Vastgesteld 13 juni 2012
De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Financiën over het Rapport van de Algemene Rekenkamer bij het Jaarverslag van het Ministerie van Financiën 2011 (Kamerstuk 33 240 IXB, nr. 2).
De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 8 juni 2012. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie, Aptroot
De griffier van de commissie, Berck
1
In hoeverre zijn de problemen bij de Belastingdienst met betrekking tot het uitkeren van Toeslagen opgelost?
Zoals de Algemene Rekenkamer in haar rapport aangeeft heeft het proces Toeslagen een passende ICT-ondersteuning gekregen. De Belastingdienst kan hierdoor de processen beter en efficiënter uitvoeren. Dit vermindert de kans op fouten bij de toekenning van toeslagen aan burgers. De onvolkomenheid is daarom door de Algemene Rekenkamer ook ingetrokken. Wel vraagt de Algemene Rekenkamer in het Achtergronddocument bij het Verantwoordingsdocument 2011 nog om meer aandacht te besteden aan het voorafgaand toezicht. In het beheersverslag Belastingdienst 2011 is in dit kader aangegeven dat om het bedrag aan terugvorderingen bij de definitieve afhandeling te reduceren, de dienst toeslagen met de ingebruikname van het Nieuwe ToeslagenSysteem (NTS) de juistheid van de grondslagen in de voorschotfase in toenemende mate zal gaan toetsen. De implementatie van het NTS is positief verlopen. Het NTS is ook goed ontvangen door de gebruikers. Inmiddels hebben circa 4 mln. burgers de burgerportal van het NTS bezocht. Deze positieve start laat onverlet dat er een viertal aanloopproblemen zijn geweest op het gebied van het vaststellen van de juiste verblijfstatus, het wijzigen van rekeningnummer, het verstrekken van beleidsinformatie aan beleidsdepartementen en de afhandeling van wijzigingen, die in de toekomst liggen. In de op 6 juni jl. aan de Kamer aangeboden 10e halfjaarsrapportage Belastingdienst wordt daarop ingegaan.
2
Hoe gaat de regering de problemen bij de Belastingdienst met betrekking tot het personeelsbeheer oplossen?
De Rekenkamer heeft geconstateerd dat de Belastingdienst de regelgeving op het gebied van reis- en verblijfkosten, IKAP-aanvragen en de afkoop van verlofuren onvoldoende naleeft. Bij de reis- en verblijfkosten betreft dit met name het niet altijd aanwezig zijn van bewijsstukken en het niet naleven van de driemaandstermijn. Bij afkoop van verlof gaat het om de (onderbouwing van) de naleving van het maximum urencriterium.
In mijn reactie op het rapport van de Algemene rekenkamer heb ik in dit kader aangegeven dat ik de leiding van de Belastingdienst gevraagd heb nauwlettend toe te zien op de zorgvuldige vastlegging van de genomen besluiten in het (elektronisch) personeelsdossier. Dit in het bijzonder voor de besluiten inzake verlofuren, waarbij het bevoegde gezag gebruik maakt van uitzonderingsclausules in de regelgeving. Tot slot is het management aangesproken op de naleving van de driemaandstermijn en de andere procedures en regels. Dat wordt in de loop van dit jaar gecontroleerd.
3 en 6
Welke problemen spelen er bij de Belastingdienst met betrekking tot het ICT-beheer?
Wat voor stappen gaat de regering ondernemen om bij het volgend jaarverslag het ICT-beheer bij de Belastingdienst geen «ernstige onvolkomenheid» meer te laten zijn?
Hierover is de Kamer regelmatig geïnformeerd (halfjaarsrapportages, jaarverslagen en beheersverslagen, onderzoek McKinsey). In 2011 is een aantal daarvan opgelost. In haar Rapportage bij het Jaarverslag 2011 noemt de Algemene Rekenkamer nog een drietal punten dat voor het oplossen van de onvolkomenheid nog bijzondere aandacht behoeven. De volgende maatregelen worden daartoe getroffen:
– Testaanpak ICT-systemen bij de Belastingdienst.
