébesluit is het taakstellend budget verhoogd met name door toevoegen van indexeringskosten.

  • ZSM 1+2: Verlaging van het budget met € 20 miljoen, waarvan € 16 miljoen voor planuitwerking ZSM en € 4 miljoen van A4/A10 naar A9-Badhoevedorp voor geluidsmaatregelen.

12.03.02 Verkenningen en Planuitwerkingen

Hieronder treft u het overzicht aan met het Projectoverzicht behorende bij 12.03.02 Verkenningen en Planuitwerkingen

Bedragen x € 1 mln.

Budget

Raming kosten

 

Planning

 

 

 

 

 

 

Projectomschrijving

taakstellend

min.

max.

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018–2028

Verplicht

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Realisatieuitgaven op IF12.03.01 mbt planuitwerkingsprojecten

– 764

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Projecten Nationaal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Beter Benutten

528

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Geluidsaneringprogramma – weg

254

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Lucht – weg (NSL hoofdwegennet)

248

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Lucht – weg (NSL, overig)

110

 

 

 

 

 

 

 

 

 

EPK Planuitwerking Hoofdwegennet

175

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Projecten Noordwest-Nederland

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

A1/A6/A9 Schiphol/Adam-Almere

4 118

 

 

 

 

 

 

 

 

 

A9 Badhoevedorp

326

 

 

 

 

 

 

 

 

 

A10 Zuidas

629

 

 

 

 

 

 

 

 

UG

A10 Zuidas (Knopen)

320

 

 

 

 

 

 

 

 

UG

N23 Alkmaar-Zwolle

57

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Projecten Utrecht

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

A12 Ring Utrecht

1 224

 

 

 

 

TB

 

 

 

UG

A27/A1 Utrecht Noord-knpt Eemnes-aansluiting Bunschoten

252

 

 

 

TB

 

 

 

 

UG

A28/A1 Knooppunt Hoevelaken

676

 

 

 

 

 

 

TB

 

UG

Projecten Zuidwestelijke Delta

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

N57/N59 EuroRAP (verkeersveiligheid)

10

 

 

 

 

 

 

 

UG

 

N61 Hoek-Schoondijke

117

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Projecten Oost-Nederland

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

A1 Beekbergen-Apeldoorn Zuid

35

 

 

 

TB

 

 

UG

 

 

A12 Ede-Grijsoord

107

 

 

 

 

 

 

UG

 

 

A12/A15 Bereikb.heid regio Arnhem-Nijmegen (excl tolopgave)

517

 

 

 

 

TB

 

 

 

UG

N18 Varsseveld

308

 

 

 

TB

 

 

 

 

UG

N35 Zwolle-Wijthmen

46

 

 

 

TB

 

UG

 

 

 

Risicoreservering tegenvallende tolopbrengsten A12/A15

60

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Projecten Noord-Nederland

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

A7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 21

522

 

 

 

TB

 

 

 

 

UG

N33 Assen (zuid)-Zuidbroek1

176

 

 

TB

 

 

UG

 

 

 

Gebonden

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Projecten Nationaal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Programma Beter Benutten

50

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Reservering meerkosten tunnelveiligheid

100

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Reservering tolopgave DBFM-aanbestedingen NWO, A13/A16 en A12/A152

300

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Reserveringen voor LCC (o.a. Zuidas-knopen, Ring Utrecht en NWO)

208

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Projecten Noordwest-Nederland

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Stedelijke Bereikbaarheid Almere (VSBA)

25

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Projecten Zuidvleugel

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

A4 Haaglanden (passage en poorten&inprikkers)

425

 

 

 

 

 

 

 

 

 

A4/A44 Holland Rijnlandroute

535

 

 

 

 

 

 

 

 

 

A13/A16/A20 R'dam (excl. tolopgave van € 245 mln.)

700

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Projecten Brabant

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

A58 Tilburg – Eindhoven en Sint Annabosch-Galder

425

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Projecten Limburg

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

A2 Maasbracht – Geleen 2e fase (structurele verbreding)

250

 

 

 

 

 

 

 

 

 

A27 Houten – Hooipolder

695

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Projecten Oost-Nederland

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

N35 Wierden – Nijverdal

40

 

 

 

 

 

 

 

 

 

N35 Wijthmen – Nijverdal

5

 

 

 

 

 

 

 

 

 

N50 Kampen – Kampen Zuid (N50 Hattemerbroek-Ramspol 2x2)

8

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bestemd

2 086

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Projecten in voorbereiding:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Projecten Noordwest-Nederland

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

A7/A8/A10 Asterdam Noord, corridor

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Projecten Zuidvleugel

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

A20 Nieuwerkerk-Gouwe

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Nieuwe Westelijke Oeververbinding (NWO)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Projecten Brabant

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

N65

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Projecten Limburg

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

A67 Leenderheide-Geldrop

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

A67 No – Regret Maatregelenpakket Limburg

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Projecten Oost-Nederland

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

A1 Zone (Apeldoorn-Deventer-Azelo)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

N35 Wijthmen – Nijverdal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Projecten Noord-Nederland

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

A6 Aquaduct Scharsterrijnbrug

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

– Overige projecten in voorbereiding

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gesignaleerde Risico's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal programma planuitwerking en verkenning

15 903

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Nog niet met maatregelen belegde Taakstelling Aanleg uhv BA

– 1 383

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Begroting IF 12.03.02

14 519

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Art. 12.02: Nog niet met maatregelen belegde Taakstelling BenO uhv BA

– 117

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

                     

Legenda

                   

tb tracébesluit

                   

ug uitvoering gereed

                   

uhv BA uit hoofde van Begrotingsakkoord

                   
X Noot
1

Dit beschikbare budget is excl. de middelen die op artikel 14 worden begroot (€ 53 mln.).

X Noot
2

Dit is de waarde op dit moment van topopbrengsten bij deze projecten in de toekomst (de contante waarde). Deze waarde correspodeert met de langjarige topontvangstenreeks, die u aantreft op prodcutartikel 18 van de infrastructuurbegroting 2013.

Belangrijkste budgettaire aanpassingen verkenningen en planuitwerkingen:

  • A1/6/9 Schiphol – Amsterdam – Almere: € 24 miljoen is overgeboekt vanuit het project Stedelijke Bereikbaarheid Almere, omdat dit deel van het project binnen A1/6/9 Schiphol – Amsterdam – Almere wordt uitgevoerd.

  • A27 Houten – Hooipolder: taakstellend budget is vastgesteld op € 695 miljoen De wegdeel A27 Lunetten – Houten is overgegaan naar het project Ring Utrecht.

  • A2 Maasbracht – Geleen: Het betreft de kosten voor de structurele verbreding van de A2 tussen knooppunt Het Vonderen en Kerensheide naar 2x3 rijstroken. Van het totaalbedrag van € 250 miljoen draagt de regio € 35 miljoen aan het project bij (Kamerstukken II, 2011–2012, 33 000 A, nr. 71). De verwerking van de regionale bijdrage (verhoging ontvangsten) wordt bij Voorjaarsnota 2013 verwerkt.

  • Ring Utrecht: het beschikbare budget is aangevuld met bedragen voor de wegvakken A12 Ouderijn-Lunetten en A27 Lunetten-Houten.

  • Zuidelijke Ringweg Groningen: Voor het project A7 Zuidelijke Ringweg Groningen is het taakstellend budget exclusief voorbereidingskosten € 575 miljoen. Van dit budget is € 522 miljoen gedekt op artikel 12 en € 53 miljoen op artikel 14.

  • A10 Zuidas verbreding: op de begroting is voor het wegendeel van de Zuidas (exclusief de knopen) € 629 miljoen gereserveerd. In combinatie met het spoordeel van de Zuidas ten bedrage van € 350 miljoen sluit dit op een totale rijksbijdrage van € 979 miljoen (Kamerstukken II, 2011/2012, 32 668, nr. 2)

  • A10 Zuidas knopen: op de begroting is voor de ontvlechting van de knooppunten Nieuwe Meer en Amstel € 320 miljoen gereserveerd. Op de begroting is een risicoreservering genomen voor tegenvallende tolopbrengsten op het project A12/A15 van € 60 miljoen

  • Het beschikbare budget voor de A12/A15 bedraagt € 517 miljoen, exclusief tolopbrengsten (€ 282,5 miljoen) en planuitwerkingskosten.

  • Op de begroting is een risicoreservering genomen voor tegenvallende tolopbrengsten op het project A12/A15 van € 60 miljoen.

  • Verkenning Haaglanden: een budget van € 425 miljoen is gereserveerd op de begroting voor aanpak A4 passage en N14.

  • As Leiden-Katwijk (integrale benadering Holland Rijnland) € 535 miljoen is gereserveerd voor de Rijkssubsidie aan het project As Leiden-Katwijk (A4-A44)

  • A58 Tilburg – Eindhoven en Annabosch – Galder: rijksbijdrage van € 425 miljoen (na 2020) is gereserveerd voor de twee aanlegprojecten op de A58.

  • N35 Nijverdal – Wierden: rijksbijdrage van € 40 miljoen is gereserveerd op de begroting.

  • Reservering tolopgave Design, Build, Finance, Maintain (DBFM)-aanbesteding NWO, A13/16, A12/15: een reservering van € 300 miljoen is opgenomen voor de drie lopende tolprojecten (NWO, A13/16 en A12/15) voor het risico van het niet slagen van een of meerdere DBFM-aanbestedingen. Doel is dat bij een eventuele mislukte DBFM-aanbesteding een meer klassieke aanbesteding mogelijk blijft.

  • Reservering meerkosten tunnelveiligheid: een reservering van € 100 miljoen is opgenomen voor mogelijke tegenvallers bij tunnelprojecten.

  • Reservering beheer en onderhoud: een reservering van € 208 miljoen voor de toename van het beheer en onderhoudskosten na realisatie van onder andere A10 Zuidas-knopen, Ring Utrecht en NWO.

  • N50 Kampen – Kampen Zuid: rijksbijdrage van € 7 miljoen is gereserveerd op de begroting.

  • Om de doelstellingen van het programma Beter Benutten nog in deze kabinetsperiode te behalen, is gezocht naar mogelijkheden om binnen het MIRT-programma budgetten in de juiste kasjaren beschikbaar te krijgen. In totaal is ruim € 300 miljoen naar voren gehaald in de jaren 2012 tot en met 2015 op het Infrastructuurfonds.

12.04 Geïntegreerde contractvormen

Motivering

Bij infrastructuurprojecten waarbij sprake is van Publiek-private samenwerking (PPS) bestaat de betaling uit een geïntegreerd bedrag voor aanleg, onderhoud én financiering gedurende een langdurige periode. De meest toegepaste vorm is DBFM waarbij de overheid pas na oplevering betaalt voor een dienst (beschikbaarheid) in plaats van mijlpalen voor een product tijdens de bouwfase. Deze contractvorm garandeert een efficiënte en effectieve beschikbaarheid van de noodzakelijke capaciteit om, rekening houdend met de aspecten veiligheid en leefomgeving, een betrouwbaar netwerk te realiseren met voorspelbare reistijden. In bijlage 3 van de nota Prioritering Investeringen Mobiliteit en Water is een lijst van in totaal 32 potentiële DBFM-projecten opgenomen. In de Voortgangsrapportage DBFM(O) wordt hierover periodiek gerapporteerd.

Producten

De projecten A15 Maasvlakte Vaanplein en A12 Lunetten-Veenendaal verkeren in de bouwfase en kennen al een partiële beschikbaarheidsvergoeding voor zover het onderhoud van bestaand areaal is meegecontracteerd. Na oplevering zal de beschikbaarheidsbetaling conform afspraak oplopen. Voor het project N33 Assen-Zuidbroek loopt de aanbesteding in 2012. In het najaar van 2012 zal de aanbesteding van het tweede deelcontract van Schiphol-Amsterdam-Almere (A9 Gaasperdammerweg) en van de A12 Ede-Grijsoord starten.

De betalingen voor het provinciale DBFM-project A59 zijn in het najaar van 2011 afgekocht (zoals gemeld bij Najaarsnota) en daarom niet meer van toepassing.

Voor 2013/2014 wordt voorzien dat de volgende DBFM projecten in aanbesteding gaan:

  • N18-Varsseveld-Enschede;

  • A13/A16 Rotterdam;

  • ViA15;

  • A27/A1 Utrecht Noord-Knooppunt Eemnes-Bunschoten;

  • Derde deelproject Schiphol-Amsterdam-Almere (A9 Amstelveen).

Daarnaast zijn Public-private-comparator (PPC) -meerwaardetoetsen gepland voor de projecten:

  • Driehoek A1-A28-A27;

  • Ring Utrecht;

  • A2 Maasbracht-Geleen;

  • N35 Nijverdal-Wierden;

  • A28/A1 Knooppunt Hoevelaken;

  • A27 Lunetten Hooipolder;

  • A58 Zuid-Net /St. Annabosch-Galder;

  • A1 Apeldoorn-Azelo;

  • Rotterdam vooruit;

  • Amsterdam Zuidas.

Tabel Projectoverzicht behorende bij 12.04 geïntegreerde contractvormen Hoofdwegennet
 

Totaal

Budget in € mln.

Oplevering

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

later

huidig

vorig

Projecten Noordwest-Nederland

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Aflossing tunnels1

1 195

1 194

333

52

52

53

54

55

57

539

– 

– 

A10 Tweede Coentunnel2

2 016

2 016

481

95

238

50

50

50

49

550

2013–2014

2012

Projecten Utrecht

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

A12 Lunetten-Veenendaal3

608

606

42

92

63

63

19

19

19

291

2013

– 

Projecten Brabant

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

A59 Rosmalen-Geffen, PPS

279

283

261

1

8

1

1

1

1

5

2005

2005

Projecten Noord-Nederland

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

N31 Leeuwarden-Drachten

145

146

96

5

6

5

6

6

5

16

2007

2007

Projecten Zuidvleugel

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

A15 Maasvlakte-Vaanplein

1 983

 

164

61

54

394

379

120

57

754

2015

 

Totaal

6 226

 

1 377

306

421

566

509

251

188

 

 

 

X Noot
1

Aflossing tunnels: verplichting loopt t/m 2026.

X Noot
2

Verplichting loopt t/m 2037 en is incl. Westrandweg.

X Noot
3

Na zomer 2012: oplevering extra rijstroken Bunnik – Veenendaal. Maart 2013: Oplevering totale project.

12.06 Netwerkgebonden kosten Hoofdwegennet

Motivering

Op dit artikelonderdeel worden de aan het netwerk te relateren apparaatskosten van Rijkswaterstaat en de overige netwerkgebonden kosten geraamd. Dit artikelonderdeel is in de Voorjaarsnota 2011 ingesteld als gevolg van de herstructurering van de bekostiging van Rijkswaterstaat per 1 januari 2011. De Tweede Kamer is op 10 januari 2011 en 3 maart 2011 over de herstructurering van de bekostiging nader geïnformeerd (Kamerstukken II, 30 119, nrs. 4 en 5).

Artikel 13 Spoorwegen

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Op dit artikel worden de producten op het gebied van Spoorwegen verantwoord.

Het productartikel Spoorwegen is gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in de Begroting hoofdstuk XII over 2013 bij beleidsartikel 16 Spoor.

Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 13 Spoorwegen (x € 1 000)
 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Verplichtingen

2 017 923

2 920 991

1 562 567

2 787 165

2 840 261

2 282 712

1 453 797

Uitgaven

2 670 403

2 194 663

2 197 753

2 388 957

2 584 104

2 451 029

2 558 784

waarvan juridisch verplicht

   

95%

       

13.02 Beheer, onderhoud en vervanging

1 797 911

1 480 321

1 324 516

1 236 385

1 236 800

1 111 748

1 210 582

13.02.01 Beheer, onderhoud en vervanging

   

1 324 516

1 236 385

1 236 800

1 111 748

1 210 582

Regulier onderhoud

989 946

777 035

         

13.02.02 Grote onderhoudsprojecten

398 608

404 600

         

13.02.03 Rentelasten

146 956

37 919

         

13.02.04 Betuweroute

59 262

54 149

         

13.02.05 Kleine infra en overige proj.

203 139

206 618

         

13.03 Aanleg

719 050

521 950

706 311

986 382

1 181 055

1 172 551

1 181 262

13.03.01 Realisatieprogramma personenvervoer

701 011

509 501

595 685

763 964

824 079

671 851

565 839

13.03.02 Realisatieprogramma goederenvervoer

18 039

12 449

51 061

114 066

99 147

70 341

51 045

13.03.04 Verk. en planuitw. personenvervoer

   

56 931

99 729

240 329

413 547

551 451

13.03.05 Verk. en planuitw. goederenvervoer

   

2 634

8 623

17 500

16 812

12 927

13.04 Geintegreerde contractvormen/PPS

125 768

136 854

148 776

148 040

148 099

148 580

148 790

13.05 Verkenningen en planuitwerkingen

27 674

55 538

         

13.05.01 Planuitwerkingsprogramma personenvervoer

27 360

46 974

         

13.05.02 Planuitwerkingsprogramma goederenvervoer

314

8 564

         

13.07 Rente en aflossing

   

18 150

18 150

18 150

18 150

18 150

13.09 Ontvangsten

144 781

90 729

60 000

59 999

237 999

181 999

194 208

Onderstaand zijn de beschikbare budgetten tot en met 2028 per jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De mutaties zijn in de verdiepingsbijlage bij de begroting op hetzelfde detailniveau tot en met 2028 toegelicht.

Bedragen x € 1 000
   

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

13

Spoorwegen

uitgaven

2 197 753

2 388 957

2 584 104

2 451 029

2 558 784

2 492 614

2 121 293

2 030 590

13.02

Beheer, onderhoud en vervanging

 

1 324 516

1 236 385

1 236 800

1 111 748

1 210 582

1 221 869

1 130 098

1 284 238

13.03

Aanleg

 

706 311

986 382

1 181 055

1 172 551

1 181 262

1 103 173

820 467

566 848

13.04

GIV/PPS

 

148 776

148 040

148 099

148 580

148 790

149 422

152 578

161 354

13.07

Rente en aflossing

 

18 150

18 150

18 150

18 150

18 150

18 150

18 150

18 150

                     

13.09

Ontvangsten

Ontvangsten

60 000

59 999

237 999

181 999

194 208

195 315

199 492

203 541

 

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

 

2 137 753

2 328 958

2 346 105

2 269 030

2 364 576

2 297 299

1 921 801

1 827 049

(vervolg) Bedragen x € 1 000
   

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

13

Spoorwegen

uitgaven

1 765 066

1 520 555

1 626 772

1 653 142

1 445 353

1 478 683

1 474 433

1 471 910

13.02

Beheer, onderhoud en vervanging

 

1 167 164

1 166 485

1 166 549

1 185 095

1 120 779

1 175 779

1 175 779

1 175 779

13.03

Aanleg

 

417 524

172 254

277 088

283 293

138 877

116 739

114 339

127 934

13.04

GIV/PPS

 

162 228

163 666

164 985

166 604

167 547

168 015

166 165

150 047

13.07

Rente en aflossing

 

18 150

18 150

18 150

18 150

18 150

18 150

18 150

18 150

                     

13.09

Ontvangsten

Ontvangsten

207 468

209 601

211 665

211 988

175 300

175 300

175 300

175 300

 

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

 

1 557 598

1 310 954

1 415 107

1 441 154

1 270 053

1 303 383

1 299 133

1 296 610

Artikel 13.02 – Beheer, onderhoud en vervanging

Motivering

IenM is verantwoordelijk voor het beheer, onderhoud en vervanging van de hoofdspoorweginfrastructuur. Het bestaande spoornet vertegenwoordigt een groot maatschappelijk geïnvesteerd kapitaal. Instandhouding en waar nodig verbetering daarvan is noodzakelijk om de kwaliteit van het spoor verder te verbeteren en de kerntaak van het spoor te kunnen waarmaken.

Kerngegevens spoorinfrastructuur, op basis van de jaarcijfers (ProRail) 2011:

Netlengte – enkelsporig (km)

968

Netlengte – meersporig (km)

2 067

Totale spoorlengte (km)

7 000

Wissels (aantal)

7 352

Overwegen (aantal)

2 759

Seinen (aantal)

11 599

Beweegbare bruggen (aantal)

58

Tunnels (aantal)

15

Stations (aantal)

Stationsoppervlakte

397

1 802

Waarde van de infrastructuur, op basis van de jaarcijfers (ProRail) 2011:

Bedragen x € 1 mln.

Aanschaf- waarde

Boekwaarde eind 2011

     

Dragen, geleiden, doorsnijden (1)

21 429

12 675

Energie

4 548

1 633

Beveiligen

2 818

1 097

Transfer

4 215

1 414

Beheersen en communicatie

1 284

490

Werken in constructie

1 996

1 996

Totaal (2)

36 290

19 305

(1) Terreinen, tunnels, bruggen, bovenbouw; (2) Exclusief de HSL-Zuid infrastructuur.

Het extra onderhoud van de nieuwe infrastructuur (zoals de Hanzelijn) en een aantal nieuwe stations die in 2012 en 2013 in gebruik worden genomen is onderdeel van de financiële reeks voor beheer en onderhoud.

Producten

De beheer-, onderhoud- en vervangingsactiviteiten zijn gericht op het realiseren van de in het Beheerplan opgenomen prestaties betreffende de in de Beheerconcessie vastgelegde zorgtaken van ProRail. Onderdeel hiervan zijn de activiteiten van ProRail die samenhangen met spoorverkeersleiding en activiteiten op het gebied van capaciteitsmanagement.

ProRail ontvangt voor de uit te voeren activiteiten een bijdrage van het Rijk. Bij de vaststelling van de rijksbijdrage voor beheer, onderhoud en vervanging wordt rekening gehouden met de inkomsten van de gebruiksvergoeding. De door ProRail te ontvangen gebruiksvergoeding wordt in mindering gebracht op de door het Rijk te subsidiëren uitgaven. In de uitgaven wordt een onderscheid gemaakt tussen enerzijds beheer en onderhoud en anderzijds vervanging.

Uitgaven

Uitgaven beheer en onderhoud op basis van het Beheerplan 2012, bedragen x € 1000:
 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Beheer en calamiteitenorganisatie

176 675

200 565

196 649

193 855

185 295

187 354

Grootschalig onderhoud

160 633

157 254

156 103

122 832

122 620

122 700

Kleinschalig onderhoud

319 609

300 337

274 450

277 096

278 821

281 459

Onderhoud transfer

83 270

80 856

77 474

76 085

76 279

77 502

Onderhoud Betuweroute

33 583

28 681

26 767

24 387

22 007

19 627

Verkenning en innovatie

4 241

4 241

4 241

4 241

4 001

4 001

Uitbesteed werk

778 011

771 934

735 684

698 496

689 023

692 643

             

Bovenbouwvernieuwingen

163 537

182 046

227 993

218 533

207 090

228 833

Vervanging overige systemen

241 063

340 144

279 075

380 016

272 045

349 918

Vervangingsinvesteringen

404 600

522 190

507 068

598 549

479 135

578 751

             

Apparaatskosten

336 517

325 175

316 810

308 602

308 641

308 635

             

Taakstelling Begrotingsakkoord

0

0

– 18 850

– 23 473

– 17 545

– 18 021

             

Totaal uitgaven

1 519 128

1 619 299

1 540 712

1 582 174

1 459 254

1 562 008

             

Doorbelaste kosten aan derde-partijen

– 44 858

– 45 024

– 53 521

– 42 147

– 41 642

– 41 642

Gebruiksvergoeding vervoerders

– 238 486

– 249 759

– 250 806

– 303 227

– 305 864

– 309 784

Doorbelaste uitgaven

– 283 344

– 294 783

– 304 327

– 345 374

– 347 506

– 351 426

             

Rijksbijdrage

1 235 784

1 324 516

1 236 385

1 236 800

1 111 748

1 210 582

Uitbesteed werk

De activiteiten die worden uitgevoerd voor beheer en de calamiteitenorganisatie vormen de basis voor de prestaties die ProRail levert. Beheeractiviteiten die hieraan bijdragen zijn incidentenregie, beheer van netwerken, camera’s en verbindingen, softwareonderhoud, energietransportcapaciteit en verzekeringen.

Grootschalig onderhoud omvat die activiteiten die nodig zijn om de kwaliteit van de infrastructuur te handhaven en de theoretische levensduur i.c. afschrijvingstermijn waar te maken. De activiteiten richten zich voornamelijk op het onderhouden en aanpassen van constructies, conserveren van objecten, slijpen van spoorstaven en het seizoenbestendig houden en maken van de sporen.

Kleinschalig onderhoud voorziet in de activiteiten die noodzakelijk zijn om de prestaties op het gebied van beschikbaarheid, betrouwbaarheid en veiligheid te realiseren. Het gaat zowel om cyclische als incidentele onderhoudsactiviteiten. Deze activiteiten zijn onder andere gericht op inspecties en schouw van de infrastructuur, correctie van spoorligging, vervangen van kleine componenten, functieherstel bij storingen, rolling contact fatigue ofwel vermoeiingsschade van contactvlak tussen wiel en rail en sanering van geluidsschermen.

Het onderhoud aan transfervoorzieningen realiseert in belangrijke mate de reizigerstevredenheid op het gebied van reinheid en sociale veiligheid. Onderhoud transfer omvat op hoofdlijnen schoonmaak, onderhoud energie, verzekeringen en onroerende zaak belasting.

Onderhoud Betuweroute betreft de aan Keyrail te betalen vergoeding voor de exploitatie van de Betuweroute.

Onder verkenning en innovatie vallen projecten en programma’s voor onderzoek naar verbetering van het spoorsysteem.

Uitbesteed werk beheer en onderhoud verdeeld naar systemen (gebaseerd op realisatie 2011):

Uitbesteed werk beheer en onderhoud verdeeld naar systemen (gebaseerd op realisatie 2011):

Vervangingsinvesteringen

Bovenbouwvernieuwing betreft voornamelijk het vervangen van spoorstaven, dwarsliggers, ballast en wissels. Onder de overige systemen vallen onder andere het treinbeveiligingssysteem, treinbeheersing- en communicatiesystemen, energievoorziening, transfersystemen en kunstwerken.

Vervangingen voorzien in 2012:

Spoorlengte / bovenbouw (km)

102

Lengte dwarsliggers / bovenbouw (km)

40

Wissels (aantal)

201

Vervangingsinvesteringen verdeeld naar systemen (gebaseerd op productieplan 2012):

Vervangingsinvesteringen verdeeld naar systemen (gebaseerd op productieplan 2012):

Apparaatskosten

De apparaatskosten betreffen de lonen, salarissen, overige personeelskosten, inhuur en huisvestingskosten van ProRail.

Taakstellingen

De taakstellingen uit het Regeerakkoord zijn allemaal verwerkt in de uitgavenreeksen. Het gaat hierbij om de taakstelling spoorsector van € 160 miljoen vanaf 2015 (waarvan € 110 miljoen is verwerkt als lagere uitgaven ProRail en € 50 miljoen hogere ontvangsten Nederlandse Spoorwegen (NS)), de taakstelling gebruiksvergoeding van € 50 miljoen per jaar vanaf 2015 en de apparaatstaakstelling van

€ 37,5 miljoen per jaar vanaf 2018 (met een ingroei in de periode 2013–2017). De invulling van deze taakstellingen heeft geen beleidsmatige consequenties voor de spoorsector. De efficiencytaakstelling is al door ProRail ingevuld en verwerkt in de reeksen zoals opgenomen in het Beheerplan 2012. De activiteiten die ProRail heeft ingezet om tot kostenreductie te komen zijn onder andere optimalisaties in het onderhoudsrooster, het preventief slijpen van de rails, slimmer inkopen en het verbeteren van de interne efficiency.

Ten aanzien van de verwerking van de taakstellingen uit het Begrotingsakkoord wordt verwezen naar de beleidsagenda van de Begroting hoofdstuk XII.

Doorbelaste uitgaven

Een deel van de jaarlijkse beheer-, onderhoud- en vervangingskosten wordt doorbelast aan derden, met name decentrale overheden. Het gaat dan voornamelijk om het onderhoud van de zogenaamde omgevingswerken. Derden hebben ook de mogelijkheid om het onderhoud van omgevingswerken eeuwigdurend af te kopen. Deze gelden staan bij ProRail op de balans geparkeerd als «voorziening derdenwerken» en het jaarlijkse onderhoud hieraan wordt hierop in mindering gebracht.

Een deel van de beheer-, onderhoud- en vervangingskosten, de gebruiksafhankelijke kosten, wordt aan de vervoerders doorbelast als gebruiksvergoeding. De tarieven worden jaarlijks door ProRail vastgesteld en gepubliceerd in de Netverklaring. Bij het bepalen van de hoogte van de rijksbijdrage voor ProRail wordt de te ontvangen gebruiksvergoeding in mindering gebracht op de verwachte uitgaven.

Reisinformatie

Reisinformatie wordt in 2012 overgedragen door ProRail aan NS. De financiële gevolgen hiervan zijn voor IenM budgettair neutraal, maar zijn nog niet verwerkt in deze begroting.

Prestaties ProRail

Op grond van de Beheerconcessie worden met ProRail afspraken gemaakt over de invulling van haar zorgplichten voor de spoorinfrastructuur. Dit gebeurt door voor de verschillende zorggebieden kernprestatie indicatoren (KPI’s) af te spreken met grens- en streefwaarden, zoals weergegeven in onderstaande tabel. In deze tabel zijn de KPI’s en grens- en streefwaarden opgenomen uit het Beheerplan 2012. Eind 2012 worden de afspraken voor 2013 gemaakt.

   

Realisatie

2011

Afspraken

2012

Prognose

2013

Reizigerstevredenheid over reinheid stations (NS)

Grenswaarde

58%

55%

55%

Reizigerstevredenheid over sociale veiligheid overdag (NS)

Grenswaarde

91%

90%

90%

Reizigerstevredenheid over sociale veiligheid ’s avonds (NS)

Grenswaarde

60%

59%

59%

Toegankelijkheid

Grenswaarde

83%

88%

– 

Geleverde treinpaden

Grenswaarde

98,7%

98,0%

98,0%

Punctualiteit Reizigersvervoer (alle vervoerders, <3 minuten *)

Proefjaar met streefwaarde

– 

84,5%

84,5%

Punctualiteit decentrale lijnen

Proefjaar met streefwaarde

– 

88,2%

88,2%

Top 5 minst presterende lijnen

Proefjaar met streefwaarde

– 

82%

82%

Aankomstpunctualiteit goederenvervoerders

Proefjaar met streefwaarde

– 

81%

– 

*) NB: In het kader van het Vervoerplan 2012 gaat NS voor het Hoofdrailnet uit van punctualiteitnorm van <5 minuten.

13.03 Aanleg Spoor

Motivering

IenM is verantwoordelijk voor de uitbreiding van de hoofdspoorweginfrastructuur. Deze wordt in belangrijke mate gefinancierd met middelen uit de Rijksbegroting. Op dit artikelonderdeel worden alle uitgaven begroot die noodzakelijk zijn voor:

  • uitvoering van nieuwbouwprojecten spoor;

  • voorbereiding van de uitvoering van deze projecten;

  • door ProRail uit te voeren planuitwerkingen;

  • door IenM uit te voeren planuitwerkingen.

13.03.01 Realisatieprogramma personenvervoer spoor

Producten

Nieuw opgenomen in het realisatieprogramma

Voormalige geoormerkte projecten uit het programma Beheer en instandhouding

Een van de aanbevelingen van de Tijdelijke Commissie Onderhoud en Innovatie Spoor was de aansturing van ProRail minder diffuus te maken. In de Kabinetsreactie op het eindrapport is naar aanleiding hiervan ondermeer aangegeven dat met ingang van deze begroting de geoormerkte projecten van beheer- en instandhouding worden overgebracht naar het aanlegprogramma, omdat deze projecten naar hun aard meer overeenkomsten vertonen met aanlegprojecten dan met beheer en instandhoudingsprojecten.

Het gaat om de onderstaande projecten/programma’s:

  • Toegankelijkheid;

  • Programma Fietsparkeren bij Stations;

  • Uitvoeringprogramma Geluid Emplacementen (UPGE);

  • Reistijdverbetering;

  • Punctualiteits- en capaciteitsknelpunten (2 fase herstelplan spoor);

  • HotSpots;

  • Programma Kleine Functiewijzigingen.

Binnen het programma HotSpots zijn nog twee projecten in uitvoering, overweg Den Dolder en spoorwegovergang Soestdijkseweg te Bilthoven. Besloten is dit programma niet als separaat programma op te nemen maar de gelden voor de overweg Den Dolder toe te voegen aan het aanlegprogramma Automatische Knipperlichtinstallaties-plan (AKI)en veiligheidsknelpunten en de gelden voor de spoorwegovergang Soestdijkseweg te Bilthoven aan het al bestaande aanlegproject met deze naam.

Regionale Lijnen

Hier worden de projecten opgenomen waarvan de planuitwerking is afgerond en waarvoor de realisatiebeschikking is afgegeven. De afgesproken quickscan-maatregelen zijn vooral gericht op verbeteren van de robuustheid van de dienstregeling en de verbetering van de punctualiteit in het belang van de reiziger. Het gaat daarbij veelal om extra of snellere wissels of om andere snelheidsverhogende maatregelen

In deze begroting zijn de voor de realisatie benodigde gelden voor het project perronverlengingen Arnhem-Winterswijk (incl. snelwissel Didam) overgeheveld van het planuitwerkingsprogramma naar het realisatieprogramma.

Afgesloten projecten

Onderstaande projecten zijn afgesloten en indien noodzakelijk zijn de resterende werkzaamheden toegevoegd aan het project Nazorg gereedgekomen lijnen en halten:

  • BB21;

  • Innovatieprogramma Geluid;

  • Integrale spooruitbreiding Amsterdam-Utrecht;

  • Amsterdam Spoor 10/15;

  • Station Maarheeze;

  • Station Emmen Zuid.

Overige wijzigingen

Geluidsanering Spoorwegen

Het projectbudget is opgehoogd met de bijdrage ad € 70 miljoen van voorheen Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (voorheen VROM) dat beschikbaar was voor de bestaande saneringsoperatie van de Wet geluidhinder. Dit bedrag was eerder door voorheen VROM toegezegd en is nu verwerkt in het projectbudget. Daarnaast heeft een overboeking van € 129 miljoen plaatsgevonden vanuit het Wegenprogramma in het kader van herverdeling van budgetten voor het Meerjarenprogramma geluidsanering. Tevens is voor de afronding van de bouw van het geluidregister € 1,8 miljoen overgeboekt naar artikelonderdeel 13.02 Spoorwegen, Aanleg Spoor van het Infrastructuurfonds. Het geluidregister is op basis van het wetsvoorstel Swung noodzakelijk en bevat de brongegevens die ten grondslag liggen aan de hoogte van de geluidproductieplafonds. Dit geluidregister moet beheerd en actueel gehouden worden. Genoemde aanpassingen hebben geleid tot een bijstelling van het projectbudget met € 197 miljoen.

PHS

Het doorstroomstation Utrecht (DSSU) is een essentiële maatregel in het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS). Ten aanzien van het station en het emplacement zijn diverse maatregelen voorzien onder de noemer DSSU. Deze maatregelen zorgen voor een vergroting van de capaciteit en voor meer betrouwbaarheid van de dienstregeling op dit belangrijke spoorwegknooppunt. Vooruitlopend op de realisatie van DSSU is behoefte aan aanpassing van de geluidmaatregelen in het project Vleugel/RSS, voorbereidingen voor het 8e perron, de aanpassing van de bovenleidingdraagconstructie onder de stationshal en het verstevigen van een keerwand bij de eindsporen aan de centrumkant (de zogenaamde «buurtsporen»). Deze voorinvesteringen zijn onafhankelijk van de uiteindelijke variantkeuze voor DSSU. De voor de uitvoering van deze werkzaamheden benodigde gelden ad € 3,9 miljoen zijn overgeboekt van het planuitwerkingsbudget PHS naar het realisatiebudget PHS.

Kleine stations

De stations Emmen Zuid en Maarheeze zijn gereed. De hiermee samenhangende uitgaven ad € 3,6 miljoen maken om die reden geen onderdeel meer uit van het totale projectbudget Kleine stations.

AKI-Plan en veiligheidsknelpunten

Naar aanleiding van het advies van de Tijdelijke commissie onderhoud en innovatie spoor zijn de nog uit te voeren werkzaamheden met betrekking tot de overweg Den Dolder toegevoegd aan de scope van AKI-plan en veiligheidsknelpunten en zijn de vanaf 2013 nog te realiseren uitgaven ad € 5,7 miljoen voor deze overweg (onderdeel van het programma HotSpots) overgeboekt van 13.02.05 en toegevoegd aan dit programma. Daarnaast is in overleg met de Regio € 7 miljoen vanuit het projectbudget Vleuten-Geldermalsen toegevoegd voor de financiering van de overweg Leijenseweg.

Nazorg gereedgekomen lijnen/halten

Onder deze post worden de gerealiseerde uitgaven over het afgelopen jaar evenals de geprognosticeerde uitgaven over het lopende en de komende jaren gepresenteerd. Bij Najaarsnota 2011 is het projectbudget al met € 0,6 miljoen verlaagd als gevolg van meevallende kosten bij het project Baarn. Daarnaast bleek het, na nadere inventarisatie van de resterende werkzaamheden, mogelijk het projectbudget met € 3,1 miljoen verder te verlagen en zijn met ingang van deze begroting de restwerkzaamheden van de projecten station Emmen Zuid, integrale spoorverdubbeling Amsterdam – Utrecht en BB21 onder deze post opgenomen. Genoemde aanpassingen hebben per saldo geleid tot een toename van het projectbudget met € 8 miljoen.

OV Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad (SAAL) Korte Termijn

OV SAAL kent meerdere onderdelen die bovendien in een ander stadium van planontwikkeling zijn. Het is feitelijk meer een programma dan een project. Dit betekent dat met regelmaat wijzigingen zijn in scope, tijd en geld van onderdelen van OV SAAL. In de begroting 2012 is voor OV SAAL een realisatiebudget opgenomen van € 634 miljoen, in de begroting 2013 € 817 miljoen. Deze mutatie van € 182,7 miljoen bestaat uit twee toevoegingen aan het budget en twee verlagingen.

De toevoegingen aan het budget betreffen OV SAAL Korte Termijn (KT) cluster a (Flevolijn). Voor dit onderdeel van OV SAAL is in februari 2012 een beschikking verleend voor geluidsmaatregelen in Weesp, Muiderberg en Almere Poort; deze geluidmaatregelen worden met voorrang uitgevoerd in verband met de indienststelling van de Hanzelijn. In 2012 is voor het project als geheel een uitvoeringsbesluit genomen en is aan Prorail een beschikking verleend. Het benodigde budget (in totaal € 232,5 miljoen) is daarom overgeheveld van het planuitwerkings- naar het realisatieprogramma. Daarnaast is de planuitwerking voor cluster a afgerond en is het resterende budget (€ 0,7 miljoen) toegevoegd aan het realisatiebudget voor cluster a.

Voor OV SAAL KT cluster c (Zuidtak in Amsterdam) is het budget verlaagd met € 45,9 miljoen, omdat de scope van het project is vereenvoudigd. Van dit bedrag is € 24,2 miljoen overgeheveld naar het project Zuidas. Het toekomstperspectief van het project Zuidas is veranderd; een dokvariant wordt niet gerealiseerd. Dit betekent dat geen voorinvesteringen meer nodig zijn om het project Zuidas sneller en goedkoper te kunnen realiseren. Tenslotte is de planuitwerking voor OV SAAL KT cluster b (kleine benuttingsmaatregelen) afgesloten met de constatering dat binnen het beschikbare budget geen zinvolle en betaalbare maatregelen mogelijk waren. Het budget (€ 4,6 miljoen) is samen met de vrijgevallen middelen van cluster c (na verrekening met het project Zuidas € 21,7 miljoen) toegevoegd aan het in het planuitwerkingsprogramma opgenomen project OV SAAL MLT ter compensatie van de op dit project verwerkte taakstelling van € 45 miljoen in het kader van het vorige Regeerakkoord.

Vleuten-Geldermalsen

Zie de toelichting onder AKI-plan en veiligheidsknelpunten.

OV Terminal stationsgebied Utrecht/NSP Rotterdam

De voor ProRail beschikbare PEAT/AK dekking voor de Nieuwe Sleutel Projecten (NSP) is tot dusverre op basis van standaard bepalingen berekend. De in april 2009 door Verkeer en Waterstaat en ProRail ingestelde Commissie NSP’s heeft vastgesteld dat dit voor NSP projecten niet toereikend is en gaf de aanbeveling het PEAT/AK tekort aan te zuiveren. Deze aanbeveling is overgenomen. De extra benodigde PEAT-bedragen (€ 15,7 miljoen voor OV Terminal stationsgebied Utrecht en € 5,3 miljoen voor NSP Rotterdam) zijn toegevoegd aan de specifieke projectbudgetten.

