Ontvangen 24 juni 2015
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Na artikel 3.31 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Onverminderd de artikelen 3.19, vierde lid, en 3.22, vierde lid, is het verboden:
a. bij de uitoefening van de jacht;
b. op grond van een ontheffing of vrijstelling als bedoeld in artikel 3.10, tweede lid, in samenhang met artikel 3.8, eerste, onderscheidenlijk tweede, of derde lid, en met artikel 3.14, tweede en derde lid, of
c. bij de uitvoering van een opdracht als bedoeld in artikel 3.16, eerste lid;
dieren te vangen of te doden door gebruik te maken van kunstmatige lichtbronnen, vizieren met beeldomzetter, elektronische beeldversterkers of enig ander instrument om 's nachts te schieten.
II
In artikel 10.13, onderdeel B, onder 2, wordt na «3.22, eerste, tweede en vierde lid,» ingevoegd: 3.31a,.
Dit amendement regelt dat instrumenten die nachtelijk jagen mogelijk maken niet zijn toegestaan bij de uitoefening van jacht, populatiebeheer en schadebestrijding.
In het kader van dierenwelzijn is nachtelijk jagen en afschot ongewenst, omdat aangeschoten dieren zeer moeilijk vindbaar zijn. Ook heeft nachtelijk jagen en afschot een ernstige verstoring op niet-bejaagbare diersoorten. Tenslotte kunnen de genoemde instrumenten stroperij ondersteunen.
Thieme