De Belastingdienst hanteert een meerjarenplan voor de verbetering van het testen van ICT-systemen. Het plan voorziet in de afronding van de implementatie per eind 2012. Het beeld van de Belastingdienst is dat, op basis van de huidige stand van zaken en de aanvullende maatregelen die de bedrijfsonderdelen hebben getroffen, de Belastingdienst in staat is het testproces ultimo 2012 op een voldoende niveau te brengen.
– Zicht op de mate van bescherming van de talrijke informatiesystemen.
De Belastingdienst beschikt over een zeer omvangrijk en complex samenstel aan ICT-voorzieningen. Omdat de ervaring heeft geleerd dat de meeste systemen van de Belastingdienst aan hoge eisen moeten voldoen, wordt gewerkt met een gestandaardiseerd hoog beveiligingsniveau. Om het zicht op de mate van beveiliging van de talrijke informatiesystemen te verbeteren, wordt vanaf 2012 de uitkomst van de risicoafweging bij nieuwe systemen en bij majeure veranderingen expliciet vastgelegd, samen met de eventueel te treffen extra beveiligingsmaatregelen. Ook zal de jaarlijkse beoordeling van het de door de Belastingdienst gehanteerde, gestandaardiseerde beveiligingsniveau expliciet worden vastgelegd en waar nodig bijgesteld.
– Beheer van autorisaties.
Het huidige beheer van autorisaties heeft onvoldoende mogelijkheden om toegangsrechten geautomatiseerd in de systemen in te stellen en biedt onvoldoende praktisch inzicht en controlemogelijkheden ten aanzien van de toegekende autorisaties. Om de aan de medewerkers van de Belastingdienst verleende toegangsrechten tot de systemen te kunnen controleren en beheren is in 2010 door de Belastingdienst het project Herinrichting Logische Toegangsbeveiliging (HIL) gestart. De Belastingdienst verwacht dit project in 2013 volledig ingevoerd te hebben.
4 en 5
Wat is de verklaring dat de Belastingdienst als enige een dermate verouderd overzicht heeft met betrekking tot vertrouwensfuncties?
Wat voor stappen gaat de regering nemen om dit overzicht te updaten?
Het overzicht van vertrouwensfuncties bij de Belastingdienst is in 2005 voor het laatst vastgesteld. In 2007 is voor het laatst op centraal niveau in kaart gebracht welke personen een vertrouwensfunctie bezetten. Sindsdien is dit overzicht verouderd geraakt als gevolg van verminderde managementaandacht, mede onder invloed van de vele ontwikkelingen die op de Belastingdienst afkwamen. Overigens bestond op het niveau van de in dit verband belangrijkste dienstonderdelen het inzicht wel.
In 2010 heeft het MT van de Belastingdienst besloten om het overzicht van vertrouwensfuncties opnieuw te gaan vaststellen. De verzameling van de daarvoor benodigde informatie is als gevolg van enkele personele mutaties vertraagd en was nog gaande tijdens het onderzoek van de Rekenkamer. Het is inmiddels afgerond. Het voorgaande laat onverlet dat in de periode 2005–2011 voor de FIOD en de Douane veiligheidsonderzoeken zijn uitgevoerd. Bij deze onderdelen komen de meeste vertrouwensfuncties voor.
April jl. heeft de DG Belastingdienst het conceptoverzicht van vertrouwensfuncties voor de Belastingdienst vastgesteld. Het overzicht wordt nu ter toetsing aangeboden aan de AIVD. Naar verwachting kan nog in 2012 de formele vaststelling van de lijst van vertrouwensfuncties plaatsvinden. Een uitzondering hierop vormen de vertrouwensfuncties bij de FIOD. De AIVD en de BVA’s van de ministeries met een Bijzondere Opsporingsdienst zijn een werkgroep gestart om de aanwijzing van vertrouwensfuncties bij deze diensten beter op elkaar en op de aanwijzing bij de Politie en het OM af te stemmen. Het doel is om in 2013 de vertrouwensfuncties aan te wijzen.