Spoorwegovergang Soestdijkseweg te Bilthoven

Naar aanleiding van het advies van de Tijdelijke commissie onderhoud en innovatie spoor zijn de vanaf 2013 nog te realiseren uitgaven ad € 3,7 miljoen voor de overweg welke onderdeel waren van het programma HotSpots overgeboekt van 13.02.05 en toegevoegd aan dit project.

Den Haag CS: terugbouwen sporen 11/12

Oorspronkelijke verwachting was een indienststelling van de sporen 11/12 in 2013. In 2012 worden de mogelijkheden bezien om het ontwerp te vereenvoudigen, met een betrouwbaardere dienstregeling als resultaat. Vooralsnog wordt uitgegaan van een vertraging van het project met twee jaar.

Rijswijk -Schiedam

Op dit project is sprake van een kostenoverschrijding van € 77 miljoen veroorzaakt door een drietal hoofdoorzaken:

  • de kosten van het wijzigen van het uitlopen van de planning;

  • het financieringstekort in het PEAT-budget;

  • gevolgen van gewijzigde inzichten in de Delftse grondwaterstanden.

NSP Breda

Het projectbudget is als gevolg van een gerealiseerde aanbestedingsmeevaller neerwaarts bijgesteld met € 4,8 miljoen.

NSP Arnhem (onderdeel tijdelijke voorzieningen)

De tijdelijke traverse/station zijn langer in gebruik geweest dan vooraf aangenomen en de sloop van deze traverse is duurder uitgevallen dan geraamd. Als gevolg hiervan is het projectbudget verhoogd met € 0,8 miljoen.

Sporen in Arnhem

De toegevoegde indexering aan projectbudgetten op basis van IBOI kan afwijken van de werkelijk gehanteerde indexeringssystematiek in de aannemingscontracten. Hierdoor ontstane indexeringsverschillen worden in 1e instantie gedekt uit het projectbudget. Het resterende projectbudget van onderhavig project is echter onvoldoende om deze verschillen te kunnen oplossen en is om die reden opgehoogd met € 6,5 miljoen.

Traject Oost Convenant DMB (Driebergen-Maasbergen-Bunnik)

De stijging van het projectbudget met € 24 miljoen wordt verklaard doordat hogere spoorgerelateerde eisen aan de spoorconstructie worden gesteld ter beperking van gevolgen van stoptonendsein passages ofwel STS passages (zgn. veiligheidskopjes). Daarnaast is sprake van gestegen planuitwerkingskosten omdat meer tijd nodig bleek om tot een breed gedragen ontwerp te komen en een algemene kostenstijging.

Hanzelijn

Binnen het project is sprake van relatief weinig verstoringen en tegenvallers waardoor het op basis van de huidige stand van het project en ingeschatte risico’s mogelijk bleek € 41,7 miljoen vrij te laten vallen uit het budget «onvoorzien». Deze vrijval is gebruikt om de overige problematiek binnen het spoorprogramma deels op te lossen waaronder de projecten Rijswijk-Schiedam en Sporen in Arnhem.

 

Totaal MIRT

Budget in € mln. incl BTW

Oplevering

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018–2028

huidig

vorig

ProRail Projecten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Uitgaven mbt planuitwerkingen op IF 13.03.04

 

 

 

– 2

 

 

 

 

 

 

 

 

Projecten nationaal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Benutten

                       

ERTMS-pilot Asterdamdam-Utrecht

en ERTMS expertisecentrum1

47

47

 

9

19

19

       

2012/2013/2014

2013

Geluidsanering Spoorwegen

614

417

18

2

1

10

46

85

83

369

divers

divers

UPGE

22

 

 

 

4

7

3

7

 

 

divers

divers

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

 

 

 

           

 

 

 

Vervanging Dieze brug Den Bosch

2

2

 

 

1

1

     

 

2014

2014

Voorinvestering DSSU

4

0

2

0

0

2

     

 

2012

 

Stations en stationsaanpassingen

 

 

 

           

 

 

 

Kleine stations

76

80

7

14

7

5

12

12

12

7

divers

divers

Overige projecten/programma's /lijndelen etc.

 

 

 

           

 

 

 

AKI-plan en veiligheidsknelpunten

378

366

300

8

15

26

20

9

1

 

divers

divers

Fietsparkeren bij stations2

211

 

 

 

13

19

18

18

18

125

divers

divers

Nazorg gereedgekomen lijnen/halten

32

24

1

7

5

5

5

5

4

 

divers

divers

Ontsnippering

82

82

10

9

8

9

11

11

11

13

divers

divers

Programma Kleine Functiewijzigingen

565

     

37

88

166

104

45

126

divers

divers

Punctualiteits-/capaciteitsknelpunten

332

 

 

 

47

79

54

42

43

67

 

 

Reistijdverbetering

6

 

 

 

4

3

     

 

2013

0

Toegankelijkheid stations

497

 

 

 

34

52

49

51

50

262

divers

divers

Projecten Noordwest Nederland

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Amsterdam-Almere-Lelystad

   

 

 

 

 

 

 

 

 

   

OV SAAL korte termijn

817

634

28

32

50

104

113

113

117

261

2016

2016

Stations en stationsaanpassingen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Amsterdam CS, Cuypershal

37

37

3

2

4

13

12

3

1

 

2014/2015/2016

2013/2015

Amsterdam CS, Fietsenstalling

34

34

2

1

4

5

8

7

6

2

2013/2018

2013/17

Overige projecten/lijndelen etc.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Regionet (inclusief verkeersmaatregelen Schiphol)

182

182

101

21

23

13

11

3

10

1

divers

divers

Projecten Utrecht

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vleuten – Geldermalsen 4/6 sporen (incl. RSS)

956

963

540

71

30

52

58

46

36

123

2005 e.v.

2005 e.v.

Stations en stationsaanpassingen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

OV-terminal stationsgebied Utrecht (VINEX/NSP)

338

322

92

50

55

58

46

22

16

 

2016

2016

Overige projecten/lijndelen etc.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Spoorwegovergang Soestdijkseweg te Bilthoven

33

29

11

3

2

2

6

5

3

 

2013/2015

2013

Projecten Zuidvleugel

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Den Haag CS (t.b.v. NSP)

115

115

46

30

28

12

 

 

 

 

2014

2014

Den Haag CS: perronsporen 11 en 12

37

37

2

0

0

6

11

11

4

3

2015

2013

Rotterdam Centraal (t.b.v. NSP)

265

260

180

40

32

14

 

 

 

 

2013

2013

Overige projecten/lijndelen etc.

                       

Rijswijk – Schiedam incl. spoorcorridor Delft

531

453

284

57

54

36

54

30

13

3

2015/2017

2015

Projecten Brabant

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Stations en stationsaanpassingen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Breda Centraal (t.b.v. NSP)

55

59

20

9

13

5

4

3

0

 

2015

2015

Projecten Oost Nederland

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Utrecht-Arnhem-Zevenaar

   

 

                 

Arnhem Centraal (t.b.v. NSP)

107

106

73

13

11

6

6

 

 

 

2011/2014

2011/2013

Sporen in Arnhem

281

275

254

26

2

 

 

 

 

 

2011

2011

Traject Oost uitv. convenant DMB3

236

205

6

5

15

26

38

29

37

79

div. tot 2019

div. tot 2019

Overige projecten/lijndelen etc.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hanzelijn

1 038

1 080

856

74

42

6

12

12

28

10

2012

2012

Regionale lijnen Gelderland

3

0

 

2

1

 

 

 

 

 

 

 

Projecten Noord Nederland

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Partiële spooruitbreiding Groningen-Leeuwarden

5

5

1

1

1

1

1

   

 

 

 

Sporendriehoek Noord-Nederland

172

170

14

11

14

35

33

24

17

25

div

div

     

 

 

 

 

 

 

 

 

   
     

 

 

 

 

 

 

 

 

   

Totaal ProRail Projecten

8 111

 

2 651

493

572

718

796

651

551

1 477

 

 

     

 

 

 

 

 

 

 

 

   

Overige (niet ProRail) Projecten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Afdekking risico's spoorprogramma's

39

39

 

5

15

15

2

 

2

 

n.v.t.

n.v.t.

Intensivering Spoor in steden (I)

245

245

173

11

9

13

13

13

13

 

divers

divers

Spoorzone Ede

41

41

2

 

 

19

13

8

 

 

n.v.t

n.v.t

     

 

 

 

 

 

 

 

 

   

Totaal Overige (niet ProRail) Projecten

324

 

175

16

24

46

28

21

15

0

 

 

Begroting (IF 13.03.01)

 

 

 

509

596

764

824

672

566

1 477

 

 

X Noot
1

Van het totale budget zal ca € 6 mln aan ProRail worden beschikt. De overige kosten zullen met name aan NS worden beschikt voornamelijk tbv ombouw materieel, opleidingskosten en de ontwikkeling van een referentiesysteem.

X Noot
2

De gereserveerde middelen voor het programma Fietsparkeren bij stations zijn inclusief de gereserveerde gelden voor stationstallingen tbv PHS (€ 96 mln. ) en OV SAAL (€ 11 mln.)

X Noot
3

Inclusief uitgaven mbt planuitwerking verantwoord op IF 13.05.01

13.03.02 Realisatieprogramma goederenvervoer

Nazorg gereedgekomen projecten

Onder deze post worden de gerealiseerde uitgaven over het afgelopen jaar evenals de geprognosticeerde uitgaven over het lopende en de komende jaren gepresenteerd. Na een nadere inventarisatie van de resterende werkzaamheden bleek het mogelijk het budget met € 4,5 miljoen te verlagen.

Forfaitaire Aftrek

Projectorganisaties binnen Prorail maken voor de projecten een meerjarenplanning waarbij planningsrisico’s en beheersmaatregelen die genomen worden om de kans van het optreden van dit risico te reduceren worden meegewogen.

De ervaring leert dat daarnaast altijd risico’s zijn waarvan de kans op optreden klein is maar indien ze zich voordoen wel een groot effect hebben op de financiële planning. Voorbeelden hiervan zijn het niet verlenen van benodigde vergunningen, het niet verkrijgen van aangevraagde buitendienststellingen of het wijzigen van bestuurlijke afspraken. Elk jaar doet zich bij een of meerdere projecten een zodanig risico daadwerkelijk voor. Het is echter niet te voorspellen bij welke projecten. Om rekening te houden met dit soort risico's hanteert ProRail een forfaitaire planningscorrectie op het totale aanlegprogramma. Met behulp van de forfaitaire planningscorrectie wordt de trefzekerheid van de begroting voor het totale aanlegprogramma vergroot.

In de huidige situatie wordt de door ProRail opgegeven forfaitaire planningscorrectie door IenM verwerkt in de planning door het verwerken van een kasschuif op één of meer financieel omvangrijke projecten. Het toedelen naar projecten is een arbitraire keuze waarbij voornamelijk de omvang van de totale kasraming per jaar bepalend is, omdat op die manier de forfaitaire aftrek op een beperkt aantal projecten kan worden verwerkt.

De bovenbeschreven werkwijze leidt ertoe dat de in het MIRT-projectenboek gepubliceerde getallen voor de betreffende projecten niet meer aansluiten op de werkelijke voortgang van de projecten en de rapportages van ProRail. De Commissie Kuiken heeft geconstateerd dat het werken met de forfaitaire planningscorrectie het inzicht van de Tweede Kamer vertroebelt en beveelt aan expliciet aan te geven hoe deze in de begroting wordt verwerkt. Onderstaand overzicht geeft aan voor welke bedragen en op welke projecten de forfaitaire aftrek in de begroting 2013 is verwerkt.

Toedeling forfaitaire aftrek

bedragen x € 1 mln.

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018 e.v.

OV Saal Cluster C

 

– 25,0

– 19,5

– 24,5

– 26,5

10,0

85,5

Vleuten-Geldermalsen

– 20,0

– 7,0

     

2,5

24,5

Hanzelijn

– 10,0

– 10,0

– 7,5

   

17,5

10,0

Goederenroute Elst-Deventer-Twente

– 1,7

– 7,0

– 2,0

   

3,5

7,2

Rotterdam-Genua

– 2,0

 

2,0

       

Bezien wordt of in de toekomst de verwerking van de forfaitaire planningscorrectie op een betere wijze kan worden verwerkt.

Financiële inpassingen 2013

Naast het feit dat de financiële meerjarenreeksen zijn aangepast op basis van een actualisering van ProRail, zijn naar aanleiding van het Begrotingsakkoord 2012 twee taakstellingen en een kasschuif verwerkt op het aanlegprogramma Personenvervoer. Voor het kasjaar 2013 gaat het om een generieke taakstelling van € 9,3 miljoen, een inkooptaakstelling van € 4 miljoen en een verlaging van € 25,1 miljoen naar aanleiding van de kasschuif in de periode 2013–2015.

Gezien de omvang van de taakstelling 2013 bleek het mogelijk deze te dekken door projecten te temporiseren en gebruik te maken van de beperkte vrije ruimte tot en met 2020. Besloten is om vooralsnog geen projecten daadwerkelijk te vertragen.

Op onderstaande projecten zijn daarvoor kasschuiven verwerkt:

  • AKI-plan en veiligheidsknelpunten;

  • Punctualiteits-/capaciteitsknelpunten;

  • Amsterdam Zuidas WTC;

  • PHS;

  • Programma Toegankelijkheid;

  • European Rail Traffic Management System (ERTMS) pilot Amsterdam-Utrecht en expertisecentrum ERTMS;

  • NSP Utrecht.

Er is voor gekozen de kasschuiven voornamelijk te verwerken op die projecten waar de raming enige flexibiliteit bood en waarvoor nog geen juridische verplichting is aangegaan.

Spoorwegen Goederenvervoer Realisatie IF 13.03.02
 

Totaal MIRT

Budget in € mln incl. BTW

Oplevering

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018–2028

huidig

vorig

ProRail Projecten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Uitgaven mbt planuitwerking op IF 13.03.05

     

– 6

– 3

– 3

– 2

– 2

– 5

– 8

   

Projecten nationaal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PAGE risico reductie

18

18

7

1

1

2

3

3

1

0

divers

divers

Optimalisering Goederencorridor Rotterdam-Genua1

154

127

5

9

15

35

52

23

7

8

2013 e.v.

2013 e.v.

Projecten Oost Nederland

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Uitv.progr Goederenroute Elst-Deventer-Twente (NaNov)1

151

146

34

6

6

16

17

17

21

33

divers

divers

Projecten Zuidwestelijke delta

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Geluidmaatregelen Zeeuwselijn

18

18

9

0

1

2

4

2

 

 

2011/2014

2011/pm

Spooraansluiting 2e Maasvlakte achterlandverbinding1

212

212

 

2

30

60

26

28

28

39

 

 

Overige projecten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Nazorg gereedgekomen projecten

4

9

1

1

1

1

 

 

 

 

divers

divers

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal ProRail Projecten

527

 

56

12

51

114

99

70

52

72

0

0

     

 

 

 

 

 

 

 

 

   

Overige (niet ProRail) Projecten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

   

 

 

 

 

 

 

 

     

Totaal Overige (niet ProRail) Projecten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

   

 

 

 

 

 

 

 

     

Begroting (IF 13.03.02)

 

 

 

12

51

114

99

70

52

72

 

 

X Noot
1

Inclusief uitgaven mbt planstudies verantwoord op IF 13.03.05

13.03.04 Planuitwerkingsprogramma personenvervoer

Amsterdam Zuidas WTC

Zie voor een toelichting op de wijziging van het projectbudget de toelichting bij OV SAAL onder 13.03.01

Regionale Lijnen

Naast de overheveling naar het realisatie programma van € 3,3 miljoen voor Arnhem – Winterswijk is een bedrag van € 1,6 miljoen overgeboekt naar de Begroting hoofdstuk XII voor de BDU. Daarnaast is in het kader van het Programma Beter Benutten € 90 miljoen extra beschikbaar gesteld voor de aanpak van mogelijke capaciteitsknelpunten in de periode tot 2020. De vervolganalyse naar de in de Nationale Markt- en Capaciteitsanalyse geïndiceerde toekomstige, mogelijke knelpunten en de mogelijk daarvoor te treffen maatregelen is begin 2012 gestart. Daarbij worden zowel de betrokken decentrale overheden en vervoerders als ProRail betrokken. Het streven is om over de financiering van de maatregelen op basis van cofinanciering uiterlijk in het najaar van 2012 afspraken te maken met de decentrale overheden.

Reservering mogelijke compensatie NS

Bij de afspraken over de integrale concessie voor het hoofdrailnet inclusief Hogesnelheidslijn (HSL)-Zuid is met NS afgesproken dat zij € 176 miljoen betaalt onder de voorwaarde dat zij op deze activiteiten rendement behaalt dat gemiddeld hoger ligt dan vier procent (Kamerstukken II, 2011/2012, 33280A, nr. 3). Aangezien dit een voorwaardelijke afspraak betreft, bestaat het risico dat IenM NS in de toekomst hiervoor moet compenseren. IenM heeft een reservering opgenomen voor het maximale bedrag waarop NS aanspraak zou kunnen maken indien de resultaten tegenvallen; dat is € 144 miljoen. Als de resultaten van NS zich ontwikkelen zoals gepland, dan valt deze reservering vrij.

PHS

Zoals aangegeven in de begroting Infrastructuurfonds 2009 en in de brief aan de Tweede Kamer inzake het deelnemingenbeleid Rijksoverheid (Kamerstukken II, 2009/2010, 28 165, nr. 105) zal een deel van de financiering van PHS plaatsvinden vanuit de leenfaciliteit PHS. Het exacte bedrag van deze leenfaciliteit is inmiddels bepaald op € 874,6 miljoen. Dit bedrag is in mindering gebracht op het totale projectbudget. Deze mutatie heeft geen effect op de voor PHS beschikbare middelen.

De binnen PHS gereserveerde gelden voor het programma ruimte voor de fiets ad € 96 miljoen zijn toegevoegd aan het separaat in het MIRT-projectenboek opgenomen programma Ruimte voor de Fiets. Zie voor de overige toelichting op de wijziging van het projectbudget de toelichting onder 13.03.01.

OV SAAL

Bij artikelonderdeel 13.03 Spoorwegen, Aanleg Spoor is toegelicht dat door overheveling van het project OV SAAL KT cluster a van planuitwerking naar realisatie het planuitwerkingsbudget is verlaagd met

€ 233,2 miljoen. Daarnaast is een bedrag van € 11 miljoen dat binnen het project OV SAAL MLT was gereserveerd voor fietsvoorzieningen overgeheveld naar het programma Ruimte voor de Fiets. € 26,3 miljoen is van realisatie overgeheveld naar planuitwerking (zie voor toelichting artikelonderdeel 13.03 Spoorwegen, Aanleg Spoor). Het resultaat is een verlaging van het planuitwerkingsbudget voor OV SAAL met € 217,9 miljoen.

Grensoverschrijdend Spoorvervoer

Via amendement Koopmans/Cramer (Kamerstukken II, 2008/2009, 31 700 A, nr. 71) is € 6 miljoen toegevoegd aan de BDU en beschikbaar gesteld voor het regionale project Maastricht – Lanaken

(-Hasselt). Met deze € 6 miljoen is de financiering van dit project aan Nederlandse zijde rond. De € 6 miljoen maakt ook deel uit van de overeenkomst met de provincie Limburg inzake het OV-pakket. Beoogde exploitatiestart van de sneltramverbinding is 2017. Het Kabinet heeft aanvullend € 50 miljoen beschikbaar gesteld ter verwezenlijking van de ambitie uit het Regeerakkoord om het spoorvervoer over de landsgrenzen heen een impuls te geven. Dit budget is bestemd voor grensoverschrijdend personenvervoer per spoor waaronder de verbindingen naar de HSL en ICE stations net over de landsgrenzen zoals de stations van Aken en Luik.

Projecten in voorbereiding

In 2012 is een aantal projecten aangekondigd, zoals het programma Winterhard Spoor, een overkoepelende veiligheidsaanpak, aanvullende maatregelen om stoptonend seinpassages (STS) tegen te gaan en de implementatie van het nieuwe beveiligingssysteem ERTMS om de veiligheid op het spoor te garanderen. Deze projecten ondersteunen de aangekondigde overkoepelende «Lange Termijn Spooragenda». Onderdeel hiervan is een principebesluit voor de implementatie van ERTMS, waarvoor in 2013 voorbereidende werkzaamheden worden uitgevoerd.

Bedrag x € 1 mln.
 

Budget

Raming kosten

 

Planning

 

 

 

 

 

 

Projectomschrijving

taakstellend

min.

max.

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018–2028

Verplicht

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Planuitwerkingskosten op realisatieprogramma IF 13.03.01

2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Projecten Nationaal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kleine projecten Personenvervoer

5

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Reservering opbouw compensatie NS

144

 

 

 

 

 

 

 

 

UG

Projecten Noordwest-Nederland

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Amsterdam Zuidas station (NSP)

231

 

 

 

 

 

 

 

 

UG

Amsterdam Zuidas WTC/4-sporen

119

 

 

 

 

 

 

 

 

UG

Projecten Oost-Nederland

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Quick scan decentraal spoor Gelderland

27

 

 

 

 

UG

 

 

 

 

Traject Oost (convenant DMB)

8

 

 

UG

 

 

 

 

 

 

Gebonden

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Projecten Nationaal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Grensoverschrijdend Spoorvervoer

37

 

 

 

 

 

 

 

 

UG

Quick scan decentraal spoor, fase 2 (NMCA)

91

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Grensoverschrijdend Spoorvervoer, fase 2

51

 

 

 

 

 

 

 

 

UG

Programma Hoogfrequent Spoor (PHS)

1 866

 

 

 

 

 

 

 

 

UG

Reservering Business case NSP

12

 

 

 

 

 

UG

 

 

 

Projecten Noordwest-Nederland

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

OV Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad

771

 

 

 

 

 

 

 

 

UG

Bestemd

1 066

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Projecten in voorbereding:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Projecten Nationaal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

– Roadmap ERTMS

 

 

 

 

 

 

 

 

 

UG

– Winterhard spoor

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

– Overige projecten in voorbereiding

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gesignaleerde risico's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal planuitwerkingsprogramma

4 430

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Nog niet met maatregelen belegde Taakstelling Aanleg uhv BA

– 601

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Begroting (IF 13.03.04)

3 829

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Art.13.02: Nog niet met maatregelen belegde Taakstelling BenO uhv BA

– 190

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

                     

Legenda

                   

ug uitvoering gereed

                   

uhv uit hoofde van Begrotingsakkoord

                   

Verk./Planuitw. Spoor (Periode 2012–2028)

Verk./Planuitw. Spoor (Periode 2012–2028)
13.03.05 Planuitwerkingsprogramma goederenvervoer

Bedrag x € 1 mln.

Budget

Raming kosten

 

Planning

           

Projectomschrijving

taakstellend

min.

max.

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018–2028

Verplicht

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Planuitwerking op realisatieprogramma IF 13.03.02

30

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gebonden

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Projecten Nationaal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Aslastencluster III

38

 

 

 

 

 

 

UG

 

 

Europese ERMTS verbindingen

6

 

 

 

 

UG

 

 

 

 

Kleine project Goederenvervoer

5

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bestemd

232

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Projecten in voorbereding:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

– Overige projecten in voorbereiding

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gesignaleerde Risico's:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

311

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Begroting (IF 13.03.05)

311

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

                     

legenda

                   

ug uitvoering gereed

                   

Planstudie/verk. Spoor (Periode 2012-2028)

Planstudie/verk. Spoor (Periode 2012-2028)
13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

Motivering

De Staat betaalt voor de beschikbaarheid van de HSL-infrastructuur, zoals deze door het consortium Infraspeed is ontworpen, gebouwd (enkel de bovenbouw) en wordt onderhouden (onder- en bovenbouw), conform de contractuele overeenkomst tussen beide partijen. Het contractbeheer wordt uitgevoerd door ProRail, onder regie van IenM.

Producten

Het kabinet heeft in januari 1999 ingestemd met het model voor privatisering van de HSL-Zuid. De PPS is bij de onderdelen infraprovider, vervoer en stations elk op afzonderlijke wijze tot stand gekomen. Eind 2001 zijn de contracten met de infraprovider en de vervoerder getekend. Vanaf augustus 2004 is de infraprovider begonnen met het werk aan de bovenbouw. Voor de onderbouw gold dat de HSL-Zuid onderdelen gefaseerd werden opgeleverd voor de start van de werkzaamheden van de infraprovider. Op het zuidelijke deel was de eerste oplevering augustus 2004. De laatste oplevering op het noordelijke deel was in december 2005. De bovenbouw van het zuidelijke deel is opgeleverd in juli 2006 en het noordelijke deel in december 2006.

 

Totaal MIRT

Budget x € 1 mln.

Oplevering

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

later

huidig

vorig

Projecten Nationaal

                       

Beschikbaarheids-vergoeding HSL-Zuid (infraprovider) *)

3 563

3 563

720

137

149

148

148

149

149

1 963

2007

2007

Totaal

3 563

 

720

137

149

148

148

149

149

1 963

   

Begroting IF 13.04

     

137

149

148

148

149

149

     

*) In de voortgangsrapportage HSL-Zuid (tabel 6) is voor de infraprovider een totaal bedrag genoemd van € 2 996 miljoen. Dit bedrag is echter exclusief BTW. Inclusief BTW bedragen de totale uitgaven € 3 563 miljoen.

13.07 Rente en Aflossing

Motivering

Onder deze categorie uitgaven vallen de rente en aflossing van de bij ProRail uitstaande leningen, waarmee in het verleden spoorinfrastructuur gefinancierd is en in de toekomst gefinancierd wordt.

Bestaande leningen

Producten

In de periode 2005–2011 is voor € 1,8 miljard aan leningen bij ProRail afgelost. Het grootste deel hiervan is gefinancierd met het in 2009/2010 uitgekeerde Superdividend van de NS. Deze schuldreducties hebben geleid tot een verlaging van de rentelasten van € 130 miljoen in 2005 tot € 18 miljoen in 2013. Het uitstaand saldo van de leningen per eind 2011 bedroeg nog € 345 miljoen. Hiervan moet ProRail in 2012 € 32 miljoen en in 2017 € 166 miljoen aflossen. Nog niet is besloten of tot herfinanciering of schuldreductie wordt overgegaan. Om deze reden zijn voor de aflossing van deze leningen nog geen bedragen in de begroting opgenomen.

Nieuwe leningen

Een deel van het PHS zal worden gefinancierd met een leenfaciliteit (TK 28 165, nr. 105, 26-11-2009) van € 875 miljoen. De huidige planning is dat in 2017 het eerste deel van deze leenfaciliteit (€ 146 miljoen) benodigd zal zijn. Rente en aflossing van de eerste € 675 miljoen van de leenfaciliteit zullen door het ministerie van Financiën worden gedragen en van de resterende € 200 miljoen door IenM. Naar verwachting zal deze € 200 miljoen rond 2020 worden opgenomen. De rente en aflossing van deze leningen zijn nog niet opgenomen in de meerjarencijfers.

13.09 Ontvangsten

Motivering

Op dit artikelonderdeel worden de bijdragen van derde-partijen voor spooruitgaven verantwoord.

De gebruiksvergoeding die vervoerders betalen wordt door ProRail vastgesteld en geïnd (zie artikelonderdeel 13.02 Spoorwegen, Aanleg Spoor) en wordt daarom gesaldeerd met de uitgaven opgenomen in de begroting.

Concessievergoeding

Producten

Betreft de concessievergoeding die NS betaalt voor het vervoer over het Hoofdrailnet en HSA over de HSL-Zuid.

Bijdragen van derden

Betreft de bijdragen van derden aan (MIRT)projecten die niet rechtstreeks aan ProRail worden betaald, maar via IenM lopen.

Afrekeningen ProRail

Wanneer subsidie-afrekeningen tussen ProRail en IenM (zowel aanleg als beheer, onderhoud en vervanging) leiden tot een terugbetaling door ProRail en betrekking heeft op een afgesloten begrotingsjaar, worden deze verantwoord onder de ontvangsten.

Overige ontvangsten

Onder deze categorie worden onder andere de door ProRail en NS betaalde boetes en dwangsommen verantwoord. Daarnaast zal in 2015 € 56 miljoen van NS worden ontvangen in verband met een correctie op de energiekosten in het kader van de nieuwe vervoersconcessie.

Specificatie ontvangsten, bedragen x € 1 000
 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Concessievergoeding NS

75 000

60 000

60 000

182 000

182 000

189 207

Bijdragen van derden

13 729

       

5 000

Afrekeningen ProRail

           

Overige ontvangsten

2 000

   

56 000

   

13.09 Ontvangsten

90 729

60 000

60 000

238 000

182 000

194 207

Ontvangsten en uitgaven ProRail

Naast de rijksbijdragen voor beheer, onderhoud en vervanging, aanlegprojecten (MIRT) en rente en aflossing ontvangt ProRail ook gebruiksvergoeding van vervoerders en bijdragen van derden voor omgevingswerken (zowel aanleg als onderhoud). In onderstaande tabel is het totaaloverzicht opgenomen van de verwachte ontvangsten en uitgaven van ProRail. Hierbij is verondersteld dat alle planuitwerkingsbudgetten via ProRail zullen worden besteed.

Bedragen x € 1mln., incl. BTW

2012

2013

2014

2015

2016

2017

 

Rijksbijdrage beheer, onderhoud en vervanging

1 236

1 324

1 236

1 237

1 112

1 211

 

Onderhoudsbijdragen derden

45

45

54

42

42

42

 

Gebruiksvergoeding vervoerders

239

250

251

303

305

309

 

Rijksbijdrage aanlegprojecten

768

682

940

1 153

1 152

1 166

 

Leenfaciliteit PHS

0

0

0

0

0

146

 

Bijdragen aanlegprojecten derden

301

365

364

308

264

227

 

Rijksbijdrage rente en aflossing

38

18

18

18

18

18

 

Totaal inkomsten ProRail

2 627

2 684

2 863

3 061

2 893

3 119

 
               

Uitbesteed werk beheer en onderhoud

778

772

736

698

689

692

 

Vervangingsinvesteringen

405

522

507

598

479

579

 

Apparaatskosten

337

325

317

309

309

309

 

Aanlegprojecten

1 069

1 047

1 304

1 461

1 416

1 539

 

Rente en aflossing

38

18

18

18

18

18

 

Totaal uitgaven ProRail

2 627

2 684

2 882

3 084

2 911

3 137

 
               

Nog in te vullen taakstelling

0

0

– 19

– 23

– 18

– 18

 

De begrote bedragen op het Infrastructuurfonds zijn inclusief BTW, welke door ProRail wordt afgedragen aan de fiscus en daardoor niet zichtbaar zijn in jaarrekeningen, beheerplannen, enzovoort. Voor de aansluiting tussen de bedragen op het Infrastructuurfonds en de getallen van ProRail is bovenstaande tabel hieronder nogmaals opgenomen, maar dan exclusief BTW. De gearceerde bedragen zijn vervolgens terug te vinden in het schema met de financiële stromen spoorinfrastructuur, aan het einde van dit hoofdstuk.

             
               

Bedragen x € 1mln., excl. BTW

2012

2013

2014

2015

2016

2017

 
               

Rijksbijdrage beheer, onderhoud en vervanging

1 000

1 073

999

990

886

969

 

Onderhoudsbijdragen derden

38

38

45

35

35

35

 

Gebruiksvergoeding vervoerders

239

250

251

303

305

309

 

Rijksbijdrage aanlegprojecten

645

573

790

969

968

980

 

Leenfaciliteit PHS

0

0

0

0

0

146

 

Bijdragen aanlegprojecten derden

253

307

306

259

222

191

 

Rijksbijdrage rente en aflossing

32

15

15

15

15

15

 

Totaal inkomsten ProRail

2 207

2 256

2 406

2 571

2 431

2 645

 
               

Uitbesteed werk beheer en onderhoud

654

649

618

586

579

582

 

Vervangingsinvesteringen

340

439

426

503

403

487

 

Apparaatskosten

283

273

266

260

260

260

 

Aanlegprojecten

898

880

1 097

1 227

1 189

1 316

 

Rente en aflossing

32

15

15

15

15

15

 

Totaal uitgaven ProRail

2 207

2 256

2 422

2 591

2 446

2 660

 
               

Nog in te vullen taakstelling

0

0

– 16

– 20

– 15

– 15

 
               
 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

 
               

BTW-compensatie aan ProRail

420

428

457

490

462

474

 

In de figuur hieronder is het schema financiële stromen spoorinfrastructuur voor 2013 opgenomen.

Financiële sttromen spoorinfrastructuur 2013

Financiële sttromen spoorinfrastructuur 2013

Artikel 14 Regionaal, lokale infrastructuur

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Op dit artikel worden de producten op het gebied van regionale/lokale infrastructuur, de impulsen inzake de Regionale Mobiliteitsfondsen en het Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn (RSP-ZZL) toegelicht.

De producten van dit artikel zijn gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in de Begroting hoofdstuk XII 2012 bij beleidsartikel 15 Openbaar vervoer.

Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 14 Regionaal, lokale infrastructuur (x € 1 000)
 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Verplichtingen 1)

164 588

215 869

231 724

230 076

96 747

212 129

347 984

Uitgaven

338 572

422 729

135 983

261 729

153 352

256 606

398 887

waarvan juridisch verplicht

   

94%

       

14.01 Grote regionaal/lokale projecten

138 107

277 298

60 771

104 830

99 343

44 156

235 601

14.01.02 Planst. Progr. Reg/lok

69

49 177

8 135

14 910

36 317

9 921

209 852

14.01.03 Realistieprogr reg/lok

138 038

228 121

52 636

89 920

63 026

34 235

25 749

14.02 Regionale Mob. Fondsen

30 592

36 658

30 257

12 750

   

 

14.03 RSP – ZZL: Pakket Bereikbaarheid

169 873

108 773

44 955

144 149

54 009

212 450

163 286

14.03.01 RSP – ZZL: RB projecten

9 873

42 139

29 049

128 243

38 103

137 535

95 377

14.03.02 RSP – ZZL: RB mob fondsen

160 000

51 968

     

59 008

52 004

14.03.03 RSP – ZZL: REP

 

14 666

15 906

15 906

15 906

15 906

15 905

14.09 Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

1) Met uitzondering van de nog niet in uitvoering genomen aanlegprojecten worden de budgetten in 2013 als juridisch verplicht beschouwd op de peildatum 1 januari 2013. Voor de mate van verplichting van het verkenningen en planuitwerkingsprogramma tot en met 2018 wordt verwezen naar het betreffende projectoverzicht

Bedragen x € 1 000
 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

14

Regionaal, lokale infrastructuur

135 983

261 729

153 352

256 606

398 887

355 235

233 456

78 822

14.01

Grote regionaal/lokale projecten

60 771

104 830

99 343

44 156

235 601

218 604

116 825

39 129

14.02

Regionale mobiliteitsfondsen

30 257

12 750

           

14.03

RSP-ZZL: pakket bereikbaarheid

44 955

144 149

54 009

212 450

163 286

136 631

116 631

39 693

                   
 

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

135 983

261 729

153 352

256 606

398 887

355 235

233 456

78 822

(vervolg) Bedragen x € 1 000
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

14

Regionaal, lokale infrastructuur

143 539

143 500

143 506

0

0

0

0

0

14.01

Grote regionaal/lokale projecten

143 539

143 500

143 506

         

14.02

Regionale mobiliteitsfondsen

               

14.03

RSP-ZZL: pakket bereikbaarheid

               
                   
 

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

143 539

143 500

143 506

         
14.01 Grote regionale/lokale projecten

Motivering

Binnen dit artikel zijn de budgetten opgenomen voor de aanlegprojecten waarvoor een aparte projectsubsidie wordt of is verleend. Om in aanmerking te komen voor een aparte projectsubsidie moeten de kosten van de meest kosteneffectieve oplossing hoger zijn dan de grenswaarden in de BDU voor de ontvangers buiten de G3 en voor de G3 (respectievelijk € 112,5 miljoen en € 225 miljoen) en moet het project passen binnen de beleidsdoelstellingen voor regionale bereikbaarheid zoals verwoord in de Begroting hoofdstuk XII 2013 bij beleidsartikel 15 Openbaar vervoer.

Algemeen

Producten

Reg/lok projecten worden uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van de regionale overheid. IenM levert een bijdrage in de aanlegkosten van die projecten. Dit betekent ook dat de uitvoeringsperiode van een project niet gelijk hoeft te lopen met de periode waarin de rijksbijdrage beschikbaar komt in het MIRT.

Verkenningen

Voor regionale/lokale infrastructuurprojecten wordt geen apart verkenningenprogramma opgenomen in het MIRT. In de begroting zijn dan ook geen middelen voor dit product opgenomen. De verkenningen worden onder verantwoordelijkheid van de regionale overheid uitgevoerd en pas na toetsing al dan niet opgenomen in het planuitwerkingsprogramma.

Planuitwerkingsprogramma regionaal/lokaal

Van een project dat in de planuitwerkingstabel is opgenomen worden de kosten van de meest kosteneffectieve variant als basis voor de rijksbijdrage aangemerkt (onder aftrek van de eigen bijdrage van € 112,5 miljoen respectievelijk € 225 miljoen).

Wijzigingen in het planuitwerkingsprogramma:

  • A12/A20 Parallelstructuur Gouweknoop: van planuitwerking naar realisatiefase.

Nieuw in het planuitwerkingsprogramma:

  • Ombouw Amstelveenlijn. Voor de ombouw van de Amstelveenlijn is in het kader van de afspraken over de Zuidas een bijdrage van € 75 miljoen gereserveerd. Uitvoering 2015–2018.

Realisatieprogramma regionaal/lokaal

Hieronder vallen de uitgaven (subsidies) voor de realisatie van grote infrastructuurprojecten die door derden worden aangelegd.

Wijzigingen in het realisatieprogramma:

  • Tilburg Noordwesttangent: laatste stuk wordt in 2013 opgeleverd in plaats van 2012. Oorzaak is de latere oplevering van de kruising met het kanaal;

  • Beneluxmetro is (financieel) afgerond en daarom afgevoerd;

  • Den Haag Scheveningen Boulevard; bijdrage loopt via het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties/Gemeentefonds; project afgevoerd.

Nieuw in het realisatieprogramma:

  • HOV netwerk Zuid-Holland Noord. Dit is de samenvoeging van de eerder opgenomen projecten RijnGouwelijn Oost en RijnGouwelijn West. De bijdrage maakt onderdeel uit van het gebiedsbudget voor de Rijnlandroute en het HOV netwerk. De provincie heeft de scope van het project gewijzigd (Kamerstukken II, 2011/2012, 33 000-A, nr. 65);

  • A12/A20 Parallelstructuur Gouweknoop.

Projectoverzicht bij 14.01.02 Regionale/lokale infrastructuur; planuitwerking

Bedrag x € 1 mln.

Budget

Raming kosten

 

Planning

 

 

 

 

 

 

Projectomschrijving

taakstellend

min.

max.

