Ontvangen 25 juni 2015
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Na artikel 3.31 wordt een nieuwe artikel ingevoegd, luidende:
Het is verboden:
a. op grond van een ontheffing of vrijstelling als bedoeld in artikel 3.10, tweede lid, in samenhang met artikel 3.8, eerste, onderscheidenlijk tweede, of derde lid, en met artikel 3.14, tweede en derde lid, of
b. bij de uitvoering van een opdracht als bedoeld in artikel 3.16, eerste lid;
vogels als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, en vogels en dieren van soorten als bedoeld in artikel 3.5, eerste lid, of 3.10, eerste lid, te vangen of te doden vanuit een voertuig, vaartuig of luchtvaartuig.
II
In artikel 10.13, onderdeel B, onder 2, wordt na «3.22, eerste, tweede en vierde lid,» ingevoegd: 3.31a,.
Met dit amendement is het niet langer toegestaan om afschot in het kader van populatiebeheer en schadebeperking uit te voeren vanuit voertuigen, vaartuigen of luchtvaartuigen.
Afschot vanuit voertuigen, vaartuigen of luchtvaartuigen verhoogt het risico dat dieren aangeschoten worden. Ter bescherming van het dierenwelzijn dienen deze middelen niet te worden toegestaan.
Thieme