7
Welke problemen spelen er bij het ministerie van Financiën met betrekking tot de EU-bestedingen? Hoe gaat de regering deze oplossen?
De constatering is dat het ministerie in 2011 er niet op heeft toegezien dat de interne procedures zijn nageleefd. Daardoor is er een risico dat er ten onrechte geen gebruik wordt gemaakt van bestaande (mantel-)contracten en/of aanbestedingsregels niet worden nageleefd.
Deze constatering wordt ten dele gedeeld. Feitelijk zijn er volgens de AR twee aanbestedingen onrechtmatig. Bij één aanbesteding liften we mee op de onrechtmatigheid van een ander departement. Bij de tweede onrechtmatige aanbesteding is er wel een risico op onrechtmatigheid geweest, alleen heeft dat zich niet voorgedaan omdat het totaalbedrag onder de EU-aanbestedingsgrens is gebleven. Er zijn verschillende maatregelen getroffen om toe te zien op de naleving van de interne procedures. Het toezicht heeft in 2011 een lagere frequentie gehad dan voorgaande jaren doordat veel inkoopcapaciteit aan de organisatorische overdracht aan de Haagse Inkoop Samenwerking (HIS) en aan de invoering van een nieuw inkoopsysteem is besteed. In 2012 is meer capaciteit voor toezicht beschikbaar.
8, 20 en 21
Kan de regering een afzonderlijk inzicht in de inhuur van externen met een tarief van € 225 per uur of hoger geven? Om welke tarieven gaat het daarbij en welk totaalbedrag is daarmee gemoeid?
Kan er een nadere onderbouwing worden gegeven van de twaalf dossiers waarbij een tarief van € 225 per uur of hoger geven?
Wat waren de tarieven van de twaalf dossiers en welk totaalbedrag van de € 168 067 000 betreft deze twaalf dossiers? Kan een totaalbedrag worden gegeven van de afzonderlijke twaalf dossiers?
Het ministerie van Financiën heeft 12 dossiers waarop externe adviseurs zijn ingehuurd met een tarief dat boven het maximum van 225 euro per uur ligt. Het betreft hier de volgende dossiers:
Dossiers |
Omschrijving |
||||
---|---|---|---|---|---|
Kredietcrisis |
Op tien projecten heeft inhuur plaatsgevonden boven de norm van 225 euro per uur. Deze dossiers zijn vooral voortvloeiend uit/gerelateerd aan de kredietcrisis zoals de overname en het beheer van ABN AMRO/Fortis, ASR, Icesave en advies inzake de oprichting van het NLFI. Het totaalbedrag op al deze dossiers tezamen bedraagt circa € 2 246 000. Het merendeel van de facturen kende een uurtarief van tussen de € 400 en € 500. De totale uitgaven inhuur als gevolg van de kredietcrisis zijn de afgelopen jaren afgenomen. Hierbij een overzicht van de uitgaven en de doorbelastingen van de afgelopen jaren. Een substantieel deel van de kosten wordt doorberekend aan financiële instellingen. In het verslagjaar 2011 is per saldo meer ontvangen via doorberekening dan is uitgegeven: |
||||
In mln. |
2008 |
2009 |
2010 |
2011 |
|
Uitvoeringskosten en inhuur externen |
11 |
43 |
8 |
3 |
|
Terug ontvangen uitvoeringskosten externen |
– 2 |
– 12 |
– 5 |
– 5 |
|
IT- expertise Belastingdienst |
Betreft één geval waarbij inhuur voor een korte periode heeft plaatsgevonden ter verbetering van het opdrachtgeverschap en performance vraagstukken van de Belastingdienst richting specifieke IT leveranciers. Totaalbedrag bedraagt circa € 86 000 tegen een uurtarief van € 275,50. |
||||
Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf |
Betreft één geval waarbij inhuur voor een zeer korte periode heeft plaatsgevonden ten behoeve van inwinning van fiscaal advies inzake de casus vliegbasis Twente. Totaalbedrag bedraagt circa € 6 000 tegen een uurtarief van € 348. |
Het totaalbedrag voor alle 12 dossiers tezamen bedraagt circa € 2 338 000.