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018–2028

Verplicht

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Projecten Zuidvleugel

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Haaglanden/Den Haag, Rotterdamsebaan

228

 

 

 

pb

uo

 

 

 

ug

Parallelstructuur A12/A20, Gouweknoop

109

 

 

pb

uo

 

 

 

ug

 

Rijn-Gouwelijn West (onderdeel van HOV netwerk Zuid-Holland Noord)1

46

 

 

pb

uo

 

 

 

ug

 

Projecten Brabant

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Eindhoven Helmond, voltooiing verkeersruit (T-structuur)

259

 

 

 

pb

uo

 

 

 

ug

Projecten Utrecht

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Utrecht, tram naar De Uithof

110

 

 

 

 

 

 

 

 

ug

Gebonden

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Projecten Noordwest-Nederland

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ombouw Amstelveenlijn (reservering)

75

 

 

 

pb

 

uo

 

 

 

Bestemd

390

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Projecten in voorbereiding

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Projecten Noordwest-Nederland

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

– HOV Amstelveen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

– Overige projecten in voorbereiding

 

variabel

 

 

 

 

 

 

 

 

Gesignaleerde risico's:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal programma planuitwerking en verkenning

1 217

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Nog niet met maatregelen belegde Taakstelling Aanleg uhv BA

– 157

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Begroting IF 14.01.02

1 060

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

                     

Legenda

                   

pb projectbesluit

                   

uo uitvoeringsopdracht (beschikking)

                   

ug uitvoering gereed

                   

uhv BA uit hoofde van Begrotingsakkoord

                   
X Noot
1

zie voor het projectonderdeel Rijn-Gouwelijn Oost het realisatieprogramma

Voorstel is om onder Projecten in voorbereiding de volgende toelichting op te nemen: «De reservering van middelen onder het kopje bestemd is bedoeld voor bijdragen die IenM zal gaan verlenen voor grote regionale/lokale projecten die op initiatief van decentrale overheden worden voorbereid en uitgevoerd. Die projecten moeten een bijdrage leveren aan het realiseren van de beleidsdoelstellingen uit de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) die voor regionale bereikbaarheid zijn geformuleerd. Het betreft zowel weg als OV projecten. Omdat de aard en omvang van de meeste van die projecten op dit moment nog niet bekend zijn kan hieraan nog geen concrete invulling worden gegeven. Voorbeelden van potentiële projecten zijn de Zuidtangent Oost en West, de N201+, het HOV netwerk Metropoolregio Amsterdam (onder andere ontsluiting Zaan/IJ oevers), HOV netwerk Arnhem-Nijmegen, Zuidvleugelnet en OWN projecten. De HOV knoop Amstelveen geeft uitvoering aan een Kamermotie (over de A9 en het OV in Amstelveen) en heeft samenhang met de ombouw van de Amstelveenlijn.

Verk/Planuitw. Reg./lok. (Periode 2012–2028)

Verk/Planuitw. Reg./lok. (Periode 2012–2028)

Projectoverzicht bij 14.01.03 Regionale/lokale infrastructuur; realisatie

Projectoverzicht behorende bij 12.03.01: Realisatieprogramma Hoofdwegennet
 

Totaal MIT/SNIP

Budget in € mln.

Openstelling

 

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

later

huidig

vorig

 

Projecten Nederland

                         

N201

178

178

147

147

           

2013

2012

 

Noord/Zuidlijn Noord-WTC1

1 173

1 168

879

56

29

90

63

34

22

 

2017

2017

 

Projecten Zuidvleugel

                         

Beneluxmetro (excl. Bodemsanering)2

660

660

658

2

           

2010/2013

2010/2013

 

HOV netwerk Zuid-Holland Noord (voorheen Rijn–Gouwelijn Oost)3

150

149

0

73

       

4

73

2016

2015

 

Randstadrail (incl. voorbereidingskosten) en aanlandign RR op Den Haag HSE4 5

890

888

854

36

           

2006/12/6

2006/09/12

 

Projecten Oost-Nederland

                         

Nijmegen 2e stadsbrug

71

71

17

30

24

         

2013

2013

 

Totaal realisatieprogramma

3 123

 

2 556

228

53

90

63

34

26

73

     

Begroting (IF 14.01.03)

3.123

   

228

53

9o

63

34

26

       
X Noot
1

Deels investeringsimpuls 1998.

X Noot
2

Deels investeringen 1994.

X Noot
3

In het HOV netwerk Zuid-holland moet het onderdeel Rijn–Gouwelijn West (zie planuitwerkingsoverzicht) worden opgenomen.

X Noot
4

Mijlpaal 2013 betreft aanlading metro Den Haag CS.

X Noot
5

Exclusief BTW en inclusief € 38 miln. HSE, € 1,6 mln. voor aanlanding HSL op Cen Haag Centraal en € 102 450,– voor evaluatie Rotterdam

14.02 Regionale mobiliteitsfondsen

Motivering

Over heel Nederland worden verschillende Regionale Mobiliteitsfondsen (RMf) gebruikt. Deze fondsen zijn gevoed op basis van de volgende impulsen:

  • Bereikbaarheidsoffensief Randstad;

  • Amendement Dijsselbloem;

  • Amendement Van der Staaij;

  • Regionale bereikbaarheid (Kwartje van Kok);

  • Amendement Van Hijum;

  • Quick Wins NWA eerste en tweede tranche;

  • Tunnel Sluiskil.

Producten

Rijksbijdrage

De rijksmiddelen in het kader van het Bereikbaarheidsoffensief Randstad (BOR; inclusief de terugsluisopbrengsten), de amendementen Dijsselbloem, Van der Staaij en Van Hijum, Regionale bereikbaarheid en Quick Wins NWA zijn volledig uitgekeerd. In het kader van Tunnel Sluiskil worden ook in 2013 rijksmiddelen beschikbaar gesteld.

Tunnel Sluiskil

Op 18 mei 2009 is de bestuursovereenkomst betreffende een tunnel bij Sluiskil getekend. In overleg met de provincie Zeeland is besloten om de IenM-bijdrage via het (her)opgerichte RMf Zeeland te laten verlopen. Het totaal van € 135 miljoen komt beschikbaar in 2010–2014.

14.03 RSP Zuiderzeelijn, pakket Regionale Bereikbaarheid

Motivering

Betreft het RSP-convenant Rijk-regio (Kamerstukken II, 2007/2008, 27 658, nr. 43)

Het pakket omvat projecten ter verbetering van de regionale bereikbaarheid (concrete bereikbaarheidsprojecten en regionaal mobiliteitsfonds) en een Ruimtelijk-economisch programma (REP).

Producten

Binnen de projecten ter verbetering van de regionale bereikbaarheid gaat het in totaal om vijf concrete bereikbaarheidsprojecten, zie 14.03.01. De rijksbijdrage voor de A7 Zuidelijke Ringweg Groningen fase 2 is inclusief € 200 miljoen uit het MIRT.

In 2009 is het RMf RSP opgericht voor Noord-Nederland. De instelling van het RMf RSP volgt uit het Convenant RSP Zuiderzeelijn d.d. 23 juni 2008. Het totale budget RMf RSP is € 970 miljoen. Dit bestaat uit € 500 miljoen bijdrage van het Rijk en € 470miljoen bijdrage van de regio. Binnen het RMf RSP is € 100 miljoen gereserveerd als bijdrage aan de concrete projecten. Zie 14.03.02. Deze bijdrage vervalt, indien na realisatie van de concrete projecten is gebleken dat deze bijdrage niet nodig is. De inzet van middelen uit het RMf RSP is een decentrale verantwoordelijkheid. Het RMf RSP is beschikbaar voor projecten, die in principe kunnen worden gerealiseerd vóór 2020.

Binnen het REP wordt onderscheid gemaakt tussen een rijksdeel en een regionaal deel. Zowel voor het rijksdeel als voor het regionaal deel is € 150 miljoen rijksbudget beschikbaar gesteld. Het rijksdeel valt onder regie van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I). Het betreffende rijksbudget wordt verantwoord op de EL&I-begroting. Het regionale deel, in totaal € 250 miljoen, valt onder regie van de regio. De rijksbijdrage voor het regionale deel, € 150 miljoen, wordt verantwoord op de begroting Infrastructuurfonds, zie 14.03.03. Ook de regio heeft € 100 miljoen beschikbaar voor het regionale deel van het REP.

De voorwaarden voor het RSP zijn beschreven in het op 23 juni 2008 ondertekende convenant Rijk-regio (Kamerstukken II, 2008/2009, 31 700 A, nr. 19).

Over de voortgang wordt de Tweede Kamer jaarlijks door middel van een voortgangsrapportage (in het najaar) geïnformeerd.

Projectoverzicht Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn
 

Totaal

Budget in € mln .

Projectomschrijving

Kosten

Totaal rijk

t/m 2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018 – 2020

Totaal regio1

Projecten Noord-Nederland

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

14.03.01 Concrete bereikbaarheidsprojecten2 3

1 415

577

18

42

29

128

38

138

95

89

200

14.03.02 Regionaal Mobiliteitsfonds

 

531

212

52

0

0

0

59

52

156

370

14.03.03 Ruimtelijk economisch programma

 

142

0

15

16

16

16

16

16

47

100

Begroting (IF 14.03)

 

1 249

230

109

45

144

54

212

163

292

670

Overige afspraken

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

LMCA Spoor: spoordriehoek4

 

167

14

11

14

34

29

24

17

24

 

Totaal rijksbijdrage Noord-Nederland

 

1 416

244

120

59

178

83

236

180

316

 

X Noot
1

Bijdrage regio zijn pp2007.

X Noot
2

Het betreft de volgende projecten: A7 Zuidelijke Ringweg Groningen (ZRG) fase 2; Bereikbaarheid Leeuwarden; Bereikbaarheid Assen; N50 Ramspol-Ens en Openbaar vervoer/spoor. De totale rijksbijdrage is inclusief € 200 mln. uit het MIRT t.b.v de A7 ZRG fase 2.

X Noot
3

Uit het regionaal mobiliteitsfonds wordt een bijdrage van € 100 mln. (prijspeil 2007) geleverd aan de concrete projecten. Deze bijdrage vervalt, indien na realisatie van de concrete projecten is gebleken dat deze bijdrage niet nodig is.

X Noot
4

Betreft Pakket Noorden, hetgeen op artikel 13 is opgenomen.

Artikel 15 Hoofdvaarwegennet

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Op dit artikel worden de producten op het gebied van Rijksvaarwegen verantwoord. Dit betreffen de onderdelen verkeersmanagement, beheer en onderhoud, aanleg en netwerkgebonden kosten.

De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in de Begroting hoofdstuk XII 2013 en vinden hun oorsprong in de SVIR en de Nota Mobiliteit (NOMO) (Kamerstukken II, 2004/2005, 29 644, nr. 6)

Het artikel Hoofdvaarwegennet op het Infrastructuurfonds is gerelateerd aan beleidsartikel 18 Scheepvaart en havens en artikel 22 Externe veiligheid en risico's op de Begroting hoofdstuk XII.

Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art.15 Hoofdvaarwegennet (x € 1 000)
 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Verplichtingen

918 852

1 076 391

893 076

817 253

524 523

552 479

598 230

Uitgaven

829 016

943 090

844 120

871 802

787 228

730 026

666 502

Waarvan juridisch verplicht: 1)

   

98%

       

15.01 Verkeersmanagement

23 366

19 525

12 770

13 336

11 803

12 652

12 651

15.01.01 Basispakket Verkeersmanagement

23 366

19 525

12 770

13 336

11 803

12 652

12 651

15.02 Beheer, onderhoud en vervanging

343 239

367 447

298 884

284 762

260 627

275 898

190 100

15.02.01 Beheer en onderhoud

202 585

136 650

180 453

154 814

142 807

163 625

183 191

15.02.02 Servicepakket B&O hoofdvaarwegen

105 026

167 651

         

15.02.04 Vervanging

35 628

63 146

118 431

129 948

117 820

112 273

6 909

15.03 Aanleg

193 644

287 591

284 743

339 668

289 951

218 654

242 753

15.03.01 Realisatie

193 644

287 591

267 323

264 229

165 447

91 677

81 048

15.03.02 Verkenningen en planuitwerkingen

   

17 420

75 439

124 504

126 977

161 705

15.04 Geintegreerde contractvormen

             

15.05 Verkenning en planuitwerking voor tracébesluit

8 550

11 721

0

0

0

0

0

15.05.01 Verkenningen

             

15.05.02 Planuitwerkingsprogramma voor tracébesluit

8 550

11 721

         

15.06 Netwerkgebonden kosten HVWN

260 217

256 806

247 723

234 036

224 847

222 822

220 998

15.06.01 Apparaatskosten RWS

247 352

244 468

235 672

220 490

212 003

209 913

208 114

15.06.02 Overige netwerkgebonden kosten

12 865

12 338

12 051

13 546

12 844

12 909

12 884

15.09 Ontvangsten

29 456

83 472

30 036

22 155

4 444

 

 

  • 1) Met uitzondering van de nog niet in uitvoering genomen aanlegprojecten worden de budgetten in 2013 als juridisch verplicht beschouwd op de peildatum 1 januari 2013. Voor de mate van verplichting van het verkenningen en planuitwerkingsprogramma tot en met 2028 wordt verwezen naar het betreffende projectoverzicht.

Onderstaand zijn de beschikbare budgetten tot en met 2028 per jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De mutaties zijn in de verdiepingsbijlage bij de begroting op hetzelfde detailniveau tot en met 2028 toegelicht.

Bedragen x € 1 000
   

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

15

Vaarwegen

uitgaven

844 120

871 802

787 228

730 026

666 502

646 900

630 085

509 499

15.01

Verkeersmanagement

 

12 770

13 336

11 803

12 652

12 651

12 651

12 651

12 651

15.02

Beheer, onderhoud en vervanging

 

298 884

284 762

260 627

275 898

190 100

217 125

173 580

215 854

15.03

Aanleg

 

284 743

339 668

289 951

218 654

242 753

197 684

224 570

61 754

15.06

Netwerkgebonden kosten HVWN

 

247 723

234 036

224 847

222 822

220 998

219 440

219 284

219 240

                     

15.09

Ontvangsten

Ontvangsten

30 036

22 155

4 444

         
 

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

 

814 084

849 647

782 784

730 026

666 502

646 900

630 085

509 499

(vervolg) Bedragen x € 1 000
   

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

15

Vaarwegen

uitgaven

681 883

646 752

638 396

591 349

704 349

746 849

765 028

510 676

15.01

Verkeersmanagement

 

12 651

12 651

12 651

12 672

12 672

12 672

12 672

12 672

15.02

Beheer, onderhoud en vervanging

 

218 056

253 356

277 795

271 826

271 826

274 326

277 011

266 085

15.03

Aanleg

 

229 774

159 343

126 548

85 074

198 074

238 074

253 568

10 142

15.06

Netwerkgebonden kosten HVWN

 

221 402

221 402

221 402

221 777

221 777

221 777

221 777

221 777

                     

15.09

Ontvangsten

Ontvangsten

               
 

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

 

681 883

646 752

638 396

591 349

704 349

746 849

765 028

510 676

15.01 Verkeersmanagement

Motivering

De activiteiten binnen verkeersmanagement worden uitgevoerd om een vlotter en veiliger scheepvaartverkeer op het hoofdvaarwegennet te realiseren.

Voor de periode 2013–2016 zijn met Rijkswaterstaat ten behoeve van het verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud nieuwe prestatieafspraken gemaakt en zijn nieuwe indicatoren opgesteld om beter aan te sluiten op de beleidsdoelen.

Verkeersmanagement

Producten

Bij verkeersmanagement gaat het voornamelijk om de volgende activiteiten:

  • Verkeersbegeleiding, bediening van objecten en vaarwegmarkering;

  • Monitoring en informatieverstrekking;

  • Vergunningverlening en handhaving;

  • Crisisbeheersing en preventie.

In het goederenvervoer over water is een groei voorzien, die deels met verkeersmanagement wordt gefaciliteerd. Daarnaast moet de betrouwbaarheid en reistijd op orde worden gebracht. Operationele beleidsdoelstellingen op het gebied van verkeersmanagement zijn:

  • Het zoveel mogelijk beperken van de gemiddelde structurele wachttijd bij sluizen in de hoofdvaarwegen;

  • Het afstemmen van de bediening van bruggen en sluizen op de vraag vanuit de markt.

De bediening van sluizen en beweegbare bruggen zal conform het vigerende Beheerplan Rijkswateren (2010–2015) worden uitgevoerd. Waar mogelijk en zinvol wordt samen met de andere overheden naar centrale bediening op vaarroutes overgeschakeld. Vanzelfsprekend wordt getracht om de bediening zodanig in te richten, dat wachttijden en stremmingen zo veel mogelijk worden beperkt. Een goede informatievoorziening hierover aan gebruikers is daarbij van groot belang. Met het toezicht op het water dat door Rijkswaterstaat (onder andere samen met het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD)) wordt uitgevoerd, wordt beoogd de veiligheid voor de gebruikers te borgen. Dit toezicht heeft ook een preventieve werking. Met de inwerkingtreding van de nieuwe Binnenvaartwet is meer nadruk komen te liggen op bestuursrechtelijke handhaving door IenM (in plaats van strafrechtelijke handhaving door het KLPD). In geval van calamiteiten, zoals schade en verontreinigingen, wordt hierover bericht en adequaat opgetreden. Hiervoor is een calamiteitenorganisatie operationeel.

Automatic Identification System (AIS)

De invoering van AIS transponders maakt deel uit van de implementatie van River Information Services (RIS) in Nederland. De invoering van RIS vloeit voort uit de EU RIS richtlijn (2005/44).

Schepen uitgerust met AIS-transponders worden automatisch aangemeld bij, en kunnen gevolgd worden door de bedien- en verkeerscentrales van Rijkswaterstaat. Dit maakt het mogelijk om:

  • De veiligheid van het scheepvaartverkeer te verhogen;

  • De bestaande infrastructuur beter te benutten en daarmee de komende jaren de groei van het scheepvaartverkeer beter op te vangen;

  • Efficiencywinst te realiseren bij de verkeersposten en bedieningscentrales van Rijkswaterstaat.

In november 2006 heeft de minister van het voormalige VenW een convenant afgesloten met vier brancheorganisaties uit de binnenvaart. In dit convenant is afgesproken, dat de Staat bereid is om, gedurende de periode van vrijwillige invoering, een deel van de kosten van de aanschaf en installatie van AIS aan boord van binnenvaartschepen voor haar rekening te nemen. Tot en met 31 december 2012 kan gebruik gemaakt worden van de regeling. Betaling van subsidieverzoeken kan hierdoor tot begin 2013 doorlopen.

Meetbare gegevens verkeersmanagement

Specificatie bedieningsareaal

       

Areaalomschrijving

Eenheid

2011

2012

2013

Begeleide vaarweg in km

km

594

594

594

Bediende objecten in aantallen

aantal

212

212

212

Toelichting

Alleen de vaarwegen die vanuit vaste verkeersposten worden begeleid, zijn in het hierboven opgenomen areaal meegeteld. De vaarwegen in beheer bij Rijkswaterstaat die met patrouillevaartuigen worden bestreken, zijn niet meegerekend.

De indicator passeertijden is opgenomen in beleidsartikel 18 Scheepvaart en havens van de Begroting hoofdstuk XII.

15.02 Beheer, onderhoud en vervanging

Motivering

Beheer en onderhoud wordt uitgevoerd om het hoofdvaarwegennet in een staat te houden, die noodzakelijk is voor het faciliteren van vlot, veilig, duurzaam en comfortabel vervoer van goederen.

Producten

In de begroting van 2012 (bijlage 4.2) is aangegeven, dat onafhankelijk onderzoek heeft bevestigd, dat de beschikbare middelen voor beheer, onderhoud en vervanging onvoldoende waren. Dat heeft in de begroting 2012 geresulteerd in een oplossing van de problematiek door een verhoging van het budget, efficiencymaatregelen en versoberingen van het onderhoudsniveau. In 2012 zijn deze versoberingen verder uitgewerkt. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar bijlage 5.

Wat betreft de vervanging voert Rijkswaterstaat nader onderzoek uit, waarmee steeds concreter wordt, wanneer kunstwerken in aanmerking komen voor vervanging of renovatie en wat de precieze omvang van de problematiek is.

Voor de periode 2013–2016 zijn met Rijkswaterstaat ten behoeve van het Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud nieuwe prestatieafspraken gemaakt en zijn nieuwe indicatoren opgesteld om beter aan te sluiten op de beleidsdoelen.

Voor de volledigheid wordt ook verwezen naar artikelonderdeel 18.12 Nader toe te wijzen B&O en Vervanging, waaronder de middelen voor beheer en onderhoud en vervanging zijn bestemd, die nog niet aan netwerken kunnen worden toebedeeld.

15.02.01 Beheer en Onderhoud

Een voorwaarde voor het optimaal gebruiken van het vaarwegennet is de bedrijfszekerheid van de infrastructuur van de vaarwegen. Deze kan alleen worden gegarandeerd, indien de infrastructuur preventief wordt beheerd en onderhouden. Daarnaast vindt correctief onderhoud plaats, waarbij de beheerder geconfronteerd kan worden met onverwacht functieverlies en aan de gebruiker ongewild minder service kan worden geboden (stremmingen, beperkingen). Zowel het preventief als het correctief onderhoud valt onder Beheer en Onderhoud.

De activiteiten zijn erop gericht, om de scheepvaart (beroeps- en recreatievaart) zo goed mogelijk te faciliteren. Het betreft maatregelen om de breedte en diepte van de vaarweg te handhaven. Daarnaast betreft het maatregelen om de kunstwerken (sluizen en bruggen) en verkeersvoorzieningen te laten functioneren. Om verkeersoverlast tot een minimum te beperken, worden de werkzaamheden goed afgestemd; zowel onderling als met werkzaamheden die voortkomen uit het aanlegprogramma en/of het hoofdwatersysteem.

Kustwacht

De Kustwacht Nederland is een organisatie met eigen taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. De directeur Kustwacht maakt jaarlijks een Activiteitenplan en Begroting (APB) en legt dit voor aan de raad voor de kustwacht. De ministerraad stelt het APB vervolgens vast.

De directeur Kustwacht heeft onvoorwaardelijke zeggenschap over vier schepen, die (vrijwel) full time kustwachttaken uitvoeren. Daarnaast heeft de directeur trekkingsrechten voor een aantal dagen per jaar op schepen van de Rijksrederij en schepen, vliegtuigen en helikopters van het ministerie van Defensie.

De minister van IenM is als coördinerend minister voor Noordzee-aangelegenheden verantwoordelijk voor het proces van totstandkoming van geïntegreerd beleid en het activiteitenplan en de begroting voor de Noordzee. De overzichtsconstructie Kustwacht nieuwe stijl is als bijlage aan deze begroting toegevoegd.

Overige maatregelen

De in de vorige begrotingen onder de term «servicepakketten» geoormerkte projecten (15.02.02) zijn met ingang van deze begroting ondergebracht bij Beheer en Onderhoud, omdat deze projecten naar hun aard meer overeenkomsten vertonen met reguliere beheer- en onderhoudstaken, dan dat het afzonderlijke kleine functieverbeterende maatregelen zijn.

Overdracht Brokx-Nat

De nog over te dragen vaarwegen in het kader van Brokx-nat zijn in beeld gebracht in een eindbalans, op basis waarvan de Tweede Kamer in 2002 is geïnformeerd (Kamerstukken II, 2002/2003, 28 600 XII, nr. 17). Eind 2011 zijn middelen gebruikt voor een deel van de afkoop van de zijtakken van de Fries-Groningse kanalen. Nog slechts enkele kleinschalige verplichtingen resteren, die op dit artikel worden geboekt.

Fries-Groningse kanalen

De hieraan gerelateerde uitgaven hebben betrekking op de Rijksbijdrage aan de provincies Groningen en Friesland voor het onderhoud van de Fries-Groningse kanalen. De Rijksbijdrage voor het onderhoud van de Fries-Groningse kanalen is vastgelegd in een convenant, dat gesloten is met de provincies Friesland en Groningen. De kanalen zijn eigendom van deze provincies en zij zijn tot en met 2012 primair verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud. Voor het beheer en onderhoud ontvangen beide provincies jaarlijkse rijksbijdragen in de vorm van een specifieke uitkering. Eind 2011 is een nieuw convenant gesloten, waarmee de verantwoordelijkheid voor de zogeheten zijtakken volledig bij de provincie is komen te liggen. Het beheer en eigendom van de hoofdvaarweg gaat per 1 januari 2013 of uiterlijk 1 januari 2014 over naar het Rijk. Hiervoor wordt gedurende 2012 nader onderzoek gepleegd en eind 2012 een besluit genomen.

Meetbare gegevens Beheer en onderhoud hoofdvaarwegen

In onderstaande figuur is een verdeling gegeven van de beheer- en onderhoudskosten over oevers, bodems, kunstwerken en verkeersvoorzieningen. Deze percentages zijn gebaseerd op het meerjarig gemiddeld benodigde budget: van jaar tot jaar kan het actueel uitgegeven percentage fluctueren.

HVWN

HVWN

Ten aanzien van Beheer en onderhoud is er het volgende areaal:

 

Areaal

Eenheid

Omvang

2013

Budget x € 1 000

2013

 

Vaarwegen

km

7 609

180 453

Toelichting

Het areaal bestaat enerzijds uit de hoofdtransportassen (HTA), hoofdvaarwegen (HVW) en overige vaarwegen (OVW), die ten behoeve van de binnenvaart in beheer zijn bij Rijkswaterstaat en die in totaal 3 730 kilometer meten en anderzijds het aantal kilometer zeevaartweg van in totaal 3 879 kilometer.

Indicatoren Beheer en Onderhoud:

Indicator

streefwaarde 2013

uren gestremd

Technische Beschikbaarheid (gehele areaal)

Hoofdtransportas

Hoofdvaarweg

Overige vaarweg

99,00%

99,60%

98,50%

99,40%

nvt

nvt

nvt

nvt

Geplande stremmingen (gehele areaal)

Hoofdtransportas

Hoofdvaarweg

Overige vaarwel

0,80%

0,30%

1,40%

0,30%

3 365

236

2 709

420

Ongeplande stremmingen (gehele areaal)

Hoofdtransportas

Hoofdvaarweg

Overige vaarwel

0,20%

0,10%

0,10%

0,40%

711

80

146

485

Toelichting

  • Bij de nieuwe prestatieafspraken is gekozen voor indicatoren, die beter aansluiten bij de beleidsdoelstellingen met betrekking tot de beschikbaarheid en betrouwbaarheid van het hoofdvaarwegennet. De indicator uit de voorgaande begrotingen, namelijk de indicator «vaarbak op orde» is vervangen door de indicator «technische beschikbaarheid». Deze indicator geeft aan, in welke mate het vaarwegennet beschikbaar is voor veilig gebruik.

  • De geplande en ongeplande stremmingen geven een beeld van de betrouwbaarheid en beschikbaarheid van de sluizen en bruggen op deze vaarwegen. De percentages zijn berekend door de stremmingen af te zetten tegen de totale bedientijd van deze objecten.

Voor deze drie nieuwe indicatoren zullen op basis van proefmetingen nieuwe streefwaarden worden vastgesteld. De streefwaarde voor 2013 is een eerste inschatting op basis van de gemiddelde prestaties over de jaren 2010 en 2011. Gedurende de komende jaren zullen de daadwerkelijke prestaties worden gemonitord en worden vastgesteld of een bijstelling van de prestatieafspraken nodig is.

15.02.04 Vervanging

Onder de categorie Vervanging3 vallen uitgaven voor werkzaamheden die betrekking hebben op renovatie- en vervangingsinvesteringen. Door de veroudering van de infrastructuur en het veel intensievere gebruik dan bij ontwerp voorzien, zal geïnvesteerd moeten worden in de vervanging dan wel renovatie hiervan.

Het budget dat op dit artikelonderdeel in de huidige begrotingsperiode is opgenomen is bestemd voor het resterende deel van het Plan van Aanpak Beheer en Onderhoud (Impuls) en voor het programma NOMO achterstallig onderhoud vaarwegen (NOMO AOV).

Het Plan van Aanpak Beheer en Onderhoud (Impuls) is in 2004 gestart. Voor een aantal projecten uit de impuls Beheer en Onderhoud kent de uitvoeringsperiode een uitloop. Betreft het project Rotterdam-België/Zeeland (renovatie van onder andere de Volkeraksluizen en baggeren) en het project natte bruggen over het Amsterdam-Rijnkanaal (t/m 2016). De overige projecten zijn in 2012 afgerond. Hierover zal in de verantwoording van het Infrastructuurfonds 2012 worden verantwoord.

Het NOMO achterstallig onderhoud vaarwegen (NOMO AOV) betreft het programma, waarin onderhoudsactiviteiten zijn opgesteld voor het inlopen van het achterstallig onderhoud aan de vaarwegen. De bij de begroting van 2009 in dit programma opgenomen projecten zullen, conform de wens van Tweede Kamer en de sector, in 2016 zijn afgerond.

Projecten

 

Programma

Uitvoeringsperiode

Budget (indicatief in € mln)

Rotterdam-België/ Zeeland: renovatie o.a. Volkeraksluizen en baggeren

1

IMPULS

2005–2009/2011/2013

89

Natte bruggen 2004–2010/2016

2

IMPULS

2004–2011/2016

110

Maas; baggeren en kunstwerken

3

IMPULS

2004–2010/2012

57

Onderhoud damwanden en vaarwegen Zeeland

4

NOMO AOV

2008–2016

62

Oevers Amsterdam-Rijnkanaal (damwanden en meerplaatsen)

5

NOMO AOV

2011–2016

118

Renovatie Havenhoofden Ijmuiden

6

NOMO AOV

2009–2015

49

Achterstallig basisonderhoud diverse regio’s

7

NOMO AOV

2007–2016

128

Onderhoud oevers en bodems Brabantse kanalen

8

NOMO AOV

2009–2015

47

Onderhoud Oevers en bodems vaarwegen Zuid Holland

9

NOMO AOV

2007–2016

79

Renovatie kunstwerken Limburg en IJsselmeergebied

10

NOMO AOV

2007–2014

84

Onderhoud Oevers en bodems Maasroute

11

NOMO AOV

2008–2016

61

Aanpassing bodembescherming, sluizen en bruggen en overige kunstwerken i.v.m. hogere belasting Noord-Holland

12

NOMO AOV

2011–2016

44

Onderhoud vaargeulen NederRijn, IJssel, Twentekanalen/Meppelerdiep en Zwarte Water

13

NOMO AOV

2009–2016

78

Renovatie stalen boogbruggen Utrecht

14

NOMO AOV

2011–2016

62

Toelichting:

  • 1. De baggerwerkzaamheden zijn in 2009 opgeleverd. De gecombineerde renovatie van de Volkeraksluizen en de Haringvlietsluizen is 1 februari 2012 formeel opgeleverd. Diverse werkzaamheden aan de sluizen in Zeeland (onder andere Hansweert) moeten in combinatie met de Modernisering Object Bediening Zeeland (MOBZ) worden uitgevoerd. De oplevering van het totale pakket aan maatregelen staat hierdoor nu voor 2013 gepland.

  • 2. Buiten de bruggen over het Amsterdam Rijnkanaal is dit project opgeleverd. In overleg met gemeenten is een plan opgesteld om het gehele pakket aan bruggen over het Amsterdam-Rijnkanaal gefaseerd aan te pakken. Volledige oplevering zal in 2016 plaatsvinden.

  • 3. De renovatiewerkzaamheden die gecombineerd zijn met de kolkverlenging van Maasbracht en Born, zullen naar verwachting in 2012 worden opgeleverd. Hiermee zal het totale project zijn afgerond.

  • 4. Een groot deel van de werkzaamheden voor dit project wordt gecombineerd met de realisatie van bediening op afstand op de grote sluizen in Zeeland tot en met 2013.

  • 5. De renovatie van de zeer urgente oevervakken is in 2011 afgerond. In 2012 is de aanbesteding voor de renovatie van de overige oevers voorbereid. Naar verwachting kunnen de werkzaamheden hiervoor in 2013 starten.

  • 6. Al in 2009 is gestart met de uitvoering van diverse kleine renovatiemaatregelen aan de havenhoofden, die jaarlijks worden uitgevoerd. In de afgelopen jaren zijn diverse inspecties en onderzoeken uitgevoerd om de lange termijn onderhoudsstrategie op te stellen. Deze wordt begin 2013 afgerond. Op basis hiervan zal een besluit genomen worden over de vervolgaanpak van de renovatie.

  • 7. Veel werkzaamheden uit dit project zijn uitgevoerd, behoudens enkele kleine maatregelen. Alleen nog de berging van een viertal wrakken op de Noordzee resteert en het groot onderhoud aan diverse bruggen in Oost-Nederland. Deze werkzaamheden zullen tot en met 2016 worden uitgevoerd.

  • 8. De werkzaamheden aan de Brabantse kanalen verlopen voorspoedig. De verwachting is, dat al in 2013 onder andere de werkzaamheden aan sluis 1 (Wilhelminakanaal) en de Marksluis worden afgerond. Mogelijk dat de totale oplevering van dit project al in 2014 kan plaatsvinden.

  • 9. In 2012 worden naar verwachting de werkzaamheden aan de Goereese bruggen en sluis en de constructie en aanlegvoorzieningen bij Berghaven afgerond. De voorbereiding voor de resterende maatregelen is al gestart. De uitvoering hiervan zal naar verwachting in 2013 starten.

  • 10. In 2012 is de renovatie van de Houtribsluizen afgerond. Hiermee zijn alle werkzaamheden in het IJsselmeergebied gereed. Op de Maasroute vindt in 2013 nog wel een aantal renovatiewerkzaamheden plaats in combinatie met het project Maasroute.

  • 11. De huidige verwachting is, dat alle renovatiewerkzaamheden al in 2014 zijn afgerond. De baggerwerkzaamheden verlopen voorspoedig en zijn naar verwachting in 2013 afgerond. De overige werkzaamheden worden verspreid over de uitvoeringsperiode 2013–2016 in combinatie met het prestatiecontract voor het regulier onderhoud aan de Maasroute.

  • 12. Migratie van de besturing- en bediensystemen van de sluizen Noordzeekanaal is gestart en wordt naar verwachting in 2014 opgeleverd. Overige werkzaamheden zullen verspreid over de periode tot en met 2016 worden uitgevoerd.

  • 13. Diverse kleinere baggerwerkzaamheden zijn al uitgevoerd in de periode tot en met 2010. Overige maatregelen worden voorbereid in combinatie met het project Verruiming Twentekanalen (fase 2), waarvoor eind 2012 een voorkeursbeslissing wordt verwacht.

  • 14. Het totale bruggenpakket is in uitvoering. Het betreft het wegwerken van achterstallig groot onderhoud en herstel van de functionaliteit zodat de Schellingwouderbrug, Amsterdamsebrug, Weesperbrug, Loenerslootsebrug, Breukelerbrug, Jutphasebrug, Overeindsebrug en Schalkwijksebrug voor de komende 30 jaar weer voldoen aan de huidige normen en richtlijnen.

15.03 Aanleg

Motivering

Onder dit programma vallen alle activiteiten die noodzakelijk zijn voor de aanleg- en planuitwerking activiteiten bij het hoofdvaarwegen netwerk.

15.03.01 Realisatie

Producten

In 2013 worden naar verwachting de volgende projecten opgeleverd:

  • Verdieping vaarweg Harlingen-Kornwerderzand (Boontjes);

  • Amendement ligplaatsen;

  • Diverse projecten in het kader van Quick-Win regeling binnenhavens.

Naar verwachting start in 2013 de realisatie van het volgende project:

  • De Zaan (Wilhelminasluis);

  • Verbreding Wilhelminakanaal bij Tilburg;

  • Ombouw sluis bij Zwartsluis.

De belangrijkste (budgettaire) aanpassingen betreffen de volgende projecten:

  • Het taakstellend budget voor het project Maasroute-fase 2 is met € 33,9 miljoen verhoogd vanwege de overgang van het projectonderdeel Verruimen Bocht Elsloo van planuitwerkingsfase naar realisatiefase.

  • Het taakstellend budget voor het project Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 1 is met € 31,5 miljoen verhoogd vanwege de overgang van het deelproject Brug Burgum van planuitswerkingfase naar realisatiefase.

  • Het project Verbreding Maasgeul is van de planuitwerkingsfase naar de realisatiefase gegaan.

  • Het project Amsterdam Rijnkanaal, verwijderen keersluis Zeeburg is eind 2011 van de planuitwerkingsfase naar de realisatiefase gegaan.

  • De uitvoeringsplanning van het project De Zaan (Wilhelminasluis) is door de provincie aangepast om tijdens de uitvoering de bereikbaarheid beter te waarborgen.

  • In 2012 is besloten om voor de derde tranche Quick Wins binnenhavens een bedrag van maximaal € 20 miljoen beschikbaar te stellen. Deze derde tranche zal zich richten op een beperkt aantal infrastructurele projecten voor het faciliteren van containervervoer over water. Eind 2012 is toewijzing aan de ingediende voorstellen voorzien. De uitvoering van deze projecten is voorzien in de periode tussen 2013 en eind 2015.

  • Zuid-Willemsvaart, Maas-Veghel: Het taakstellende projectbudget is met € 4 miljoen opgehoogd door budgetoverheveling vanuit Rw2 Rondweg Den-Bosch (hoofdwegennet-realisatie) voor de uitvoering van werkzaamheden aan de aansluiting A2.

Voor nadere toelichtingen op projectniveau, wordt verwezen naar het MIRT-projectenboek (www.mirtprojectenboek.nl).

Projectoverzicht behorende bij 15.03.01: Realisatie
 

Totaal

Budget in € mln.

Oplevering

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

later

huidig

vorig

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Projecten Nationaal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dynamisch verkeersmanagement

87

87

7

29

31

20

       

2014

2013

Quick Wins Binnenhavens

97

103

52

23

10

8

3

1

   

eind 2012

2011/2013

Projecten Noordwest-Nederland

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Amsterdam – Rijnkanaal, verwijderen keersluis Zeeburg

14

 

1

2

4

5

2

     

2015

 

De Zaan (Wilhelminasluis)

13

13

10

   

3

       

2015

2014

Verbeteren vaargeul IJsselmeer Amsterdam-Lemmer

13

16

12

 

1

         

na 2011

na 2011

Walradar Noordzeekanaal

26

26

15

8

3

         

2012

2012

Projecten Utrecht

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Lekkanaal, verbreding kanaalzijde en uitbreiding ligplaatsen

16

17

8

     

2

2

2

2

na 2013

na 2013

Projecten Zuidvleugel

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Verbreding Maasgeul

2

   

2

           

2012

 

Projecten Brabant

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Wilhelminakanaal Tilburg

76

74

 

2

15

32

27

     

2016

2016

Zuid-Willemsvaart; Maas-Veghel

421

417

91

91

95

60

25

35

24

 

2015

2015

Zuid-Willemsvaart; renovatie middendeel klasse II

52

55

50

2

           

2008

2008

Zuid-Willemsvaart; vervanging sluizen 4, 5 en 6

70

78

53

1

 

16

       

2011

2011

Projecten Limburg

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bouw 4e sluiskolk Ternaaien

9

9

9

             

2015

 

Maasroute, modernisering fase 2

636

601

227

104

70

65

55

50

40

25

in 2018

 

Projecten Oost Nederland

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vaarweg Meppel-Ramspol (keersluis Zwartsluis)

Vaarweg Meppel-Ramspol

(keersluis Zwartsluis)

51

51

1

3

12

19

14

1

1

 

2015

2015

Projecten Noord-Nederland

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vaarweg Lemmer – Delfzijl fase 1; verbetering tot klasse Va

279

247

151

11

26

27

33

 

14

17

2015

2014

Verruiming vaarweg Eemshaven – Noordzee

4

4

4

             

– 

– 

Overige projecten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Amendement ligplaatsen

6

   

6

           

divers

 

Duurzame havens

5

5

1

2

1

1

       

2014

2012

Kleine projecten

92

92

92

             

nvt

nvt

Ligplaatsvoorzieningen

3

4

3

             

2007

2007

Walradarsystemen

29

36

13

1

1

8

3

3

   

divers

divers

Afronding

     

– 3

– 2

 

1

   

1

   

Totaal uitvoeringsprogramma

2 001

 

800

284

267

264

165

92

81

45

 

 

Realisatieuitgaven op IF 15.03.01 mbt planuitwerkingsprojecten

     

4

               

Begroting (IF 15.03.01)

 

 

 

288

267

264

165

92

81

45

 

 

  • 1) Het project is weliswaar toegevoegd aan de realisatie, maar zit nog in de planuitwerkingsfase omdat het TB door de Raad van State is vernietigd.

  • 2) Betreft een aantal kleinere maatregelen, deels nog in voorbereiding.

  • 3) Alle 9 projecten zijn in 2011 gestart. De looptijd van de projecten is verschillend, het eerste project wordt in 2012 afgerond. Begin 2014 moet het laatste project zijn afgerond.

15.03.02 Verkenningen en planuitwerkingen

Verkenningen

Voor het project Grote zeesluis in het kanaal Gent-Terneuzen is begin 2012 een voorkeursbeslissing genomen en daarmee is het project over gegaan naar de planuitwerkingsfase.

Voor de verkenning Volkeraksluizen wordt eind 2012 een voorkeursbeslissing verwacht.

Planuitwerkingsprogramma

De belangrijkste (budgettaire) aanpassingen betreft de volgende projecten:

  • Van het project Maasroute, modernisering fase 2 (verbreding Julianakanaal) is het projectonderdeel Verruimen Bocht Elsloo (€ 33,9 miljoen) van planuitwerkingsfase naar realisatiefase gegaan.

  • Het project Verbreding Maasgeul is van de planuitwerkingsfase naar de realisatiefase gegaan.

Over de voortgang van het planuitwerkingsprogramma is het volgende te melden:

  • Voor het project Lekkanaal/3e kolk Beatrixsluis is begin 2012 een voorkeursbeslissing genomen en een bestuursovereenkomst gesloten. De planuitwerking is gestart en eind 2013 wordt een tracébesluit verwacht;

  • Het project Amsterdam-Rijnkanaal, verwijderen keersluis Zeeburg is eind 2011 naar de realisatiefase gegaan;

  • Naar verwachting zal het project Verdieping vaarweg Harlingen-Kornwerderzand (Boontjes) eind 2012 naar de realisatiefase gaan;

  • In 2012 is een voorkeursbeslissing voor de Zeetoegang IJmond genomen. Op basis van verbeterde inzichten in de doorlooptijden van het provinciaal inpassingsplan en de voorbereiding van de DBFM-contractering is de planning geactualiseerd. De projectbeslissing wordt verwacht in 2013 en openstelling in 2019;

  • Door aanvulling op de Milieueffectrapportage wordt de besluitvorming voor Lichteren Buitenhaven IJmuiden vertraagd. Eind 2013/begin 2014 wordt een projectbeslissing verwacht;

  • Medio 2012 heeft bestuurlijk overleg plaatsgevonden met de regio over mogelijke versnelling van het project Vaarweg IJsselmeer-Meppel. Voorfinanciering door de regio is niet aan de orde, waardoor de planning gehandhaafd blijft;

  • Voor het project Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen IJssel wordt in 2013 een projectbeslissing verwacht, afhankelijk van de lokale inpassingproblematiek;

  • In 2012 is besloten om voor het projectonderdeel overnachtingshaven Lobith, onderdeel van het project Toekomstvisie Waal, de planuitwerking deels over te dragen aan de provincie Gelderland, die in combinatie daarmee een provinciaal inpassingsplan zal opstellen. Ook is een besluit genomen tot een pilot Langsdammen, gericht op meer inzicht op het beïnvloeden van sedimentatie en bodemdaling op de Waal. Dit deelproject wordt opgepakt binnen het programma Ruimte voor de Rivier. Hiervoor is € 14 miljoen overgeboekt;

  • Begin 2012 is een voorkeursbeslissing voor het project Capaciteitsuitbreiding sluis Eefde genomen. De voorkeursbeslissing voor het project Verruiming Twentekanalen (fase 2) wordt eind 2012 verwacht. Voor sluis Eefde volgt naar verwachting in 2013 een projectbeslissing;

  • Het deelproject Brug Burgum uit het project Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 2 is medio 2012 naar de realisatiefase gegaan en toegevoegd aan het project Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 1.

Projectoverzicht behorende bij 15.03.02 Verkenningen en planuitwerkingen

Bedrag x € 1 mln.

Budget

Raming kosten

 

Planning

 

 

 

 

 

 

Projectomschrijving

taakstellend

min.

max.

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018–2028

Verplicht

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Realisatieuitgaven op IF 15.03.01 mbt planuitwerkingsprojecten

– 4

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Projecten Noordwest-Nederland

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zeetoegang IJmond

574

 

 

pn

pb

 

 

 

 

ug

Projecten Utrecht

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Lekkanaal/3e kolk Beatrixsluis

213

 

 

 

tb

 

uo

 

 

ug

Projecten Zuidwestelijke Delta

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Grote zeesluis in het kanaal Gent-Terneuzen

168

 

 

 

 

 

 

 

 

ug

Max. bijdrage aan Vlaanderen kanaalaanpassingen t.b.v. Zeesluis

150

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Projecten Limburg

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Maasroute, moderinisering fase 2, verbreding Julianakanaal

31

 

 

uo

 

 

 

 

ug

 

Projecten Noord-Nederland

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 2

99

 

 

 

 

 

 

 

 

ug

Verdieping vaarweg Harlingen-Kornwerderzand (Boontjes)

5

 

 

pb/uo

ug

 

 

 

 

 

Verruiming vaarweg Eemshaven-Noordzee

42

 

 

 

 

tb

 

 

ug

 

Gebonden

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Projecten Noordwest-Nederland

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Amsterdam-Lemmer

6

 

 

 

 

 

 

 

 

ug

Lichteren buitenhaven IJmuiden

63

 

 

pn

 

pb / uo

 

 

ug

 

Vaarweg IJsselmeer-Meppel

35

 

 

 

 

 

 

 

 

ug

Projecten Zuidvleugel

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Beneden-Lek

3

 

 

 

uo

 

 

ug

 

 

Capaciteitsuitbreiding overnachtingplaatsen Merwedes

28

 

 

 

pn/pb

uo

 

 

ug

 

Verkeerssituatie splitsing Hollandsch Diep-Dordtsche Kil

9

 

 

 

 

 

 

 

 

ug

Projecten Oost-Nederland

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bovenloop IJssel (IJsselkop tot Zutphen)

36

 

 

 

 

 

 

 

 

ug

Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen IJssel

27

 

 

 

pb

 

uo

ug

 

 

Toekomstvisie Waal

128

 

 

 

 

 

 

 

 

ug

Verruiming Twentekanalen fase 2 en cap. uitbreiding sluis Eefde

95

 

 

pn

pb/uo

 

 

 

ug

 

Overige projecten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bijdrage aan agentschap tbv planuitwerkingen

75

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bestemd

596

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Projecten in voorbereiding

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Projecten Zuidwestelijke Delta

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

– Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Rijn-Scheldeverbinding

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ug

– Capaciteit Volkeraksluizen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ug

– Kreekraksluizen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Projecten Brabant

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

– BERZOB, verbetering tot beperkt klasse IV

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Projecten Oost-Nederland

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

– Verkenning IJssel fase 2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

– Gesignaleerde risico's

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Projecten Noord-Nederland

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

– Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Lemmer-Delfzijl

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Overige projecten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

– Beheer, Onderhoud en Vervanging nieuwe aanleg (LCC)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal programma planuitwerking en verkenning

2 381

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Nog niet met maatregelen belegde Taakstelling aanleg uhv BA

– 112

 

 

 

 

 

 

 

 

 

begroting 15.03.02

2 269

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Nog niet met maatregelen belegde Taakstelling BenO uhv BA

– 56

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

                     

legenda

                   

pb projectbesluit

                   

uo uitvoeringsopdracht (beschikking)

                   

ug uitvoering gereed

                   

uhv BA uit hoofde van Begrotingsakkoord

                   

Verk./Planuitw. Vaarwegen (Periode 2012–2028)

Verk./Planuitw. Vaarwegen (Periode 2012–2028)
15.04 Geïntegreerde contractvormen

Motivering

Bij infrastructuurprojecten waar sprake is van PPS, bestaat de betaling uit een geïntegreerd bedrag voor aanleg, onderhoud en financiering gedurende een langdurige periode. De meest toegepaste vorm is DBFM, waarbij de overheid pas na oplevering betaalt voor een dienst (beschikbaarheid) in plaats van mijlpalen voor een product tijdens de bouwfase. Deze contractvorm garandeert een efficiënte en effectieve beschikbaarheid van de noodzakelijke capaciteit om, rekening houdend met de aspecten van veiligheid en leefomgeving, een betrouwbaar netwerk te realiseren. In bijlage 3 van de nota Prioritering Investeringen Mobiliteit en Water is een lijst van in totaal 32 potentiële DBFM-projecten opgenomen. In de Voortgangsrapportage DBFM(O) wordt hierover periodiek gerapporteerd.

Op dit moment zijn nog geen geïntegreerde projecten op het hoofdvaarwegennet afgerond, zodat nog geen uitgaven hoeven te worden verantwoord. De aanbesteding van het project Sluis Limmel zal begin 2013 gaan starten en daaropvolgend de komende één à twee jaar de projecten: Sluis bij Eefde, 3e Kolk Beatrixsluis en de Zeetoegang IJmond

Voor 2013 wordt niet voorzien, dat de DBFM-contracten al worden afgesloten en dus ook nog niet tot betalingen leiden. Daarnaast is een drietal potentiële PPS projecten geïdentificeerd waar PPC-meerwaardetoetsen voor zijn gepland, te weten: Lichteren Buitenhaven IJmuiden, Toekomstvisie Waal (overnachtingshaven Lobith) en Capaciteit Volkeraksluizen.

15.06 Apparaatskosten Rijkswaterstaat

Motivering

Op dit artikelonderdeel worden de aan het netwerk te relateren apparaatskosten van Rijkswaterstaat en de overige netwerkgebonden kosten geraamd. Dit artikelonderdeel is in de Voorjaarsnota 2011 ingesteld als gevolg van de herstructurering van de bekostiging van Rijkswaterstaat per 1 januari 2011. De Tweede Kamer is op 10 januari 2011 en 3 maart 2011 over de herstructurering van de bekostiging nader geïnformeerd (Kamerstukken II, 30 119, nrs. 4 en 5).

Rijksrederij

De Rijksbrede Civiele Rijksrederij is een organisatie die nautische diensten levert aan andere overheden zoals EL&I, Financiën (Douane), IenM en de Kustwacht. De Rijksrederij valt onder de verantwoordelijkheid van Rijkswaterstaat. De kerntaken van de Rijksrederij zijn:

  • Het ter beschikking stellen van vaartuigen voor een bepaalde tijdsduur (al dan niet met nautische bemanning) met een door de opdrachtgever gespecificeerd dienstverleningsniveau;

  • Het leveren van kennisintensief advies aan overheidsinstellingen bij beheer, ontwerp en aanbesteding van vaartuigen;

  • Het leveren van kennisintensief advies op het gebied van eisen aan bemanningen, veiligheidsmanagement en scheepsuitrustingen.

Artikel 16 Megaprojecten niet-Verkeer en Vervoer

Omschrijving van de samenhang in het beleid

In deze begroting is een onderscheid gemaakt tussen de Megaprojecten Verkeer en Vervoer en niet-Verkeer en Vervoer. Onder het artikel Megaprojecten niet-Verkeer en Vervoer valt PMR.

Het projectartikel is gerelateerd aan het beleidsartikel 18 Scheepvaart en havens.

Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 16 Megaprojecten niet-Verkeer en Vervoer (x € 1 000)
 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Verplichtingen

365 431

1 011 316

         

Uitgaven

643 633

793 862

0

0

0

0

0

16.01 Project Mainportontwikkeling R'dam

445 834

443 836

0

0

0

0

0

16.01.01 Planuitwerking PMR

0

           

16.01.02 Realisatieprogramma PMR

445 834

443 836

         

16.02 Ruimte voor de Rivier

155 762

155 014

         

16.03 Maaswerken

27 220

52 427

         

16.04 Netwerkgebonden kosten Mega niet VenV

14 817

18 388

0

0

0

0

0

16.04.01 Apparaatskosten RWS

14 817

18 388

         

16.04.02 Overige netwerkgebonden kosten

0

           

16.05 Hoogwaterbeschermingsprogramma 2

0

124 197

         

Ontvangsten

1 064

143 043

         
16.01 Project Mainportontwikkeling Rotterdam

Motivatie

Met de brief van IenM van 26 juni 2012 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer (Kamerstukken II, 2011/2012, 31 865, nr. 42) is de Tweede Kamer geïnformeerd over een nieuwe begrotingsstructuur voor de begrotingen van IenM.

De verschuiving van het structurele budget ten behoeve van het PMR naar artikel 17 Megaprojecten Verkeer en Vervoer is hier een onderdeel van.

16.02 Ruimte voor de Rivier
16.03 Maaswerken
16.04 Netwerkgebonden kosten Mega niet Verkeer en Vervoer
16.05 Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWPB-2)

Motivatie

Uitgaande van de Deltawet zijn de artikelen 11 Hoofdwatersystemen en 16 (alle Megaprojecten niet Verkeer en Vervoer, met uitzondering van het PMR) van het Infrastructuurfonds, geconverteerd naar het Deltafonds en de Begroting hoofdstuk XII.

In bijlage 5a bij de begroting van het Deltafonds is een conversietabel opgenomen met de doorgevoerde omzettingen. Maatregelen op het gebied van waterkwaliteit, die niet verbonden zijn aan waterkwantiteit en waterveiligheid, zijn als gevolg van de bij de behandeling van het wetvoorstel Deltawet aangenomen amendement Lucas (Kamerstukken II, 2011/2011, 32 304, nr. 29) niet in het Deltafonds opgenomen en worden verantwoord op de Begroting hoofdstuk XII.

Artikel 17 Megaprojecten Verkeer en Vervoer

Omschrijving van de samenhang in het beleid

In deze begroting is een onderscheid gemaakt tussen de Megaprojecten Verkeer en Vervoer en niet-Verkeer en Vervoer. Onder artikel 17 Megaprojecten Verkeer en Vervoer vallen:

  • Westerscheldetunnel;

  • Betuweroute;

  • Hogesnelheidslijn-Zuid;

  • Anders betalen voor mobiliteit;

  • Zuiderzeelijn.

Het projectartikel is gerelateerd aan de beleidsartikelen 16 Spoor en 18 Scheepvaart en havens.

Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 17 Megaprojecten Verkeer en Vervoer (x € 1 000)
 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Verplichtingen

61 057

0

35 060

21 222

2 788

1 704

695

Uitgaven

72 348

43 362

54 157

23 407

11 139

3 953

3 019

Waarvan juridisch verplicht:

   

100%

       

17.01 Westerscheldetunnel

53

5 094

         

17.02 Betuweroute

4 105

13 645

4 699

6 000

6 000

   

17.03 Hoge snelheidslijn

67 313

24 623

         

17.03.01 Realisatie HSL – Zuid

67 313

24 623

         

17.04 Anders betalen voor mobiliteit

877

           

17.06 Project Mainportontwikkeling R'dam

   

49 458

17 407

5 139

3 953

3 019

17.09 Ontvangsten

4 090

 

3 000

       

Onderstaand zijn de beschikbare budgetten tot en met 2028 per jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De mutaties zijn in de verdiepingsbijlage bij de begroting op hetzelfde detailniveau tot en met 2028 toegelicht.

Bedragen x € 1 000
 

 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

17

Megaprojecten

uitgaven

54 157

23 407

11 139

3 953

3 019

2 573

1 936

1 846

17.02

Betuweroute

 

4 699

6 000

6 000

 

 

 

 

 

17.06

PMR

 

49 458

17 407

5 139

3 953

3 019

2 573

1 936

1 846

       

 

 

 

 

 

 

 

17.09

Ontvangsten

 

3 000

 

 

 

 

 

 

 

 

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

 

51 157

23 407

11 139

3 953

3 019

2 573

1 936

1 846

(vervolg) Bedragen x € 1 000
   

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

17

Megaprojecten

uitgaven

11 518

0

0

0

0

0

0

0

17.02

Betuweroute

                 

17.06

PMR

 

11 518

             
                     

17.09

Ontvangsten

                 
 

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

 

11 518

             
17.02 Betuweroute

Motivering

De Betuweroute is een 160 kilometer lange, tweesporige spoorlijn die exclusief bestemd is voor het goederenvervoer. De spoorlijn is aangelegd tussen de Rotterdamse haven en de Duitse grens bij Zevenaar-Emmerich en is in gebruik sinds juni 2007. De status van groot project is formeel beëindigd op 28 april 2011.

Producten

De Betuweroute kan ruwweg opgedeeld worden in twee delen namelijk het nieuw aangelegde A15-tracé en de bestaande Havenspoorlijn. Het A15-tracé is per 16 juni 2007 officieel in gebruik genomen. Hier zijn ERTMS en 25 kV in bedrijf. Op de Havenspoorlijn zijn ERTMS en 25 kV in bedrijf sinds 13 december 2009. Hiermee is de Betuweroute als groot bouwproject klaar. De restpunten worden sinds 2010 afgehandeld in het Project Nazorg Betuweroute waarin onder meer de gevelisolatie te Rozenburg, grondtransacties en een bodemsaneringsproject worden afgerond. Geschatte einddatum is 2017. Het Project Nazorg is geraamd in het Beheerplan (artikelonderdeel 13.02 Spoorwegen, Aanleg Spoor) voor een bedrag ad € 59,2 miljoen. De dekking daarvan komt grotendeels uit het budget voor de aanleg van de Betuweroute.

De eindstand komt gecorrigeerd voor mee- en tegenvallers op € 4 683 miljoen. Van de EU worden voor het project Betuweroute bijdragen (onder andere TEN-gelden) ontvangen. Deze bijdragen worden jaarlijks aangevraagd bij de EU en in fasen uitgekeerd. In de totale financiering van het project wordt thans uitgegaan van een bedrag van € 172,5 miljoen.

Tot en met 2007 is door de EU € 168 miljoen betaald.

De op dit productartikel opgenomen bedragen zijn voor het totale project als volgt opgebouwd:

  • reguliere SVV middelen;

  • bijdrage uit het voormalige Fonds Economische Structuurversterking (FES);

  • bijdrage private financiering voorgefinancierd uit FES;

  • bijdrage van de EU;

  • bijdrage Gelderland;

  • bijdrage voorheen VROM voor geluidmaatregelen Calandbrug;

  • bijdrage ProRail.

Een evaluatie in het kader van de status Groot Project is ingediend.

Meetbare gegevens

Projectoverzicht 17.02 Betuweroute

 

Totaal

Budget in € mln.

Oplevering

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018–2028

huidig

vorig

Betuweroute

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2007

2007

Reguliere SVV-middelen

932

719

901

14

5

6

6

       

 

FES-middelen

2 826

2 826

2 826

               

 

Privaat

843

843

843

               

 

Financiering ProRail

97

97

97

               

 

Bijdrage Gelderland

8

8

8

               

 

Bijdrage VROM

14

14

14

               

 

EU-ontvangsten

175

175

175

               

 

Totaal

4 895

 

4 864

14

5

6

6

 

 

 

 

 

Begroting (IF 17.02.01)

 

 

 

14

5

6

6

 

 

 

 

 

17.03 Hogesnelheidslijn-Zuid

Motivatie

Met het vaststellen van de Planologische Kernbeslissing (PKB) HSL-Zuid is besloten tot aansluiting van Nederland op het Europese net van hogesnelheidslijnen. De HSL-Zuid bewerkstelligt een milieuvriendelijke verbinding tussen de Europese mainports en vormt daarmee een belangrijke schakel in het internationale en nationale lange afstandsverkeer.

Hogesnelheidslijn-Zuid

Producten

Op 29 april 1997 is de PKB HSL-Zuid (Kamerstukken II, 1996/1997, 22 026, nr. 70) door het kabinet goedgekeurd en op 15 april 1998 is het Tracébesluit (Kamerstukken II, 1997/1998, 25 981, nr. 2) genomen door de voormalige ministers van voorheen VenW en voorheen VROM. In 1999, 2000 en 2001 zijn belangrijkste civiele en spoortechnische contracten en de concessieovereenkomst voor het vervoer gegund. De bouwwerkzaamheden aan het tracé zijn inmiddels gereed.

Op 7 september 2009 is het personenvervoer gestart op het traject Amsterdam-Schiphol-Rotterdam met tijdelijk materieel (maximaal 160 km/uur) met een uurdienst op werkdagen. Op 13 december 2009 is het 300 km/uur vervoer Amsterdam-Parijs met de Thalystreinen gestart. Per april 2011 is ook Breda aangesloten op de HSL.

De volgende activiteiten resteren nog tot het einde van het project:

  • afwikkelen restpunten bouwfase;

  • afwikkeling van ingediende claims bij het HSL-Schadevergoedingsschap;

  • treffen van maatregelen ter voorkoming van problemen met elektromagnetische compatibiliteit (EMC);

  • faciliteren testen, trein-/baanintegratie en proefbedrijf HSA voor het AnsaldoBreda materieel V250;

  • verder inregelen van het vervoerssysteem;

  • onderzoeken uitvoeren en maatregelen treffen ten aanzien van het beperken van geluidsproductie HSL-Zuid.

De verwachting is dat deze werkzaamheden (met uitzondering van het HSL-Schadevergoedingsschap) in 2013 zullen zijn afgerond. Dit is afhankelijk van de aflevering van het AnsaldoBreda-materieel en de ingroei van het vervoer.

Voor de ontwikkeling van de HSL-stations zijn aparte lokale vormen van PPS opgezet. Dit is nader uitgewerkt in de Nieuwe Sleutelprojecten. In de reguliere voortgangsrapportages worden de belangrijkste risico’s nader toegelicht. Ook wordt daar aangegeven met welke maatregelen de risico’s zo veel als mogelijk worden beheerst.

Hogesnelheidslijn-Zuid: spoorwegen

Dit product betreft de realisatie van de aansluiting van station Breda CS via bestaand spoor op het hogesnelheidsspoor. De gelijktijdige realisatie van deze aansluiting is door de IenM toegezegd aan de gemeente Breda. De aansluiting is inmiddels gerealiseerd.

Hogesnelheidslijn-Zuid: hoofdwegen

Bij de verbreding en verlegging van de A16 (Moerdijk-Galder) en de A4 (Burgerveen-Leiden) bestonden grote raakvlakken met de planning en bouw van de HSL-Zuid. Daarom is de verbreding en verlegging van de A16 en het deel van de A4 waar deze parallel loopt met de HSL-Zuid, eveneens uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de projectorganisatie HSL-Zuid.

Financiering:

De in dit productartikel opgenomen bedragen zijn als volgt opgebouwd:

  • reguliere SVV-middelen;

  • een bijdrage uit het voormalige FES;

  • de bijdrage uit private financiering;

  • de bijdragen van de EU;

  • ontvangsten van derden.

De ontvangsten van de HSA worden verantwoord op artikel 13 Spoorwegen van deze begroting.

Meetbare gegevens

Vanaf begin 2002 wordt de risicoanalyse per kwartaal geactualiseerd. In de reguliere voortgangsrapportages worden de belangrijkste risico’s nader toegelicht. Ook wordt daar aangegeven met welke maatregelen de risico’s zo veel als mogelijk worden beheerst. De aanleg van de HSL-Zuid is inmiddels afgerond.

Projectoverzicht 17.02 HSL
 

Totaal

Budget in € mln.

Oplevering

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018–2028

huidig

vorig

HSL-Zuid (IF 17.03.01)

5 973

6 074

5 895

25

 

 

 

 

 

 

2008/2009

2008/2009

– Reguliere SVV middelen (incl. FES BOR)

2 505

2 505

2 452

                 

– FES regulier

1 710

1 710

1 710

                 

– Privaat

940

940

940

                 

– EU-ontvangsten

193

193

193

                 

– Ontvangsten derden

108

106

106

2

               

– Risicoreservering

517

519

494

23

               

HSL-Zuid spoorwegen (17.03.02)

113

115

113

 

 

 

 

 

 

 

 

 

HSL-Zuid hoofdwegen (17.03.03)

1 018

1 012

1 018

 

 

 

 

 

 

 

 

 

                         

Totaal (excl. reeks Infraprovider)

7 104

 

7 026

25

0

0

0

0

0

 

 

 

Begroting (IF 17.03)

 

 

 

25

0

0

0

0

0

 

 

 

17.06 Project Mainportontwikkeling Rotterdam

Motivering

Het PMR heeft een tweeledige doelstelling:

  • het versterken van de positie van de mainport Rotterdam en

  • het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving in Raymond.

In drie deelprojecten wordt deze dubbele doelstelling verwezenlijkt. Dat zijn <<Bestaand Rotterdams Gebied (BRG)>> (uitgevoerd door de gemeente Rotterdam), <<750 hectare natuur- en recreatiegebied>> (uitgevoerd door de provincie Zuid-Holland) en <<Landaanwinning>> (uitgevoerd door Havenbedrijf Rotterdam NV (HbR)). In samenhang met de Landaanwinning dient voldoende natuurcompensatie te worden gerealiseerd.

IenM beschouwt PMR als een bijdrageproject, waarbij de verantwoordelijkheid en risico’s voor de uitvoering bij andere partijen zijn neergelegd. Uitzondering vormt de natuurcompensatie waarvan Rijkswaterstaat is belast met de uitvoering. EL&I is het aan te spreken ministerie voor de 750 hectare en IenM is het ministerie voor de landaanwinning en het BRG.

IenM is in het kader van de Procedureregeling Grote Projecten (Kamerstukken II, 2006/2007, 30 351, nr. 3) aangewezen als coördinerend projectministerie. Als zodanig is de minister van IenM verantwoordelijk voor de overall-projectbeheersing. De projectbeheersing is zodanig ingericht dat zij adequaat kan rapporteren over de processen die leiden tot de realisatie van de deelprojecten en sturing kan geven aan de uitvoering van het deelproject Natuurcompensatie dat rechtstreeks onder haar verantwoordelijkheid valt.

Producten

In 2006 heeft het Parlement de herstelde PKB PMR vastgesteld en ingestemd met het Bestuursakkoord (juni 2004) en de Uitwerkingsovereenkomsten van de afzonderlijke deelprojecten (september 2005). De PKB PMR (deel 4: de definitieve tekst na parlementaire instemming) is uitgebracht (Staatscourant nr. 247, 2006).

De deelprojecten landaanwinning, natuurcompensatie en BRG zijn in uitvoering. Voor het deelproject 750 hectare lopen de bestemmingsplanprocedures.

De volgende producten worden onderscheiden:

  • Uitvoeringsorganisatie: betreft de kosten die samenhangen met de coördinatie van het project en de projectbeheersing.

  • 750 hectare Natuur- en recreatiegebied: betreft de vaste bijdrage van het Rijk voor de omvorming van agrarisch gebied naar natuurgebied met recreatief medegebruik en tot openluchtrecreatiegebied met natuurwaarden. De deelbijdrage van IenM is in 2006 volledig betaald aan de Stichting Nationaal Groenfonds.

  • Groene Verbinding: betreft de kosten voor een verbinding tussen Midden-IJsselmonde en het stedelijk gebied van Rotterdam-Zuid. Dit is een gemaximeerde IenM-bijdrage.

  • BRG: dit bevat een serie projecten om het bestaande havengebied beter te benutten en de kwaliteit van de leefomgeving te verbeteren. Dit budget is bij eerste suppletoire wet 2007 (Wet van 14 september 2007, Stb. 359) overgeboekt naar voorheen VROM als eerstverantwoordelijk ministerie.

  • Natuurcompensatie: betreft de instelling van een Bodembeschermingsgebied, de aanleg van de Duincompensatie Delfland en het Monitorings- en Evaluatieprogramma. Voorts wordt uit dit budget de Stimuleringsregelingen recreatie & toerisme en visserij en de eventuele planschade/ nadeelcompensatie gefinancierd.

  • Landaanwinning: betreft de vaste bijdrage van de Rijksoverheid in de kosten van de aanleg van de buitencontour.

  • BTW: betreft de niet-compensabele BTW over de buitencontour naar rato van de overheidsbijdrage en over de kosten van de Natuurcompensatie.

  • Onvoorzien: dient ter dekking van die projectposten, waarvoor bij de bepaling van het budget nog onvoldoende mogelijkheden waren om een 100 procentraming op te stellen (bijvoorbeeld in het geval dat de ramingen nog niet voldoende hard kunnen worden gemaakt). Daarnaast kan een beroep worden gedaan op de post Onvoorzien, indien sprake is van een volledig nieuwe situatie (zgn. Onvoorzien onvoorzien). De post onvoorzien heeft betrekking op alle risico’s waarvoor het Rijk verantwoordelijk is (met name natuurcompensatie).

Meetbare gegevens

Project Mainportontwikkeling Rotterdam

  • 2009 Procedures met betrekking tot landaanwinning en natuurcompensatie afgerond;

  • 2010 Uitvoering Duincompensatie Delfland gereed;

  • 2011 Eerste terreinuitgifte Maasvlakte II;

  • 2011 Afronding procedure bestemmingsplanprocedures 750 hectare;

  • 2012 Bestemmingsplannen 750 hectareonherroepelijk;

  • 2013 Landaanwinning eerste fase gereed; eerste overslag;

  • 2021 Deelprojecten 750 hectarenatuur- en recreatieterrein en BRG afgerond;

  • Voor 2 040 Terreinen Tweede Maasvlakte volledig uitgegeven.

   

Totaal

Budget in € mln.

Oplevering

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018–2028

huidig

vorig

Project Mainportontwikkeling Rotterdam

                       

Uitvoeringsorganisatie 1

24

25

17

1

1

1

1

1

1

1

 

pm

750 ha

30

30

30

             

pm

2021

Groene verbinding

31

31

31

             

2011

2011

Bestaand Rotterdams Gebied (BRG)

                   

2021

2021

Landaanwinning

                       

Voorfinanciering FES monitoringsprogramma

2

2

2

             

2007

2007

Voorfinanciering FES natuurcompensatie

113

113

71

6

5

5

4

3

2

17

pm

pm

Landaanwinning

742

735

379

363

           

2013

2013

BTW Buitencontour

138

137

69

69

           

2013

2013

Onvoorzien

70

69

1

13

44

12

       

pm

pm

Totaal

1 150

 

600

452

50

18

5

4

3

18

   

Begroting (IF 17.06)

 

 

 

452

50

18

5

4

3

18

 

 

  • 1 Als gevolg van een uitspraak van de Raad van State van 26 januari 2005 inzake de PKB+ heeft in 2005 en 2006 een hersteltraject gelopen. De kosten hiervan zijn opgenomen onder de uitvoeringsorganisatie.

Artikel 18 Overige uitgaven

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Dit artikel bevat een aantal uiteenlopende onderwerpen.

De doelstellingen van het Intermodaal Vervoer zijn opgenomen in artikel 18 Scheepvaart en havens van de Begroting hoofdstuk XII.

Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 18 Overige uitgaven (x € 1 000)
 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Verplichtingen

299 446

289 121

270 419

252 502

244 530

237 044

253 485

Uitgaven

406 395

309 475

273 614

254 501

247 529

237 043

253 484

Waarvan juridisch verplicht:

   

100%

       

18.01 Saldo van de afgesloten rekeningen

0

           

18.02 Bodemsanering

             

18.03 Intermodaal vervoer

122

5 599

3 196

2 000

3 000

   

18.04 Gebiedsgerichte aanpak (UPR)

826

5 536

         

18.05 Railinfrabeheer

120 527

1

         

18.06 Externe veiligheid

6

13 504

         

18.07 Mobiliteitsonafhankelijke kennis en expertise

0

222

42

42

42

42

42

18.07.01 Nationale basisinform.voorz. en ov. uitgaven.

0

84

42

42

42

42

42

18.07.02 Subsidies algemeen

0

138

         

18.08 Netwerkoverstijgende kosten

284 914

284 613

270 376

252 459

244 487

237 001

238 024

18.08.01 Apparaatskosten RWS

222 124

225 586

216 693

204 409

198 460

190 075

190 672

18.08.02 Overige netwerkoverstijgende kosten

62 790

59 027

53 683

48 050

46 027

46 926

47 352

18.11 Investeringsruimte

           

15 418

18.11.01 Programmaruimte

           

15 418

18.11.02 Beleidsruimte

             

18.12 Nader toe te wijzen BenO en Vervanging

           

18.12.01 Beheer en onderhoud

             

18.12.02 Vervanging

             

18.13 Tol gefinancierde uitgaven

             

18.09 Ontvangsten

120 527

0

0

0

0

0

0

18.09.01 Ontvangsten

120 527

           

18.09.02 Tolopgave

             

18.10 Ontvangsten

354 762

103 183

         

Voordelig saldo

354 762

103 183

         

Onderstaand zijn de beschikbare budgetten tot en met 2028 per jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De mutaties zijn in de verdiepingsbijlage bij de begroting op hetzelfde detailniveau tot en met 2028 toegelicht.

Bedragen x € 1 000
   

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

18

Overige uitgaven

uitgaven

273 614

254 501

247 529

237 043

253 484

270 773

400 788

423 708

18.01

Saldo afgesloten rekeningen

                 

18.03

Intermodaal vervoer

 

3 196

2 000

3 000

         

18.07

Mobiliteitsonafh. Kennis en expertise

 

42

42

42

42

42

42

42

42

18.08

Netwerkoverstijgende kosten

 

270 376

252 459

244 487

237 001

238 024

237 355

232 502

232 380

18.11

Investeringsruimte

         

15 418

33 376

150 161

173 203

18.12

Reservering beheer, onderhoud en vervanging

                 

18.13

Tol gefinancierde uitgaven

             

18 083

18 083

                     

18.11

Tolopgave

Ontvangsten

           

18 083

18 083

 

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

 

273 614

254 501

247 529

237 043

253 484

270 773

382 705

405 625

(vervolg) Bedragen x € 1 000
 

 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

18

Overige uitgaven

uitgaven

902 808

1 337 055

1 610 467

1 856 500

2 367 596

2 353 814

2 400 569

2 661 805

18.01

Saldo afgesloten rekeningen

                 

18.03

Intermodaal vervoer

                 

18.07

Mobiliteitsonafh. Kennis en expertise

                 

18.08

Netwerkoverstijgende kosten

 

232 766

232 766

232 766

233 794

233 794

233 794

233 794

233 794

18.11

Investeringsruimte

 

144 987

579 234

842 725

1 087 730

1 598 826

1 585 044

1 631 799

1 893 035

18.12

Reservering beheer, onderhoud en vervanging

 

494 593

494 593

494 593

494 593

494 593

494 593

494 593

494 593

18.13

Tol gefinancierde uitgaven

 

30 462

30 462

40 383

40 383

40 383

40 383

40 383

40 383

                     

18.11

Tolopgave

Ontvangsten

30 462

30 462

40 383

40 383

40 383

40 383

40 383

40 383

 

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

 

872 346

1 306 593

1 570 084

1 816 117

2 327 213

2 313 431

2 360 186

2 621 422

18.03 Intermodaal vervoer

Motivering

Realisatie van de doelen is in belangrijke mate afhankelijk van andere factoren, zoals het gedrag van verladers, vervoerders en consumenten en bestuurlijke afspraken ten aanzien van het ruimtelijk beleid. Het effect van deze beleidsdoelstelling is dat de bereikbaarheid van economisch belangrijke gebieden verbetert.

Beleid Spoorgoederenknooppunten

Producten

Uit het BCI-onderzoek Goederenvervoer per spoor, marktontwikkelingen en beleid (2009) komt naar voren dat spoorgoederenknooppunten in het achterland een belangrijke rol kunnen spelen voor het havennetwerk en voor binnenlandse verladers in het achterland. Als vervolg hierop is in 2010 een beleidskader spoorgoederenknooppunten ontwikkeld met een beleidsvisie op de ontwikkeling van spooraansluitingen, railterminals, openbare laad- en losplaatsen, greenports en dergelijke.

In 2012–2013 komt een stimuleringsprogramma voor railterminals tot uitvoering, waarvan de projecten in 2011 zijn voorbereid.

Subsidieregeling Openbare Inland Terminals (SOIT)

De financiële afwikkeling van in het verleden gesubsidieerde projecten.

Container Transferium Alblasserdam

Het Container Transferium Alblasserdam is gelegen aan de belangrijkste Europese binnenvaartcorridor Rijn/Maas-Main-Donau. Om de veiligheid en de betrouwbaarheid van deze corridor te garanderen en de private investeringsbereidheid voor de totale projectkosten te behouden, heeft IenM zich bereid verklaard om (een deel van) de hieruit voortvloeiende extra investeringen te financieren.

Projectoverzicht 18.03 Intermodaal vervoer
   

Totaal

 

Budget in € mln.

Oplevering

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

later

huidig

vorig

Multi- en modaalvervoer

                       

SOIT

20

20

19

1

           

divers

divers

Container Transferium Alblasserdam

6

6

0

5

1

         

2013

2013

Totaal

26

 

19

6

1

             

Ruimte voor planuitwerking

       

2

2

3

         

Begroting (IF 18.03.01)

6

3

2

3

     

 

 

18.08 Apparaatskosten Rijkswaterstaat

Motivering

Op dit artikelonderdeel worden de netwerkoverstijgende apparaatskosten van Rijkswaterstaat verantwoord. Het gaat hierbij om zowel de kosten die met de overhead van Rijkswaterstaat gemoeid zijn als bepaalde onderdelen van Landelijke taken die een netwerk overstijgend karakter kennen. Deze kosten hebben niet alleen betrekking op de activiteiten die verricht worden voor het Infrastructuurfonds, maar hebben tevens betrekking op de activiteiten voor het Deltafonds.

Dit artikelonderdeel is in de Voorjaarsnota 2011 ingesteld als gevolg van de herstructurering van de bekostiging van Rijkswaterstaat per 1 januari 2011. De Tweede Kamer is op 10 januari 2011 en 3 maart 2011 over de herstructurering van de bekostiging nader geïnformeerd (Kamerstukken II, 30 119 nrs. 4 en 5).

18.11 Investeringsruimte

Motivering

Op dit artikel wordt de voor het Infrastructuurfonds beschikbare investeringsruimte tot en met 2028 verantwoord. Deze investeringsruimte is in 2011 gecreëerd voor het totale Infrastructuurfonds (zie Voorjaarsnota 2011, Bijlage 3, «Beoordelingskader Infrafonds 2021–2028»). Met de oprichting van het Deltafonds is een deel van deze ruimte verschoven naar het Deltafonds (zie artikelonderdeel 5.3 Netwerkgebonden kosten en overige uitgaven).

De Investeringsruimte voor bereikbaarheid van in totaal € 9,9 miljard tot en met 2028 bestaat uit de «programmaruimte» (€ 0,418 miljard) voor de huidige kabinetsperiode en de «beleidsruimte» (€ 9,4 miljard) waarvan de concrete aanwending wordt overgelaten aan toekomstige kabinetten. De structurele doorwerking van het Begrotingsakkoord na 2023 is hierbij naar rato ten laste gebracht van de Beleidsruimte (€ 1,3 miljard). Hierdoor neemt de spanning op te beleidsdoelstellingen verder toe. Zoals eerder aangegeven (Kamerstukken II, 2010/2011, 32 500 A, nr. 83) was het immers al niet mogelijk om alle ambities en opgaven binnen het beschikbare budget in te passen.

18.12 Nader toe te wijzen BenO en Vervanging

Motivering

In de SVIR (Kamerstukken II, 32 500 A, 32 660, nr. 83) is aan uw Tweede Kamer gemeld dat in het verlengde Infrastructuurfonds noodzakelijke middelen zijn opgenomen voor areaalgroei, Beheer en Onderhoud en Vervanging. Deze noodzakelijke middelen zijn op dit artikelonderdeel opgenomen, omdat deze nog niet kunnen worden toegewezen aan de afzonderlijke netwerken. Deze middelen worden op een later moment toegewezen aan de artikelonderdelen 12.02 Hoofdwegennet, Beheer, onderhoud en vervanging en 15.02 Hoofdvaarwegennet, Beheer, onderhoud en vervanging van het Infrastructuurfonds en 03.02 Investeren in beheer en onderhoud, Beheer en onderhoud van het Deltafonds. Toewijzing van deze middelen zal geschieden op grond van een nadere onderbouwing van de onderhouds- en vervangingsbehoefte per netwerk. Om dit mogelijk te maken wordt door Rijkswaterstaat onder meer een inventarisatie gemaakt van de ouderdom en de te verwachten restlevensduur van de infrastructurele objecten. De eerste uitkomsten hiervan zullen worden meegenomen bij de voorbereiding van de begroting 2014.

18.13 Tol gefinancierde uitgaven

Motivering

Op dit artikelonderdeel zijn tol gerelateerd uitgaven opgenomen. Deze sluit aan op de op artikel 18 Overige uitgaven en ontvangsten, hoofdproduct 09.02 Tolopgave geraamde tolontvangsten. Uit behoedzaamheid worden de tolontvangsten pas ingezet, toegevoegd aan artikel 12 Hoofdwegennet, als daadwerkelijke dekking na Financial Close van een DBFM-contract.

Artikel 19 Bijdragen andere begrotingen Rijk

Omschrijving van de samenhang van beleid

Op dit artikel worden de ontvangen bijdragen verantwoord die ten laste van de Begroting hoofdstuk XII komen. De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in de Begroting hoofdstuk XII 2013.

Het productartikel is gerelateerd aan artikel 26 Bijdrage Investeringsfondsen van de Begroting hoofdstuk XII.

Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 19 Bijdrage andere begrotingen Rijk (x € 1 000)

19. Bijdragen andere begrotingen Rijk

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Ontvangsten

7 682 832

7 174 709

5 879 349

6 608 356

5 640 937

5 877 752

6 039 905

19.09 Ten laste van begroting IenM

7 682 832

7 174 709

5 879 349

6 608 356

5 640 937

5 877 752

6 039 905

Bedragen x € 1 000
 

 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

19

Bijdragen andere begrotingen Rijk

                 

19.09

Ontvangsten

Ontvangsten

5 879 349

6 608 356

5 640 937

5 877 752

6 039 905

5 806 026

6 037 906

6 105 183

(vervolg) Bedragen x € 1 000
   

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

19

Bijdragen andere begrotingen Rijk

                 

19.09

Ontvangsten

Ontvangsten

5 467 346

5 715 923

5 716 664

5 617 274

5 599 948

5 602 233

5 602 201

5 596 070

19.09 Ten laste van begroting IenM

Operationele doelstelling

Motivering

Dit begrotingsartikel is technisch van aard.

4. BIJLAGEN

BIJLAGE 1 VOEDING VAN HET INFRASTRUCTUURFONDS EN BEGROTINGSSTAAT PER PRODUCTARTIKELONDERDEEL

Infrastructuurfonds (x € 1000)

 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

12

Hoofdwegen

uitgaven

2 728 863

3 072 135

2 157 605

2 871 423

2 466 135

2 266 296

2 900 973

3 282 342

12.01

Verkeersmanagement

 

22 072

18 733

20 539

20 412

19 700

19 700

19 701

19 700

12.02

Beheer, onderhoud en vervanging

 

413 384

494 537

350 416

361 701

475 925

472 235

468 503

471 333

12.03

Aanleg

 

1 451 135

1 595 469

895 245

1 858 548

1 405 260

1 223 702

1 861 594

2 239 198

12.04

GIV/PPS

 

420 256

566 737

508 980

251 390

188 606

176 441

177 205

178 213

12.06

Netwerkgebonden kosten HWN

 

422 016

396 659

382 425

379 372

376 644

374 218

373 970

373 898

       

 

 

 

 

 

 

 

12.09

Ontvangsten

Ontvangsten

262 105

182 021

57 577

490 329

112 698

33 050

33 050

 

 

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

 

2 466 758

2 890 114

2 100 028

2 381 094

2 353 437

2 233 246

2 867 923

3 282 342

       

 

 

 

 

 

 

 

13

Spoorwegen

uitgaven

2 197 753

2 388 957

2 584 104

2 451 029

2 558 784

2 492 614

2 121 293

2 030 590

13.02

Beheer, onderhoud en vervanging

 

1 324 516

1 236 385

1 236 800

1 111 748

1 210 582

1 221 869

1 130 098

1 284 238

13.03

Aanleg

 

706 311

986 382

1 181 055

1 172 551

1 181 262

1 103 173

820 467

566 848

13.04

GIV/PPS

 

148 776

148 040

148 099

148 580

148 790

149 422

152 578

161 354

13.07

Rente en aflossing

 

18 150

18 150

18 150

18 150

18 150

18 150

18 150

18 150

       

 

 

 

 

 

 

 

13.09

Ontvangsten

Ontvangsten

60 000

59 999

237 999

181 999

194 208

195 315

199 492

203 541

 

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

 

2 137 753

2 328 958

2 346 105

2 269 030

2 364 576

2 297 299

1 921 801

1 827 049

       

 

 

 

 

 

 

 

14

Regionaal, lokale infrastructuur

uitgaven

135 983

261 729

153 352

256 606

398 887

355 235

233 456

78 822

14.01

Grote regionaal/lokale projecten

 

60 771

104 830

99 343

44 156

235 601

218 604

116 825

39 129

14.02

Regionale mobiliteitsfondsen

 

30 257

12 750

 

 

 

 

 

 

14.03

RSP-ZZL: pakket bereikbaarheid

 

44 955

144 149

54 009

212 450

163 286

136 631

116 631

39 693

       

 

 

 

 

 

 

 

 

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

 

135 983

261 729

153 352

256 606

398 887

355 235

233 456

78 822

       

 

 

 

 

 

 

 

15

Vaarwegen

uitgaven

844 120

871 802

787 228

730 026

666 502

646 900

630 085

509 499

15.01

Verkeersmanagement

 

12 770

13 336

11 803

12 652

12 651

12 651

12 651

12 651

15.02

Beheer, onderhoud en vervanging

 

298 884

284 762

260 627

275 898

190 100

217 125

173 580

215 854

15.03

Aanleg

 

284 743

339 668

289 951

218 654

242 753

197 684

224 570

61 754

15.06

Netwerkgebonden kosten HVWN

 

247 723

234 036

224 847

222 822

220 998

219 440

219 284

219 240

       

 

 

 

 

 

 

 

15.09

Ontvangsten

Ontvangsten

30 036

22 155

4 444

 

 

 

 

 

 

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

 

814 084

849 647

782 784

730 026

666 502

646 900

630 085

509 499

(vervolg) Infrastructuurfonds (x € 1000)

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

12

Hoofdwegen

2 200 462

2 308 124

1 949 571

1 768 654

1 298 333

1 238 570

1 177 854

1 167 362

12.01

Verkeersmanagement

19 701

19 701

19 701

22 290

22 290

22 290

22 290

22 290

12.02

Beheer, onderhoud en vervanging

438 022

523 691

523 692

522 636

522 638

522 636

522 636

534 812

12.03

Aanleg

1 193 710

1 239 224

822 631

675 887

205 970

148 541

146 211

123 543

12.04

GIV/PPS

174 459

150 938

208 977

172 637

172 231

169 899

111 513

111 513

12.06

Netwerkgebonden kosten HWN

374 570

374 570

374 570

375 204

375 204

375 204

375 204

375 204

     

 

 

 

 

 

 

 

12.09

Ontvangsten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

2 200 462

2 308 124

1 949 571

1 768 654

1 298 333

1 238 570

1 177 854

1 167 362

     

 

 

 

 

 

 

 

13

Spoorwegen

1 765 066

1 520 555

1 626 772

1 653 142

1 445 353

1 478 683

1 474 433

1 471 910

13.02

Beheer, onderhoud en vervanging

1 167 164

1 166 485

1 166 549

1 185 095

1 120 779

1 175 779

1 175 779

1 175 779

13.03

Aanleg

417 524

172 254

277 088

283 293

138 877

116 739

114 339

127 934

13.04

GIV/PPS

162 228

163 666

164 985

166 604

167 547

168 015

166 165

150 047

13.07

Rente en aflossing

18 150

18 150

18 150

18 150

18 150

18 150

18 150

18 150

     

 

 

 

 

 

 

 

13.09

Ontvangsten

207 468

209 601

211 665

211 988

175 300

175 300

175 300

175 300

 

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

1 557 598

1 310 954

1 415 107

1 441 154

1 270 053

1 303 383

1 299 133

1 296 610

     

 

 

 

 

 

 

 

14

Regionaal, lokale infrastructuur

143 539

143 500

143 506

0

0

0

0

0

14.01

Grote regionaal/lokale projecten

143 539

143 500

143 506

 

 

 

 

 

14.02

Regionale mobiliteitsfondsen

 

 

 

 

 

 

 

 

14.03

RSP-ZZL: pakket bereikbaarheid

 

 

 

 

 

 

 

 

     

 

 

 

 

 

 

 

 

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

143 539

143 500

143 506

 

 

 

 

 

     

 

 

 

 

 

 

 

15

Vaarwegen

681 883

646 752

638 396

591 349

704 349

746 849

765 028

510 676

15.01

Verkeersmanagement

12 651

12 651

12 651

12 672

12 672

12 672

12 672

12 672

15.02

Beheer, onderhoud en vervanging

218 056

253 356

277 795

271 826

271 826

274 326

277 011

266 085

15.03

Aanleg

229 774

159 343

126 548

85 074

198 074

238 074

253 568

10 142

15.06

Netwerkgebonden kosten HVWN

221 402

221 402

221 402

221 777

221 777

221 777

221 777

221 777

     

 

 

 

 

 

 

 

15.09

Ontvangsten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

681 883

646 752

638 396

591 349

704 349

746 849

765 028

510 676

17

Megaprojecten

uitgaven

54 157

23 407

11 139

3 953

3 019

2 573

1 936

1 846

17.02

Betuweroute

 

4 699

6 000

6 000

 

 

 

 

 

17.06

PMR

 

49 458

17 407

5 139

3 953

3 019

2 573

1 936

1 846

       

 

 

 

 

 

 

 

17.09

Ontvangsten

 

3 000

 

 

 

 

 

 

 

 

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

 

51 157

23 407

11 139

3 953

3 019

2 573

1 936

1 846

       

 

 

 

 

 

 

 

18

Overige uitgaven

uitgaven

273 614

254 501

247 529

237 043

253 484

270 773

400 788

423 708

18.01

Saldo afgesloten rekeningen

   

 

 

 

 

 

 

 

18.03

Intermodaal vervoer

 

3 196

2 000

3 000

 

 

 

 

 

18.07

Mobiliteitsonafh. Kennis en expertise

 

42

42

42

42

42

42

42

42

18.08

Netwerkoverstijgende kosten

 

270 376

252 459

244 487

237 001

238 024

237 355

232 502

232 380

18.11

Investeringsruimte

   

 

 

 

15 418

33 376

150 161

173 203

18.12

Reservering beheer, onderhoud en vervanging

   

 

 

 

 

 

 

 

18.13

Tol gefinancierde uitgaven

   

 

 

 

 

 

18 083

18 083

       

 

 

 

 

 

 

 

18.11

Tolopgave

Ontvangsten

 

 

 

 

 

18 083

18 083

 

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

 

273 614

254 501

247 529

237 043

253 484

270 773

382 705

405 625

       

 

 

 

 

 

 

 

19

Bijdragen andere begrotingen Rijk

 

 

 

 

 

 

 

 

 

19.09

Ontvangsten

Ontvangsten

5 879 349

6 608 356

5 640 937

5 877 752

6 039 905

5 806 026

6 037 906

6 105 183

       

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal uitgaven

 

6 234 490

6 872 531

5 940 957

6 550 080

6 346 811

6 034 391

6 288 531

6 326 807

 

Totaal ontvangsten

 

355 141

264 175

300 020

672 328

306 906

228 365

250 625

221 624

 

Totaal Bijdrage van hfdst XII (art 26)

 

5 879 349

6 608 356

5 640 937

5 877 752

6 039 905

5 806 026

6 037 906

6 105 183

17

Megaprojecten

11 518

0

0

0

0

0

0

0

17.02

Betuweroute

 

 

 

 

 

 

 

 

17.06

PMR

11 518

 

 

 

 

 

 

 

     

 

 

 

 

 

 

 

17.09

Ontvangsten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

11 518

 

 

 

 

 

 

 

     

 

 

 

 

 

 

 

18

Overige uitgaven

902 808

1 337 055

1 610 467

1 856 500

2 367 596

2 353 814

2 400 569

2 661 805

18.01

Saldo afgesloten rekeningen

 

 

 

 

 

 

 

 

18.03

Intermodaal vervoer

 

 

 

 

 

 

 

 

18.07

Mobiliteitsonafh. Kennis en expertise

 

 

 

 

 

 

 

 

18.08

Netwerkoverstijgende kosten

232 766

232 766

232 766

233 794

233 794

233 794

233 794

233 794

18.11

Investeringsruimte

144 987

579 234

842 725

1 087 730

1 598 826

1 585 044

1 631 799

1 893 035

18.12

Reservering beheer, onderhoud en vervanging

494 593

494 593

494 593

494 593

494 593

494 593

494 593

494 593

18.13

Tol gefinancierde uitgaven

30 462

30 462

40 383

40 383

40 383

40 383

40 383

40 383

     

 

 

 

 

 

 

 

18.11

Tolopgave

30 462

30 462

40 383

40 383

40 383

40 383

40 383

40 383

 

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

872 346

1 306 593

1 570 084

1 816 117

2 327 213

2 313 431

2 360 186

2 621 422

     

 

 

 

 

 

 

 

19

Bijdragen andere begrotingen Rijk

 

 

 

 

 

 

 

 

19.09

Ontvangsten

5 467 346

5 715 923

5 716 664

5 617 274

5 599 948

5 602 233

5 602 201

5 596 070

     

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal uitgaven

5 705 276

5 955 986

5 968 712

5 869 645

5 815 631

5 817 916

5 817 884

5 811 753

 

Totaal ontvangsten

237 930

240 063

252 048

252 371

215 683

215 683

215 683

215 683

 

Totaal Bijdrage van hfdst XII (art 26)

5 467 346

5 715 923

5 716 664

5 617 274

5 599 948

5 602 233

5 602 201

5 596 070

BIJLAGE 2 VERDIEPINGSBIJLAGE

Artikel 11 Hoofdwatersystemen
 

Categorie

Totaal mutatie 2012–20281

2012

2013

2014

2015

2016

2017

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 11.01 Watermgmt.

   

13 114

12 529

13 393

13 436

13 361

13 361

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

0

0

0

0

0

   

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 11.01 Watermgmt.

   

13 114

12 529

13 393

13 436

13 361

13 361

 

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Intensivering/Extensivering

– 228

   

– 21

– 25

– 21

– 23

1

Bijstelling niveau landelijke taken RWS

Intensivering/Extensivering

– 24 879

– 788

– 1 183

– 1 097

– 1 240

– 1 230

– 1 230

2

Overboeking binnen art.11 nav nieuwe prestatieafspraken

Neutraal

– 25 921

374

448

– 1 590

– 1 161

– 1 847

– 1 847

13

Overboeking naar Deltafonds

Technisch

– 166 999

 

– 11 794

– 10 685

– 11 010

– 10 263

– 10 261

4

Mutaties Miljoenennota 2013

   

– 414

– 12 529

– 13 393

– 13 436

– 13 361

– 13 361

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 11.01 Watermgmt.

   

12 700

0

0

0

0

0

 
                   

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 11.02 BenO

   

149 119

133 034

138 611

134 944

128 801

128 855

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

1 580

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 11.02 BenO

   

150 699

133 034

138 611

134 944

128 801

128 855

 

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Intensivering/Extensivering

– 34 011

   

– 3 359

– 3 686

– 3 308

– 3 383

1

Subsidietaakstelling

Intensivering/Extensivering

– 26 560

           

5

Bijstelling niveau landelijke taken RWS

Intensivering/Extensivering

– 4 865

– 244

670

276

159

175

176

2

Overboeking binnen artikel 11

Neutraal

– 39 100

900

100

23 000

1 900

15 000

20 000

3

Overboeking binnen art.11 nav nieuwe prestatieafspraken

Neutraal

25 921

– 374

– 448

1 590

1 161

1 847

1 847

13

Aandeel HWS uit reservering € 1,6 mlrd.

Intensivering/Extensivering

88 934

           

6

Overboeking artikel 15

Intensivering/Extensivering

47 830

       

7 307

10 132

7

Budgettoevoeging B&O 2021–2028

Intensivering/Extensivering

7 968

           

8

Kasschuif

Intertemporeel

0

– 8 229

11 000

– 427

45 000

27 290

– 10 132

9

Overboeking naar Deltafonds

Technisch

– 3 006 639

 

– 144 356

– 159 691

– 179 478

– 177 112

– 147 495

4

Mutaties Miljoenennota 2013

 

 

– 7 947

– 133 034

– 138 611

– 134 944

– 128 801

– 128 855

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 11.02 BenO

   

142 752

0

0

0

0

0

 
                   

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 11.03 Aanleg

   

194 271

164 400

184 641

194 196

159 892

114 780

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

171 250

36 488

34 504

13 121

– 12 055

– 3 005

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 11.03 Aanleg

   

365 521

200 888

219 145

207 317

147 837

111 775

 

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Intensivering/Extensivering

– 302

 

– 8 000

7 766

– 68

   

1

Overboeking binnen artikel 11

Neutraal

114 939

6 348

7 959

– 2 907

– 5 727

– 10 734

 

3

Subsidietaakstelling

Intensivering/Extensivering

– 7 270

– 652

– 1 152

– 1 228

– 1 814

– 1 814

– 610

5

Overboeking artikel 15 en 16

Intensivering/Extensivering

28 190

– 9 312

7 800

13 700

14 600

1 402

 

10

Kasschuif

Intertemporeel

0

– 127 008

72 409

6 174

21 906

10 446

72 180

9

Overboeking naar HXII

Intensivering/Extensivering

– 263 860

 

– 94 883

– 95 699

– 47 626

– 2 375

– 455

11

Overboeking naar Deltafonds

Technisch

– 5 127 250

 

– 185 021

– 146 951

– 188 588

– 144 762

– 182 890

4

Mutaties Miljoenennota 2013

 

 

– 130 624

– 200 888

– 219 145

– 207 317

– 147 837

– 111 775

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 11.03 Aanleg

   

234 897

0

0

0

0

0

 
                   

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 11.05 Verk.& Planst.

   

28 668

31 587

61 039

46 242

193 904

157 753

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

3 637

– 789

– 3 176

– 2 600

– 56 018

– 9 299

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 11.05 Verk.& Planst.

   

32 305

30 798

57 863

43 642

137 886

148 454

 

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Intensivering/Extensivering

– 523 091

   

– 42 185

– 52 758

– 53 247

– 28 708

1

Subsidietaakstelling

Intensivering/Extensivering

– 14 864

– 348

– 348

– 442

– 50

– 1 006

– 2 710

5

Overboeking binnen artikel 11

Neutraal

– 75 459

– 6 909

– 8 059

– 20 093

3 868

– 4 266

– 20 000

3

Overboeking artikel 16

Intensivering/Extensivering

367

367

         

10

Overboeking artikel 18

Intensivering/Extensivering

42 430

           

14

Kasschuif

Intertemporeel

0

– 423

281

142

– 20 000

20 000

 

9

Overboeking met HXII

Intensivering/Extensivering

– 9 391

11

– 270

– 132

   

– 9 000

11

Overboeking naar Deltafonds

Technisch

– 1 735 064

 

– 22 402

4 847

25 298

– 99 367

– 88 036

4

Mutaties Miljoenennota 2013

 

 

– 7 302

– 30 798

– 57 863

– 43 642

– 137 886

– 148 454

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 11.05 Verk.& Planst.

   

25 003

0

0

0

0

0

 
                   

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 11.06 Staf Deltacomm.

   

2 375

1 925

1 925

1 925

1 925

1 925

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

796

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 11.06 Staf Deltacomm.

   

3 171

1 925

1 925

1 925

1 925

1 925

 

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Intensivering/Extensivering

– 89

   

– 8

– 10

– 8

– 9

1

Overboeking binnen artikel 11

Neutraal

– 380

– 339

   

– 41

   

3

Overboeking naar Deltafonds

Technisch

– 15 269

 

– 1 925

– 1 917

– 1 874

– 1 917

– 1 916

4

Mutaties Miljoenennota 2013

   

– 339

– 1 925

– 1 925

– 1 925

– 1 925

– 1 925

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 11.06 Staf Deltacomm.

   

2 832

0

0

0

0

0

 
                   

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 11.07 Netwerk HWS

   

230 233

219 754

204 372

195 255

193 623

192 282

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

29

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 11.07 Netwerk HWS

   

230 262

219 754

204 372

195 255

193 623

192 282

 

Bijstelling niveau landelijke taken RWS

Intensivering/Extensivering

82 554

2 593

3 879

6 010

7 557

7 428

7 430

2

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Intensivering/Extensivering

– 3 278

   

– 321

– 362

– 306

– 327

1

Subsidietaakstelling

Intensivering/Extensivering

2 806

220

220

410

1 456

500

 

5

Loonbijstelling

Intensivering/Extensivering

13 255

870

828

797

783

773

767

12

Overboeking met HXII

Intensivering/Extensivering

1 820

– 140

260

260

260

460

60

11

Overboeking naar Deltafonds

Technisch

– 3 255 055

 

– 224 941

– 211 528

– 204 949

– 202 478

– 200 212

4

Mutaties Miljoenennota 2013

   

3 543

– 219 754

– 204 372

– 195 255

– 193 623

– 192 282

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 11.07 Netwerk HWS

   

233 805

0

0

0

0

0

 
                   

Totaal uitgaven stand eerste suppletoire wet 2012 HWS

   

795 072

598 928

635 309

596 519

623 433

596 652

 

Totaal uitgaven stand Miljoenennota 2013 HWS

   

651 989

0

0

0

0

0

 
                   

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 11.09 Ontvangsten

   

16 632

5 150

2 650

3 150

25 150

25 222

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

88 028

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 11.09 Ontvangsten

 

 

104 660

5 150

2 650

3 150

25 150

25 222

 

Overboeking met artikel 16

Intensivering/Extensivering

– 46 263

– 63 914

– 1 100

3 900

6 850

7 300

701

10

Overboeking naar Deltafonds

Technisch

– 1 745 223

 

– 4 050

– 6 550

– 10 000

– 32 450

– 25 923

4

Mutaties Miljoenennota 2013

   

– 63 914

– 5 150

– 2 650

– 3 150

– 25 150

– 25 222

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 11.09 Ontvangsten

   

40 746

0

0

0

0

0

 
X Noot
1

Voor mutaties in de periode 2012–2028 wordt verwezen naar bijlage 8.

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 11.05 Verk.& Planst.

   

28 668

31 587

61 039

46 242

193 904

157 753

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

 

 

3 637

– 789

– 3 176

– 2 600

– 56 018

– 9 299

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 11.05 Verk.& Planst.

 

 

32 305

30 798

57 863

43 642

137 886

148 454

 

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Intensivering/Extensivering

– 523 091

   

– 42 185

– 52 758

– 53 247

– 28 708

1

Subsidietaakstelling

Intensivering/Extensivering

– 14 864

– 348

– 348

– 442

– 50

– 1 006

– 2 710

5

Overboeking binnen artikel 11

Neutraal

– 75 459

– 6 909

– 8 059

– 20 093

3 868

– 4 266

– 20 000

3

Overboeking artikel 16

Intensivering/Extensivering

367

367

         

10

Overboeking artikel 18

Intensivering/Extensivering

42 430

           

14

Kasschuif

Intertemporeel

0

– 423

281

142

– 20 000

20 000

 

9

Overboeking met HXII

Intensivering/Extensivering

– 9 391

11

– 270

– 132

   

– 9 000

11

Overboeking naar Deltafonds

Technisch

– 1 735 064

 

– 22 402

4 847

25 298

– 99 367

– 88 036

4

Mutaties Miljoenennota 2013

 

 

– 7 302

– 30 798

– 57 863

– 43 642

– 137 886

– 148 454

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 11.05 Verk.& Planst.

 

 

25 003

0

0

0

0

0

 
                   

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 11.06 Staf Deltacomm.

 

 

2 375

1 925

1 925

1 925

1 925

1 925

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

 

 

796

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 11.06 Staf Deltacomm.

 

 

3 171

1 925

1 925

1 925

1 925

1 925

 

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Intensivering/Extensivering

– 89

   

– 8

– 10

– 8

– 9

1

Overboeking binnen artikel 11

Neutraal

– 380

– 339

   

– 41

   

3

Overboeking naar Deltafonds

Technisch

– 15 269

 

– 1 925

– 1 917

– 1 874

– 1 917

– 1 916

4

Mutaties Miljoenennota 2013

 

 

– 339

– 1 925

– 1 925

– 1 925

– 1 925

– 1 925

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 11.06 Staf Deltacomm.

 

 

2 832

0

0

0

0

0

 
   

 

             

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 11.07 Netwerk HWS

 

 

230 233

219 754

204 372

195 255

193 623

192 282

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

 

 

29

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 11.07 Netwerk HWS

 

 

230 262

219 754

204 372

195 255

193 623

192 282

 

Bijstelling niveau landelijke taken RWS

Intensivering/Extensivering

82 554

2 593

3 879

6 010

7 557

7 428

7 430

2

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Intensivering/Extensivering

– 3 278

   

– 321

– 362

– 306

– 327

1

Subsidietaakstelling

Intensivering/Extensivering

2 806

220

220

410

1 456

500

 

5

Loonbijstelling

Intensivering/Extensivering

13 255

870

828

797

783

773

767

12

Overboeking met HXII

Intensivering/Extensivering

1 820

– 140

260

260

260

460

60

11

Overboeking naar Deltafonds

Technisch

– 3 255 055

 

– 224 941

– 211 528

– 204 949

– 202 478

– 200 212

4

Mutaties Miljoenennota 2013

   

3 543

– 219 754

– 204 372

– 195 255

– 193 623

– 192 282

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 11.07 Netwerk HWS

   

233 805

0

0

0

0

0

 
                   

Totaal uitgaven stand eerste suppletoire wet 2012 HWS

   

795 072

598 928

635 309

596 519

623 433

596 652

 

Totaal uitgaven stand Miljoenennota 2013 HWS

   

651 989

0

0

0

0

0

 
                   

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 11.09 Ontvangsten

   

16 632

5 150

2 650

3 150

25 150

25 222

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

88 028

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 11.09 Ontvangsten

 

 

104 660

5 150

2 650

3 150

25 150

25 222

 

Overboeking met artikel 16

Intensivering/Extensivering

– 46 263

– 63 914

– 1 100

3 900

6 850

7 300

701

10

Overboeking naar Deltafonds

Technisch

– 1 745 223

 

– 4 050

– 6 550

– 10 000

– 32 450

– 25 923

4

Mutaties Miljoenennota 2013

 

 

– 63 914

– 5 150

– 2 650

– 3 150

– 25 150

– 25 222

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 11.09 Ontvangsten

   

40 746

0

0

0

0

0

 

Artikel 11

  • 1. Deze mutatie van in totaal € 561 miljoen betreft het aandeel van dit artikel in de taakstelling uit het Begrotingsakkoord.

  • 2. Het budget voor de landelijk geconcentreerde uitvoeringstaken van Rijkswaterstaat worden in lijn gebracht met de afgesproken versoberingen. De taken worden efficiënter georganiseerd. Deze bijstelling van in totaal ruim € 52,8 miljoen komt ten goede aan de oplossing van de B&O-problematiek, zoals gemeld in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (Kamerstukken II, 32 500 A, 32 660, nr. 83) en in bijlage 4.2 van de begroting Infrastructuurfonds 2012.

  • 3. Betreft budgettair neutrale verschuivingen binnen het artikel en met name de volgende zaken:

    • De reservering voor de planuitwerking en voorbereiding realisatie project Afsluitdijk van ruim € 30 miljoen is bijgesteld naar € 22,5 miljoen. Het verschil is overgeheveld naar de reservering voor de realisatie van de Afsluitdijk op artikelonderdeel 11.03.

    • Een overboeking van in totaal € 5,9 miljoen in het kader van het Meerjarenprogramma Ontsnippering (MJPO) uit artikelonderdeel 11. 03 naar artikelonderdeel 11.02 voor Beheer en Onderhoud Waterveiligheid, omdat de maatregelen door het agentschap worden gerealiseerd.

    • In verband met de start van het project Sterkte-Belastingen-Waterkering en Wettelijk Toetsinstrumentarium 2017 zijn de uitgaven ten laste van het juiste artikelonderdeel gebracht.

    • Vanaf 2009 is onderzocht om in het kader van het Plan IJsselsprong de twee dijkverleggingen uit de PKB Ruimte voor de Rivier te combineren met een geul in de Tichelbeeksewaard. In 2011 is besloten de geul nu niet aan te leggen, aangezien de geul nu niet nodig is voor de veiligheid en geen sprake is van synergievoordelen of regionale bijdragen. Dit betekent een neerwaartse bijstelling van bijna € 10 miljoen van het budget voor IJsselsprong. De gelden, die oorspronkelijk uit onderdeel 11.05 afkomstig zijn, zijn weer aan dat onderdeel toegevoegd.

  • 4. In de Deltawet is opgenomen dat een Deltafonds wordt ingezet dat zorg draagt voor de financiering en bekostiging van maatregelen en voorzieningen op het gebied van waterveiligheid en zoetwatervoorziening. Uitgaande van de Deltawet zijn de artikelen 11 (Hoofdwatersystemen) en 16 (Megaprojecten wat betreft Maaswerken en Ruimte voor de Rivier) van het Infrastructuurfonds, geconverteerd naar het Deltafonds en Begroting hoofdstuk XII. In de bijlage bij de begroting van het Deltafonds is een conversietabel opgenomen met de doorgevoerde omzettingen. Maatregelen op het gebied van waterkwaliteit die niet verbonden zijn aan waterveiligheid en zoetwatervoorziening, zijn als gevolg van de bij de behandeling van het wetvoorstel Deltawet aangenomen amendement Lucas (Kamerstukken II, 2011/11, 32 304, nr. 29) niet in het Deltafonds opgenomen en worden verantwoord op de Begroting hoofdstuk XII.

    In totaal wordt vanaf 2013 tot en met 2028 bijna € 13,3 miljard aan uitgavenramingen en ruim € 1,7 miljard aan ontvangstenramingen overgeboekt naar het Deltafonds.

  • 5. Een deel van de subsidietaakstelling Deltares (artikel 18.08) blijkt niet haalbaar. In de periode t/m 2020 gaat het afgerond om € 22 miljoen. Het grootste deel, ruim € 19 miljoen, wordt nu vanuit artikel 18.08 verlegd naar artikel 11 op het Infrastructuurfonds en het restant wordt ingeboekt op de Begroting hoofdstuk XII artikel 31. Een en ander is ingepast in de programmering (zie ook ad 6 onder artikel 18 en ad 6 onder artikel 1 van Begroting hoofdstuk XII).

  • 6. De uitgavenverhoging van in totaal bijna € 89 miljoen betreft het aandeel voor Hoofdwatersystemen uit de na 2020 gereserveerde middelen ad € 1,6 miljard bestemd voor de periode tot en met 2020 voor Beheer en Onderhoud en Vervanging, zoals gemeld in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (Kamerstukken II, 32 500 A, 32 660, nr. 83) en in bijlage 4.2 van de begroting Infrastructuurfonds 2012 (zie ook ad 7, 8 en 14 onder artikel 12, 15 en 18).

  • 7. Betreft een overboeking van circa € 47,8 miljoen in de periode 2015–2020 vanuit artikel 15 voor het project Renovatie stuwensemble in de Nederrijn en Lek (zie ook ad 7 onder artikel 15) waarmee het vaarwegdeel in dit HWS-project wordt bekostigd.

  • 8. In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (Kamerstukken II, 32 500 A, 32 660, nr. 83) is aan de Tweede Kamer gemeld dat in het verlengde Infrastructuurfonds noodzakelijke middelen zijn opgenomen voor Beheer, Onderhoud en Vervanging. Deze mutatie van in totaal bijna € 8 miljoen betreft de noodzakelijke toevoeging aan het Beheer en Onderhoud budget van Rijkswaterstaat voor de periode 2021–2028 voor de Hoofdwatersystemen (zie ook ad 8, 6 en 13 onder respectievelijk artikel 12, 15 en 18).

  • 9. Met deze kasschuif wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de actuele inzichten in de programmering.

  • 10. Binnen het waterdomein zijn overboekingen van per saldo van circa € 28,6 miljoen tussen artikel 11 en 15 en 16 voor de volgende punten:

    • Overboekingen voor met name RvdR langsdammen (zie ook ad 6 onder artikel 16);

    • Een overheveling HWBP-2 naar nHWBP conform Basisrapportage. Zoals in de Basisrapportage is aangegeven wordt het verschil tussen raming en budget van € 35 miljoen toegevoegd aan het nHWPB en wordt in de jaren 2013–2016 toegevoegd (zie ook ad 10 onder artikel 16);

    • Overboeking uit artikelonderdeel 16.03 naar 11.05 voor een correctie van notificatiekosten conform de opdrachtbrief van Rijkswaterstaat (€ 367 000) (zie ook ad 8 onder artikel 16);

    • Overboeking uit artikel 15 van € 1,1 miljoen voor Sophialaan/Rietbaan (zie ook ad 7 onder artikel 15).

  • 11. Per saldo worden de uitgavenraming bij dit artikel met ruim € 271,4 miljoen verminderd. Dit betreffen overhevelingen van en naar Begroting hoofdstuk XII. Het gaat dan met name om:

    • De Tweede Kamer heeft bij de behandeling van de Deltawet het amendement Lucas aangenomen. Hierin wordt bepaald dat geen uitgaven voor aanlegprojecten waterkwaliteit en de Kaderrichtlijn Water (KRW) die niet verbonden zijn aan waterveiligheid en zoetwatervoorziening uit het Deltafonds gedaan mogen worden. Deze uitgaven moeten na in werking treden van de Deltawet verantwoord worden op de Begroting hoofdstuk XII.

    • Van Begroting hoofdstuk XII/01: Betreft een bijdrage in de financiering Informatiehuis Water om onderdeel te laten uitmaken van nieuw af te sluiten SLA watermanagement.

    • Vanuit het Deltaprogramma wordt gezorgd voor de helft van de financiering op de Begroting hoofdstuk XII artikel 2 van een aio bij Deltares, die het voorstel «Scenariomethode, ontwerpen, knikpunten en regionale strategieën» gaat uitvoeren.

  • 12. De mutatie van in totaal bijna € 13,3 miljoen over de periode tot en met 2028 betreft de toevoeging van de loonbijstelling tranche 2012.

  • 13. Betreft een structurele overboeking vanaf 2012 tot en met 2028 van in totaal ruim 25,9 miljoen van artikelonderdeel 11.01 naar onderdeel 11.02 als gevolg van de met Rijkswaterstaat voor de periode 2013–2016 nieuw afgesloten prestatieafspraken.

  • 14. Dit betreft een overboeking uit artikel 18 van in totaal circa € 42,4 miljoen voor met name de Bovenloop IJssel.

Artikel 12 Hoofdwegennet
 

Categorie

Totaal mutatie 2012–20281

2012

2013

2014

2015

2016

2017

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 12.01 Verkeersmgmt.

   

43 993

27 340

23 304

23 273

23 228

23 227

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

0

0

0

0

0

   

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 12.01 Verkeersmgmt.

   

43 993

27 340

23 304

23 273

23 228

23 227

 

Bijstelling niveau landelijke taken RWS

Intensivering/Extensivering

– 57 698

– 46

– 2 472

– 2 454

– 2 388

– 2 347

– 2 346

1

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Intensivering/Extensivering

– 23 900

 

– 46

– 2 095

– 1 751

– 1 878

– 2 590

2

Overboeking binnen art.12 nav nieuwe prestatieafspraken

Neutraal

3 782

– 13 179

– 2 750

– 22

1 405

1 409

1 409

4

Mutaties Miljoenennota 2013

   

– 13 225

– 5 268

– 4 571

– 2 734

– 2 816

– 3 527

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 12.01 Verkeersmgmt.

   

30 768

22 072

18 733

20 539

20 412

19 700

 
                   

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 12.02 BenO

   

343 137

549 956

471 665

331 765

419 595

539 279

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

– 67 389

– 6 337

– 11 636

– 30 050

– 31 687

– 31 687

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 12.02 BenO

   

275 748

543 619

460 029

301 715

387 908

507 592

 

Bijstelling niveau landelijke taken RWS

Intensivering/Extensivering

– 59 811

– 34

– 1 494

– 3 789

– 2 640

– 2 603

– 2 602

1

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Intensivering/Extensivering

– 85 812

 

– 74 962

39 848

20 473

– 7 362

– 8 639

2

Kasschuif

Intertemporeel

0

66 589

– 52 675

18 751

51 357

– 83

 

5

Overboeking binnen artikel 12

Neutraal

– 299 683

– 6 000

– 3 854

– 20 324

– 19 084

– 14 750

– 19 017

6

Overboeking binnen art.12 nav nieuwe prestatieafspraken

Neutraal

– 3 782

13 179

2 750

22

– 1 405

– 1 409

– 1 409

4

Aandeel HWN uit reservering € 1,6 mlrd.

Intensivering/Extensivering

1 015 836

           

7

Budgettoevoeging B&O 2021–2028

Intensivering/Extensivering

426 832

           

8

Overboeking naar HXII (DBFM A15)

Intensivering/Extensivering

– 245 971

           

9

Mutaties Miljoenennota 2013

   

73 734

– 130 235

34 508

48 701

– 26 207

– 31 667

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 12.02 BenO

   

349 482

413 384

494 537

350 416

361 701

475 925

 
                   

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 12.03 Aanleg

   

1 512 384

1 189 519

938 480

542 241

145 746

13 483

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

– 255 868

– 229 340

– 287 370

– 172 847

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 12.03 Aanleg

   

1 256 516

960 179

651 110

369 394

145 746

13 483

 

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Intensivering/Extensivering

– 1 383 438

 

– 4 000

– 112 503

– 80 471

– 141 261

– 115 112

2

Desaldering

Intensivering/Extensivering

1 800

   

1 800

     

10

Overboeking binnen artikel 12

Neutraal

15 863 741

84 208

588 960

991 418

631 555

1 747 795

1 292 534

11

Overboeking naar artikel 15

Intensivering/Extensivering

– 4 000

– 4 000

         

12

Reservering tlv programmaruimte

Intensivering/Extensivering

250 000

           

13

Kasschuif

Intertemporeel

0

– 218 409

– 97 004

55 744

– 25 233

106 268

214 355

5

Overboeking met HXII

Intensivering/Extensivering

14 400

3 500

3 000

7 900

     

14

Mutaties Miljoenennota 2013

   

– 134 701

490 956

944 359

525 851

1 712 802

1 391 777

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 12.03 Aanleg

   

1 121 815

1 451 135

1 595 469

895 245

1 858 548

1 405 260

 
                   

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 12.04 GIV/PPS

   

354 075

384 106

171 962

145 777

147 252

147 784

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

21 596

56 352

344 482

363 949

54 184

54 101

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 12.04 GIV/PPS

   

375 671

440 458

516 444

509 726

201 436

201 885

 

Overboeking binnen artikel 12

Neutraal

26 068

690

2 958

5 484

5 272

1 674

797

15

Kasschuif

Intertemporeel

0

– 69 855

– 23 160

44 809

– 6 018

48 280

– 14 076

5

Overboeking met HXII

Intensivering/Extensivering

325 600

           

16

Mutaties Miljoenennota 2013

 

 

– 69 165

– 20 202

50 293

– 746

49 954

– 13 279

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 12.04 GIV/PPS

 

 

306 506

420 256

566 737

508 980

251 390

188 606

 
X Noot
1

Voor mutaties in de periode 2012–2028 wordt verwezen naar bijlage 8.

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 12.05 Verk.& Planst.

   

– 233 744

122 507

1 203 572

753 818

2 328 262

1 832 846

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

174 436

100 493

0

– 77 954

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 12.05 Verk.& Planst.

   

– 59 308

223 000

1 203 572

675 864

2 328 262

1 832 846

 

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Intensivering/Extensivering

– 174 103

 

– 247 824

35 219

38 502

   

2

Desaldering

Intensivering/Extensivering

– 532 000

 

– 1 486

– 25 625

– 49 764

– 15 625

– 28 500

17

Overboeking binnen artikel 12

Neutraal

– 15 567 176

– 55 948

– 588 064

– 976 578

– 617 743

– 1 734 719

– 1 274 314

18

Diverse overboekingen binnen Infrafonds

Intensivering/Extensivering

– 205 300

1 150

 

0

45 000

– 35 000

168 000

19

Kasschuif

Intensivering/Extensivering

– 391

460 958

614 374

– 236 588

– 91 859

– 542 918

– 718 032

5

Overboeking met HXII

Intensivering/Extensivering

– 4 607

– 44 607

0

0

0

0

20 000

20

Mutaties Miljoenennota 2013

   

361 553

– 223 000

– 1 203 572

– 675 864

– 2 328 262

– 1 832 846

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 12.05 Verk.& Planst.

   

302 245

0

0

0

0

0

 
                   

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 12.06 Netwerk HWN

   

437 750

418 860

391 966

378 394

375 060

372 292

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

0

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 12.06 Netwerk HWN

   

437 750

418 860

391 966

378 394

375 060

372 292

 

Bijstelling niveau landelijke taken RWS

Intensivering/Extensivering

7 590

– 110

2 174

3 748

3 333

3 428

3 430

1

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Intensivering/Extensivering

– 7 045

 

– 698

– 616

– 701

– 592

– 634

2

Loonbijstelling

Intensivering/Extensivering

26 576

1 788

1 680

1 561

1 399

1 476

1 556

3

Overboeking van artikel 14

Intensivering/Extensivering

284

284

         

19

Mutaties Miljoenennota 2013

   

1 962

3 156

4 693

4 031

4 312

4 352

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 12.06 Netwerk HWN

   

439 712

422 016

396 659

382 425

379 372

376 644

 
                   

Totaal uitgaven stand eerste suppletoire wet 2012 HWN

   

2 330 370

2 613 456

3 246 425

2 258 366

3 461 640

2 951 325

 

Totaal uitgaven stand Miljoenennota 2013 HWN

   

2 550 528

2 728 863

3 072 135

2 157 605

2 871 423

2 466 135

 
                   

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 12.09 Ontvangsten

   

232 114

263 591

205 850

107 337

505 954

141 198

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

18 753

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 12.09 Ontvangsten

   

250 867

263 591

205 850

107 337

505 954

141 198

 

Diverse hogere ontvangsten

Neutraal

22 950

22 950

         

21

Desaldering

Intensivering/Extensivering

– 530 200

 

– 1 486

– 23 829

– 49 760

– 15 625

– 28 500

22

Mutaties Miljoenennota 2013

   

22 950

– 1 486

– 23 829

– 49 760

– 15 625

– 28 500

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 12.09 Ontvangsten

 

 

273 817

262 105

182 021

57 577

490 329

112 698

 

Artikel 12

  • 1. Het budget voor de landelijk geconcentreerde uitvoeringstaken van Rijkswaterstaat wordt in lijn gebracht met de afgesproken versoberingen. De taken worden efficiënter georganiseerd. Deze neerwaartse bijstelling van in totaal ruim € 109,9 miljoen over de periode tot en met 2028 komt ten goede aan de oplossing van de B&O-problematiek, zoals gemeld in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (Kamerstukken II, 32 500 A, 32 660, nr. 83) en in bijlage 4.2 van de begroting Infrastructuurfonds 2012.

  • 2. Deze mutatie van in totaal ruim € 1 674 miljoen betreft het aandeel van dit artikel in de taakstelling uit het Begrotingsakkoord.

  • 3. De mutatie van in totaal bijna € 26,6 miljoen over de periode tot en met 2028 betreft de toevoeging van de loonbijstelling tranche 2012.

  • 4. Betreft een structurele overboeking van bijna € 3,8 miljoen uit onderdeel 12.02 naar onderdeel 12.01 als gevolg van de met Rijkswaterstaat voor de periode 2013–2016 nieuw afgesloten prestatieafspraken.

  • 5. Met deze kasschuif wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de actuele inzichten in de programmering.

  • 6. Deze mutatie betreft voor een deel een overboeking naar 12.04 voor het DBFM project A-15. Daarnaast worden nog enkele kleinere overboekingen doorgevoerd en worden de geraamde agentschapsbijdragen naar aanleiding van de gewijzigde begrotingsstructuur vanaf 2013 overgeboekt naar 12.03.

    In totaal gaat het hier om een overboeking van bijna € 300 miljoen in de periode 2012–2028.

  • 7. Betreft het aandeel (€ 1 016 miljoen) voor de Hoofdwegen uit de na 2020 gereserveerde middelen ad € 1,6 miljard bestemd voor de periode tot en met 2020 voor Beheer en Onderhoud en Vervanging, zoals gemeld in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (Kamerstukken II, 32 500 A, 32 660, nr. 83) en in bijlage 4.2 van de begroting Infrastructuurfonds 2012 (zie ook ad 6, 8 en 14 onder artikel 11, 15 en 18).

  • 8. In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (Kamerstukken II, 32 500 A, 32 660, nr. 83) is aan de Tweede Kamer gemeld dat in het verlengde Infrastructuurfonds noodzakelijke middelen zijn opgenomen voor Beheer, Onderhoud en Vervanging. De aanpassing van de uitgavenraming met in totaal € 426,8 miljoen in de periode 2021–2028 betreft de noodzakelijke toevoeging aan het Beheer en Onderhoud budget van Rijkswaterstaat voor de periode 2021–2028 voor de Hoofdwegen(zie ook ad 8, 6 en 13 onder respectievelijk artikel 11, 15 en 18).

  • 9. Het beschikbare budget voor het project A15 Maasvlakte – Vaanplein wordt meerjarig omgezet naar het geïntegreerde contractartikel (zie ook onder ad 6) inclusief een DBFM reeks (Design, Build, Finance, Maintain – ontwerp, bouw, financiering en onderhoud). Daarom wordt vanaf 2021 in totaal bijna € 246 miljoen overgeboekt via het bijdrage artikel 19 in het Infrastructuurfonds naar de begroting van Hoofdstuk XII.

  • 10. De desaldering van € 1,8 miljoen is het gevolg van inkomsten uit grondverkopen op het project N61 Hoek-Schoondijke.

  • 11. De mutatie op de uitgavenramingen bij dit onderdeel van in totaal bijna € 15,9 miljard in de periode 2012–2028 betreft in hoofdzaak mutaties als gevolg van de overgang van projecten van de planuitwerkingsfase (artikel 12.05 naar de realisatiefase (artikel 12.03). Daarnaast betreft het overboekingen uit de artikelonderdelen 12.02 en 12.05 naar 12.03 in verband met de gewijzigde begrotingsstructuur.

  • 12. Uit dit artikelonderdeel wordt voor het aanpassen van de aansluiting A2 op de A59 € 4 miljoen overgeboekt naar het budget voor het project omleiding Zuid Willemsvaart binnen artikel 15 (zie ook ad 12 onder artikel 15).

  • 13. De mutatie van in totaal € 250 miljoen betreft de kosten voor de structurele verbreding van de A2 tussen knooppunt Het Vonderen en Kerensheide naar 2x3 rijstroken (2e fase). Van het totaalbedrag van € 250 miljoen draagt de regio € 35 miljoen aan het project bij (Kamerstukken II, 2011/12, 33 000 A, nr. 71). De verwerking van de regionale bijdrage (verhoging ontvangsten) wordt bij Voorjaarsnota 2013 verwerkt.

  • 14. Dit betreft een technische mutatie van hoofdstuk XII naar het Infrastructuurfonds waarmee een deel van de programma’s Meer Veilig 3 en de kritische ontwerpelementen verkeersveiligheid (AKOE) worden bekostigd. Deze hangen samen met de invoering van de dynamische maximumsnelheden op de diverse trajecten. Dit is eerder gemeld aan de Tweede Kamer.

  • 15. Deze mutatie van in totaal circa € 26,1 miljoen betreft voor het grootste deel een deel een overboeking uit 12.04 voor het DBFM project A15 Maasvlakte Vaanplein en voor een kleiner deel een overboeking uit artikelonderdeel 12.03 voor het DBFM project A12 Lunetten Veenendaal.

  • 16. Betreft een overboeking van in totaal € 325,6 miljoen in de periode 2021–2028 voor het DBFM project A15 Maasvlakte Vaanplein.

  • 17. Deze desaldering ad € 532 miljoen betreft het saldo van de volgende posten:

    • Lagere ontvangsten in verband met het afboeken van de tolopbrengsten op het project A12/15 Bereikbaarheid regio Arnhem-N. De uitgavenramingen zijn daarop eveneens aangepast;

    • Een bijdrage van de regio van in totaal € 100 miljoen ter beschikking gesteld voor diverse inpassingsmaatregelen op het project.A13/16/20 Rotterdam;

    • Een bijdrage van de regio van € 4,5 miljoen voor een busafrit in project A4/9 Badhoevedorp.

  • 18. Betreft een budgettair neutrale verschuiving van in totaal bijna € 15,6 miljard in de periode 2012–2028 binnen het artikel. Deze verschuiving betreft met name de volgende zaken:

    • Overboeking naar 12.03 in verband met de gewijzigde begrotingsstructuur

    • Fasewisselingen van een aantal projecten die overgaan van planuitwerkingen naar realisatie.

  • 19. Deze mutatie van in totaal bijna € 205,3 miljoen in de periode 2012–2028 bestaat uit een groot aantal overboekingen van en naar dit artikelonderdeel. De belangrijkste zijn:

    • Overboeking naar artikel 13 in verband met een aanpassing van de verdeling van het budget voor geluidssaneringsmaatregelen tussen weg en spoor. De correctie in de verdeling tussen weg en spoor is doorgevoerd omdat nu bekend is welke geluidmaatregelen nodig zijn om aan de wettelijke saneringsplicht te voldoen en wat de hiermee samenhangende kosten zijn.» (zie ook ad 8 onder artikel 13).

    • In totaal wordt € 10 miljoen (2014/2015) overgeboekt naar artikel 12 voor integrale Beter Benutten programma’s in de regio’s Twente en Groningen Assen, waar mobiliteitsproblemen op het spoor in combinatie met OV en wegaanpassingen worden aangepakt (zie ook ad 10 onder artikel 13).

    • Een overboeking uit artikel 18 voor de indexering DBFM en een aanvullende bijdrage door IenM aan het project Zuidas (Kamerstukken II, 2011/12, 32 668, nr. 3) (zie ook ad 11 onder artikel 18).

    • Vanaf 2023 een correctieboeking met betrekking tot de verdeling van aanvullende post uit het Regeerakkoord voor wegen en spoor ad € 500 miljoen per jaar. De correctie is om te komen tot de 75/25 procent verdeling tussen respectievelijk wegen en spoorinvesteringen (zie ook ad 10 onder artikel 13)

    • Een overheveling vanuit artikel 14 voor kosten die door de Rijkswaterstaat worden gemaakt met betrekking tot het convenant N50. (zie ook ad 5 onder artikel 14).

  • 20. De uitgavenmutatie van in totaal circa € 4,6 miljoen betreft de volgende 2 posten:

    • Een deel van het Programma Beter Benutten wordt via de regio uitgevoerd. De middelen worden via de BDU beschikbaar gesteld. Hiervoor is een overboeking nodig van artikel 12 in het Infrastructuurfonds naar de Begroting hoofdstuk XII, BDU. Het gaat om een bedrag van bijna € 45 miljoen in 2012.

    • De mutatie in de jaren 2017 en 2018 van € 20 miljoen per jaar betreft de uitwerking van de BTW compensatie van in totaal € 40 miljoen (bijdrage van het ministerie van Financiën) conform eerdere afspraak uit 2005 over het verlagen van de BTW-druk op het project A10 Zuid-As (Handelingen 2004/05, 29 800 XI, nr. 102).

  • 21. Deze post betreft voor een belangrijk deel (circa € 18,9 miljoen) de ontvangsten als gevolg van een bestuursafspraak, waarin is vastgelegd dat de provincies in 2008 in totaal € 200 miljoen storten in het Infrastructuurfonds. Deze betalingen zijn verwerkt op diverse projectbudgetten maar nooit geraamd. Voorts wordt verwacht dat circa € 4,1 miljoen van derden wordt ontvangen op met name de projecten Rijksweg 2 Everdingen-Deil-Zaltbommel-Empel, A50 Eindhoven-Oss, A73 en A59 Rosmalen-Geffen.

  • 22. Zie de toelichting onder ad 10 en ad 17.

Artikel 13 Spoorwegen
 

Categorie

Totaal mutatie 2012–20281

2012

2013

2014

2015

2016

2017

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 13.02 Onderh.& Verv.

   

1 510 623

1 567 862

1 360 564

1 472 331

1 271 147

1 228 890

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

– 1 023

– 42 874

– 39 259

– 113 259

– 113 259

– 95 051

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 13.02 Onderh.& Verv.

   

1 509 600

1 524 988

1 321 305

1 359 072

1 157 888

1 133 839

 

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Intensivering/Extensivering

– 212 789

 

– 23 258

– 18 850

– 23 473

– 17 545

– 18 021

1

Loonbijstelling

Intensivering/Extensivering

32 440

2 092

2 164

1 969

1 844

1 883

1 874

2

Overboeking binnen artikel 13

Neutraal

– 1 045 607

– 16 378

– 212 875

– 252 882

– 316 825

– 234 874

– 20 720

3

Kasschuif

Intertemporeel

0

– 12 000

43 000

209 000

248 000

238 000

149 000

4

Taakstelling apparaat

Intensivering/Extensivering

– 544 968

 

– 8 604

– 23 052

– 31 818

– 33 604

– 35 390

5

Overboeking met HXII

Intensivering/Extensivering

– 4 997

– 2 993

– 899

– 1 105

     

6

Mutaties Miljoenennota 2013

   

– 29 279

– 200 472

– 84 920

– 122 272

– 46 140

76 743

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 13.02 Onderh.& Verv.

   

1 480 321

1 324 516

1 236 385

1 236 800

1 111 748

1 210 582

 
                   

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 13.03 Aanleg

   

675 852

645 858

561 017

507 963

414 632

347 461

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

– 19 783

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 13.03 Aanleg

   

656 069

645 858

561 017

507 963

414 632

347 461

 

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Intensivering/Extensivering

– 18 383

 

– 20 800

13 759

178

– 519

– 1 143

1

Desaldering

Intensivering/Extensivering

69 670

8 670

   

56 000

 

5 000

7

Overboeking binnen artikel 13

Neutraal

6 061 454

16 469

308 255

422 856

585 422

759 810

777 747

3

Overboekingen van artikel 12 en 14

Intensivering/Extensivering

129 442

29

5

8

     

8

Kasschuif

Intensivering/Extensivering

0

– 162 787

– 230 507

– 14 758

27 992

– 4 872

45 187

4

Overboekingen met HXII

Intensivering/Extensivering

66 570

3 500

3 500

3 500

3 500

3 500

7 010

9

Mutaties Miljoenennota 2013

   

– 134 119

60 453

425 365

673 092

757 919

833 801

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 13.03 Aanleg

   

521 950

706 311

986 382

1 181 055

1 172 551

1 181 262

 
                   

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 13.04 GIV/PPS

   

151 489

143 776

145 040

146 099

147 580

147 290

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

11 365

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 13.04 GIV/PPS

   

162 854

143 776

145 040

146 099

147 580

147 290

 

Kasschuif

Intensivering/Extensivering

0

– 26 000

5 000

3 000

2 000

1 000

1 500

4

Mutaties Miljoenennota 2013

   

– 26 000

5 000

3 000

2 000

1 000

1 500

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 13.04 GIV/PPS

   

136 854

148 776

148 040

148 099

148 580

148 790

 
                   

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 13.05 Verk.& Planst.

   

107 720

211 006

325 314

449 299

566 454

871 922

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

36 808

0

– 60 000

– 24 000

– 34 000

– 65 000

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 13.05 Verk.& Planst.

   

144 528

211 006

265 314

425 299

532 454

806 922

 

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Intensivering/Extensivering

– 600 956

 

– 22 825

– 52 420

– 57 880

– 54 771

– 73 170

1

Desaldering

Intensivering/Extensivering

10 107

10 107

         

7

Overboeking binnen artikel 13

Neutraal

– 5 306 247

– 91

– 113 530

– 188 124

– 286 747

– 543 086

– 775 177

3

Diverse overboekingen binnen Infrafonds

Intensivering/Extensivering

268 321

     

– 5 000

– 5 000

 

10

Kasschuif

Intertemporeel

0

– 94 441

– 71 690

– 24 860

– 75 763

70 345

41 368

4

Loonbijstelling

Intensivering/Extensivering

961

 

39

90

91

57

57

2

Overboekingen met HXII

Intensivering/Extensivering

– 7 565

– 4 565

– 3 000

       

11

Mutaties Miljoenennota 2013

   

– 88 990

– 211 006

– 265 314

– 425 299

– 532 454

– 806 922

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 13.05 Verk.& Planst.

   

55 538

0

0

0

0

0

 
X Noot
1

Voor mutaties in de periode 2012–2028 wordt verwezen naar bijlage 8.

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 13.07 Rente & afl.

                 

Mutaties voorjaarsnota 2012

 

 

0

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 13.07 Rente & afl.

 

 

0

0

0

0

0

0

 

Overboeking binnen artikel 13

Neutraal

290 400

 

18 150

18 150

18 150

18 150

18 150

 

Mutaties Miljoenennota 2013

   

0

18 150

18 150

18 150

18 150

18 150

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 13.07 Rente & afl.

   

0

18 150

18 150

18 150

18 150

18 150

 
                   

Totaal uitgaven stand eerste suppletoire wet 2012 Spoorwegen

   

2 473 051

2 525 628

2 292 676

2 438 433

2 252 554

2 435 512

 

Totaal uitgaven stand Miljoenennota 2013 Spoorwegen

   

2 194 663

2 197 753

2 388 957

2 584 104

2 451 029

2 558 784

 
                   

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 13.09 Ontvangsten

   

93 136

174 105

186 489

346 489

346 489

346 490

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

– 21 184

– 114 105

– 126 490

– 164 490

– 164 490

– 157 282

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 13.09 Ontvangsten

   

71 952

60 000

59 999

181 999

181 999

189 208

 

Desaldering

Intensivering/Extensivering

79 777

18 777

   

56 000

 

5 000

 

Mutaties Miljoenennota 2013

 

 

18 777

0

0

56 000

0

5 000

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 13.09 Ontvangsten

 

 

90 729

60 000

59 999

237 999

181 999

194 208

 

Artikel 13

  • 1. Deze mutatie van in totaal ruim € 832 miljoen betreft het aandeel van dit artikel in de taakstelling uit het Begrotingsakkoord.

  • 2. De mutatie van in totaal ruim € 33,4 miljoen over de periode tot en met 2028 betreft de toevoeging van de loonbijstelling tranche 2012.

  • 3. Deze mutatie bestaat uit:

    • Een overboeking uit artikelonderdeel 13.05 Verkenningen en planuitwerking van circa € 4 miljard in verband met de nieuwe begrotingsstructuur in het Infrastructuurfonds (zie ook Kamerstukken II, 2011/12, 31 865, nr. 42).

    • Met betrekking tot het project OV-SAAL wordt een bedrag van circa € 217 miljoen overgeboekt van 13.05 Planuitwerking naar 13.03 Realisatieprogramma.

    • Een overboeking uit artikelonderdeel 13.02 in verband met overheveling van de functiewijzigingsprojecten van het onderhoudsprogramma naar aanleg conform de aanbevelingen van de commissie Kuiken (circa € 1 miljard).

    • Zoals aangegeven in de begroting Infrastructuurfonds 2009 en in de brief aan de Tweede Kamer inzake het deelnemingenbeleid Rijksoverheid (Kamerstukken II, 2009/10, 28 165, nr. 105) zal een deel van de financiering van PHS plaatsvinden vanuit de leenfaciliteit PHS. Het exacte bedrag van deze leenfaciliteit is inmiddels bepaald op € 874,6 miljoen. De daarmee vrijvallende middelen binnen artikel 13.05 Planuitwerking personenvervoer worden toegevoegd aan 13.02 Beheer en instandhouding.

  • 4. Met deze kasschuif wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de actuele inzichten in de programmering

  • 5. Deze mutatie betreft de taakstelling apparaat uit het Regeerakkoord die, in afwachting van de invulling hiervan, nog geparkeerd was op begroting XII. De invulling heeft ertoe geleid dat de uitgaven van ProRail met € 37,5 miljoen per jaar worden verlaagd vanaf 2018, met een ingroei vanaf 2013. Deze definitieve invulling was reeds verwerkt in het Beheerplan 2012 van ProRail en is nu ook verwerkt in de begroting van het Infrastructuurfonds. Het gaat hier om een totaalbedrag van bijna € 545 miljoen.

  • 6. Betreft de overboeking van middelen (circa € 5 miljoen) voor het Actieplan groei op het spoor naar begroting van Hoofdstuk XII daar dit niet -infrastructuur maatregelen betreft (zie ook ad 3 en 6 onder respectievelijk de artikelen 97 en 3 van Hoofdstuk XII).

  • 7. Het gaat hier om afrekeningen (circa € 16,4 miljoen) op verleende voorschotten aan ProRail over het vierde kwartaal 2011 en onder andere bijdragen van de EU voorproject OVT-Rotterdam (€ 2,4 miljoen) alsmede een bijdrage van de gemeente Rijswijk ad € 5 miljoen in het project Rijswijk-Schiedam in verband met een kostenstijging.

    De mutatie in het jaar 2015 ad € 56 miljoen is een onderdeel van de afspraken naar aanleiding van de energieprijzen in het kader van de vervoerconcessie voor het Hoofdrailnet (Kamerstukken II, 22 026, nr. 355). De middelen zijn aan het aanlegprogramma spoor toegevoegd en zullen worden aangewend voor kwaliteitsverbetering personenvervoer spoor, waaronder mogelijk veiligheid (ERTMS) en/of toegankelijkheid.

  • 8. Deze relatief kleine overboeking (€ 0,042 miljoen) in de jaren 2012–2014 is afkomstig uit artikel 14 voor de indexatie van het RSP-ZZL planstudieproject Groningen – Leeuwarden.

    In de jaren 2018–2020 zijn bedragen van uit artikel 12 hoofdwegen overgeboekt. Deze bedragen van in totaal € 129,4 miljoen betreffen een aanpassing van de verdeling van het budget voor geluidssaneringsmaatregelen tussen weg en spoor. Deze correctie in de verdeling tussen weg en spoor is doorgevoerd omdat nu bekend is welke geluidmaatregelen nodig zijn om aan de wettelijke saneringsplicht te voldoen en wat de hiermee samenhangende kosten zijn.(zie ook ad 5 en 19 onder respectievelijk de artikelen 14 en 12).

  • 9. Betreft een overheveling van in totaal circa € 66,6 miljoen met betrekking tot het geluidsprogramma t/m 2023 in aanvulling op eerdere bijdragen uit het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) t/m 2020. Voorheen stonden deze gelden op de begroting van het voormalige ministerie VROM. Het laatst genoemde ministerie is samengevoegd met VenW, thans IenM, waardoor deze middelen vanuit artikel 6 «Klimaat, lucht en geluid» van Hoofdstuk XII kunnen worden overgeboekt naar het onderhavige artikel waar de realisatie zal worden verantwoord.

  • 10. In totaal wordt € 10 miljoen (2014/2015) overgeboekt naar artikel 12 voor integrale Beter Benutten programma’s in de regio’s Twente en Groningen Assen, waar mobiliteitsproblemen op het spoor in combinatie met OV en wegaanpassingen worden aangepakt.

    De mutatie vanaf 2023 betreft de een correctieboeking met betrekking tot de verdeling van de aanvullende post uit het Regeerakkoord voor wegen en spoor ad € 500 miljoen per jaar. De correctie is om te komen tot de 75/25 procent verdeling tussen respectievelijk wegen en spoorinvesteringen (zie ook ad 18 onder artikel 12).

  • 11. Deze mutatie betreft de overboeking van het project «Quick-scan gedecentraliseerd spoor (Gelderland/SAN)» (€ 1,565 miljoen in 2012) en het regionale project «sneltram Maastricht-Lanaken-Hasselt» (€ 6 miljoen in 2012 en 2013) naar de BDU (zie ook ad 3 onder artikel 97.04 Hoofdstuk XII).

Artikel 14 Regionaal/lokale infra.
 

Categorie

Totaal mutatie 2012–20281

2012

2013

2014

2015

2016

2017

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 14.01 Reg./lok.

   

187 266

140 607

120 653

61 919

34 235

214 765

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

49 230

– 72 500

0

50 954

0

20 000

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 14.01 Reg./lok.

   

236 496

68 107

120 653

112 873

34 235

234 765

 

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Intensivering/Extensivering

– 161 430

 

– 9 264

– 17 823

– 13 530

– 14 579

– 25 319

1

Overboeking binnen artikel 14

Neutraal

6 287

– 81

– 297

– 384

844

1 032

1 246

2

Kasschuif

Intertemporeel

0

56 627

3 269

5 351

2 122

26 434

27 874

3

Overboeking met HXII

Intensivering/Extensivering

– 37 552

– 15 744

– 1 044

– 2 967

– 2 966

– 2 966

– 2 965

4

Mutaties Miljoenennota 2013

   

40 802

– 7 336

– 15 823

– 13 530

9 921

836

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 14.01 Reg./lok.

   

277 298

60 771

104 830

99 343

44 156

235 601

 
                   

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 14.02 Reg.Mob.fonds.

   

41 291

30 257

12 750

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

– 4 633

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 14.02 Reg.Mob.fonds.

   

36 658

30 257

12 750

0

0

0

 

Mutaties Miljoenennota 2013

   

0

0

0

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 14.02 Reg.Mob.fonds.

   

36 658

30 257

12 750

0

0

0

 
                   

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 14.03 RSP/ZZL

   

100 791

97 434

196 544

107 624

214 366

164 532

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

– 149 857

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 14.03 RSP/ZZL

   

– 49 066

97 434

196 544

107 624

214 366

164 532

 

Overboeking binnen artikel 14

Neutraal

– 6 287

81

297

384

– 844

– 1 032

– 1 246

2

Diverse overboekingen binnen Infrafonds

Intensivering/Extensivering

– 1 452

– 1 439

– 5

– 8

     

5

Kasschuif

Intensivering/Extensivering

0

159 197

– 52 771

– 52 771

– 52 771

– 884

 

3

Mutaties Miljoenennota 2013

   

157 839

– 52 479

– 52 395

– 53 615

– 1 916

– 1 246

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 14.03 RSP/ZZL

   

108 773

44 955

144 149

54 009

212 450

163 286

 
                   

Totaal uitgaven stand eerste suppletoire wet 2012 Reg./Lok.infra.

   

224 088

195 798

329 947

220 497

248 601

399 297

 

Totaal uitgaven stand Miljoenennota 2013 Reg./Lok.infra.

   

422 729

135 983

261 729

153 352

256 606

398 887

 
                   

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 14.09 Ontvangsten

   

0

0

0

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

0

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 14.09 Ontvangsten

   

0

0

0

0

0

0

 

Mutaties Miljoenennota 2013

   

0

0

0

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 14.09 Ontvangsten

   

0

0

0

0

0

0

 
X Noot
1

Voor mutaties in de periode 2012–2028 wordt verwezen naar bijlage 8.

Artikel 14

  • 1. Deze mutatie van in totaal ruim € 161 miljoen betreft het aandeel van dit artikel in de taakstelling uit het Begrotingsakkoord.

  • 2. Betreft een overboeking van in totaal bijna € 6,3 miljoen tussen de artikelonderdelen 14.03 en 14.01 voor de indexering.

  • 3. Met deze kasschuif wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de actuele inzichten in de programmering.

  • 4. Het gaat hier om een overboeking naar de begroting van Hoofdstuk XII artikelonderdeel 97.04 BDU voor de projecten Actieplan Regionaal Openbaar Vervoer met betrekking tot de provincie Flevoland (€ 22,8 miljoen) en Quick-wins Rotterdam (€ 14,7 miljoen). De betaalbaarstelling van deze projecten loopt via de BDU (zie ook ad 3 onder artikel 97.04 van Hoofdstuk XII).

  • 5. Een relatief kleine mutatie (€ 0,042 miljoen) in de jaren 2012–2014 heeft betrekking op een overboeking naar artikel 13 voor de indexatie van het RSP-ZZL planstudieproject Groningen – Leeuwarden. Daarnaast wordt circa € 1,4 miljoen overgeboekt naar artikel 12 voor kosten die door de Rijkswaterstaat worden gemaakt met betrekking tot het convenant N50.

Artikel 15 Hoofdvaarwegennet
 

Categorie

Totaal mutatie 2012–20281

2012

2013

2014

2015

2016

2017

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 15.01 Verkeersmgmt.

   

23 552

14 856

12 496

12 487

12 464

12 464

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

0

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 15.01 Verkeersmgmt.

   

23 552

14 856

12 496

12 487

12 464

12 464

 

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Intensivering/Extensivering

– 210

   

– 20

– 23

– 20

– 21

1

Overboeking binnen art.15 nav nieuwe prestatieafspraken

Neutraal

664

– 4 004

– 1 736

1 098

– 420

439

439

3

Bijstelling niveau landelijke taken RWS

Intensivering/Extensivering

– 8 454

– 23

– 350

– 238

– 241

– 231

– 231

4

Mutaties Miljoenennota 2013

   

– 4 027

– 2 086

840

– 684

188

187

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 15.01 Verkeersmgmt.

   

19 525

12 770

13 336

11 803

12 652

12 651

 
                   

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 15.02 BenO

   

199 385

268 583

261 747

252 623

344 678

230 770

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

– 27 331

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 15.02 BenO

   

172 054

268 583

261 747

252 623

344 678

230 770

 

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Intensivering/Extensivering

– 51 641

 

– 18 613

– 5 303

– 5 848

8 440

– 725

1

Overboeking binnen artikel 15

Neutraal

– 3 136

– 3 136

         

5

Overboeking binnen art.15 nav nieuwe prestatieafspraken

Neutraal

– 664

4 004

1 736

– 1 098

420

– 439

– 439

3

Budgettoevoeging B&O 2021–2028

Intensivering/Extensivering

1 051 392

           

6

Overboeking naar artikel 11

Intensivering/Extensivering

– 48 940

– 1 110

     

– 7 307

– 10 132

7

Aandeel HVWN uit reservering € 1,6 mlrd.

Intensivering/Extensivering

495 230

           

8

Bijstelling niveau landelijke taken RWS

Intensivering/Extensivering

22 436

– 6

1 066

1 107

1 667

1 673

1 674

4

Kasschuif

Intertemporeel

0

195 641

46 112

28 309

11 765

– 71 147

– 31 048

9

Mutaties Miljoenennota 2013

   

195 393

30 301

23 015

8 004

– 68 780

– 40 670

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 15.02 BenO

   

367 447

298 884

284 762

260 627

275 898

190 100

 
                   

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 15.03 Aanleg

   

343 610

346 247

272 298

201 043

40 444

5 520

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

22 495

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 15.03 Aanleg

   

366 105

346 247

272 298

201 043

40 444

5 520

 

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Intensivering/Extensivering

– 2 582

 

– 23 600

22 412

– 1 035

– 177

– 26

1

Desaldering

Intensivering/Extensivering

1 735

 

333

 

1 402

   

10

Overboeking binnen artikel 15

Neutraal

2 213 394

– 5 993

17 459

71 350

118 399

104 921

175 831

11

Overboeking van artikel 12

Intensivering/Extensivering

4 000

4 000

         

12

Kasschuif

Intertemporeel

0

– 76 271

– 55 698

– 26 392

– 29 858

73 466

61 428

9

Overboeking naar HXII artikel 5

Intensivering/Extensivering

– 250

– 250

         

13

Mutaties Miljoenennota 2013

   

– 78 514

– 61 506

67 370

88 908

178 210

237 233

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 15.03 Aanleg

   

287 591

284 741

339 668

289 951

218 654

242 753

 
X Noot
1

Voor mutaties in de periode 2012–2028 wordt verwezen naar bijlage 8.

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 15.05 Verk.& Planst.

   

21 287

30 171

104 736

180 681

155 643

212 547

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

– 2 788

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 15.05 Verk.& Planst.

   

18 499

30 171

104 736

180 681

155 643

212 547

 

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Intensivering/Extensivering

– 167 825

 

– 63 257

– 17 984

– 6 100

– 25 304

– 17 302

1

Overboeking binnen artikel 15

Neutraal

– 2 212 002

7 383

– 17 459

– 71 350

– 118 399

– 104 919

– 175 831

14

Overboekingen binnen Infrafonds

Intensivering/Extensivering

171 353

– 14 000

         

15

Kasschuif

Intertemporeel

0

– 161

51 685

– 14 262

– 55 042

– 24 280

– 18 274

9

Subsidietaakstelling

Intensivering/Extensivering

– 28 880

           

16

Overboeking naar Defensie

Intensivering/Extensivering

– 18 240

 

– 1 140

– 1 140

– 1 140

– 1 140

– 1 140

17

Mutaties Miljoenennota 2013

   

– 6 778

– 30 171

– 104 736

– 180 681

– 155 643

– 212 547

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 15.05 Verk.& Planst.

   

11 721

0

0

0

0

0

 
                   

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 15.06 Netwerk HVWN

   

255 822

248 238

232 802

224 302

222 198

220 424

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

0

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 15.06 Netwerk HVWN

   

255 822

248 238

232 802

224 302

222 198

220 424

 

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Intensivering/Extensivering

– 4 171

 

– 413

– 366

– 416

– 351

– 375

1

Loonbijstelling

Intensivering/Extensivering

14 960

1 011

940

907

899

887

861

2

Bijstelling niveau landelijke taken RWS

Intensivering/Extensivering

– 11 531

– 27

– 1 042

693

62

88

88

4

Mutaties Miljoenennota 2013

   

984

– 515

1 234

545

624

574

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 15.06 Netwerk HVWN

   

256 806

247 723

234 036

224 847

222 822

220 998

 
                   

Totaal uitgaven stand eerste suppletoire wet 2012 HVWN

   

836 032

908 095

884 079

871 136

775 427

681 725

 

Totaal uitgaven stand Miljoenennota 2013 HVWN

   

943 090

844 118

871 802

787 228

730 026

666 502

 
                   

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 15.09 Ontvangsten

   

68 687

29 703

22 155

3 042

 

 

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

16 531

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 15.09 Ontvangsten

   

85 218

29 703

22 155

3 042

0

0

 

EU-bijdrage Zeetoegang IJmond

Neutraal

– 1 746

– 1 746

         

18

Desaldering

Intensivering/Extensivering

1 735

 

333

 

1 402

   

10

Mutaties Miljoenennota 2013

   

– 1 746

333

0

1 402

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 15.09 Ontvangsten

 

 

83 472

30 036

22 155

4 444

0

0

 

Artikel 15

  • 1. Deze mutatie van in totaal ruim € 226 miljoen betreft het aandeel van dit artikel in de taakstelling uit het Begrotingsakkoord.

  • 2. De mutatie van in totaal bijna € 15 miljoen over de periode tot en met 2028 betreft de toevoeging van de loonbijstelling tranche 2012.

  • 3. Betreft een structurele overboeking van in totaal bijna € 0,7 miljoen in de periode 2012–2028 uit onderdeel 15.02 naar onderdeel 15.01 als gevolg van de met Rijkswaterstaat voor de periode 2013–2016 nieuw afgesloten prestatieafspraken.

  • 4. Het niveau van de landelijk geconcentreerde uitvoeringstaken van Rijkswaterstaat worden in lijn gebracht met de afgesproken versoberingen en efficiënter georganiseerd. De bijstelling van de uitgavenramingen van in totaal bijna € 2,5 miljoen in de periode 2012–2028 komt ten goede aan de oplossing van de B&O-problematiek, zoals gemeld in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (Kamerstukken II, 32 500 A, 32 660, nr. 83) en in bijlage 4.2 van de begroting Infrastructuurfonds 2012.

  • 5. Van de totale mutatie ad circa € 3,1 miljoen wordt circa € 0,6 miljoen overgeboekt naar 15.03 voor de dekking van waterschade aan de deuraandrijving Maasbracht. Het resterende bedrag ad circa € 2,5 miljoen bestaat voornamelijk uit lagere uitgaven op het groot variabel onderhoud project Maas, baggeren en kunstwerken en wordt overgeboekt naar onderdeel 15.05.

  • 6. In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (Kamerstukken II, 32 500 A, 32 660, nr. 83) is aan uw Kamer gemeld dat in het verlengde Infrastructuurfonds noodzakelijke middelen zijn opgenomen voor Beheer, Onderhoud en Vervanging. De mutatie op de uitgavenraming vanaf 2021 met ruim € 131,4 miljoen per jaar betreft de noodzakelijke toevoeging aan het Beheer en Onderhoud budget van Rijkswaterstaat voor de periode 2021–2028 voor de Hoofdvaarwegen (zie ook ad 8, 8 en 13 onder artikel 11, 12 en 18).

  • 7. In 2012 wordt circa € 1,1 miljoen overgeboekt naar artikel 11 voor de Sophiapolder/Rietbaan (zie ook ad 7 onder artikel 11). De verlaging in de andere jaren betreft het project Renovatie stuwensemble in de Nederrijn en Lek en wordt van artikelonderdeel 15.02.04 Vervanging (GVO) eveneens naar artikel 10 overgeboekt (zie ook ad 11 onder artikel 11). Het betreft een bijdrage aan dit project ten behoeve van de scheepvaartfunctie.

  • 8. Betreft het aandeel voor de Hoofdvaarwegen uit de na 2020 gereserveerde middelen ad € 1,6 miljard bestemd voor de periode tot en met 2020 voor Beheer en Onderhoud en Vervanging, zoals gemeld in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (Kamerstukken II, 32 500 A, 32 660, nr. 83) en in bijlage 4.2 van de begroting Infrastructuurfonds 2012 (zie ook ad 6, 7 en 14 onder respectievelijk artikel 11, 12 en 18). Het gaat hier om een totaalbedrag van circa € 495,2 miljoen.

  • 9. Met deze kasschuif wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de actuele inzichten in de programmering.

  • 10. Door België wordt circa € 0,2 miljoen bijgedragen voor natuurcompensatie (4e sluiskolk Ternaaien). Verder is voor het Wilhelminakanaal een 2e wijzigingsovereenkomst met de regio opgesteld. Deze overeenkomst betekent een hogere financiële bijdrage van circa € 1,6 miljoen van de regio (Tilburg en Provincie NB). Deze desaldering wordt op dit onderdeel aangebracht.

  • 11. Deze mutatie van in totaal bijna € 2,2 miljard over de jaren 2012–2028 bestaat voor het grootste deel uit een overboeking uit artikelonderdeel 15.05 Verkenningen en planuitwerkingen in verband met de nieuwe begrotingsstructuur in het Infrastructuurfonds (zie ook Kamerstukken II, 2011–2012, 31 865, nr. 42).

    Daarnaast is sprake van fasewisselingen van een aantal projecten die overgaan van planuitwerkingen naar realisatie. Als laatste wordt circa € 0,6 miljoen overgeboekt uit artikelonderdeel 15.02 in verband met hoogwaterschade aan de deuraandrijving Maasbracht (Maas fase 2).

  • 12. Uit artikel 12 wordt € 4 miljoen overgeboekt als bijdrage in de kosten voor de omleiding van de Zuid Willemsvaart in verband met het aanpassen van de aansluiting A2 aan de A59 (zie ook ad 12 onder artikel 12).

  • 13. De gelden die beschikbaar zijn gekomen uit het amendement van het lid Dijkgraaf (Kamerstukken II, 33 000 A, nr. 9) ad € 0,25 miljoen worden uit dit artikel 15 via bijdrageartikel 19 overgeboekt naar de begroting van Hoofdstuk XII, omdat de betreffende uitgaven daar verantwoord moeten worden (zie ook ad 9 onder artikel 5). Het betreft het project Maatwerkvoorlichting Verladers, specifiek bedoeld om voor corridors als de A15 met verladers concrete afspraken te maken, om meer lading van de weg naar de binnenvaart te verplaatsen.

  • 14. Deze saldomutatie van in totaal ruim € 2,2 miljard bestaat voor het grootste deel uit een overboeking naar artikelonderdeel 15.03 Realisatie in verband met de nieuwe begrotingsstructuur in het Infrastructuurfonds (zie ook Kamerstukken II, 2011–2012, 31 865, nr. 42).

    Daarnaast betreft het mutaties als gevolg van de fasewisselingen van een aantal projecten van planstudie naar realisatie (w.o. Lekkanaal/3e kolk Beatrixsluis, brug Burgum en bochtafsnijding, van Lemmer-Delfzijl fase 2 (planstudieproject) naar Lemmer-Delfzijl fase 1 (realisatieproject), Lichteren buitenhaven IJmuiden, Verdieping vaarweg Harlingen-Kornwerderzand (Boontjes).

  • 15. Uit dit artikelonderdeel wordt € 14 miljoen overgeboekt naar artikel 16.02 Ruimte voor de Rivier voor de pilot langsdammen, zijnde de vaarwegcomponent van het project. Deze proef met paralleldammen in de Waal, gericht op beheersing van aanzanding en erosie van de vaargeul ten behoeve van de bevaarbaarheid, vervangt een deel van de kribverlaging op de Waal (project Ruimte voor de Rivier).

    De mutaties in de latere jaren van in totaal ruim € 185 miljoen hebben betrekking op de projecten Lekkanaal/3e kolk Beatrixsluis, Vaarweg IJsselmeer Meppel, Grote zeesluis in het Kanaal Gent-Terneuzen en de Zeetoegang IJmond.

  • 16. De subsidie-taakstelling van bijna € 29,9 miljoen in de jaren 2027 en 2028 wordt hier tijdelijke geparkeerd en zal in een later stadium worden verwerkt.

  • 17. De structurele mutatie van € 1,14 miljoen per jaar betreft een overboeking naar het ministerie van Defensie voor Search and Rescue Helicopters.

  • 18. De neerwaartse bijstelling van de ontvangstenraming met ruim € 1,7 miljoen betreft een correctie van de EU-bijdrage Zeetoegang IJmond die dubbel in de begroting was opgenomen.

Artikel 16 Megaproj. Niet Verkeer en Vervoer
 

Categorie

Totaal mutatie 2012–20281

2012

2013

2014

2015

2016

2017

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 16.01 PMR

   

437 934

50 644

18 615

5 345

3 777

2 455

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

17 657

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 16.01 PMR

   

455 591

50 644

18 615

5 345

3 777

2 455

 

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Intensivering/Extensivering

– 1 233

 

– 767

– 249

– 78

– 47

– 31

1

Kasschuif

Intertemporeel

0

– 11 675

– 344

– 939

– 107

223

596

2

Overboeking apparaat naar HXII

Intensivering/Extensivering

– 195

– 80

– 75

– 20

– 20

   

3

Overboeking naar art. 17 PMR

Technisch

– 96 851

 

– 49 458

– 17 407

– 5 140

– 3 953

– 3 020

4

Mutaties Miljoenennota 2013

 

 

– 11 755

– 50 644

– 18 615

– 5 345

– 3 777

– 2 455

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 16.01 PMR

 

 

443 836

0

0

0

0

0

 
   

 

             

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 16.02 RvdR

   

154 610

292 036

341 925

349 884

191 854

184 788

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

– 42 896

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 16.02 RvdR

   

111 714

292 036

341 925

349 884

191 854

184 788

 

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Intensivering/Extensivering

– 22 641

 

– 9 312

– 12 791

– 5 169

14 176

– 2 612

1

Kasschuif

Intertemporeel

0

21 000

– 125 000

   

25 000

21 000

2

Overboeking van artikel 15

Intensivering/Extensivering

14 000

14 000

         

5

Overboeking van artikel 11

Intensivering/Extensivering

8 300

8 300

         

6

Overboeking naar Deltafonds

Technisch

– 1 316 847

 

– 157 724

– 329 134

– 344 715

– 231 030

– 203 176

7

Mutaties Miljoenennota 2013

   

43 300

– 292 036

– 341 925

– 349 884

– 191 854

– 184 788

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 16.02 RvdR

   

155 014

0

0

0

0

0

 
                   

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 16.03 Maaswerken

   

34 769

39 614

30 402

29 323

26 075

20 154

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

33 162

700

3 195

9 195

12 670

3 000

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 16.03 Maaswerken

   

67 931

40 314

33 597

38 518

38 745

23 154

 

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Intensivering/Extensivering

– 13 451

   

– 3 432

– 3 519

– 2 408

– 1 833

1

Overboeking naar artikel 11

Intensivering/Extensivering

– 367

– 367

         

8

Kasschuif

Intertemporeel

0

– 15 137

– 21 829

– 95

982

753

285

2

Overboeking naar Deltafonds

Technisch

– 229 331

 

– 18 485

– 30 070

– 35 981

– 37 090

– 21 606

7

Mutaties Miljoenennota 2013

   

– 15 504

– 40 314

– 33 597

– 38 518

– 38 745

– 23 154

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 16.03 Maaswerken

   

52 427

0

0

0

0

0

 
                   

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 16.04 Netwerk mega niet VenV

   

18 324

18 627

18 093

16 272

12 963

12 158

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

0

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 16.04 Netwerk mega niet VenV

   

18 324

18 627

18 093

16 272

12 963

12 158

 

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Intensivering/Extensivering

– 225

   

– 28

– 30

– 20

– 21

1

Loonbijstelling

Intensivering/Extensivering

845

64

66

66

61

48

45

9

Overboeking naar Deltafonds

Technisch

– 282 631

 

– 18 693

– 18 131

– 16 303

– 12 991

– 12 182

7

Mutaties Miljoenennota 2013

   

64

– 18 627

– 18 093

– 16 272

– 12 963

– 12 158

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 16.04 Netwerk mega niet VenV

 

 

18 388

0

0

0

0

0

 
X Noot
1

Voor mutaties in de periode 2012–2028 wordt verwezen naar bijlage 8.

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 16.05 HWBP2

   

215 517

437 347

356 709

346 194

358 917

253 139

322 729

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

22 674

– 123 399

– 34 523

71 284

55 403

9 304

– 15 215

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 16.05 HWBP2

   

238 191

313 948

322 186

417 478

414 320

262 443

307 514

 

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Intensivering/Extensivering

–7 414

   

– 996

– 867

– 891

– 460

– 666

1

Overboekingen artikel 11

Intensivering/Extensivering

– 35 380

2 112

– 7 800

– 13 700

– 14 600

–1 402

   

10

Kasschuif

Intertemporeel

0

– 116 116

– 120 952

– 8 188

– 103 472

36 678

– 11 211

– 10 757

2

Overboeking naar Deltafonds

Technisch

– 2 395 209

 

– 185 196

– 299 302

– 298 539

– 448 705

– 250 772

– 296 091

7

Mutaties Miljoenennota 2013

   

– 113 994

– 313 948

– 322 186

– 417 478

– 414 320

– 262 443

– 307 514

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 16.05 HWBP2

   

124 197

0

0

0

0

0

0

 
                     

Totaal utigaven stand eerste suppletoire wet 2012 Mega niet VenV

   

891 751

715 569

734 416

827 497

661 659

484 998

347 916

 

Totaal utigaven stand Miljoenennota 2013 Mega niet VenV

   

793 862

0

0

0

0

0

0

 
                     

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 16.09 Ontvangsten

   

80 193

88 039

139 589

195 411

155 850

155 778

112 168

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

– 1 064

0

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 16.09 Ontvangsten

   

79 129

88 039

139 589

195 411

155 850

155 778

112 168

 

Aan uitgaven gerelateerde ontvangsten van de waterschappen

Intensivering/Extensivering

– 17 651

 

1 100

– 3 900

– 6 850

– 7 300

– 701

 

11

Overboeking ontvangsten HWBP-2 uit artikel 11

Technisch

63 914

63 914

           

12

Overboeking naar Deltafonds

Technisch

– 1 038 766

 

– 86 139

– 135 689

– 188 561

– 148 550

– 155 077

– 112 168

7

Overboeking naar art. 17 PMR

Technisch

– 3 000

 

– 3 000

         

4

Mutaties Miljoenennota 2013

   

63 914

– 88 039

– 139 589

– 195 411

– 155 850

– 155 778

– 112 168

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 16.09 Ontvangsten

   

143 043

0

0

0

0

0

0

 

Artikel 16

  • 1. Deze mutatie van in totaal bijna € 45 miljoen betreft het aandeel van dit artikel in de taakstelling uit het Begrotingsakkoord.

  • 2. Met deze kasschuif wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de actuele inzichten in de programmering.

  • 3. Betreft een overboeking naar het centrale apparaatsartikel in de Begroting hoofdstuk XII van de apparaatsuitgaven ad circa € 0,2 miljoen die betrekkingen hebben op het PMR.

  • 4. Het structurele beschikbare budget van in totaal circa € 96,9 miljoen voor het PMR wordt met ingang van het jaar 2013 overgeboekt naar artikel 17 Megaprojecten en daar verantwoord (zie ook ad 5 onder artikel 17)

  • 5. Uit artikel 15 wordt € 14 miljoen overgeboekt naar Ruimte voor de Rivier voor de pilot langsdammen, zijnde de vaarwegcomponent van het project. Deze proef met paralleldammen in de Waal, gericht op beheersing van aanzanding en erosie van de vaargeul voor de bevaarbaarheid, vervangt een deel van de kribverlaging op de Waal (project Ruimte voor de Rivier) (zie ook ad 15 onder artikel 15).

  • 6. Betreft een overboeking € 8,3 miljoen van artikel 11 naar Ruimte voor de Rivier voor de pilot langsdammen (zie ook ad 10 onder artikel 11 en hierboven onder ad 5).

  • 7. In de Deltawet is opgenomen dat een Deltafonds wordt ingezet dat zorg draagt voor de financiering en bekostiging van maatregelen en voorzieningen op het gebied van waterveiligheid en zoetwatervoorziening. Uitgaande van de Deltawet zijn de artikelen 11 (Hoofdwatersystemen) en 16 (Megaprojecten wat betreft Maaswerken en Ruimte voor de Rivier) van het Infrastructuurfonds, geconverteerd naar het Deltafonds en de Begroting hoofdstuk XII. In de bijlage bij de begroting van het Infrastructuurfonds is een conversietabel opgenomen met de doorgevoerde omzettingen. Maatregelen op het gebied van waterkwaliteit die niet verbonden zijn aan waterveiligheid en zoetwatervoorziening, zijn als gevolg van de bij de behandeling van het wetvoorstel Deltawet aangenomen amendement Lucas (Kamerstukken II 2011–2012, 32 304, nr. 29) niet in het Deltafonds opgenomen en worden verantwoord op de begroting van Hoofdstuk XII.

    Het gaat hier om een overboeking naar het Deltafonds van in totaal ruim € 4 224 miljoen aan uitgavenramingen en bijna € 1 039 miljoen aan ontvangstenramingen

  • 8. Betreft een correctie van notificatiekosten ad € 367 000 conform de opdrachtbrief van Rijkswaterstaat, die wordt overgeboekt naar artikel 10 (zie ook ad 11 onder artikel 11).

  • 9. De mutatie van in totaal ruim € 0,8 miljoen over de periode tot en met 2028 betreft de toevoeging van de loonbijstelling tranche 2012.

  • 10. Zoals in de Basisrapportage is aangegeven wordt het verschil tussen raming en budget van circa € 35 miljoen in de jaren 2013–2016 toegevoegd aan het nHWPB. (zie ook ad 10 onder artikel 11).

  • 11. Als gevolg van een verschuiving uit de basisrapportage van budget van HWBP-2 naar nHWBP wordt overeenkomstig de ontvangstenbegroting bijgesteld. Het betreft de aan de uitgaven gerelateerde ontvangsten van de waterschappen van in totaal circa € 17,7 miljoen.

  • 12. De mutatie in 2012 betreft een technische overheveling van de ontvangsten HWBP-2 ad circa € 63,9 miljoen van artikel 11 naar 16.

Artikel 17 Megaprojecten Verkeer en Vervoer
 

Categorie

Totaal mutatie 2012–20281

2012

2013

2014

2015

2016

2017

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 17.01 W’scheldetunnel

   

0

0

0

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

5 094

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 17.01 W'scheldetunnel

   

5 094

0

0

0

0

0

 

Mutaties Miljoenennota 2013

   

0

0

0

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 17.01 W'scheldetunnel

   

5 094

0

0

0

0

0

 
                   

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 17.02 Betuweroute

   

10 000

2 235

0

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

18 145

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 17.02 Betuweroute

   

28 145

2 235

0

0

0

0

 

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Intensivering/Extensivering

– 36

 

– 36

       

1

Kasschuif

Intertemporeel

0

– 14 500

2 500

6 000

6 000

   

2

Mutaties Miljoenennota 2013

   

– 14 500

2 464

6 000

6 000

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 17.02 Betuweroute

   

13 645

4 699

6 000

6 000

0

0

 
                   

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 17.03 HSL

   

0

0

0

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

23 033

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 17.03 HSL

   

23 033

0

0

0

0

0

 

Desaldering

Intensivering/Extensivering

1 590

1 590

         

3

Mutaties Miljoenennota 2013

   

1 590

0

0

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 17.03 HSL

   

24 623

0

0

0

0

0

 
                   

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 17.04 ABvM

   

0

0

0

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

24

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 17.04 ABvM

   

24

0

0

0

0

0

 

Overboeking naar art. 12

Intensivering/Extensivering

– 24

– 24

         

4

Mutaties Miljoenennota 2013

   

– 24

0

0

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 17.04 ABvM

   

0

0

0

0

0

0

 
                   

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 17.05 ZZL

   

0

0

0

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

0

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 17.05 ZZL

   

0

0

0

0

0

0

 

Mutaties Miljoenennota 2013

   

0

0

0

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 17.05 ZZL

   

0

0

0

0

0

0

 
                   

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 17.06 PMR

   

0

0

0

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

0

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 17.06 PMR

   

0

0

0

0

0

0

 

Overboeking van art. 16 PMR

Technisch

96 849

 

49 458

17 407

5 139

3 953

3 019

5

Mutaties Miljoenennota 2013

   

0

49 458

17 407

5 139

3 953

3 019

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 17.06 PMR

   

0

49 458

17 407

5 139

3 953

3 019

 
                   

Totaal uitgaven stand eerste suppletoire wet 2012 Mega VenV

   

56 296

2 235

0

0

0

0

 

Totaal uitgaven stand Miljoenennota 2013 mega VenV

   

43 362

54 157

23 407

11 139

3 953

3 019

 
X Noot
1

Voor mutaties in de periode 2012–2028 wordt verwezen naar bijlage 8.

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 17.09 Ontvangsten

   

0

0

0

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

– 1 590

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 17.09 Ontvangsten

   

– 1 590

0

0

0

0

0

 

Desaldering

Intensivering/Extensivering

1 590

1 590

         

3

Overboeking van art. 16 PMR

Technisch

3 000

 

3 000

       

5

Mutaties Miljoenennota 2013

   

1 590

3 000

0

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 17.09 Ontvangsten

   

0

3 000

0

0

0

0

 

Artikel 17

  • 1. De mutatie ad € 36 000 betreft het aandeel van dit artikel in de taakstelling uit het Begrotingsakkoord.

  • 2. Als gevolg van vertraging op de projectonderdelen BB21 en plasverkleinende maatregelen (kolken naast het spoor), wordt met deze kasschuif zoveel mogelijk aangesloten bij de actuele inzichten in de programmering.

  • 3. De desaldering ad circa € 1,6 miljoen betreft een bijstelling van de ontvangstenraming van de HSL.

  • 4. Betreft een afboeking ad € 24 000 van het niet meer benodigde budget voor Betalen voor mobiliteit. Dit wordt overgeboekt naar artikel 12.

  • 5. Het beschikbare structurele uitgaven- en ontvangstenbudget van respectievelijk circa € 96,9 miljoen en € 3 miljoen voor het PMR wordt met ingang van het jaar 2013 overgeboekt uit artikel 16 Megaprojecten niet Verkeer en Vervoer (zie ook ad 4 onder artikel 16)

Artikel 18 Overige uitgaven en ontvangsten
 

Categorie

Totaal mutatie 2012–20281

2012

2013

2014

2015

2016

2017

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 18.01 Saldo afgesl.rekg.

   

0

0

0

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

0

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 18.01 Saldo afgesl.rekg.

   

0

0

0

0

0

0

 

Mutaties Miljoenennota 2013

   

0

0

0

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 18.01 Saldo afgesl.rekg.

   

0

0

0

0

0

0

 
                   

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 18.03 Intermod.verv.

   

4 574

1 202

0

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

8 525

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 18.03 Intermod.verv.

   

13 099

1 202

0

0

0

0

 

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Intensivering/Extensivering

– 6

 

– 6

       

1

Overboeking van HXII

Intensivering/Extensivering

– 500

– 500

         

15

Kasschuif

Intertemporeel

0

– 7 000

2 000

2 000

3 000

   

2

Mutaties Miljoenennota 2013

   

– 7 500

1 994

2 000

3 000

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 18.03 Intermod.verv.

   

5 599

3 196

2 000

3 000

0

0

 
                   

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 18.04 Geb. aanpak

   

213

0

0

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

5 279

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 18.04 Geb. aanpak

   

5 492

0

0

0

0

0

 

Desaldering

Intensivering/Extensivering

44

44

         

3

Mutaties Miljoenennota 2013

   

44

0

0

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 18.04 Geb. aanpak

   

5 536

0

0

0

0

0

 
                   

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 18.05 Railinfrabeh.

   

119 541

0

0

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

0

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 18.05 Railinfrabeh.

   

119 541

0

0

0

0

0

 

Desaldering

Intensivering/Extensivering

– 119 540

– 119 540

         

4

Mutaties Miljoenennota 2013

   

– 119 540

0

0

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 18.05 Railinfrabeh.

   

1

0

0

0

0

0

 
                   

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 18.06 Ext.veiligheid

   

13 382

0

0

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

122

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 18.06 Ext.veiligheid

   

13 504

0

0

0

0

0

 

Mutaties Miljoenennota 2013

   

0

0

0

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 18.06 Ext.veiligheid

   

13 504

0

0

0

0

0

 
                   

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 18.07 Mob.onafh. Kennis/Exp.

   

42

42

42

42

42

42

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

565

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 18.07 Mob.onafh. Kennis/Exp.

   

607

42

42

42

42

42

 

Overboeking binnen artikel 18

Neutraal

– 385

– 385

         

5

Mutaties Miljoenennota 2013

   

– 385

0

0

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 18.07 Mob.onafh. Kennis/Exp.

   

222

42

42

42

42

42

 
X Noot
1

Voor mutaties in de periode 2012–2028 wordt verwezen naar bijlage 8.

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 18.09 Ontvangsten

   

119 603

0

0

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

– 107

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 18.09 Ontvangsten

   

119 496

0

0

0

0

0

 

Desaldering

Intensivering/Extensivering

– 119 496

– 119 496

         

4

Desaldering

Intensivering/Extensivering

339 388

           

10

Mutaties Miljoenennota 2013

   

– 119 496

0

0

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 18.09 Ontvangsten

   

0

0

0

0

0

0

 
                   

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 18.10 Voordelig saldo

   

0

0

0

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

103 183

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 18.10 Voordelig saldo

   

103 183

0

0

0

0

0

 

Mutaties Miljoenennota 2013

   

0

0

0

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 18.10 Voordelig saldo

   

103 183

0

0

0

0

0

 
                   

Totaal ontvangsten stand eerste suppletoire wet 2012 Ontvangsten

   

222 679

0

0

0

0

0

 

Totaal ontvangsten stand Miljoenennota 2013 Ontvangsten

   

103 183

0

0

0

0

0

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 18.08 Netwerkoverst.kosten

   

283 708

270 654

255 468

249 445

240 994

241 587

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

48

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 18.08 Netwerkoverst.kosten

   

283 756

270 654

255 468

249 445

240 994

241 587

 

Overboeking binnen artikel 18

Neutraal

385

385

         

5

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Intensivering/Extensivering

– 11 302

 

– 1 105

– 969

– 1 100

– 945

– 1 006

1

Subsidietaakstelling

Intensivering/Extensivering

48 694

1 000

1 500

1 670

1 864

2 820

3 320

6

Bijstelling niveau landelijke taken RWS

Intensivering/Extensivering

– 145 332

– 1 314

– 1 249

– 4 257

– 6 268

– 6 380

– 6 388

7

Loonbijstelling

Intensivering/Extensivering

15 384

991

956

927

926

892

891

8

Overboeking van HXII

Intensivering/Extensivering

– 6 285

– 205

– 380

– 380

– 380

– 380

– 380

9

Mutaties Miljoenennota 2013

   

857

– 278

– 3 009

– 4 958

– 3 993

– 3 563

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 18.08 Netwerkoverst.kosten

   

284 613

270 376

252 459

244 487

237 001

238 024

 
                   

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 18.11 Invest.ruimte

   

0

0

0

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

0

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 18.11 Invest.ruimte

   

0

0

0

0

0

0

 

Diverse overboekingen van/naar art. 18

Intensivering/Extensivering

– 626 624

           

11

Subsidietaakstelling

Intensivering/Extensivering

28 880

           

6

Taakstellingen Begrotingsakkoord

Intensivering/Extensivering

– 1 299 622

           

1

Overboeking met HXII

Intensivering/Extensivering

372 158

         

15 418

12

Mutaties Miljoenennota 2013

   

0

0

0

0

0

15 418

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 18.11 Invest.ruimte

   

0

0

0

0

0

15 418

 
                   

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 18.12 Nader toe te wijzen B&O&V

   

0

0

0

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

0

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 18.12 Nader toe te wijzen B&O&V

   

0

0

0

0

0

0

 

Budget ontrekking tbv B&O 2021–2028

Intensivering/Extensivering

– 1 486 200

           

13

Bijstelling niveau landelijke taken RWS

Intensivering/Extensivering

200 000

           

7

Reservering € 1,6 mlrd. tbv. HWS/HWN/HVWN

Intensivering/Extensivering

– 1 600 000

           

14

Mutaties Miljoenennota 2013

   

0

0

0

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 18.12 Nader toe te wijzen B&O&V

   

0

0

0

0

0

0

 
                   

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 18.13 Tol gefinanc.uitgaven

   

 

 

 

 

 

 

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

0

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 18.13 Tol gefinanc.uitgaven

   

0

0

0

0

0

0

 

Desaldering

Intensivering/Extensivering

339 388

           

10

Mutaties Miljoenennota 2013

   

0

0

0

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 18.13 Tol gefinanc.uitgaven

   

0

0

0

0

0

0

 
                   

Totaal uitgaven stand eerste suppletoire wet 2012 Overige U en O

   

435 999

271 898

255 510

249 487

241 036

241 629

 

Totaal uitgaven stand Miljoenennota 2013 Overige U en O

   

309 475

273 614

254 501

247 529

237 043

253 484

 
                   

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 18.09 Ontvangsten

   

119 603

0

0

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

– 107

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 18.09 Ontvangsten

   

119 496

0

0

0

0

0

 

Desaldering

Intensivering/Extensivering

– 119 496

– 119 496

         

4

Desaldering

Intensivering/Extensivering

339 388

           

10

Mutaties Miljoenennota 2013

   

– 119 496

0

0

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 18.09 Ontvangsten

   

0

0

0

0

0

0

 
                   

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 18.10 Voordelig saldo

   

0

0

0

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

103 183

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 18.10 Voordelig saldo

   

103 183

0

0

0

0

0

 

Mutaties Miljoenennota 2013

   

0

0

0

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 18.10 Voordelig saldo

   

103 183

0

0

0

0

0

 
                   

Totaal ontvangsten stand eerste suppletoire wet 2012 Ontvangsten

   

222 679

0

0

0

0

0

 

Totaal ontvangsten stand Miljoenennota 2013 Ontvangsten

   

103 183

0

0

0

0

0

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 18.09 Ontvangsten

   

119 603

0

0

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

– 107

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 18.09 Ontvangsten

   

119 496

0

0

0

0

0

 

Desaldering

Intensivering/Extensivering

– 119 496

– 119 496

         

4

Desaldering

Intensivering/Extensivering

339 388

           

10

Mutaties Miljoenennota 2013

   

– 119 496

0

0

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 18.09 Ontvangsten

   

0

0

0

0

0

0

 
                   

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 18.10 Voordelig saldo

   

0

0

0

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

103 183

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 18.10 Voordelig saldo

   

103 183

0

0

0

0

0

 

Mutaties Miljoenennota 2013

   

0

0

0

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 18.10 Voordelig saldo

   

103 183

0

0

0

0

0

 
                   

Totaal ontvangsten stand eerste suppletoire wet 2012 Ontvangsten

   

222 679

0

0

0

0

0

 

Totaal ontvangsten stand Miljoenennota 2013 Ontvangsten

   

103 183

0

0

0

0

0

 

Artikel 18

  • 1. Deze mutatie van in totaal bijna € 1 311 miljoen betreft het aandeel van dit artikel in de taakstelling uit het Begrotingsakkoord.

  • 2. In 2011 is door Agentschap NL de uitvoering van de betreffende subsidieregeling voorbereid. Subsidieverlening is daardoor in 2012 nog niet aan de orde en wordt derhalve een jaar opgeschoven.

  • 3. De desaldering van € 0,044 miljoen houdt verband met in 2011 gerealiseerde hogere ontvangsten die worden aangewend voor het project RRAAM.

  • 4. In 2011 heeft een vervroegde aflossing van een lening en rentebetaling plaats gevonden. De lening liep oorspronkelijk in 2012 af. Door de vervroegde aflossing kan in 2012 de uitgaven- en de respectievelijke ontvangstenraming met circa € 120 miljoen evenredig worden verlaagd.

  • 5. Door middel van de verwerking van het voordelig saldo over 2011 is een bedrag van € 0,385 miljoen aan 2012 toegevoegd. Omdat de uitgaven met betrekking tot de basisinformatievoorzieningen in verband met de herziening van het kostenmodel Rijkswaterstaat in het vervolg verantwoord worden op artikel 18.08, vindt een overboeking plaats vanuit artikel 18.07.

  • 6. Een deel van de subsidietaakstelling Deltares blijkt niet haalbaar omdat. In de periode t/m 2020 gaat het afgerond om € 22 miljoen. Het grootste deel van de taakstelling, ruim € 19 miljoen, wordt verlegd naar artikel 11 in het Infrastructuurfonds en het restant wordt ingeboekt op artikel 31 in de begroting van Hoofdstuk XII (zie ook ad 5 onder artikel 11 en 6 onder artikel 1 in de begroting van Hoofdstuk XII).

  • 7. Het niveau van de landelijk geconcentreerde uitvoeringstaken van Rijkswaterstaat worden in lijn gebracht met de afgesproken versoberingen en efficiënter georganiseerd. Deze bijstelling (uit artikel 11, 12, 15 en 18) van in totaal circa € 54,7 miljoen komt ten goede aan de oplossing van de B&O-problematiek, zoals gemeld in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (Kamerstukken II, 32 500 A, 32 660, nr. 83) en in bijlage 4.2 van de begroting Infrastructuurfonds 2012 (zie ook ad 2, 1 en 4 onder respectievelijk artikel 11, 12 en 15).

  • 8. De mutatie van in totaal bijna € 15,4 miljoen over de periode tot en met 2028 betreft de toevoeging van de loonbijstelling tranche 2012.

  • 9. Deze saldomutatie van circa € 6,3 miljoen in de periode tot en met 2028 betreft enerzijds de bijdrage in de basisregistratie van het kadaster, die wordt overgeboekt naar de Begroting hoofdstuk XII en anderzijds een overboeking uit de Begroting hoofdstuk XII ten behoeve van A naar Beter (met name voor de ontwikkeling van een android app).

  • 10. De desaldering van bijna € 440 miljoen wordt aangebracht voor de verwachte inkomsten uit de tolheffing op de Nieuwe Westelijke Oeververbinding, A13/A16/A20 en Maasvlakte-Vaanplein A 15.

  • 11. Deze post van in totaal circa € 626,6 miljoen bestaat uit een aantal overboekingen vanuit de programmaruimte naar de artikelen 11, 12 en 15. De overboekingen hebben voornamelijk betrekking op de projecten Bovenloop IJssel, Zeetoegang IJmond, A4–44, Beatrixsluis, Grote zeesluis in het kanaal Gent-Terneuzen, Vaarweg IJsselmeer Meppel, reservering DBFM tol gerelateerde projecten, A4 Haaglanden en de A10 Zuidas (zie ook ad 15 onder artikel 15 en ad 15 en 19 onder artikel 12).

  • 12. Op de Begroting hoofdstuk XII vanaf 2017 tot en met 2020 meer geld gereserveerd voor de BDU, dan waar de BDU-ontvangers recht op hebben volgens het Coalitieakkoord 2007 en het Regeerakkoord 2010. Thans worden deze middelen van in totaal ruim € 372 miljoen toegevoegd aan het Infrastructuurfonds.

  • 13. In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (Kamerstukken II, 32 500 A, 32 660, nr. 83) is aan uw Kamer gemeld dat in het verlengde Infrastructuurfonds noodzakelijke middelen zijn opgenomen voor Beheer, Onderhoud en Vervanging. Deze mutatie van in totaal circa € 1,5 miljard in de periode 2021–2028 betreft de noodzakelijke toevoeging aan de Beheer en Onderhoud budgetten van Rijkswaterstaat voor de periode 2021–2028 voor de, Hoofdwatersystemen, Hoofdwegen en Hoofdvaarwegen. (zie ook ad 8, 8 en 6 onder respectievelijk de artikelen 11, 12 en 15)

  • 14. Deze mutatie betreft de toevoeging aan de netwerken van de gereserveerde middelen ad € 1,6 miljard bestemd voor de periode tot en met 2020, zoals gemeld in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (Kamerstukken II, 32 500 A, 32 660, nr. 83) en in bijlage 4.2 van de begroting Infrastructuurfonds 2012. (zie ook ad 6, 7 en 8 onder respectievelijk de artikelen 11, 12 en 15).

  • 15. Ten behoeve van de renovatie van de haven in Saba wordt een bedrag van € 0,5 miljoen overgeboekt naar het BES-fonds (Bonaire, Sint Eustatius en Saba).

Artikel 19 Bijdragen andere begrotingen Rijk
 

Categorie

Totaal mutatie 2012–20281

2012

2013

2014

2015

2016

2017

 

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 19.09

   

7 376 313

7 552 230

7 875 414

6 718 707

7 332 672

7 167 086

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

– 146 568

– 167 101

72 707

252 283

39 728

39 645

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 19.09

   

7 229 745

7 385 129

7 948 121

6 970 990

7 372 400

7 206 731

 

Saldo overboekingen met begroting van HXII

Intensivering/Extensivering

– 4 373 720

– 55 036

– 245 112

– 130 893

– 200 946

– 394 334

– 268 633

1

Overboeking naar Deltafonds

Technisch

– 14 730 892

 

– 882 371

– 1 062 153

– 1 059 295

– 1 186 408

– 939 214

2

Mutaties Miljoenennota 2013

   

– 55 036

– 1 127 483

– 1 193 046

– 1 260 241

– 1 580 742

– 1 207 847

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 19.09

   

7 174 709

6 257 646

6 755 075

5 710 749

5 791 658

5 998 884

 
                   

Ontwerpbegroting 2012 artikelonderdeel 19.10

   

0

0

0

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2012

   

0

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2012 artikelonderdeel 19.10

   

0

0

0

0

0

0

 

Mutaties Miljoenennota 2013

   

0

0

0

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2013 artikelonderdeel 19.10

   

0

0

0

0

0

0

 
                   

Totaal ontvangsten stand eerste suppletoire wet 2012

   

7 229 745

7 385 129

7 948 121

6 970 990

7 372 400

7 206 731

 

Totaal ontvangsten stand Miljoenennota 2013

   

7 174 709

6 257 646

6 755 075

5 710 749

5 791 658

5 998 884

 
X Noot
1

Voor mutaties in de periode 2012–2028 wordt verwezen naar bijlage 8.

Artikel 19

  • 1. Deze saldomutatie van ruim € 5 miljard bestaat uit een groot aantal overboekingen tussen de Begroting hoofdstuk XII en het Infrastructuurfonds. Die mutaties zijn bij de individuele artikelen in het Infrastructuurfonds (en in de Begroting hoofdstuk XII) toegelicht.

  • 2. In de Deltawet is opgenomen dat een Deltafonds wordt ingezet dat zorg draagt voor de financiering en bekostiging van maatregelen en voorzieningen op het gebied van waterveiligheid en zoetwatervoorziening. Uitgaande van de Deltawet zijn de artikelen 11 (Hoofdwatersystemen) en 16 (Megaprojecten wat betreft Maaswerken en Ruimte voor de Rivier) van het Infrastructuurfonds, geconverteerd naar het Deltafonds en de Begroting hoofdstuk XII. In de bijlage bij de begroting van het Deltafonds is een conversietabel opgenomen met de doorgevoerde omzettingen. Maatregelen op het gebied van waterkwaliteit die niet verbonden zijn aan waterveiligheid en zoetwatervoorziening, zijn als gevolg van de bij de behandeling van het wetvoorstel Deltawet aangenomen amendement Lucas (Kamerstukken II, 2011/11, 32 304, nr. 29) niet in het Deltafonds opgenomen en worden verantwoord op de Begroting hoofdstuk XII. Bij deze boeking betreft het de totale bijdrage van de Begroting hoofdstuk XII ad circa € 14,7 miljard die vanaf 2013 voor het aan het Deltafonds gerelateerde deel wordt overgeboekt naar het Deltafonds.

BIJLAGE 3 BEGROTINGSAKKOORD

Invulling taakstelling op artikelonderdeel Infrastructuurfonds (x € 1 000)

Art.ond. IF

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Som

5 512

Hoofdwegen

                               

0

5512u01

Verkeersmanagement

– 46

– 2 094

– 1 751

– 1 877

– 2 589

– 2 589

– 2 589

– 2 589

– 2 589

– 2 589

– 2 589

         

– 23 893

5512u02

Beheer, onderhoud en vervanging

– 74 962

39 848

20 473

– 7 362

– 8 639

– 8 844

– 9 225

– 9 275

– 9 275

– 9 275

– 9 275

         

– 85 812

5512u03

Aanleg

– 251 824

– 77 285

– 41 969

– 141 261

– 115 112

– 118 052

– 159 676

– 174 519

– 158 509

– 159 755

– 159 577

         

– 1 557 539

5512u06

Netwerkgebonden kosten

– 698

– 616

– 701

– 592

– 634

– 634

– 634

– 634

– 634

– 634

– 634

         

– 7 043

   

– 327 529

– 40 146

– 23 948

– 151 093

– 126 974

– 130 119

– 172 123

– 187 017

– 171 008

– 172 254

– 172 076

0

0

0

0

0

– 1 674 287

5 513

Spoorwegen

                               

0

5513u02

Beheer, onderhoud en vervanging

– 23 258

– 18 851

– 23 473

– 17 545

– 18 020

– 20 260

– 20 529

– 17 713

– 17 713

– 17 713

– 17 713

         

– 212 787

5513u03

Aanleg

– 43 625

– 38 661

– 57 702

– 55 289

– 74 313

– 66 433

– 60 295

– 59 308

– 54 331

– 54 719

– 54 663

         

– 619 341

   

– 66 883

– 57 512

– 81 175

– 72 835

– 92 333

– 86 693

– 80 824

– 77 021

– 72 044

– 72 432

– 72 376

0

0

0

0

0

– 832 128

5 514

Reg.lokaal

                               

0

5514u01

Aanleg

– 9 264

– 17 824

– 13 529

– 14 580

– 25 319

– 36 333

– 18 167

– 6 964

– 6 460

– 6 499

– 6 494

         

– 161 433

5 515

Hoofdvaarwegen

                               

0

5515u01

Verkeersmanagement

 

– 20

– 23

– 20

– 21

– 21

– 21

– 21

– 21

– 21

– 21

         

– 211

5515u02

Beheer, onderhoud en vervanging

– 18 613

– 5 303

– 5 847

8 440

– 725

– 5 217

– 4 495

– 4 970

– 4 970

– 4 970

– 4 970

         

– 51 641

5515u03

Aanleg

– 86 857

4 428

– 7 135

– 25 482

– 17 328

– 11 821

– 7 767

– 4 891

– 4 500

– 4 530

– 4 526

         

– 170 409

5515u06

Netwerkgebonden kosten

– 414

– 366

– 416

– 351

– 375

– 375

– 375

– 375

– 375

– 375

– 375

         

– 4 172

   

– 105 884

– 1 260

– 13 421

– 17 412

– 18 450

– 17 434

– 12 658

– 10 258

– 9 867

– 9 897

– 9 893

0

0

0

0

0

– 226 434

5 517

Grote projecten

                               

0

5517u06

PMR

– 767

– 250

– 77

– 47

– 30

– 27

– 14

– 4

– 4

– 4

– 4

         

– 1 229

5517u02

Betuweroute

– 36

                             

– 36

   

– 803

– 250

– 77

– 47

– 30

– 27

– 14

– 4

– 4

– 4

– 4

0

0

0

0

0

– 1 265

5 518

Overige uitgaven

                               

0

5518u03

Intermodaal vervoer

– 6

                             

– 6

5518u08

Netwerkoverstijgende kosten

– 1 104

– 970

– 1 100

– 944

– 1 006

– 1 030

– 1 036

– 1 028

– 1 028

– 1 028

– 1 028

         

– 11 303

5518u11

Investeringsruimte

                     

– 260 368

– 259 594

– 259 883

– 259 894

– 259 883

– 1 299 622

   

– 1 110

– 970

– 1 100

– 944

– 1 006

– 1 030

– 1 036

– 1 028

– 1 028

– 1 028

– 1 028

– 260 368

– 259 594

– 259 883

– 259 894

– 259 883

– 1 310 931

Totaal IF

 

– 511 474

– 117 961

– 133 251

– 256 911

– 264 112

– 271 635

– 284 823

– 282 292

– 260 411

– 262 114

– 261 871

– 260 368

– 259 594

– 259 883

– 259 894

– 259 883

– 4 206 478

BIJLAGE 4 OVERZICHTSCONSTRUCTIE KUSTWACHT NEDERLAND NIEUWE STIJL

De Kustwacht Nederland nieuwe stijl is sinds 1 januari 2007 actief. De minister van IenM is als coördinerend minister voor Noordzee-aangelegenheden verantwoordelijk voor het proces van totstandkoming van geïntegreerd beleid en het activiteitenplan en begroting voor de Noordzee. De minister van Defensie is beheerder van de Kustwacht dat betekent dat deze verantwoordelijk is voor het opstellen van het APB Kustwacht alsmede de uitvoering daarvan met inzet van eigen en toegewezen mensen en middelen. Alle bij de Kustwacht betrokken ministeries behouden hun eigen wettelijke verantwoordelijkheden. Het integrale beleid en daarvan afgeleide APB waarover de ministerraad beslist worden zodanig concreet dat elke minister zich daarover in het parlement kan verantwoorden en vormen in feite een integraal contract tussen de verschillende ministeries en de Kustwacht.

De overzichtsconstructie is gebaseerd op het door het ministerie van Defensie opgestelde APB-2012 en wordt door IenM gepubliceerd in de rol van coördinerend ministerie. In de overzichtsconstructie wordt een onderscheid gemaakt in de uitgaven van de Kustwacht zelf en de uitgaven die de deelnemende ministeries voor de Kustwacht verrichten.

Defensie/kustwacht

  • Betreft de uitgavenbudgetten in beheer van de Kustwacht.

  • Defensie is beheerder van het Kustwachtcentrum (KWC), nagenoeg de gehele personele bezetting is Defensiepersoneel. Het KWC is het informatiecentrum van de Noordzee, waar het actuele beeld van (scheeps-)activiteiten, (veiligheids-)incidenten en verontreinigingen op de Noordzee beschikbaar is.

Infrastructuur en Milieu

  • Het betreft de inzet vaarwegmarkering, loodsen, liaison en luchtwaarnemers.

Defensie

Het opgenomen bedrag heeft betrekking op:

  • de inzet van de Koninklijke Marechaussee;

  • de kosten van de vliegers voor de Kustwachtvliegtuigen.

Financiën

  • De bijdrage van Financiën heeft betrekking op de inzet van schepen ten behoeve van de Douane.

Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

  • Visserijtoezicht betreft de inzet van AID op het NCP en in internationaal verband. De inzet van het schip de Barend Biesheuvel is onderdeel geworden van het uitgavenbudget Kustwacht.

  • Activiteiten en bedragen zijn afkomstig uit de begroting van Staatstoezicht op mijninstallaties.

  • De inzet betreft gebruik van politiehelikopters voor mijnbouwcontroles, kosten inspecteurs en analyse watermonsters.

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties / Veiligheid en Justitie

  • Activiteiten en bedragen zijn afkomstig uit de agentschapsbegroting van de KLPD.

  • De inzet van helikopters geschiedt op afroep voor luchtwaarneming of spoedeisende zoekvluchten.

  • De personele en materiële inzet betreft enerzijds de justitiële afwerking van geconstateerde strafbare feiten en strafrechtelijke onderzoeken alsmede de coördinatie en anderzijds de inzet bij calamiteiten van vijf zeevaartuigen, bomverkenners, duikers, Rampen Identificatie Team, speedboten, LOCC en mobiele communicatie-units.

Overzichtsconstructie Kustwacht Nieuwe Stijl

Departement

Begroting

Activiteit

Doel

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

DEFENSIE/Kustwacht (Uitgaven):

Defensie/kustwacht

X

Uitvoering Kustwachttaken

Centrale coördinatie kustwachttaken

23 305

22 652

22 220

21 203

22 304

21 205

21 205

Defensie/kustwacht

X

Salarissen (MP en BP)

 

3 524

3 3

3 322

3 322

3 322

3 322

3 322

Subtotaal eigen uitgaven kustwacht

26 829

25 974

25 542

24 525

25 626

24 527

24 527

                     

BIJDRAGEN ANDERE DEPARTEMENTEN (Kosten)

IenM

IF

Inzet vaarwegmarkeringen, loodsen, liaison, luchtwaarnemers

Bijdragen aan veilig vaarwater, handhaving via luchtsurveillance

1 998

2 783

2 783

2 783

2 783

2 783

2 783

Defensie

X

Inzet Kmar-personeel voor grensbewaking, luchtwaarneming, liaisons & HH-desk/inzet vliegers Dornier en beheerskosten

Uitvoering grensbewaking/luchtsurveillances/beheerskosten Defensie

3 646

3 808

3 808

3 808

3 808

3 808

3 808

Financiën

IXB

Inzet Douanepersoneel

Fraudecontrole

1 612

1 750

1 750

1 750

1 750

1 750

1 750

ELenI

XIV

Inzet NVWA- en Sodm-personeel

Visserijcontrole en Sodm

918

996

996

996

996

996

996

BZK

VII

Inzet KLPD-personeel & helikopter

Algemene handhaving/wetgeving scheepvaartverkeer/bemanningcontrole

954

1 413

1 413

1 413

1 413

1 413

1 413

Subtotaal utigaven andere departementen

9 128

10 750

10 750

10 750

10 750

10 750

10 750

Totale uitgaven ten behoeve van de Kustwacht

35 957

36 724

36 292

35 275

36 376

35 277

35 277

BIJLAGE 5 EFFECTEN VERSOBERINGMAATREGELEN BEHEER EN ONDERHOUD

In bijlage 4.2 van de Infrastructuurbegroting 2012 is aangegeven dat onafhankelijk onderzoek heeft bevestigd dat de onderhoudsaanpak van RWS en de wijze waarop het onderhoudspakket van hoofdwegen, hoofdvaarwegen en hoofdwatersystemen is opgezet, een economisch verstandige en goed onderbouwde aanpak is en dat de beschikbare middelen voor beheer en onderhoud onvoldoende waren om de noodzakelijke onderhoudsprogrammering uit te voeren. Dat heeft in de begroting 2012 geresulteerd in een oplossing van de problematiek door een structurele verhoging van het budget, aanvullende efficiencymaatregelen en versoberingen van het onderhoudsniveau. Het totale pakket van de efficiency en versoberingmaatregelen bedraagt € 1,64 miljard voor de periode tot en met 2020. De komende jaren wordt alles op alles gezet om binnen deze nieuwe kaders de beheer- en onderhoudsopgave te realiseren. Dit vraagt forse inspanningen en het zal voor de gebruiker zeker niet onopgemerkt blijven.

Tijdens het wetgevingsoverleg Begrotingsonderzoek van 16 november 2011 is aan uw kamer toegezegd om in de begroting van 2013 terug te komen op de uitwerking van het pakket van de efficiency en versoberingmaatregelen van € 1,64 miljard inclusief de effecten daarvan. Deze bijlage geeft invulling aan die toezegging.

In de begroting 2012 (bijlage 4.2 van het Infrastructuurfonds) is op hoofdlijnen aangegeven welke besparingsmaatregelen zullen worden getroffen. Deze maatregelen zijn in de afgelopen periode nader uitgewerkt. Daarbij is gekeken vanaf welk moment de maatregel kan worden doorgevoerd. Beheer en Onderhoud (B&O) is namelijk vastgelegd in onderhoudscontracten. Pas wanneer de onderhoudscontracten aflopen kan een maatregel volledig worden uitgevoerd. Er is gekeken of een voorgestelde maatregel technisch uitvoerbaar is maar ook naar relevante wet en regelgeving. Verder is een inschatting gemaakt van de effecten op veiligheid en doorstroming.

De afspraken over de te realiseren versoberingen en efficiency zijn op programmaniveau gemaakt, omdat dit de mogelijkheid biedt om binnen het afgesproken budgettaire kader door een verstandige mix van maatregelen optimalisaties aan te brengen om daarmee de negatieve gevolgen die er zullen zijn voor doorstroming en veiligheid te beperken.

De versoberingmaatregelen zullen worden gerealiseerd door het kwaliteitsniveau van het beheer- en onderhoud voor de netwerken hoofdwegen en hoofdvaarwegen aan te passen aan de intensiteit van het gebruik. Dit betekent dat bepaalde taken die RWS nu nog doet, niet meer, of minder intensief worden gedaan. Een voorwaarde bij die maatregelen is dat onze infrastructuur zoveel mogelijk beschikbaar, betrouwbaar en veilig blijft. Het is echter niet te vermijden dat er negatieve effecten ontstaan met betrekking tot de bereikbaarheid, veiligheid en faciliteiten voor gebruikers en omwonenden. Op het hoofdwatersysteem wordt in verband met het voldoen aan de normen op het gebied van veiligheid en betrouwbaarheid van de afvoer van het water niet versoberd.

In onderstaand overzicht is de verdeling van het totale pakket efficiency- en versoberings-maatregelen a € 1,64 miljard naar netwerk gepresenteerd, waarbij is aangegeven welke besparingen worden verwacht en wat de effecten zijn. Op zowel de besparingen als de effecten is een bandbreedte van toepassing. Om mogelijke mee- en tegenvallers op te vangen wordt er gestuurd op programma niveau. Daarnaast wordt gekeken naar kansrijke ontwikkelingen om eventuele optredende tegenvallers in te vullen.

Netwerk

Maatregel

Bedrag in mln. t/m 2020

HWN

Verminderen communicatie bij onderhoud

30

HWN

Versoberen bermbeheer

40

HWN

Onderhoud kunstwerken uiterste jaar

50

HWN

Versoberen verlichting

35

HWN

Verruimen werkvensters en op delen van het netwerk overdag werken met minder flankerende maatregelen.

75

HWN

Versoberen DVM

165

HVWN

Minder maaien taluds

10

HVWN

Minder baggeren hoeken zeetoegangen

35

HVWN

Verminderen (wal)voorzieningen schippers

10

HVWN

Minder baggeren vaarwegen

45

 

subtotaal versoberingen

495

Alle

Efficiencymaatregelen 10%

800

Alle

Besparing Landelijke Taken

200

Alle

Bijzondere baten tbv BenO

100

HWN

Verhoging BenO budget

45

 

subtotaal

1 145

 

Totaal

1 640

Overzicht maatregelen

Versoberingen Hoofdwegennet

Minder actieve communicatie bij onderhoud.

Met het toegenomen gebruiken van internet en de sociale media zal de actieve communicatie naar weggebruikers in de maanden voorafgaand aan de uitvoering van het onderhoud gevoerd worden via deze kanalen, zoals de website van A naar Beter. Dit doet meer recht aan de eigen verantwoordelijkheid van de weggebruiker om goed voorbereid op weg te gaan. Bij alle onderhoudswerkzaamheden aan het HWN wordt voor en tijdens de uitvoering minder communicatie gevoerd via advertenties in regionale of lokale dagbladen en zal er geen actieve verspreiding meer zijn van hard copy fact sheets. De informatie wordt wel digitaal verstrekt via persberichten en aan de stakeholders (serviceproviders, andere wegbeheerders, hulpdiensten, belangenbehartigers en bedrijven) en ook de zwart/gele borden met de informatie over afsluiting(en) op locatie en de bouwborden blijven behouden.

Effecten

Bij onvoldoende bereik van de nieuwe aanpak leidt dit tot verminderde doorstroming tijdens wegwerkzaamheden en wordt de reistijd minder voorspelbaar. De inschatting is dat dit gedurende een gewenningsperiode optreedt, maar geen structureel effect is.

Versoberen bermbeheer

Het onderhoud aan de bermen (maaien, snoeien, onderhoud watergangen) wordt versoberd. De activiteiten voor natuurontwikkeling in bermen wordt gestaakt. Alle bermen waar nu, in het kader van het ecologische bermbeheer, twee keer per jaar wordt gemaaid worden nog maar één keer gemaaid, rekening houdend met wet- en regelgeving en de functionaliteit voor het verkeer.

Effecten

Geen effecten voor veiligheid en bereikbaarheid. De bermen zullen een minder verzorgde indruk maken en de biodiversiteit en bloemrijkheid in de wegbermen van de rijkswegen zal afnemen.

Onderhoud kunstwerken uiterste jaar

Door vaker te inspecteren en het daardoor verbeterde inzicht in de staat van de kunstwerken kan nog scherper gepland worden om het onderhoud naar het laatst mogelijke moment te verschuiven.

Effecten

De kans neemt toe dat al vóór het uitvoeren van het geplande onderhoud schade ontstaat of storingen optreden, waardoor onderhoud dat nog niet was gepland moet worden uitgevoerd of wel gepland onderhoud versneld uitgevoerd moet worden (correctief onderhoud). Dit zal dan onverwachte files tot gevolg hebben. Naar verwachting zijn er geen effecten op de veiligheid, omdat het onderhoud waar veiligheidsrisico’s mee worden afgedekt tijdig uitgevoerd wordt.

Uitzetten verlichting, afhankelijk van de intensiteit van het gebruik van de weg

Zoals eerder gemeld4 wordt op wegen zonder rijtaakverzwarende omstandigheden en weefvakken de verlichting vanaf de zomer van 2012 uitgezet van 21.00 tot 05.00 uur, behalve op de ringen waar de verlichting wordt uitgezet om 23.00 uur.

Effecten

Het vanaf 21.00 uur uitzetten van de verlichting heeft naar verwachting een veiligheidsrisico, de modelmatige berekeningen wijzen op 0,6 doden en 3,9 ernstig gewonden per jaar, bij gelijkblijvend gedrag van de weggebruikers. Om een beheerste invoering te realiseren wordt het uitzetten van de verlichting gefaseerd opgebouwd.

Oprekken werkbare uren op delen van het netwerk, met minder flankerende maatregelen.

Bij de versoberingmaatregel verruimen werkvensters gaat het om het verruimen van de uren waarin door aannemers aan de weg gewerkt mag worden, waarbij rekening wordt gehouden met de beoogde fileaanpak conform de motie De Jong/De Rouwe5. Daarnaast zal worden gekeken in hoeverre meer gebruik kan worden gemaakt van volledige (weekend- of vakantie)afsluitingen. Ook worden flankerende maatregelen, om de effecten op de doorstroming van het onderhoud aan de rijkswegen te mitigeren, verregaand versoberd.

Effecten

De hoeveelheid voertuigverliesuren als gevolg van wegwerkzaamheden loopt op. In combinatie met de daling van de filedruk die ontstaat door andere oorzaken zal percentueel het aantal files dat veroorzaakt wordt door wegwerkzaamheden toenemen tot rond de 10% van het totale aantal files. Deze modelmatige berekeningen van de ontwikkeling van de voertuigverliesuren kennen nog wel een bandbreedte..

Dynamisch verkeersmanagement

Het areaal voor dynamisch verkeersmanagement (DVM) wordt kritisch bezien en op plekken verminderd.

  • 1. In het kader van Beter Benutten wordt een aantal van de plusstroken permanent opengesteld. Het gaat om de plusstroken waarvoor geldt dat ze opengesteld kunnen worden zonder dat de snelheid wordt verlaagd6. Op deze plusstroken worden de kantelwalsborden en een deel van de camera’s overbodig.

  • 2. De vermindering van Dynamische Route Informatie Panelen (DRIPs), toeritdoseerinstallaties en camera’s richt zich op DRIPs en camera’s met een informatieve functie. Dit betreft 12,5% – 25% van het areaal. In overleg met de regio’s wordt maatwerk geleverd in afstemming met Beter Benutten. Waar mogelijk worden DRIPs hergebruikt.

  • 3. Het uitzetten van de rijkstrooksignalering op een deel van de wegtrajecten A2 (deeltraject in Limburg), A7 en A18. De rijstrooksignalering heeft een sturende functie. Verminderen van de signalering vermindert de sturingsmogelijkheden van het verkeer.

  • 4. De maximum hersteltijden voor DVM systemen worden verlengd. Deze zijn momenteel 24 uur voor DVM-systemen en die hersteltijden worden met deze maatregel op verschillende wegen nu verlengd tot maximaal 48 uur voor systemen die een directe bijdrage leveren aan de veiligheid en doorstroming. Voor systemen die slechts een informerend karakter hebben (zoals rotatiepanelen in de wegberm t.b.v. bijv. verwijzing naar parkeergelegenheden; systemen die geen bijdrage leveren aan de verkeersdoorstroming) is de hersteltijd ongewijzigd en bedraagt maximaal 30 dagen. Bij het niet goed functioneren van een rood kruis op matrix borden wordt ook na invoering van deze maatregel zo snel als technisch mogelijk is hersteld. Dit is maximaal vier uur na de melding. Daarnaast zal situatie afhankelijk worden bekeken of de inzet van een weginspecteur nodig is om deze calamiteit te beheersen, totdat de storing is verholpen.

  • 5. Bij aanleg worden meerdere onderstations samengevoegd tot 1 wegkantstation. Daarmee groeit het te onderhouden areaal aan onderstations minder. De eerste trajecten zijn met dit systeem uitgerust. In de praktijk blijkt het effect dat er daardoor bij storing meer signaalgevers tegelijk uitvallen beperkt.

  • 6. De eerder genoemde maatregel «afstand vergroten tussen portalen met rijstrooksignalering» blijkt voor bestaande signalering technisch tot complicaties te leiden, waardoor de uitvoeringskosten de verwachte besparing overtreffen. Er wordt wel gekeken hoe dit bij aanleg kan worden toegepast om op termijn een besparing op de beheer en onderhoudskosten op te leveren.

Effecten

Per regio zullen de effecten op doorstroming of veiligheid verschillen. Door het uitzetten van de verkeerssignalering zal er op die wegtrajecten naar de verwachting circa 2 % meer filevorming gaan optreden door het beperken van de effectiviteit van de filewaarschuwing. Op basis van de modelraming en bij gelijkblijvend gedrag van de weggebruikers wordt verwacht dat het effect op de verkeersveiligheid 0,2 verkeerdoden per jaar en een toename van het aantal ernstig verkeersgewonden van 1 per jaar is.

Versoberingen Hoofdvaarwegennet

Minder maaien taluds

Versobering gehele groenonderhoud door minder te maaien, het niet snoeien van struiken en bomen, tenzij noodzakelijk voor de veiligheid, het minder ruimen van zwerfafval, het minder maaien van keursloten en watergangen en minder onderhoud gestrekte oevers, kribben, kribvakken en strekdammen, mits dit niet conflicteert met eisen die gesteld worden vanuit wet- en regelgeving en de functionaliteit van de vaarweg en het hoofdwatersysteem. Dit betekent onder andere: ingezakte oevers en wijkende damwanden minder herstellen, het minder bijstorten en verhelpen van lekkages en kribben minder bijstorten. Ook kunnen tijdelijke goedkope maatregelen worden overwogen (bv. zandzakken).

Effecten

Geen effecten voor bereikbaarheid, wel een hoger risico op falen. Om de veiligheid te garanderen kunnen oevers afgezet worden. De taluds zullen een minder verzorgde indruk maken en de natuurkwaliteit zal teruglopen. Tevens zal de recreatieve toegankelijkheid van de taluds verminderen.

Minder baggeren hoeken zeetoegangen

De zeetoegangen zullen worden gebaggerd op een wijze die meer aansluit bij de natuurlijke vaargeul voor schepen in plaats van bij de exacte vormgeving van de zeetoegangen. De toegankelijkheid en veiligheid blijft gewaarborgd.

Effecten

Geen effecten voor veiligheid en bereikbaarheid, bij toepassing van de beheersmaatregel dat zo nodig correctief gebaggerd kan worden.

Verminderen walvoorzieningen schippers

De walvoorzieningen voor schippers, zoals ligplaatsen, steigers, afzetvoorzieningen, meerpalen en walstroom worden kritisch bezien en het onderhoud daarvan wordt op verschillende plekken versoberd. Dit betekent dat ligplaatsen zo lang en zo veel mogelijk bereikbaar blijven maar het comfortniveau wordt verlaagd tot een basisniveau door verminderd onderhoud van walstroomvoorziening, verlichting steigers, meerpalen en auto afzetvoorzieningen. Op lange termjjn zal het aantal voorzieningen met ruim een derde deel afnemen. Tevens zal aanleg van nieuwe ligplaatsen worden vormgegeven volgens het sobere regime (bv geen aanleg walstroomvoorziening, tenzij bestuurlijk nodig om aan lucht- of geluidsproblemen tegemoet te komen)

Effecten

Geen effecten voor veiligheid en bereikbaarheid. Hinder voor omwonenden t.a.v. geluidsoverlast en luchtkwaliteit zal op termijn toenemen doordat een deel van de walstroomvoorzieningen niet meer worden onderhouden.

Minder baggeren vaarwegen

Op basis van betere metingen en monitoring worden de gehanteerde meerjarige gemiddelde baggervolumes teruggebracht terwijl de bereikbaarheid zo goed mogelijk in stand wordt gehouden. Het minder baggeren van de vaarwegen wordt beperkt tot vaarwegen, zoals de toegang tot de Zuiderzeehavens, Randmeren, Vaarweg Amsterdam-Lemmer, Geulen IJsselmeer, Twentekanalen (na afronding van de verbreding), Gekanaliseerde Hollandsche IIssel, Heusdensch kanaal, Amer, Biesbosch, Hartelkanaal en Oosterschelde, het deel buiten de HTA. Ontzien worden: de zeetoegangen (Noordzeekanaal, geulen Waddenzee), de Hoofdtransportassen (Waal, Amsterdam-Rijnkanaal, Rijn-Scheldeverbinding) en de Hoofdvaarwegen die rivier zijn (Maas, Maas-Waalkanaal, IJssel, Lek) omdat deze het snelst dichtslibben. Ook bij sluizen zal wel worden gebaggerd om te voorkomen dat de baggerspecie het functioneren van de sluis (deuren, omloopriool, rinketten) gaat beïnvloeden

Effecten

Als gevolg van betere informatievoorziening en monitoringsgegevens over de ligging van de vaarwegbodem en op basis daarvan bijgestelde baggerregimes is er sprake van beperkt functieverlies door aanzanding, op de lange termijn, met name in Zuid-Holland en Zeeland. Dit betekent dat een aantal locaties niet ten allen tijden voldoende op diepte wordt gehouden. Dit is vooral van invloed op recreatievaart, rondvaartschepen en snelveerdiensten. Dit risico is beheersbaar door te monitoren en kleinschalig correctief te baggeren.

Efficiencymaatregelen

De belangrijkste besparing hierbinnen moet worden gerealiseerd door het afsluiten van meerjarige grootschalige onderhoudscontracten voor vast en variabel onderhoud en het slim combineren van beide. Daarnaast wordt gekeken naar standaardisering, waardoor er efficiënter kan worden gewerkt, zoals de bij de begrotingsbehandeling van 2012 toegelichte gladheidsbestrijding.

Effecten

Geen effecten voor veiligheid en bereikbaarheid.

Besparing Landelijke taken

RWS bespaart in de kosten die gemaakt worden voor de zogenoemde landelijke taken. Het gaat o.a. om minder uitgaven voor taken die gecentraliseerd binnen RWS worden opgepakt, zoals het verzamelen van basisinformatie, het onderhouden van ICT systemen en het inspecteren van het areaal. Bij de invulling van de besparing is een mix gehanteerd van efficiency door meer standaardisatie en versobering van de taken. De versoberingen gaan voornamelijk ten koste van activiteiten die RWS naar de toekomst toe meer robuust maken en initiatieven om tot vernieuwing te komen.

Effecten

Geen effecten voor veiligheid en bereikbaarheid op de korte termijn. Het tempo waarin nieuwe ontwikkelingen en vragen worden opgepakt wordt lager.

Bijzondere Baten tbv Beheer en Onderhoud

Dit betreft een financieel-technische correctie. De raming van de ontvangsten was structureel lager dan de realisatie. De ontvangstenraming van RWS is meer in evenwicht gebracht met de realisatie.

Effecten

Geen effecten voor veiligheid en bereikbaarheid.

Verhoging budget BenO

Bij de begrotingsbehandeling van 2012 heeft u mij via de motie De Jong/De Rouwe gevraagd bij de maatregelen rondom wegwerkzaamheden rekening te houden met de beoogde fileaanpak5. In het gepresenteerde scenario voor het verruimen van de werkvensters is de balans gezocht tussen de gevraagde invulling en de budgettaire mogelijkheden. Het voorkomen van te grote consequenties op de vvu’s, betekent echter ook dat er een minder grote besparing op BenO kan worden gerealiseerd dan voorzien. Hiervoor wordt een budgetverhoging voor het BenO op het HWN-artikel ingepast. De concrete invulling van deze verhoging wordt verwerkt in de voorjaarsnota.

IBO

Recentelijk is het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) beheer en onderhoud afgerond en naar de Tweede Kamer gestuurd7.

Apparaatstaakstelling

Ook de apparaatstaakstelling8 van het kabinet Rutte, heeft invloed op de inspanningen die RWS levert op het terrein van beheer en onderhoud. Voor een belangrijk deel zal de apparaatstaakstelling ingevuld worden door efficiencyverbetering. Het is echter niet mogelijk volledige taakstelling met efficiencyverbetering te realiseren. Op het terrein van beheer onderhoud betekent dit dat er een verdergaande differentiatie zal worden toegepast in het verkeersmanagement voor het hoofdvaarwegennet en het hoofdwegennet. Op de hoofdvaarwegen en de overige vaarwegen zullen de bedieningstijden beperkt worden en er zal minder varende verkeersbegeleiding plaatsvinden. Voor het hoofdwegennet zal actieve communicatie van de reis- en route informatie via DRIP’s worden beperkt. De inzet van weginspecteurs voor verkeersmanagement en incidentmanagement zal meer worden gedifferentieerd naar het belang van de betreffende verbinding in het netwerk, waarbij het dienstverleningsniveau op de minder belangrijke wegen zal afnemen. Deze maatregelen hebben een negatief effect op de doorstroming op de netwerken. De invulling van de apparaatstaakstellingen wordt door RWS in het kader van het Ondernemingsplan 2015 verder uitgewerkt. Over de voortgang wordt waar nodig in de reguliere begrotingsstukken informatie verschaft.

BIJLAGE 6. ONDERBESTEDING SPOOR 2005-2010

In het Rapport van de Algemene Rekenkamer bij het Jaarverslag 2011 Infrastructuurfonds wordt ingegaan op de onderbesteding bij spoor in de periode 2005 t/m 2010. De Algemene Rekenkamer heeft vastgesteld dat in de periode 2005 tot en met 2010 in totaal voor € 1 052 miljoen aan middelen die bij ontwerpbegroting door de Tweede Kamer als uitgaven aan het spoor zijn geautoriseerd, niet aan het spoor zijn besteed. Deze onderbesteding bestaat enerzijds uit de gecorrigeerde onderbesteding van € 543 miljoen en anderzijds uit een bedrag van € 509 miljoen aan kasschuiven: geld bestemd voor spoor dat is doorgeschoven naar 2011 en latere jaren. Voor het bedrag van € 509 miljoen heeft de Algemene Rekenkamer geconstateerd dat het behouden blijft voor het spoor. Voor een bedrag € 543 miljoen heeft de Algemene Rekenkamer niet kunnen vaststellen wanneer de gelden weer beschikbaar komen voor het spoor. De minister van IenM heeft toegezegd in de begroting 2013 inzichtelijk te maker op welke wijze de onderbesteding meerjarig voor het spoordomein beschikbaar is gebleven.

De € 543 miljoen bestaat uit de oorspronkelijk aangegeven € 364 miljoen onderbesteding aangevuld met een drietal correcties voor een bedrag van € 179 miljoen. De bedragen waaruit de € 179 miljoen is opgebouwd, zijn in de tabellen vetgedrukt. Hieronder wordt in tabel 1 aangegeven op welke wijze de € 364 miljoen beschikbaar is gebleven, in de tabellen 2 en 3 wordt ingegaan op de doorgevoerde correcties. In tabel 4 zijn voor het totale beeld ook de kasschuiven gerelateerd aan de in het rapport genoemde € 509 miljoen kasschuiven inzichtelijk gemaakt.

Tabel 1: met betrekking tot de € 364 mln.

(bedragen x € 1 mln)

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Totaal

Onderbesteding Prorail

– 161

161

                 

0

Artikel 13.02 Beheer en instandhouding spoor

99

422

158

51

0

0

– 316

– 180

– 171

– 44

– 19

0

Artikel 13.03 Realisatieprogramma spoor

                     

0

Adam CS Cuypershal

– 30

4

13

9

4

1

         

0

AKI veiligheidsknelp

– 27

– 16

3

14

15

5

5

       

0

Arnhem Centraal

– 22

17

8

7

7

   

– 18

     

0

Breda Centraal

– 15

– 5

8

8

2

1

         

0

Ede Spoorzone Oost

– 21

0

11

3

4

3

         

0

Geluidsaneringprogramma – spoor

8

– 62

– 39

– 43

– 39

– 14

– 12

28

34

43

96

0

Hanzelijn

– 29

– 79

– 23

23

48

39

18

5

     

0

Int Spoor in steden II

10

11

4

0

– 26

3

       

– 2

0

Nazorg lijnen/halten

– 11

2

– 2

5

4

1

         

0

OV-stationsgeb. Utr

– 29

– 22

0

16

13

6

– 8

15

10

   

0

Regionet incl Schiph

– 36

10

15

7

4

           

0

Sdam-Rijsw Tun Delft

– 16

– 64

– 6

12

18

3

20

20

15

   

0

Sporen in Arnhem

60

– 49

– 4

– 6

             

0

Traject Oost (Conv.DMB)

– 11

– 21

– 15

– 12

0

1

7

20

22

8

 

0

Vleuten-Geldermalsen

– 15

– 11

– 13

– 79

30

50

48

30

– 12

19

– 46

0

OV-SAAL

– 15

15

                 

0

Risico spoorprogram

– 76

76

                 

0

Diversen

– 28

– 31

2

26

15

7

3

7

11

6

– 19

0

                         

Totaal

– 364

357

118

40

100

106

– 235

– 74

– 91

32

10

0

De correctie ad € 179 miljoen omvat de volgende posten; € -225 miljoen mandje spoor, € 32 miljoen Thalys en € 14 miljoen BTW 2015.

Tabel 2

(bedragen x € 1 mln)

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Totaal

Mandje spoor

– 225

– 130

– 140

– 140

– 150

– 150

– 150

– 150

– 150

– 150

710

– 825

Totaal

– 225

– 130

– 140

– 140

– 150

– 150

– 150

– 150

– 150

– 150

710

– 825

Tabel 3

(bedragen x € 1 mln)

2005

2006

Totaal

Thalys

– 32

32

0

BTW 2005

14

 

14

Totaal

– 18

32

14

Mandje spoor:

Zoals vermeld in de brief aan de Tweede Kamer van 26-11-2009 (Kamerstukken II, 28 165, nr. 105) wordt Programma Hoogfrequent Spoor voor € 2 miljard gefinancierd van uit het zogenoemde mandje spoor dat bestaat uit dividend NS (€ 1,5 miljard), concessievergoeding NS (€ 0,3 miljard) en een aanvullende leenfaciliteit voor ProRail (€ 0,2 miljard). Het dividend van NS is eerst ingezet voor de aflossing van leningen bij ProRail. De rentevrijval die hierdoor optreedt wordt vervolgens ingezet ter financiering van PHS. De rentevrijval t/m 2020 bedraagt € 825 miljoen. De rentevrijval ná 2020 bedraagt € 675 miljoen en wordt overbrugd via een tijdelijke leenfaciliteit voor ProRail. De gelden zijn daarom beschikbaar gebleven voor spoor.

Thalys:

De correctie Thalys heeft betrekking op een overboeking van 2005 naar 2006. De gelden zijn niet aan de modaliteit spoor onttrokken.

BTW 2005:

Betreft een toevoeging in 2005 aan de modaliteit spoor vanuit de algemene middelen (aanvullende post) ter compensatie van BTW uitgaven.

In de onderstaande tabel 4 is voor de ad € 509 miljoen aan kasschuiven inzichtelijk gemaakt in welke jaren de gelden weer beschikbaar komen voor spoor. De € 509 miljoen is opgenomen in de kolom waardeboekjaar. In de kolommen 2006/2020 zijn de betreffende kasschuiven inzichtelijk gemaakt.

Tabel 4

deel 1

bedragen x € 1 000

                                     

Hoofd-product

MIRT Productnaam

Wet/Nota

boekjaar

Waarde boekjaar

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Totaal

13.0201

Regulier onderhoud

Miljoenennota

2006

22 000

22 000

52 000

51 000

 

 

60 000

 

 

– 45 000

– 64 000

– 44 000

– 32 000

 

 

 

0

13.0201

Regulier onderhoud

Miljoenennota

2008

5 000

   

5 000

15 000

25 000

35 000

45 000

55 000

65 000

65 000

65 000

65 000

53 000

– 216 000

– 277 000

0

13.0201

Regulier onderhoud

Miljoenennota

2009

– 18 672

     

– 18 672

– 11 767

– 17 997

– 17 202

10 181

22 797

– 5 387

– 3 690

24 737

– 13 180

21 488

8 692

0

13.0201

Regulier onderhoud

Miljoenennota

2009

– 402 000

     

– 402 000

     

50 000

50 000

50 000

50 000

50 000

50 000

50 000

52 000

0

13.0201

BTW: Regulier onderhoud

Miljoenennota

2007

19 915

 

19 915

44 990

15 296

88 456

– 15 098

– 20 439

– 59 754

– 24 708

– 21 857

– 8 806

– 4 166

   

– 13 829

0

13.0201

BTW: Regulier onderhoud

Miljoenennota

2007

2 048

 

2 048

2 089

2 921

– 7 680

– 10 768

5 229

2 155

3 542

1 123

542

– 1 113

522

– 1 364

755

0

13.0205

Kleine infra & overige proj.

Miljoenennota

2009

– 7 000

     

– 7 000

     

7 000

             

0

13.0301

AKI veiligheidsknelp

Miljoenennota

2006

– 3 500

– 3 500

       

3 500

                 

0

13.0301

OV-stationsgeb. Utr

Miljoenennota

2006

– 9 500

– 9 500

– 10 000

     

12 100

7 400

               

0

13.0301

Geluid

Voorjaarsnota

2007

1 127

 

1 127

– 100

– 3 600

– 3 000

2 000

3 573

               

0

13.0301

Kleine project Pers

Miljoenennota

2009

– 4 500

     

– 4 500

 

4 000

500

               

0

13.0301

spooruitbr A'dam-Utr

Miljoenennota

2009

– 5 026

     

– 5 026

   

5 026

               

0

13.0301

Kleine stations

Miljoenennota

2007

– 169

 

– 169

– 328

– 1 100

 

632

 

965

             

0

13.0301

Kleine stations

Voorjaarsnota

2008

– 12 429

   

– 12 429

– 100

       

11 300

1 229

         

0

13.0301

Kleine stations

Voorjaarsnota

2008

2 851

   

2 851

         

– 2 851

           

0

13.0301

Kleine stations

Voorjaarsnota

2008

– 2 851

   

– 2 851

         

2 851

           

0

13.0301

Kleine stations

Miljoenennota

2009

– 100

     

– 100

– 5 000

     

2 500

2 500

 

100

     

0

13.0301

Kleine stations

Miljoenennota

2009

– 1 211

     

– 1 211

         

1 211

         

0

13.0301

Kleine stations

Miljoenennota

2009

– 8 004

     

– 8 004

– 877

– 3 433

– 1 900

– 1 300

– 1 300

6 514

10 000

300

     

0

13.0301

AKI veiligheidsknelp

Voorjaarsnota

2008

3 728

   

3 728

   

– 3 728

                 

0

13.0301

AKI veiligheidsknelp

Voorjaarsnota

2008

– 3 728

   

– 3 728

   

3 728

                 

0

13.0301

AKI veiligheidsknelp

Miljoenennota

2009

– 5 000

     

– 5 000

– 5 000

 

2 968

7 032

             

0

13.0301

AKI veiligheidsknelp

Miljoenennota

2009

11 749

     

11 749

9 747

– 2 744

– 19 494

742

             

0

13.0301

Nazorg lijnen/halten

Miljoenennota

2007

267

 

267

– 5 119

1 240

2 716

896

                 

0

13.0301

Nazorg lijnen/halten

Miljoenennota

2009

– 2 700

     

– 2 700

– 213

– 50

2 963

               

0

13.0301

Ontsnippering

Miljoenennota

2009

– 4 000

     

– 4 000

– 3 600

 

– 30

3 660

2 070

1 988

   

– 88

   

0

13.0301

Ontsnippering

Miljoenennota

2009

– 97

     

– 97

     

– 1 360

– 170

– 670

– 670

– 1 133

4 100

   

0

13.0301

Traject Oost (perronverbr)

Miljoenennota

2009

– 418

     

– 418

– 352

770

                 

0

13.0301

Sporen in Arnhem

Miljoenennota

2009

– 1 974

     

– 1 974

– 5 569

4 552

5 490

– 3 086

587

           

0

13.0301

Sporen in Arnhem

Miljoenennota

2009

– 11 592

     

– 11 592

 

11 592

                 

0

13.0301

Arnhem Centraal

Miljoenennota

2009

– 3 800

     

– 3 800

   

3 800

               

0

13.0301

Arnhem Centraal

Miljoenennota

2009

210

     

210

5 500

– 5 710

                 

0

13.0301

Vleuten-Geldermalsen

Voorjaarsnota

2008

– 39 918

   

– 39 918

– 45 700

– 19 200

– 5 900

– 3 200

10 500

12 600

17 800

5 900

5 500

6 000

9 700

45 918

0

13.0301

Vleuten-Geldermalsen

Voorjaarsnota

2008

9 918

   

9 918

       

– 9 918

             

0

13.0301

Vleuten-Geldermalsen

Voorjaarsnota

2008

– 9 918

   

– 9 918

       

9 918

             

0

13.0301

Extra perroncap Adam

Miljoenennota

2009

122

     

122

– 122

                   

0

13.0301

Adam CS spoor 10/15

Voorjaarsnota

2008

– 4 197

   

– 4 197

– 800

– 600

3 000

2 597

               

0

13.0301

Adam CS spoor 10/15

Voorjaarsnota

2008

2 397

   

2 397

   

– 2 397

                 

0

13.0301

Adam CS spoor 10/15

Voorjaarsnota

2008

– 2 397

   

– 2 397

   

2 397

                 

0

13.0301

Adam CS spoor 10/15

Miljoenennota

2009

2 976

     

2 976

1 194

– 2 167

– 2 003

               

0

   

Sub-totaal deel 1

 

– 480 393

9 000

65 188

40 988

– 477 880

69 633

74 175

20 278

81 735

99 218

55 451

74 276

107 225

100 354

– 136 176

– 183 464

0

deel 2

bedragen x € 1 000

                                     

Hoofd-product

MIRT Productnaam

Wet/Nota

boekjaar

Waarde boekjaar

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Totaal

   

Sub-totaal deel 1

 

– 480 393

9 000

65 188

40 988

– 477 880

69 633

74 175

20 278

81 735

99 218

55 451

74 276

107 225

100 354

– 136 176

– 183 464

0

                                       

 

13.0301

Breda Centraal

Miljoenennota

2009

– 2 547

     

– 2 547

– 4 875

11 354

– 3 932

               

0

13.0301

Den Haag Centraal

Voorjaarsnota

2008

– 22 000

   

– 22 000

– 18 100

– 18 100

25 963

23 800

8 437

             

0

13.0301

Den Haag Centraal

Voorjaarsnota

2008

9 000

   

9 000

   

– 9 000

                 

0

13.0301

Den Haag Centraal

Voorjaarsnota

2008

– 9 000

   

– 9 000

   

9 000

                 

0

13.0301

Den Haag Centraal

Miljoenennota

2009

– 11 500

     

– 11 500

– 9 635

300

2 035

6 214

12 586

           

0

13.0301

Fietsenstal Adam CS

Voorjaarsnota

2007

169

 

169

– 450

   

281

                 

0

13.0301

Fietsenstal Adam CS

Miljoenennota

2007

– 3 164

 

– 3 164

– 2 092

326

2 707

123

2 100

               

0

13.0301

Fietsenstal Adam CS

Voorjaarsnota

2008

– 2 870

   

– 2 870

– 10 100

– 7 000

5 300

6 800

7 100

770

           

0

13.0301

Fietsenstal Adam CS

Voorjaarsnota

2008

470

   

470

   

– 470

                 

0

13.0301

Fietsenstal Adam CS

Voorjaarsnota

2008

– 470

   

– 470

   

470

                 

0

13.0301

Fietsenstal Adam CS

Miljoenennota

2009

– 2 241

     

– 2 241

         

1 541

700

       

0

13.0301

Rotterdam Centraal

Voorjaarsnota

2008

– 21 149

   

– 21 149

– 19 900

13 100

31 652

– 3 703

               

0

13.0301

R'dam Centraal

Miljoenennota

2009

– 10 000

     

– 10 000

– 9 000

4 000

12 000

 

3 000

           

0

13.0301

OV-stationsgeb. Utr

Voorjaarsnota

2007

– 8 000

 

– 8 000

       

2 000

6 000

             

0

13.0301

OV-stationsgeb. Utr

Voorjaarsnota

2008

– 60 720

   

– 60 720

– 28 700

– 10 500

26 400

15 700

23 700

15 709

11 900

6 511

       

0

13.0301

OV-stationsgeb. Utr

Voorjaarsnota

2008

11 820

   

11 820

   

– 11 820

                 

0

13.0301

OV-stationsgeb. Utr

Voorjaarsnota

2008

– 11 820

   

– 11 820

   

11 820

                 

0

13.0301

OV-stationsgeb. Utr

Miljoenennota

2009

– 21 000

     

– 21 000

– 20 000

   

11 083

12 175

13 150

4 592

       

0

13.0301

OV-stationsgeb. Utr

Miljoenennota

2009

– 3 193

     

– 3 193

– 1 479

– 8 738

10 210

– 9 283

2 425

5 450

4 608

       

0

13.0301

Hanzelijn

Miljoenennota

2009

59 365

     

59 365

13 128

– 3 036

9 945

– 54 446

– 24 956

           

0

13.0301

Hanzelijn

Miljoenennota

2009

– 19 278

     

– 19 278

– 23 650

– 380

34 510

27 810

– 3 755

– 15 257

         

0

13.0301

Regionet incl Schiph

Miljoenennota

2009

– 5 000

     

– 5 000

– 3 000

   

5 000

3 000

           

0

13.0301

Regionet incl Schiph

Miljoenennota

2009

6 197

     

6 197

2 311

– 112

1 104

– 9 500

             

0

13.0301

Sdam-Rijsw Tun Delft

Voorjaarsnota

2007

10 000

 

10 000

25 000

70 000

70 000

– 202 100

27 100

               

0

13.0301

Sdam-Rijsw Tun Delft

Miljoenennota

2009

3 992

     

3 992

1 753

15 231

– 50 124

15 539

9 768

3 841

         

0

13.0301

Traject Oost (Conv.DMB)

Miljoenennota

2009

– 4 048

     

– 4 048

         

4 048

         

0

13.0301

Traject Oost (Conv.DMB)

Miljoenennota

2009

– 14 646

     

– 14 646

– 6 530

– 13 705

– 7 259

1 019

2 925

13 802

11 850

4 738

7 806

   

0

13.0301

Adam CS Cuypershal

Miljoenennota

2009

11 900

     

11 900

17 850

5 950

           

– 35 700

   

0

13.0301

Forfaitaire aftrek

Miljoenennota

2009

119 877

     

119 877

20 123

– 5 000

– 15 000

– 15 000

– 15 000

– 15 000

– 15 000

– 15 000

– 15 000

– 15 000

– 15 000

0

13.0302

Aslasten cluster II

Voorjaarsnota

2008

4 808

   

4 808

1 146

1 400

1 207

 

– 4 760

 

– 3 801

         

0

13.0302

Aslasten cluster II

Miljoenennota

2009

269

     

269

 

– 269

                 

0

13.0302

Aslasten cluster II

Miljoenennota

2009

18

     

18

– 17

– 1

                 

0

13.0302

PAGE risico reductie

Miljoenennota

2009

– 3 942

     

– 3 942

– 2 268

1 336

4 165

709

             

0

13.0302

NW Hoek Maasvlakte

Miljoenennota

2009

– 45

     

– 45

45

                   

0

13.0302

Sloelijn

Miljoenennota

2009

– 5 000

     

– 5 000

     

5 000

             

0

13.0301

Vleuten-Geldermalsen

Voorjaarsnota

2007

– 24 970

 

– 78 776

– 8 787

23 527

39 066

– 12 809

10 276

5 000

14 400

1 100

8 000

– 5 000

10 200

 

– 6 197

0

   

TOTAAL

 

– 509 111

9 000

– 14 583

– 47 272

– 360 503

135 062

– 42 878

102 005

111 357

132 265

76 225

95 537

91 963

67 660

– 151 176

– 204 661

0

BIJLAGE 7 LIJST MET AFKORTINGEN

AKI

Automatische Knipperlichtinstallaties

APB

Activiteitenplan en Begroting

BDU

Brede Doeluitkering

DBFM

Design, Build, Finance, Maintain

DRIPs

Dynamische Route-Informatie Panelen

EL&I

Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

EU

Europese Unie

ERTMS

European Rail Traffic Management System

FES

Fonds Economische Structuurversterking

HSL

Hogesnelheidslijn

IF

Infrastructuurfonds

MIRT

Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport

NOMO

Nota Mobiliteit

NS

Nederlandse Spoorwegen

OV

Openbaar vervoer

OV SAAL

Openbaar Vervoer Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad

PHS

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

PKB

Planologische Kernbeslissing

PMR

Project Mainportontwikkeling Rotterdam

PPS

Publiek-private samenwerking

REP

Ruimtelijk-economisch programma

RIS

Rivier Informatie Systemen

SVIR

Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

VROM

Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer