Kamerstuk 33240-IIB-1

Jaarverslag overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten 2011

Dossier: Jaarverslag en slotwet overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten 2011

Gepubliceerd: 16 mei 2012
Indiener(s): Liesbeth Spies (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33240-IIB-1.html
ID: 33240-IIB-1

Nr. 1 JAARVERSLAG VAN DE OVERIGE HOGE COLLEGES VAN STAAT EN KABINETTEN (IIB)

Aangeboden 16 mei 2012

Gerealiseerde ontvangsten naar beleidsterrein

Gerealiseerde ontvangsten naar beleidsterrein

Gerealiseerde uitgaven per beleidsterrein

Gerealiseerde uitgaven per beleidsterrein

Inhoudsopgave Jaarverslag 2011 overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten (IIB)

   

blz.

     

A.

Algemeen

5

 

Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot déchargeverlening

5

 

Leeswijzer

9

     

B.

Beleidsverslag

10

 

Beleidsartikelen 

11

 

Niet-beleidsartikelen

35

 

Bedrijfsvoeringsparagraaf

36

     

C.

Jaarrekening

43

 

De departementale verantwoordingsstaat 

43

 

De saldibalans

44

 

Topinkomens

48

A. ALGEMEEN

1. AANBIEDING EN DECHARGEVERLENING

Aan de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

Hierbij bied ik het Jaarverslag met betrekking tot de begroting van de Raad van State, de Algemene Rekenkamer, de Nationale ombudsman, de Kanselarij der Nederlandse Orden het Kabinet van de Gouverneur van Aruba, het Kabinet van de Gouverneur van Curaçao en het Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten (IIB) over het jaar 2011 aan. Onder verwijzing naar de artikelen 63 en 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties decharge te verlenen over het in het jaar 2011 gevoerde financiële beheer.

Ten behoeve van de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening is door de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 82 van de Comptabiliteitswet 2001 een rapport opgesteld. Dit rapport wordt separaat door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden. Het rapport bevat de bevindingen en het oordeel van de Rekenkamer met betrekking tot:

  • a. het gevoerde financieel en materieelbeheer;

  • b. de ten behoeve van dat beheer bijgehouden administraties;

  • c. de financiële informatie in de jaarverslagen;

  • d. de departementale saldibalansen;

  • e. de totstandkoming van de informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering;

  • f. de in het jaarverslag opgenomen informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering.

Bij het besluit tot dechargeverlening dienen verder de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken te worden betrokken:

  • a. het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2011;

  • b. het voorstel van de slotwet over het jaar 2011 die met het onderhavige jaarverslag samenhangt;

  • c. het rapport van de Algemene Rekenkamer over het jaar 2011 met betrekking tot de onderzoeken van de centrale administratie van ’s Rijks schatkist en van het Financieel jaarverslag van het Rijk;

  • d. de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer met betrekking tot de in het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2011 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten van het Rijk over 2011, alsmede met betrekking tot de Saldibalans van het Rijk over 2011 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 83, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001).

Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen en voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J. W. E. Spies

Dechargeverlening door de Tweede Kamer

Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Tweede Kamer,

Datum:

Op grond van artikel 64, tweede lid van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer.

Dechargeverlening door de Eerste Kamer

Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Eerste Kamer,

Datum:

Op grond van artikel 64, derde lid van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de minister van Financiën.

2. LEESWIJZER

Opbouw Jaarverslag

Het jaarverslag over 2011 bestaat conform de regelgeving uit de volgende delen:

  • A. een algemeen deel met o.a. dechargeverlening;

  • B. een totaaltabel (IIB) budgettaire gevolgen van beleid;

  • C. jaarrekening.

De paragraafindeling van de artikelen is als volgt:

  • 1. Algemeen

  • 2. Speerpunten 2011

  • 3. Budgettaire gevolgen van beleid

  • 4. Operationele doelstellingen

De bedrijfsvoeringsparagraaf is onder een aparte paragraaf opgenomen.

Wat betreft de budgettaire gevolgen van beleid is alleen een inhoudelijke toelichting gegeven bij opmerkelijke verschillen (boven € 0,5 mln.) tussen de oorspronkelijke vastgestelde begroting 2011 en de realisatie 2011.

Rechtmatigheid

In 2011 zijn de tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid op hoofdstukniveau niet overschreden en is er sprake van een getrouw beeld. Een toelichting op de rechtmatigheid per College/Kabinet is te vinden in de bedrijfsvoeringsparagraaf van ieder College/Kabinet.

Groeiparagraaf

Er zijn dit jaar geen nieuwe ontwikkelingen voor de groeiparagraaf te melden.

B. BELEIDSVERSLAG

3. TABEL BUDGETTAIRE GEVOLGEN VAN BELEID TOTAAL IIB

Totaalbegroting IIB

Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000)

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Vastgestelde

Verschil

 

2007

2008

2009

2010

2011

begroting

 

Verplichtingen

95 921

100 074

110 317

111 461

123 193

116 026

7 167

Uitgaven

95 832

97 153

107 115

109 760

122 140

116 026

6 114

Ontvangsten

3 819

1 517

1 754

1 308

6 711

3 687

3 024

4. DE ARTIKELEN

ARTIKEL 1. RAAD VAN STATE

1. Algemene beleidsdoelstelling

De Raad van State stelt zich ten doel om als adviseur voor wetgever en bestuur en als hoogste algemene bestuursrechter bij te dragen aan behoud en versterking van de democratische rechtsstaat. Daarbinnen wil hij bijdragen aan de eenheid, legitimiteit en kwaliteit van het openbaar bestuur en aan de rechtsbescherming van de burger.

De Grondwet en de Wet op de Raad van State vormen het wettelijk kader, waarbinnen de Raad van State zijn taken verricht. Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden vormt de grondslag voor zijn werkzaamheden als Raad van State van het Koninkrijk.

2. Speerpunten

Positionering van de Raad

In de memorie van toelichting bij de begroting voor het jaar 2011 zijn als onderdeel van de paragraaf over de positionering van de Raad van State enkele doelstellingen geformuleerd. Hieronder wordt onder woorden gebracht in hoeverre in 2011 voldaan is aan deze doelen.

Waar staat de overkoepelende Raad in 2011?

1. De versterking van de adviesfunctie

De versterking van de adviesfunctie is in 2011 inhoud gegeven in de werkzaamheden van een aantal commissies, samengesteld uit leden van de beide Afdelingen. Deze commissies werken zowel voor de Afdeling advisering als voor de Afdeling bestuursrechtspraak en beogen bij te dragen aan een betere advisering en een betere bestuursrechtspraak.

Voor de versterking van de advisering zijn de volgende commissies relevant : het Constitutioneel Beraad, de Commissie Recht van de Europese Unie, de Commissie Europese integratie en de Commissie doorwerking adviezen en uitspraken.

De versterking van de adviesfunctie vindt ook plaats door wetenschappelijke onderzoek, waarvoor de Raad opdracht geeft en door de symposia die de Raad organiseert over onderwerpen die voor de advisering van belang zijn.

2. Ontwikkeling van het constitutioneel fundament

Bij de ontwikkeling van het constitutioneel fundament gaat het om verhoging van kennis en inzicht bij de leden en medewerkers van de beide Afdelingen van de Raad in de constitutie in de brede zin: de nationale constitutie, de constitutie van Europa en de constitutie van het Koninkrijk. Die kennis en dat inzicht worden bevorderd door de preadviezen, die het «Constitutioneel beraad» aan beide Afdelingen op hun verzoek uitbrengt, door de wetenschappelijke studies op constitutioneel terrein in de brede zin die de Raad initieert en begeleidt en door symposia en andere bijeenkomsten met externe deskundigen, die de Raad organiseert over actuele vraagstukken van constitutioneel recht in de brede zin die voor het werk van de Raad relevant zijn.

Het Constitutioneel beraad

Het Constitutioneel beraad is samengesteld uit deskundigen uit beide Afdelingen, die op verzoek van een van de beide Afdelingen preadvies geven over vragen, die in het werk zijn gerezen betreffende de toepasselijkheid en uitleg van de Grondwet, het constitutionele recht van de Europese Unie, het EVRM en de andere mensenrechtenverdragen. De beide Afdelingen van de Raad bepalen zelf of en in hoeverre zij gebruik maken van het preadvies waarom zij hebben verzocht.

De preadviezen zijn voor intern gebruik en worden niet gepubliceerd. Wel wordt in het jaarverslag een bloemlezing opgenomen van thema's die daarin aan de orde zijn gekomen. In 2011 werd op verzoek van de Afdeling advisering door het Constitutioneel beraad in 26 gevallen preadvies uitgebracht. Daarvan werden 5 preadviezen uitgebracht aan de Afdeling advisering.

3. De terugkoppeling

In het jaar 2011 heeft geen terugkoppeling naar het bestuur plaatsgevonden.

Een tiental knelpunten is vanuit de Afdeling bestuursrechtspraak aangemeld en wordt bestudeerd door de desbetreffende secties van de Afdeling advisering. Dit heeft echter nog niet geleid tot het besluit om tot daadwerkelijke terugkoppeling naar het bestuur over te gaan.

De onder punt 1 reeds genoemde Commissie Integratie Europa heeft mede tot taak om te werken aan de ontwikkeling van een betere terugkoppeling naar de Europese regelgever van de ervaringen van nationale instituties met de uitvoering en toepassing van Europese regelgeving.

Waar staat de Afdeling advisering in 2011?

De beleidsanalytisch toets is versterkt. De evaluatie van de adviezen en het volgen van ontwikkelingen met betrekking tot de uitvoering van wetten zijn geïntensiveerd. De werkgroep doorwerking van adviezen en uitspraken heeft haar rapport opgeleverd.

In 2011 heeft de Afdeling advisering één onverplicht gevraagd advies ontvangen en acht verzoeken om voorlichting waaronder een omvangrijk verzoek over het omgevingsrecht. Van de acht verzoeken waren er vier afkomstig van de Tweede Kamer. In het algemeen blijft de Afdeling (ruim) binnen de afhandelingstermijn van drie maanden. Bij omvangrijke, minder concreet geformuleerde verzoeken wordt die termijn soms overschreden.

In 2011 heeft de Afdeling geen advies uitgebracht over ontwerprichtlijnen van de Europese Unie. Evenmin over twee beleidsnota’s met belangrijke wetgevingsimplicaties. Dergelijke adviesaanvragen zijn niet aan de Afdeling voorgelegd.

Aan de vormgeving en de begrijpelijkheid van de adviezen is alle aandacht besteed waarbij een belangrijke rol is weggelegd voor de sectievoorzitters en de medewerkers. Dit is een van de onderwerpen geweest van de werkgroep doorwerking. Op ambtelijk niveau zijn intervisiegroepjes ingesteld.

Waar staat de Afdeling bestuursrechtspraak in 2011?

Aan effectieve rechtsbescherming wordt gestalte gegeven door tijdig, kwalitatief goed en – waar mogelijk finaal de voorgelegde geschillen te beslechten. Ondanks een hogere dan geraamde instroom is de Afdeling in substantiële mate in staat gebleken haar uitspraken binnen de daarvoor geldende termijnen te doen. Daarnaast is de motivering van haar uitspraken voor de Afdeling bestuursrechtspraak een voortdurend punt van aandacht. Daartoe is binnen de Afdeling de Werkgroep opzet en vormgeving van uitspraken werkzaam. De Afdeling hecht voorts veel waarde aan het belang van finale geschillenbeslechting. Verschillende instrumenten staan haar daarbij ter beschikking, zoals de mogelijkheid om bij een gegrond beroep de rechtsgevolgen van het vernietigde deel van het besluit in stand te laten, of om zelf in de zaak te voorzien. De Afdeling is met het oog op finale geschillenbeslechting bereid is haar oordeel in de plaats te stellen van dat van het bestuur, waarbij telkens het vinden van een goede balans tussen de beleidsvrijheid van het bestuur en de behoefte aan daadkrachtig optreden door de rechter moet worden gevonden. Om bestuursrechtspraak effectief en efficiënt te laten zijn, is het van belang dat elke zaak de behandeling krijgt die hij verdient. Binnen de Afdeling bestuursrechtspraak loopt een programma maatwerk dat voorziet in nieuwe werkwijzen gericht op die aanpak.

Rechtsvorming op de terreinen waarop de Afdeling bestuursrechtspraak rechtspreekt, is voor een belangrijk deel een gezamenlijke verantwoordelijkheid van verschillende hoogste bestuursrechters. Vorig jaar is een gezamenlijke Commissie Rechtseenheid, bestaande uit raadsheren van de Hoge Raad, leden van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en raadsheren van de Centrale Raad van Beroep en van het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Deze commissie is begonnen te inventariseren op welke punten rechtseenheid tot stand kon worden gebracht. Inmiddels zijn meerdere aanbevelingen gedaan om de rechtspraak op één lijn te brengen. De aanbevelingen van de commissie strekken ook tot het voorkomen van nieuwe verschillen, door naar aanleiding van nieuwe wetgeving die meerdere colleges raakt reeds op hoofdlijnen nieuwe rechtsvragen te bespreken. De aanbevelingen zijn reeds zichtbaar in de rechtspraak tot uitdrukking gebracht. Deze uitspraken hebben tot doel op een voor de rechtspraktijk herkenbare wijze de rechtseenheid te bevorderen.

3. Budgettaire gevolgen van beleid

1.1 Raad van State

Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000)

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Vastgestelde

Verschil

 

2007

2008

2009

2010

2011

begroting

 

Verplichtingen

51 070

54 533

60 683

60 683

64 870

61 200

3 670

Uitgaven

49 190

53 405

57 508

58 882

65 264

61 200

4 064

1. advisering

7 379

7 475

Vervallen

Vervallen

Vervallen

Vervallen

Vervallen

2. bestuursrechtspraak

41 811

45 930

Vervallen

Vervallen

Vervallen

Vervallen

Vervallen

3. Raad van State

nvt

nvt

57 508

58 882

65 264

61 200

4 064

Ontvangsten

1 875

2 449

2 485

3 025

2 858

1 852

1 006

Financiële toelichting

In 2011 is het aantal in binnengekomen, in behandeling genomen en afgedane zaken bij de Afdeling bestuursrechtspraak fors hoger dan de begrote aantallen geweest. Dit heeft zich tijdens de begrotingsuitvoering vertaald in toegenomen personele lasten van de ambtelijke inzet. De voor de uitvoering van deze taak benodigde middelen zijn bij gelegenheid van de uitvoeringsnota's toegevoegd aan het begrotingsartikel van de Raad van State. De ontvangen griffierechten zijn om dezelfde reden hoger dan geraamd.

4. Operationele doelstellingen

Advisering

1.2 Instroom en afhandeling adviesaanvragen (in aantallen)
 

2008

2009

2010

2011

2011

 

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Ontwerpbegroting

Realisatie

Instroom

593

558

588

550

553

Afhandeling

554

579

600

550

510

Bestuursrechtspraak

In 2011 kende de Afdeling bestuursrechtspraak over de eerste vijf maanden naar de Ruimtelijke-Ordeningskamer ook de Milieukamer als eerste en enige aanlegkamer. Per 1 juni 2011 is de Milieukamer geïntegreerd in de Hogerberoepkamer, thans de Algemene Kamer.

De hieronder getoonde resultaten inzake de Milieukamer hebben derhalve betrekking op de periode januari t/m mei 2011. De resterende zeven maanden van de milieuzaken zijn opgenomen in de cijfers van de Algemene kamer. De cijfers in de tabel in- en uitstroom zijn opgesteld naar de nieuwe kamerindeling en hebben betrekking op geheel 2011.

1.3 Doorlooptijden van zaken met zitting
   

Hoofdzaken

Realisatie 2011

Gemiddelde doorlooptijd

Ruimtelijke-ordeningskamer

 

52 weken

53 weken

Milieukamer

 

52 weken

50 weken

Vreemdelingenkamer

 

161 dagen

137 dagen

Algemene kamer

 

40 weken

35 weken

1.4 Instroom en afhandeling van zaken (excl. Vreemdelingenkamer)
 

2008

2009

2010

2011

2011

 

Ingekomen

Ingekomen

Ingekomen

Ingekomen

Afgedaan

Ruimtelijke-ordeningskamer

2 415

3 011

3 064

2 207

2 362

Algemene kamer

3 070

2 782

2 822

3 683

3 096

Per 31 december 2011 waren bij de Algemene kamer 2 274 hoofdzaken in behandeling (1 342 per 31 december 2010).

1.5 Instroom en afhandeling van zaken Vreemdelingenkamer (in aantallen)
 

2008

2009

2010

2011

2011

2011

 

Ingekomen

Ingekomen

Ingekomen

O.W.

Ingekomen

Afgedaan

Asiel

2 370

3 156

5 973

4 065

6 458

6 295

Regulier

2 300

2 132

3 040

1 805

2 972

2 764

Totaal HBV

4 670

5 288

9 013

5 870

9 430

9 059

Per 31 december 2011 waren bij de Vreemdelingenkamer 3 197 hoofdzaken in behandeling (2 783 per 31 december 2010).

ARTIKEL 2: ALGEMENE REKENKAMER

1. Algemene beleidsdoelstelling

De Grondwet en de Comptabiliteitswet 2001 (CW 2001) vormen het wettelijke kader voor de Algemene Rekenkamer om de ontvangsten en uitgaven van het Rijk en de daarmee verbonden organen te onderzoeken. De Algemene Rekenkamer heeft als doel het rechtmatig, doeltreffend en integer functioneren van het Rijk en de daarmee verbonden organen te toetsen en te verbeteren. Daarbij toetst zij ook de nakoming van verplichtingen die Nederland in internationaal verband is aangegaan.

De Algemene Rekenkamer bepaalt jaarlijks zelfstandig het onderzoeksprogramma. Ook bepaalt de Algemene Rekenkamer zelf wat daarvan openbaar wordt gemaakt. De Algemene Rekenkamer doet onderzoek bij de Rijksoverheid, bij zelfstandige organisaties die met publiek geld een wettelijke taak uitvoeren en bij particulieren, bedrijven en overheden die Europese subsidies ontvangen.

De Algemene Rekenkamer ziet het als haar taak om Tweede Kamerleden te voorzien van bruikbare en relevante informatie. Daarmee kunnen zij bepalen of het beleid van de minister rechtmatig, doelmatig en doeltreffend is uitgevoerd. Het doel van het onderzoek is niet alleen om kritische rapporten te schrijven, maar ook om samen met anderen een bijdrage te leveren aan oplossingen en ontwikkelingen om op die manier bij te dragen aan goed openbaar bestuur.

2. Speerpunten

In december 2010 is ons werkprogramma 2011 vastgesteld. Om flexibeler te kunnen inspelen op onze snel veranderende omgeving is in 2011 onze programmering gedynamiseerd. De bijstellingen in het werkprogramma worden ieder kwartaal op onze website bekend gemaakt.

In 2011 zijn 6 onderzoeken gepubliceerd die op verzoek van de Tweede Kamer en/of een bewindspersoon zijn uitgevoerd. Hiernaast zijn een aantal activiteiten omwille van de actualiteit ingelast. Dit heeft geresulteerd in een aantal aanvullingen van het werkprogramma. In de onderstaande tabel (paragraaf 4) zijn ze terug te vinden.

3. Budgettaire gevolgen van beleid

2.1 Algemene Rekenkamer

Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000)

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Vastgestelde

Verschil

 

2007

2008

2009

2010

2011

begroting 2011

 

Verplichtingen

27 407

27 353

29 835

29 886

28 866

29 125

– 259

               

Uitgaven

26 677

28 000

30 083

29 971

28 802

29 125

– 323

1. recht- en doelmatigheids bevordering bij het Rijk en daaraan verbonden organisaties en institutionele programma's

26 677

28 000

30 083

29 971

28 802

29 125

– 323

               

Ontvangsten

1 351

1 159

1 465

944

698

1 217

– 519

4. Operationele doelstellingen

Een uitgebreide uitwerking van de samenhang tussen doelstellingen, prestaties en kosten staat in het Verslag 2011 van de Algemene Rekenkamer, dat is uitgebracht in maart 2012 en te raadplegen is op www.rekenkamer.nl.

Tabel 2.2

Operationele doelstelling

Activiteiten 2011

realisatie

Functioneren van openbaar bestuur

Verslag 2010 en enkele terugblikken

Ja

 

EU-trendrapport 2011

Ja

 

Rapporten bij de jaarverslagen 2010 en Staat van de Rijksverantwoording 2010 (voorheen Rijk Verantwoord)

Ja

 

Staat van de Beleidsinformatie 2011 (Staat van de Beleidsinformatie is geïntegreerd in Staat van de Rijksverantwoording 2010)

Ja

 

Rapport bij de Nederlandse lidstaatverklaring 2010

Ja

Presteren van het openbaar bestuur

Diverse onderzoeken, nader uitgewerkt in het Verslag 2011 van de Algemene Rekenkamer (www.rekenkamer.nl)

Ja

Samenwerking/ondersteuning van andere rekenkamers in het Koninkrijk der Nederlanden en in het buitenland

Samenwerking met Nederlandse Vereniging voor Rekenkamers & Rekenkamercommissies (NVRR)

Ja

 

Ondersteuning van zusterorganisaties in Kosovo (EU-twinning), Tunesië, Armenië en Afrosai-E

Ja

 

Diverse samenwerkingsprojecten binnen het Koninkrijk, de EU of in ander internationaal verband (Contact Comité EU, EUROSAI, INTOSAI).

Ja

In de onderstaande tabel staan de gerealiseerde onderzoeksdagen van de onderzoeken waarvan in 2011 een publicatie is verschenen.

Tabel 2.3

Onderzoek over presteren; toetsen van beleid en uitvoering en de aansluiting daartussen

Geplande dagen in 2011 en eerdere jaren

Gerealiseerde dagen in 2011 en eerdere jaren

Financiering politieke partijen

50

41

Aanpak harde kern jeugdwerklozen; Terugblik

95

107

Zicht op overheidsstichtingen Achtergrondstudie

402

465

Cultuurkaart in het voortgezet onderwijs

234

250

ICT politie 2011 (verzoekonderzoek)

500

720

Webdossier Ruimtelijke Inrichting

254

185

Monitoring beleid voor ontwikkelingssamenwerking:

Stand van zaken april 2011

200

85

Poster Financiële stromen basisonderwijs 2010 (toegevoegd aan werkprogramma)

50

102

Innovatiebeleid

629

689

Besteding van spoorbudgetten door ProRail (verzoekonderzoek toegevoegd aan werkprogramma)

200

449

Energiebesparing: ambities en resultaten

810

882

Leren van Subsidie-evaluaties

489

528

Uitgavenbeheersing in de zorg

350

362

Brief TK Monitoring beleid voor ontwikkelingssamenwerking, stand van zaken september 2011

125

63

Verantwoording van de hulpgelden 2010 voor Haïti

45

48

Kosten van jeugdbescherming en jeugdreclassering (verzoekonderzoek toegevoegd aan werkprogramma)

450

393

 Totaal aantal dagen

4 883

5 369

Tabel 2.4

Onderzoek over functioneren; toetsen van begroting, verantwoording en toezicht en de aansluiting daartussen

Geplande dagen in 2011 en eerdere jaren

Gerealiseerde dagen in 2011 en eerdere jaren

EU-trendrapport 2011 Ontwikkelingen in het financieel management van de Europese Unie

683

681

Holland Casino: naleving overheidsbeleid (verzoekonderzoek)

357

378

Open Standaarden en opensourcesoftware bij de Rijksoverheid (verzoekonderzoek)

359

451

Publieke omroep in beeld; Terugblik

91

118

Buitenlandvergoedingen rijksambtenaren 2002–2008; Terugblik

50

27

Monitoring vervanging F-16 Stand van zaken december 2010; onder andere ontwikkelingen Joint Strike Fighter

311

332

Staat van de rijksverantwoording

14

69

Rapporten bij de jaarverslagen 2010

6 798

7 263

Rapport bij de Nederlandse EU-lidstaatverklaring 2010

883

846

Kredietcrisis en EU-landencrisis: Interventies en vervolg Vijfde rapportage: vierde kwartaal 2010 en eerste kwartaal 2011

96

139

Staatsbalans: zicht op staatsvermogen

(toegevoegd aan werkprogramma)

593

352

Bezuinigingsmonitor 2011; Ingeboekte maatregelen regeerakkoord in 2011

Gebruik van horizontale verantwoordingsinformatie;

RWT-verkenningen deel 3

198

170

Brief TK Controle van NAVO-uitgaven

(toegevoegd aan werkprogramma)

15

19

Brief TK Subsidiebeheer Ministerie van VWS

(toegevoegd aan werkprogramma)

50

55

Toezicht van DNB op de stabiliteit van banken

522

435

Vastgoed van het Rijk: volume en waarde

463

614

 Totaal aantal dagen

11 483

11 949

Extern gefinancierde internationale projecten

De Algemene Rekenkamer hanteert voor de ondersteuning van zusterorganisaties de eis dat deze minstens kostendekkend moet zijn. Voor de dekking van de personeelskosten worden de voor dienstverlening buiten de rijksoverheid geldende tarieven van de minister van Financiën gehanteerd. Voor de reis- en verblijfskosten hanteert de Algemene Rekenkamer de richtlijnen van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze tarieven vormen het uitgangspunt bij de offertestelling, voorafgaand aan een project. De volgende tabel geeft aan in hoeverre de extern gefinancierde internationale projecten ook daadwerkelijk kostendekkend zijn geweest. Het betreft hier de personeelskosten en de reis- en verblijfskosten van projecten die in 2011 zijn afgerond. De gegevens hebben dus deels ook betrekking op eerdere jaren.

Tabel 2.5

Project

Gerealiseerde dagen

Kosten

Ontvangsten

Kostendekkendheid

   

euro’s1

euro’s

%

Kosovo

111

102 043

84 315

83

Rwanda III

638

678 818

670 316

99

Macedonië II

292

383 047

350 000

91

Totaal

1 041

1 163 908

1 104 631

95

X Noot
1

Personeelskosten en reis- en verblijfskosten in 2011 en voorgaande jaren.

5. Topinkomens en bestuurskosten

Een uitgebreide toelichting op de bezoldiging van het college en de leden van het managementteam staat in het Verslag 2011 van de Algemene Rekenkamer. De organisatie maakt kosten voor de faciliteiten die het college nodig heeft voor de uitvoering van het ambt. Dit zijn de bestuurskosten. Ook daarvoor wordt verwezen naar het Verslag 2011.

In 2011 kreeg geen enkele functionaris een bezoldiging die volgens de «Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens», openbaar gemaakt zou moeten worden.

ARTIKEL 3. DE NATIONALE OMBUDSMAN

1. Algemene beleidsdoelstelling

In artikel 78a van de Grondwet is vastgesteld dat er een Nationale ombudsman is. In de Wet Nationale ombudsman zijn de institutionele regels opgenomen. De Algemene wet bestuursrecht geeft de procedurele kaders van het handelen door de Nationale ombudsman.

De missie van de Nationale ombudsman is de burger te beschermen tegen onbehoorlijk overheidsoptreden.

De Nationale ombudsman dient een gezaghebbend instituut te zijn met deskundigheid over behoorlijk handelen op alle overheidsterreinen, is onafhankelijk en draagt oplossingen aan. Ook daagt de Nationale ombudsman de overheid uit om te leren van klachten en werkt aan herstel van vertrouwen van de burger in de overheid. Hij doet dat op basis van klachten van burgers en uit eigen beweging. Verder ontwikkelt hij relevante kennis en draagt die uit.

2. Speerpunten

  • De flexibele organisatie: garanderen van voldoende kwaliteit bij de klachtbehandeling, bij een grote instroom van klachten.

Om te komen tot een flexibele ofwel toekomstbestendige organisatie is onderzocht of een andere indeling van de onderzoeksteams mogelijk is. Het resultaat is dat de teams per april 2012 anders worden ingedeeld. Gekozen is voor een thematische indeling, die toekomstbestendig is en die de burger en niet de overheidsinstantie centraal plaatst. Bovendien hebben de teams raakvlakken, wat het uitwisselen van zaken en daarmee het opvangen van pieken vereenvoudigd.

  • De digitale organisatie: Verder werken aan de digitalisering van het onderzoeksproces.

In 2011 zijn grote stappen gezet in de digitalisering van het onderzoeksproces. Ook de Europese aanbesteding is in 2011 afgerond en heeft in december geleid tot de aanschaf van een Document Management Systeem.

  • De lerende organisatie: Management Development traject, verbeteren interne klachtbehandeling, opleiding conflictmanagement, opstellen kwaliteitsnormen en effectiever rapporteren.

Het beleid voor de interne klachtbehandeling is vernieuwd. Een belangrijk aandachtspunt daarbij was het versterken van de lerende organisatie. Dit wordt verder uitgewerkt en geïmplementeerd.

Er is een flinke slag gemaakt in het terugdringen van het aantal zaken ouder dan een jaar. Aan het begin van 2011 waren dit 77 zaken. Aan het eind van 2011 is dit aantal afgenomen tot 14. Verder zijn normen geformuleerd voor de telefonische dienstverlening. Deze worden in 2012 geïmplementeerd.

Op dit moment vindt een evaluatie plaats van het anders rapporteren. In maart 2012 zijn de resultaten daarvan bekend. Managementontwikkeling is een continu proces. Dit heeft ook in 2011 de nodige aandacht gekregen. Leiderschapskwaliteiten worden door deze voortdurende aandacht en inspanning versterkt.

Alle medewerkers die verbonden zijn aan klachtbehandeling hebben inmiddels een training conflicthantering gevolgd. Conflicthantering is het belangrijkste basiselement in ons werk.

  • Nieuwe taken: voorbereiden van de waarschijnlijke komst van de Kinderombudsman de mogelijke komst van een klokkenluidersinstituut en de verdere invulling van de ombudsfunctie BES-eilanden.

De kinderombudsman is op 1 april 2011 gestart. Door een goede voorbereiding is de start vlekkeloos verlopen.

In 2011 kreeg de Nationale ombudsman te maken met twee ontwikkelingen rond instituten voor klokkenluiders. Een initiatiefwet «Huis voor Klokkenluiders» en het voornemen van de minister van BZK om een commissie advies- en verwijspunt in te stellen. De Nationale ombudsman heeft deze ontwikkelingen actief gevolgd.

In 2011 heeft de expertgroep Caribisch Nederland van de Nationale ombudsman tweemaal de eilanden bezocht waarbij onder andere klachten over de Rijksoverheid, politie en het openbaar ministerie zijn ingenomen en voor zover mogelijk behandeld. Er zijn in 2011 83 verzoeken ontvangen waarvan 53 binnenwettelijk. Verder zijn in 2011 voorbereidingen getroffen voor de mogelijke uitbreiding met de eerstelijns klachtbehandeling over de bestuursorganen van de openbare lichamen van Caribisch Nederland in 2012.

  • De visie: De No staat voor dienstverlening, gerichte beïnvloeding, professionaliteit, transparantie en kennisdeling.

Alle activiteiten die de No in 2011 heeft uitgevoerd dragen bij aan het realiseren van de missie en de visie van de Nationale ombudsman. Hieronder een greep uit die activiteiten.

  • De installatie en ingebruikname in 2011 van een nieuwe telefooncentrale draagt bij aan de verbetering van de telefonische dienstverlening van de Nationale ombudsman.

  • Er is een aanpak bedacht om klachten sneller en informeler te kunnen behandelen; de directe aanpak. De aanpak voorziet vooral in een versnelling aan de voorkant van het proces van klachtbehandeling.

  • Ook is het mogelijk gemaakt voor medewerkers om op afstand te werken. Daarmee zijn medewerkers die thuis werken beter in staat verzoekers te woord te staan en te helpen.

  • De interne administratieve lasten van medewerkers zijn verlaagd, waardoor meer tijd beschikbaar is gekomen voor de afwikkeling van klachten en andere taken.

  • De behoorlijkheidsvereisten zijn geëvalueerd, wat heeft geleid tot de introductie per 1 januari 2012 van een verbeterde set behoorlijkheidsvereisten.

  • Er zijn verschillende wijzers gemaakt, zoals de excuuskaart- en wijzer en de bezwaarwijzer.

  • De Nationale ombudsman heeft in 2011 een sociale media strategie ontwikkeld. Onderdelen van de strategie zijn in 2011 uitgevoerd, zoals het kennisdelen via sociale media, zoals LinkedIn en Twitter.

  • Er is een ombudsportal ontwikkeld; een website (www.vindeenombudsman.nl) waarmee we mensen helpen het juiste adres te vinden voor hun klacht/probleem.

3. Budgettaire gevolgen van beleid

3.1 De Nationale ombudsman

Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000)

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Vastgestelde

Verschil

 

2007

2008

2009

2010

2011

begroting

 

Verplichtingen

12 447

12 511

13 736

15 169

17 130

16 028

1 102

Uitgaven

12 467

10 445

13 708

14 652

16 619

16 028

591

1. reguliere klachten

8 880

8 692

11 859

12 657

14 382

14 705

– 323

2. klachten van lagere overheden

1 471

1 753

1 849

1 995

2 237

1 323

914

Ontvangsten

231

145

131

105

2 320

489

1 831

Financiële toelichting

Ten opzichte van de ontwerpbegroting 2011 is 1 mln. incidenteel budget vanuit 2010 doorgeschoven naar 2011 voor de aanschaf van meubilair en implementatie van de Kinderombudsman en de digitalisering van het primair proces. Verder is bij Najaarsnota incidenteel budget toegekend voor de implementatie van klachtbehandeling in Caribisch Nederland (0,174 mln.) en is de loon en prijsbijstelling voor 2011 (0,119 mln.) alsnog toegevoegd. De uiteindelijke facturering voor de behandeling van klachten over decentrale overheden hebben zoals verwacht geleid tot een hoger budget (0,9 mln.). Bij 2e suppletoire begroting 2011 is een deel van het beschikbare budget voor digitalisering primair proces doorgeschoven naar 2012 (0,55 mln.). Uiteindelijk is van het totale budget 3% niet uitgeput.

Beleidsmatige toelichting

3.2 Beleidsprestaties 2011
 

Realisatie

Reguliere klachten

 

– Het op verzoek van burgers beoordelen of en waarom het rijk, de politie, de zelfstandige overheden en de overheden van publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie bij concreet overheidsoptreden in dienstbaarheid tekort zijn geschoten.

ja

Klachten lagere overheden

 

– Het op verzoek van burgers beoordelen of en waarom bij de Nationale ombudsman aangesloten decentrale overheden bij concreet overheidsoptreden in dienstbaarheid tekort zijn geschoten

ja

Onderzoek

 

– Het zelf nemen van initiatief tot het beoordelen van de dienstbaarheid van de overheid ondermeer in kwesties die via beoordeling van een individuele klacht onvoldoende onder de aandacht komen

ja

Communicatie

 

– Het zorgen voor een actief voorlichtingsbeleid, zodanig dat burgers weten wat de Nationale ombudsman voor hen kan betekenen en dat zij hem weten te vinden.

ja

Reguliere klachten

 

– Het op verzoek van burgers beoordelen of en waarom het rijk, de politie, de zelfstandige overheden en de overheden van publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie bij concreet overheidsoptreden in dienstbaarheid tekort zijn geschoten.

ja

4. Operationele doelstellingen

Het aantal ontvangen klachten in 2011 is licht gedaald met 2%. In 2011 zijn 13 740 klachten ontvangen. Daarnaast zijn door het Front office wederom veel gesprekken gevoerd. Totaal zijn 29 717 door het Front office behandeld. Deels hebben deze gesprekken geleid tot het indienen van een klacht over de overheid.

In 2011 zijn 13 520 klachten afgewikkeld 14% van de ontvangen klachten heeft geen betrekking op de overheid. Dat is een afname van 2%. 60% van de ontvangen klachten betreft de overheid maar ligt niet op het terrein van de Nationale ombudsman. In al die gevallen wijst de ombudsman de burger de juiste weg met adequate doorverwijzing, het geven van informatie of een toelichting. Het percentage van deze klachten is met 2% toegenomen. Om dit type klachten te verminderen is eind 2011 onder andere de site www.vindeenombudsman.nl opgezet en is gedurende het jaar meermalen de publieksvoorlichtingsspot uitgezonden.

In 2011 zijn 373 rapporten opgeleverd. 2% minder dan vorig jaar, maar meer dan geprognosticeerd. De gemiddelde doorlooptijd van rapporten is wederom afgenomen, dit jaar met 52 dagen. De gemiddelde doorlooptijd is 350 dagen. Dit komt door actieve interne sturing en snellere werkwijze.

3.3 Gemiddelde doorlooptijd van in onderzoek genomen, afgedane klachten (in dagen)

Doorlooptijd van een:

2008

2009

2010

2011

Aantal afgedane klachten

4 614

4 029

3 757

3 473

Interventie

59

58

46

42

Bemiddeling

174

195

182

157

Rapport

372

429

402

350

Rapportbrief

314

331

226

180

Tussentijds beëindigd/opgelost

162

140

136

132

Totale gemiddelde doorlooptijd1

84

90

96

89

X Noot
1

Gewogen gemiddelde doorlooptijd.

Van het totaal aantal door burgers ontvangen verzoeken zijn 3 473 klachten onderzocht. De meest in het oog springende overheidsinstanties waarover klachten zijn ontvangen zijn het net als in 2010 het Ministerie van Financiën, de gemeenten, UWV en de politie.

3.4 Doorlooptijd doorverwijzingen en d.m.v. verstrekken informatie, afgedane klachten (in dagen)
 

2008

2009

2010

2011

Aantallen

8 488

8 228

10 554

10 047

Doorverwijzingen en advies geen overheid

9

9

11

12

Doorverwijzingen en advies overheid

43

43

35

31

Totale gemiddelde doorlooptijd

36

36

30

27

Voor verdere informatie wordt verwezen naar het jaarverslag 2011 van de Nationale ombudsman. Deze verschijnt medio maart in een geheel nieuwe vorm.

3.5 Prestatiegegevens
 

2008

2009

2010

2011

Aantal afgedane klachten Nationale ombudsman

11 245

10 226

12 050

11 208

Groot onderzoek

««Het speciale team voor de uitvoering van grotere onderzoeken uit eigen beweging heeft dit jaar negen projecten afgerond. Zes onderzoeksprojecten zijn afgerond met het uitbrengen van een openbaar rapport. Daarnaast zijn de excuuskaart en de beslissingwijzer en de ehbo-kit voor gemeenten ontwikkeld.

Kinderombudsman

Vanaf 1 april is de Kinderombudsman hét adres in Nederland voor kinderrechten.

Veel energie is er gaan zitten in het opzetten van het bureau van de Kinderombudsman en het werken aan de naamsbekendheid van instituut.

De opzet van een onafhankelijke kinderrechtenmonitor om te zien hoe het in Nederland is gesteld met de kinderrechten is prioritair aangepakt. Op 1 april 2012 worden de eerste resultaten verwacht.

Ook is er onder meer veel aandacht geweest voor het adolescentenstrafrecht; worteling van asielzoekerskinderen; bezuinigingen op tolken en vertalers in de zorg.

Verder blijkt dat mensen met vragen en klachten over kinderrechten de Kinderombudsman ook steeds beter weten te vinden.

Om de Kinderombudsman en kinderrechten beter bekend te maken is campagne gevoerd door middel van posters in de abri's. Die verwezen naar filmpjes op de site www.dekinderombudsman.nl. Thema's waarmee de Kinderombudsman zich bezighoudt waren ook te zien in deze campagne. Het ging om homo-discriminatie, niet naar school kunnen; het kunnen krijgen van een bijzonder curator bij echtscheiding en over asielzoekerskinderen die te lang in onzekerheid zitten.

Communicatie

De Nationale ombudsman behandelt klachten over de overheid. Die functie kan hij alleen vervullen wanneer de mensen die klachten hebben ook weten dat er een Nationale ombudsman bestaat. De bekendheid van het instituut is daarmee een essentiële voorwaarde om organisatiedoelen te halen.

In 2011 nam hij regelmatig deel aan het maatschappelijk debat naar aanleiding van ontvangen klachten en afgerond onderzoek door middel van mediaoptredens en opiniërende columns. Er zijn 65 nieuwsberichten uitgebracht. De ombudsman is 57 keer voor de radio te beluisteren geweest en 32 keer voor de televisie. Er is een kleine 400 vragen van de media beantwoord, ruim 4 300 keer is de Nationale ombudsman genoemd in verschillende media.

Daarnaast is ook in 2011 actief gewerkt aan de bekendheid van het instituut met een televisie- en onlinecampagne. De campagne Wordt u niet gehoord door de overheid? Bel dan gratis de Nationale ombudsman richt zich niet meer op het algemeen publiek, maar op mensen die een probleem hebben met de overheid. Meer specifiek ligt de focus op mensen die niet goed voor hun eigen recht kunnen opkomen en mensen die relatief veel contacten hebben met de overheid. In de voorlichting wordt aangesloten bij die onderwerpen waar de meeste problemen worden ervaren: werk en inkomen, zorg en gezondheid en wonen en leefomgeving. De campagne is in diverse periodes zichtbaar geweest op (dag)televisie en continu online.

Het bezoek aan de websites van de ombudsman is toegenomen van een kleine 146 000 over het eerste kwartaal tot bijna 191 000 in het laatste kwartaal. Het totaal bezoek over 2011 is bijna 640 000.

Caribisch Nederland

Sinds 10 oktober 2010 is hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht van kracht op de eilanden en moeten onder andere de Rijksoverheid, politie en het openbaar ministerie beschikken over een interne klachtenprocedure. De Nationale ombudsman voorziet sindsdien in de tweedelijns klachtbehandeling.

Binnen het Bureau Nationale ombudsman is een speciale expertgroep samengesteld dat verantwoordelijk is voor de klachtbehandeling van Caribisch Nederland. Door een netwerk van contactambtenaren bij de Rijksdienst Caribisch Nederland, de politie en het openbaar ministerie worden klachten snel en effectief opgelost. De expertgroep geeft daarnaast voorlichting aan de bevolking over klachtrecht en  goed bestuur. De klachtbehandeling van Caribisch Nederland is nu een integraal onderdeel van de bedrijfsvoering.

Internationale activiteiten

Dit jaar is het samenwerkingsproject met de ombudsman van Servië afgerond. Tezamen met de Griekse ombudsman die dit project leidde, is in oktober 2011 het project met een conferentie afgerond. Het instituut van de Servische ombudsman is gedurende het project ingrijpend veranderd.

In het project met de ombudsman van Rwanda hebben een aantal activiteiten plaatsgevonden waarbij mediation en informele klachtbehandeling centraal stonden. In december was de laatste activiteit. Op dit moment wordt onderzocht of het project een doorstart kan maken waarbij de ombudsman van Oeganda ook deelneemt.

3.6 Aantal klachten per overheidsinstantie
 

2008

2009

2010

2011

Waterschappen

122

154

120

111

Gemeenten

1 572

1 631

1 890

1914

Provincies

62

72

68

53

Gemeenschappelijke regelingen

101

128

170

214

Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisaties

 

8

13

20

Totaal

1 857

1993

2 261

2 312

4.2 Klachten Decentrale Overheden

De Nationale ombudsman is de ombudsman voor decentrale overheden, tenzij de decentrale overheden zelf een externe klachtvoorziening hebben getroffen. Het betreft 271 (65%) van de 418 gemeenten van Nederland, de meeste gemeenschappelijke regelingen, alle provincies en waterschappen. De decentrale overheden zijn een kostendekkende bijdrage verschuldigd voor de behandeling van klachten door de Nationale ombudsman.

In 2011 zijn 2 312 klachten onderzocht die betrekking hadden op de decentrale overheden. Er is nog steeds sprake van een stijging van het aantal klachten. Het afgelopen jaar is het aantal behandelde klachten gestegen met 2%.

ARTIKEL 4: KANSELARIJ DER NEDERLANDSE ORDEN

1. Algemene beleidsdoelstelling

De Kanselarij der Nederlandse Orden ondersteunt het Kapittel voor de Civiele Orden en het Kapittel der Militaire Willems-Orde bij hun advisering over de voorstellen tot decoratie. De Afdeling Toetsing en Advisering binnen de organisatie is belast met de voorbereiding en uitvoering van de werkzaamheden ontleend aan de taken van het Kapittel voor de Civiele Orden. De Afdeling Facilitaire Zaken verricht ondersteunende werkzaamheden. In het verslagjaar is uitvoering gegeven aan deze activiteiten. Tevens wordt zorggedragen voor het beheer van de versierselen van de onderscheidingen en voor de correcte verzending ervan aan de ministeries voor doorzending aan degenen die ze uitreiken. Er worden registers aangehouden van in het Koninkrijk der Nederlanden onderscheiden personen en in de persoon van de Kanselier der Nederlandse Orden worden de zuiverheid en waardigheid van de Orden bewaakt. Het beheren van een adequate voorraad van versierselen en aanverwante artikelen blijft een zeer belangrijke plaats innemen in de bedrijfsprocessen. De taken van de Kanselarij der Nederlandse Orden vloeien rechtstreeks voort uit de taken van de Kanselier der Nederlandse Orden en de regelgeving met betrekking tot de genoemde Kapittels en de onderscheiden Orden.

2. Speerpunten

De Kanselarij der Nederlandse Orden heeft voor 2011 geen nieuwe plannen ontwikkeld met betrekking tot de huidige bedrijfsvoering. De gerealiseerde uitvoering van het Decoratie Advisering en Informatiesysteem beantwoordt aan de verwachtingen en alle decoratievoorstellen worden nu digitaal aangeleverd, behalve vanuit de landen van het Koninkrijk in de Overzeese gebiedsdelen en de zogenoemde BES-eilanden. Met betrekking tot het versierselenbeheer moesten in het boekjaar extra versierselen worden aangeschaft als gevolg van de uitgifte van versierselen in 2010 door de gehouden verkiezingsrondes en Staatsbezoeken. In verband met de vele uitgiften van versierselen binnen de Orde van de Nederlandse Leeuw en de Orde van Oranje-Nassau was het noodzakelijk om de voorraden versierselen binnen diverse graden te vermeerderen.

3. Budgettaire gevolgen van beleid

4.1 Kanselarij der Nederlandse Orden

Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000)

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Vastgestelde

Verschil

 

2007

2008

2009

2010

2011

begroting

 

Verplichtingen

3 540

3 995

4 168

3 795

4 623

3 522

1 101

Uitgaven

3 578

3 622

3 921

4 328

3 957

3 522

435

1. apparaat

2 166

2 025

2 361

2 402

2 332

1 853

479

2. decoraties

1 410

1 595

1 558

1 924

1 623

1 664

– 41

3. riddertoelagen

2

2

2

2

2

5

– 3

Ontvangsten

117

72

122

94

65

29

36

Financiële toelichting

Bij suppletoire begrotingen zijn financiële middelen beschikbaar gesteld voor apparaatskosten zoals in het kader van de verdere uitvoering van het Decoratie Advisering en Informatiesysteem, juridische kosten in verband met outplacementtraject en ten behoeve van de voorlichting over het Nederlandse decoratiestelsel in de vorm van het samenstellen van een praktijkhandboek «Van Herkenning tot Erkenning». De verplichtingen zijn met deze bedragen toegenomen maar ook ten behoeve van de ontwikkelingen binnen de goud- en zilverprijzen voor de aanschaf van versierselen, de levering van draaglinten en de aanschaf van kokers ten behoeve van de oorkonden.

4.2 Beleidsmatige toelichting

Operationele doelstelling

Activiteiten 2011

realisatie

Verstrekking van versierselen

Uitleveren van versierselen

ja

 

Uitleveren trouwe dienst medailles

ja

 

Uitleveren van vrijwilligersmedailles en jaartekens

ja

 

Uitleveren van officiersdienstkruizen

ja

 

Uitleveren van overige versierselen

ja

Interne behandeling van decoratievoorstellen

Procedurele controle en registratie van decoratievoorstellen

ja

 

Splitsing van voorstellen op Algemene en Bijzondere Gelegenheid

ja

 

Inhoudelijke beoordeling en toetsing van voorstellen alsmede het prepareren en uitbrengen van preadviezen ten behoeve van het Kapittel voor de Civiele Orden

ja

 

Het omzetten van het preadvies naar definitief advies en het verzenden naar de minister die het aangaat

ja

4. Operationele doelstellingen

4.3 Prestatie indicatoren
 

2007–2008

2008–2009

2009–2010

2010–2011

Totaal ingediend

5 720

5 979

6 866

5 761

Niet decorabel

400

300

476

422

Verstrekking Versierselen

5 320

5 679

6 390

5 339

ARTIKEL 6. KABINET VAN DE GOUVERNEUR VAN ARUBA

1. Algemene beleidsdoelstelling

Het Kabinet van de Gouverneur van Aruba (verder: het kabinet) is het ambtelijke secretariaat van de gouverneur en ondersteunt hem bij de uitvoering van zijn taken als hoofd van de Regering van Aruba en als koninkrijksorgaan.

Het kabinet adviseert de Gouverneur inhoudelijk, onder meer over alle regeringsstukken die de handtekening van de Gouverneur vereisen. Het kabinet geeft uitvoering aan zijn koninkrijkstaken zoals de behandeling van visa-, paspoort- en naturalisatieaanvragen. Tevens is het kabinet de schakel tussen het staatshoofd enerzijds en ministers, parlementariërs en burgers anderzijds; door het kabinet worden afspraken gemaakt en inhoudelijk voorbereid en worden verzoekschriften behandeld.

2. Speerpunten

Versterking van het beheer en uitvoering consulaire taken werd opgestart met het aantrekken van een coördinator bedrijfsvoering (cfm O&F 2010). De enorme instroom naturalisatieverzoeken van 2010 werd grotendeels verwerkt (mede dankzij de inzet van uitzendkrachten). Volledige verwerking wordt ultimo februari 2012 voorzien.

Het samenwerkingsproject met het Bureau Burgerlijke Stand en Bevolkingsregister bij de afgifte van paspoorten aan ingezetenen van Aruba werd geëvalueerd en besloten werd deze positieve samenwerking met tenminste één jaar te verlengen, waarbij verdere opleiding een belangrijke rol zal gaan spelen.

3. Budgettaire gevolgen van beleid

6.1 Kabinet van de Gouverneur van Aruba

Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000)

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Vastgestelde

Verschil

 

2007

2008

2009

2010

2011

begroting

 

Verplichtingen

1 457

1 682

1 895

1 928

2 128

1 457

671

Uitgaven

1 457

1 681

1 895

1 927

2 092

1 457

635

1. apparaat

1 457

1 681

1 895

1 927

2 092

1 457

635

Ontvangsten

66

141

36

165

237

60

177

Financiële toelichting

Bij voorjaarsnota 2011 heeft het kabinet structureel er € 375 000,– bij gekregen in verband met een toename van de werkzaamheden en hogere kwaliteitseisen bij met name de consulaire activiteiten die maakten dat een versterking van de organisatie van het kabinet noodzakelijk was. Tevens waren de inkomsten uit naturalisatieverzoeken bijzonder hoog (het betrof hier verzoeken uit 2010, betaald in 2011).

4. Operationele doelstellingen

6.2 Operationele doelstelling
 

Activiteiten 2011

realisatie

Ondersteuning van de Gouverneur

Twee medewerkers adviseren (specialisatie op beleidsterreinen)

ja

 

Lokale medewerkers worden met name ingezet ten behoeve van de uitvoering van consulaire taken

ja

 

Voorbereiden van consulatie

gesprekken en overleggen

ja

 

Onderhouden netwerk om de Gouverneur op alle voorkomende terreinen van deskundig advies te voorzien

ja

 

Schrijven van toespraken en het ondersteunen van de Gouverneur in zijn representatieve taken

ja

Bekrachtiging Landsverordeningen en Landsbesluiten

Toetsen van het aan de Gouverneur voorgelegde ontwerp landsverordeningen en landsbesluiten

ja

 

Overleg met landsdiensten o.a. met het oog op correcte inhoud, vorm en formulering

ja

Uitvoeringstaken

Behandelen van aanvragen van paspoorten, nooddocumenten, visa

ja

 

Beoordelen van optieverklaringen en registreren van naturalisatieverzoeken

ja

 

Behandelen van verzoeken voor toestemming voor overvliegen/landen en havenbezoeken of ankeren

ja

 

Behandelen van gratieverzoeken en uitleveringsverzoeken

ja

 

Adviseren over en doorgeleiden van voorstellen voor Koninklijke onderscheidingen

ja

 

Verzorgen van audits van uitgiftelocaties van reisdocumenten

ja

Paspoortuitgifte in eigen beheer

Uitgifte van paspoorten aan ingezetenen van Aruba

ja

Consolidatie organisatie kabinet

Uitbreiding van organisatie en formatie

ja

 

Werving en selectie personeel

ja

Hoorzitting naturalisatie

Horen van bezwaarden

ja

6.3 Prestaties en productgegevens
 

2007

2008

2009

2010

2011

(in aantallen)

realisatie

realisatie

realisatie

realisatie

realisatie

Doorgeleiden Landsverordeningen en Landsbesluiten

4 257

4 586

3 960

3 124

3 161

Doorgeleiden Rijkswetten en verdragen

23

31

46

28

28

Naturalisatieverzoeken

194

559

471

1 684

144

Reisdocumenten

279

272

291

233

304

Visa

135

103

119

94

113

Gratieverzoeken

43

15

15

22

9

Uitleveringen

0

2

1

0

0

Optieverzoeken

33

28

196

156

126

Verlenen van toestemming voor het overvliegen, landen, havenbezoeken etc.

29

17

18

24

24

Adviseren en doorgeleiden voorstellen Koninklijke onderscheidingen

9

11

8

10

6

Audit van de beveiliging van de uitgifte van paspoorten in Aruba

1

2

1

2

0

Beëdigingen

8

7

40

8

6

Opening zittingsjaar van de Staten

1

1

1

1

1

ARTIKEL 7. KABINET VAN DE GOUVERNEUR VAN CURAÇAO

1. Algemene doelstelling

De missie van het kabinet is het optimaal ondersteunen van de Gouverneur in de uitoefening van zijn taken in zijn beide hoedanigheden: als het onschendbare hoofd van de regering van het land Curaçao en als orgaan van het Koninkrijk. De taken van het kabinet zijn afgeleid van de wettelijke taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de Gouverneur. De belangrijkste taken en bevoegdheden van de Gouverneur van Curaçao zijn opgenomen in het Statuut voor het Koninkrijk, de Staatsregeling van Curaçao, verschillende (organieke) Curaçaose landsverordeningen, Koninkrijkswetgeving en het Reglement van de Gouverneur van Curaçao. Aan het feit dat de Gouverneur bevoegd orgaan is in de uitvoeringsregelingen van de Rijkswet op het Nederlanderschap en van de Rijkswet Paspoortwet, hieraan ontleent het kabinet van de Gouverneur veel dienstverlenende, uitvoerende werkzaamheden. Daarnaast zijn de taken en inrichting van het kabinet vastgelegd in een instellings- en beheersbesluit, evenals in een Organisatie- en Formatieplan.

2. Speerpunten 2011

Dit was het eerste volle jaar voor het kabinet. Het jaar stond in het teken van de verdere opname van de werkzaamheden welke verbonden zijn aan de procedures met betrekking tot de verkrijging van het Nederlanderschap door naturalisatie en optie en van het verder inkrimpen en vormgeven van het Kabinet op basis van het in 2010 vastgestelde O&F-rapport.

Context

De bestuurlijke rol van de Gouverneur zowel binnen Curaçao als landsorgaan, als in relatie tot het Koninkrijk als Koninkrijksorgaan brengt met zich mee dat op het gehele werkveld van deze overheden contacten worden onderhouden, ook door het Kabinet ten behoeve van de Gouverneur met de Staten van Curaçao, met ministers, andere bestuurders en instituties in het Koninkrijk, Curaçao en Nederland. De relaties met de collega Gouverneurs van Aruba en Sint Maarten zijn verder geïnstitutionaliseerd en geïntensiveerd.

Met name bij de uitvoering van rijkswetgeving werkt het kabinet samen met verschillende ministeries, agentschappen en diensten. Dit zijn in het bijzonder de Immigratie- en Naturalisatiedienst, het agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het ministerie van Buitenlandse Zaken, het ministerie van Defensie en CZMCARIB. Binnen het land Curaçao werkt het Kabinet intensief samen met de Staten, de Raad van Ministers, het Openbaar Ministerie en met overige landsdiensten. De Gouverneur van Curaçao heeft de procedure van de aanvraag en uitgifte van nationale paspoorten gemandateerd aan de landsdienst voor Burgerzaken (Kranchi).

Succesfactoren

De meest relevante omgevingsfactor is de omvang van de externe vraag naar dienstverlening door het kabinet (consulaire zaken, waaronder de verlening van visa voor Nederland, de BES- eilanden en het Schengengebied, en de justitiële zaken m.b.t. de verlening van het Nederlanderschap door naturalisatie en optie) en het beroep op de Gouverneur van Curaçao om als orgaan van het Koninkrijk toezicht te houden op bestuursdaden van de Raad van Ministers in de diverse werkterreinen van de overheid.

Alhoewel de beperkte omvang van het Kabinet met zich mee brengt dat de vereiste expertise en adviescapaciteit niet altijd beschikbaar is, is het ook in 2011 niet noodzakelijk gebleken een beroep te doen op extra personele inzet. Enige flexibiliteit bij de inzet van derden blijft desalniettemin aangewezen.

Bij een aantal consulaire en justitiële processen is het Kabinet afhankelijk van de informatie die door landsdiensten wordt verstrekt. De kwaliteit en de bereidheid tot en de mate van samenwerking is daarom bepalend voor het resultaat.

7.1 Prestaties en productgegevens
 

2011 (realisatie in aantallen)

Landsbesluiten/-verordeningen/-personeel

7 847

Reisdocumenten

604

Visa

199

Naturalisaties (ingenomen verzoeken)

64

Naturalisatieceremonies

14

Opties (ingenomen verzoeken)

122

Gratieverzoeken

62

Uitleveringen

1

Paspoortsignaleringen

0

Audits afgifte reisdocumenten3

1

Overvliegvergunningen en havenbezoeken

176

Adviseren en doorgeleiden voorstellen Koninklijke onderscheidingen

51

X Noot
3

Audit december 2011 kon wegens ziekte geen doorgang vinden.

3. Budgettaire gevolgen van beleid

7.2 Kabinet van de Gouverneur van Curaçao

Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000)

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Vastgestelde

Verschil

 

2007

2008

2009

2010

2011

begroting

 

Verplichtingen

0

     

2 789

2 920

– 131

Uitgaven

       

2 789

2 920

– 131

1. apparaat

       

2 789

2 920

– 131

Ontvangsten

       

316

40

276

Financiële toelichting

In 2011 is door het land Curaçao geen volledige naturalisatietoets afgenomen, waardoor minder mensen dan voorzien hebben kunnen voldoen aan de voorwaarden voor het indienen van een verzoek tot naturalisatie. Dit heeft tot gevolg gehad dat er lagere ontvangsten werden geraamd bij de najaarsnota. Uiteindelijk bleken de ontvangsten mee te vallen.

4. Operationele doelstellingen

7.3

Operationele doelstelling 1

Motivering

Realisatie

Ondersteuning van de Gouverneur

Het Kabinet signaleert en analyseert politieke, bestuurlijke en maatschappelijke ontwikkelingen en adviseert de Gouverneur daarover. Het Kabinet is geen beleidsvormend orgaan. De informatieverwerving en analyses zijn uitsluitend bedoeld ter ondersteuning en advisering van de Gouverneur.

De ambtelijke ondersteuning van de Gouverneur is er op gericht dat deze zijn taken als Lands- en Koninkrijksorgaan optimaal kan vervullen.

Ja

     

Operationele doelstelling 2

Motivering

Realisatie

Bekrachtiging Landsverordeningen en Landsbesluiten

De Gouverneur bekrachtigt als hoofd van de Curaçaose regering landsverordeningen, landsbesluiten houdende algemene maatregelen en landsbesluiten. Aan de Gouverneur voorgedragen landsverordeningen en landsbesluiten worden getoetst aan de Staatsregeling, Rijkswetgeving, Algemene Maatregelen van Rijksbestuur en Verdragen, alsmede aan het algemeen belang van het Koninkrijk en van het land Curaçao. Het Kabinet bereidt deze toetsing voor en adviseert de Gouverneur ter zake van de verdere afdoening.

Ja

     

Operationele doelstelling 3

Motivering

Realisatie

Uitvoeringstaken

In enkele verdragen en Rijkswetten is bepaald dat de Gouverneur belast is met de uitvoering. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om de Paspoortwet, het Verdrag van Schengen en de Rijkswet op het Nederlanderschap. Het Kabinet zorgt voor afkondiging van Rijkswetten en Algemene Maatregelen van Rijksbestuur, geeft namens de Gouverneur paspoorten, laissez-passers en visa uit, beoordeelt en besluit op optieverklaringen, registreert naturalisatieverzoeken, neemt de leges in ontvangst en geleidt de naturalisatieverzoeken door, organiseert de naturalisatieceremonies en beoordeelt aanvragen voor toestemming voor schepen en luchtvaartuigen die het Curaçaose deel van territorium van het Koninkrijk doorkruizen of willen bezoeken.

Het Kabinet geeft op deze wijze, binnen de grenzen van de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de Gouverneur van Curaçao, namens hem invulling aan diens wettelijke taken.

Ja

ARTIKEL 8. KABINET VAN DE GOUVERNEUR VAN SINT MAARTEN

1. Algemene beleidsdoelstelling

De missie van het kabinet is het optimaal ondersteunen van de Gouverneur in de uitoefening van zijn taken in zijn beide hoedanigheden: als het onschendbare hoofd van de regering van het land Sint Maarten en als orgaan van het Koninkrijk. De taken van het kabinet zijn afgeleid van de wettelijke taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de Gouverneur. De belangrijkste taken en bevoegdheden van de Gouverneur van Sint Maarten zijn opgenomen in het Statuut voor het Koninkrijk, de Staatsregeling van Sint Maarten, verschillende (organieke) Sint Maartense landsverordeningen, Koninkrijkswetgeving en het Reglement van de Gouverneur van Sint Maarten. Aan het feit dat de Gouverneur bevoegd orgaan is in de uitvoeringsregelingen van de Rijkswet op het Nederlanderschapen van de Rijkswet Paspoortwet ontleent het kabinet van de Gouverneur veel dienstverlenende, uitvoerende werkzaamheden. Daarnaast zijn de taken en inrichting van het kabinet vastgelegd in een instellings- en beheersbesluit, evenals in een Organisatie- en Formatieplan.

2. Speerpunten

In het kader van een samenwerkingsconvenant met het Land Sint Maarten is gedurende een periode van een jaar de uitgifte van paspoorten aan ingezetenen van Sint Maarten verricht door de Gouverneur. In de concrete uitwerking van die samenwerking geschiedt de uitgifte van paspoorten bij de Burgeradministratie onder verantwoordelijkheid van het kabinet. Per 10 oktober 2011 heeft de Gouverneur het mandaat tot uitgifte van paspoorten aan ingezetenen van Sint Maarten gemandateerd aan de Burgeradministratie. Hierbij is het eerder genoemde convenant nog steeds actueel en wordt er onder het mandaat toezicht gehouden door maandelijkse overleggen tussen directeur kabinet en hoofd van de Burgeradministratie en per kwartaal door overleg tussen Gouverneur en Minister van Algemene Zaken. Het mandaat is conditioneel en tijdelijk verleend.

Primair stond in het eerste jaar de opbouw van het kabinet dat conform wettelijke en constitutionele opdracht kan acteren centraal. Dit gold ook voor de procedures met betrekking tot verkrijging van Nederlanderschap door naturalisatie en optie. De uitgifte van (diplomatieke) paspoorten als ook visa is ingericht.

3. Budgettaire gevolgen van beleid

8.1 Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten

Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000)

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Vastgestelde

Verschil

 

2007

2008

2009

2010

2011

begroting

 

Verplichtingen

       

2 787

1 747

1 040

Uitgaven

       

2 617

1 747

870

1. apparaat

       

2 617

1 747

870

Ontvangsten

       

217

0

217

Financiële toelichting

Het Kabinet is op 10 oktober 2010 opgericht en 2011 is grotendeels een opbouwjaar geweest. Het verschil in uitgaven wordt verklaard door het verhogen van het personeelsbudget, juridische ondersteuning en opbouwkosten van het Kabinet.

Het eerste jaar van het kabinet wordt gekenmerkt door vooral initiële projecten. Ten eerste de verbouwing die in twee fasen is uitgevoerd. De verbouwing van het consulaire deel van het gebouw en de serverroom is als eerste gerealiseerd en in april 2011 opgeleverd. Die van het gouverneursdeel en het representatieve deel van het kabinet is pas in oktober 2011 opgeleverd.

Voor de concrete uitwerking van samenwerkingsconvenant met het Land voor de paspoortuitgifte aan ingezetenen was een uitgezonden medewerker in dienst tot 10 oktober 2011. Voorts hebben gedurende zes maanden twee medewerkers van de IND ondersteuning verleend bij de verwerking van de naturalisatiedossiers.

Het werkaanbod van het kabinet wordt naast het consulaire werk voor een belangrijk deel bepaald door de agenda van de gouverneur, inkomende stroom uit diverse ministeries, verzoekschriften van burgers, bezwaar- en beroepsschriften. Om dit nieuwe proces in ontwikkeling vorm te kunnen geven is de formatie sedert 1 september 2011 met een jurist uitgebreid. Ten slotte vallen de personele kosten structureel hoger uit dan aanvankelijk in 2010 geraamd.

4. Operationele doelstellingen

8.2

Operationele doelstelling

Activiteiten 2011

realisatie

Ondersteunen Gouverneur

Drie medewerkers ondersteunen en adviseren de Gouverneur

ja

Doorgeleiden tekenstukken

Toetsen en doorgeleiden van de aan de Gouverneur voorgelegde Antilliaanse conceptregelgeving en besluiten

ja

Uitvoeringstaken

Verzorgen van audits bij de eilandgebieden ter verbetering van het proces van de uitgifte van paspoorten

ja

5. DE NIET- BELEIDSARTIKELEN

ARTIKEL 10. NOMINAAL EN ONVOORZIEN

10.1 Nominaal en onvoorzien

Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000)

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Vastgestelde

Verschil

 

2007

2008

2009

2010

2011

begroting

 

Verplichtingen

0

0

0

0

0

27

– 27

Uitgaven

0

0

0

0

0

27

– 27

1. loonbijstelling

0

0

0

0

0

0

0

2. prijsbijstelling

0

0

0

0

0

0

0

3. onvoorzien

0

0

0

0

0

27

27

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

5. BEDRIJFSVOERINGSPARAGRAAF

Artikel 1. Raad van State

1. Financiële rechtmatigheid

In 2011 zijn de tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid niet overschreden. Er is sprake van een getrouwe weergave.

2. Totstandkoming (niet financiële) informatie

De totstandkoming van de financiële – en niet financiële informatie in het jaarverslag voldeed niet geheel aan de eisen. De door de RAD geconstateerde onvolkomenheden heeft de Raad van State inmiddels hersteld.

3. Financieel en materieel beheer

De Raad van State heeft in 2011 een deel van de in voorgaande jaren aangegane verplichtingen afgeboekt. De RAD adviseert de Raad van State het verplichtingenbeheer zodanig in te richten dat een zo goed mogelijke inschatting van de aangegane verplichtingen kan worden gemaakt.

4. Overige aspecten

Er hebben zich geen bijzonderheden voor gedaan.

Artikel 2. Algemene Rekenkamer

We besteden op een gestructureerde wijze aandacht aan het primaire proces, aan de ondersteunende processen en aan de hiermee samenhangende beheerstaken. Op basis van maandelijkse managementinformatie wordt beoordeeld of onze taken doelmatig en rechtmatig worden uitgevoerd. Waar nodig sturen we bij. In deze paragraaf worden opvallende zaken in de bedrijfsvoering toegelicht.

1. Financiële rechtmatigheid

In 2011 zijn de tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid niet overschreden. Er is sprake van een getrouwe weergave.

Wel is gebleken dat aandacht moet worden besteed aan de aanbestedingsprocedures. De inkoopprocedures zullen worden verscherpt om risico’s op fouten uit te sluiten. Ook zal worden geïnvesteerd in uitbreiding van kennis op dit terrein.

2. Totstandkoming (niet financiële) informatie

De managementinformatiesystemen hebben voldaan aan de kwaliteitseisen. Er hebben zich in 2011 geen zodanige verstoringen voorgedaan dat de juistheid, volledigheid, tijdigheid, continuïteit en vertrouwelijkheid in gevaar zijn gebracht. De managementinformatie is reproduceerbaar. Naast de maandelijkse managementinformatie werden kwartaalrapportages opgesteld. Enerzijds is de kwartaalrapportage bedoeld om inzicht te krijgen in de impact van onze activiteiten en hieruit lessen te trekken voor de toekomst. Anderzijds wordt hiermee de uitvoering van het werkprogramma in kaart gebracht. Op basis van die informatie kan beter gestuurd worden op de uitvoering van het werkprogramma en op verbetering van onze werkzaamheden.

3. Financieel en materieel beheer

De inzet van de beheersinstrumenten heeft in het verslagjaar 2011 geresulteerd in beheerste bedrijfsprocessen. Toch is er nog een aantal verbeterpunten. De belangrijkste hiervan zijn:

Personeelsuitgaven

De Algemene Rekenkamer maakt gebruik van de dienstverlening van P-Direkt. De extra controlemaatregelen die vanaf het begin zijn ingevoerd om een juiste, tijdige en volledige verwerking van mutaties in de salarisadministratie te waarborgen, zijn in 2011 voortgezet. Bij de invoering van P-Direkt hebben wij ervoor gekozen om bepaalde taken te laten uitvoeren door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Het betreft bijvoorbeeld de feitelijke loonbetalingen en de aangiftes voor de loonbelasting en het afdragen daarvan. Wij zijn met P-Direkt in gesprek om deze inrichting te wijzigen, zodat de Algemene Rekenkamer niet langer afhankelijk is van de dienstverlening van het ministerie van BZK.

Aanvullende interne controle

Hoewel de aanvullende interne controles begin 2011 voortvarend werden opgepakt, zijn gedurende het jaar toch vertragingen opgetreden. Het zwaartepunt van uitvoering lag wederom aan het einde van het jaar doordat in 2011 prioriteit werd gegeven aan de invoering van een nieuw financieel systeem. Het tijdig uitvoeren van aanvullende interne controles blijft ook in 2012 een aandachtspunt.

Budgetbeheersing

Relatief laat in het jaar werd duidelijk dat zowel de uitgavenbegroting als de ontvangstenbegroting niet volledig gerealiseerd zouden worden. Dit is met name veroorzaakt door vertragingen bij het afsluiten van contracten voor activiteiten op de Caribische eilanden die door derden worden gefinancierd. Van invloed was ook dat een aantal publicaties werd doorgeschoven naar 2012 en dat het project digitalisering van het onderzoek van de verantwoording vertraging heeft opgelopen.

Een deel van de lagere uitgaven is gerealiseerd door inspanningen om de bedrijfsvoering in 2011 verder te versoberen en waar mogelijk te bezuinigen. Dit beleid zullen wij in 2012 voortzetten. Omdat nog onduidelijk is in hoeverre veranderingen in de rijksdienst onze werkzaamheden zullen beïnvloeden, kunnen wij op voorhand geen nadere bezuinigingstoezeggingen doen. In 2012 zal de realisatie van de begroting nauwgezet worden gevolgd.

EUROSAI 2014

In 2014 organiseert de Algemene Rekenkamer, dan als voorzitter van deze Europese organisatie van rekenkamers, het EUROSAI-congres. In 2010 is aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gemeld dat deze verplichting is aangegaan. De kosten hiervan zullen naar schatting € 1 miljoen bedragen. Met de projectorganisatie zijn we in 2011 voorzichtig van start gegaan. We hebben goede hoop in het voorjaar van 2012 over het budget zekerheid te krijgen.

Open standaarden

De Algemene Rekenkamer voldoet volledig aan artikel 3, eerste lid van de Instructie rijksdienst bij aanschaf ICT-diensten of ICT-producten. Wij zijn niet afgeweken van open standaarden.

4. Overige aspecten

Tijdigheid betaling crediteuren

84,6% van de facturen is binnen dertig dagen na factuurdatum betaald. In meer dan de helft van de overige facturen ligt de oorzaak van de overschrijding van deze termijn buiten de Algemene Rekenkamer. Facturen werden soms lang na de op de factuur vermelde datum ontvangen. De Algemene Rekenkamer streeft ernaar in 2012 ten minste 90% van de facturen binnen dertig dagen te betalen.

Betere sturing op output

In 2011 werden maatregelen getroffen om de productiviteit te laten toenemen. Deze maatregelen hebben in 2011 hun vruchten afgeworpen. In vergelijking met 2010 werden in 2011 met een vrijwel gelijk aantal fte’s (276 in 2011, 277 in 2010), substantieel meer dagen (6%) aan onderzoeken besteed.

Strategisch personeelsbeleid

In 2011 zijn belangrijke stappen gezet om te komen tot een nieuw strategisch personeelsbeleid. Hierin worden onder andere de resultaten uit het medewerkers- tevredenheidsonderzoek meegenomen.

Samenwerking met andere Hoge Colleges van Staat

Sinds april 2011 verricht de Algemene Rekenkamer financieel administratieve taken voor de Nationale ombudsman. Sinds september 2011 maken wij gebruik van het financieel administratieve systeem van de Tweede Kamer. De samenwerking met de Nationale ombudsman en de Tweede Kamer levert beperkte efficiency op. De belangrijkste doelstelling van de samenwerking is de mogelijkheid de continuïteit van de financieel administratieve gegevensverwerking beter te kunnen waarborgen.

Terugdringen aantal werkplekken

In totaal werden in 2011 negentig van onze werkplekken bij ministeries opgeheven. Hiermee heeft de Algemene Rekenkamer een bijdrage geleverd aan de bezuinigingen van de rijksoverheid. De ministeries besparen hiermee gezamenlijk circa € 900 000. Het aantal werkplekken is hiermee in 2011 teruggebracht van circa 1,5 naar 1,2 werkplek per fte. In 2012 zal de Algemene Rekenkamer zich inspannen om het aantal werkplekken verder terug te dringen naar 0,9 per fte. Hiermee zal een verdere bijdrage geleverd worden aan de bezuinigingen van de rijksoverheid. Bovendien stimuleert het de ontwikkeling richting het «nieuwe werken».

Artikel 3. De Nationale ombudsman

1. Financiële rechtmatigheid

De begrotingsuitvoering is rechtmatig verlopen. De inkoopprocedures zijn correct verlopen.

2. Totstandkoming (niet financiële) informatie

Voor de totstandkoming van de (niet financiële) beleidsinformatie wordt gebruik gemaakt van diverse systemen. De huidige systemen doen waarvoor ze zijn ingericht en volgen elke klacht. De systemen worden gebruikt voor het vergaren van informatie voor het jaarverslag, incidentele verslagen en voor maandelijkse managementrapportages.

3. Financieel en materieel beheer

Het financieel beheer voldoet aan de eisen van rechtmatigheid, ordelijkheid en controleerbaarheid en wordt overigens zo doelmatig mogelijk ingericht. Eind 2011 is een risicoanalyse uitgevoerd. Hierin wordt duidelijk dat de risico's zeer beperkt zijn en beheersbaar. In 2012 worden de aanbevelingen uit de analyse doorgevoerd.

4. Overige aspecten

Digitalisering

Het project digitalisering primair proces verloopt conform planning en binnen het hiervoor beschikbare budget. In 2011 is een Europese aanbesteding afgerond voor de aanschaf van een Document Management System ten behoeve van dit project. Het project ligt op koers en de implementatie vindt plaats in 2012.

Kinderombudsman

In 2011 is de implementatie van de Kinderombudsman afgerond. De Kinderombudsman is benoemd per 1 april en full swing met zijn team van start gegaan.

Administratieve organisatie

De administratieve organisatie (AO) en interne controle van de organisatie heeft voldoende aandacht gekregen. Zowel primaire als ondersteunende processen zijn uitgebreid onder de loep genomen en beschreven. Dit heeft ook in 2011 geleid tot verdere verbetering van deze processen.

Volmacht en mandaat

De huidige structuur rondom mandaten en volmacht werken conform vastgestelde besluiten. De besluiten zijn in 2011 aangepast aan de organisatiestructuur en de invulling van processen.

Inkoop

In 2011 zijn alle Europese aanbestedingen afgerond die in 2010 zijn gestart. Daarnaast zijn in 2011 2 Europese aanbestedingen opgestart. Eén aanbesteding wordt afgerond begin 2012. Het verloop van inkooptrajecten en de dossiervorming verloopt conform de vastgestelde processen.

Betaaltermijnen

In 2011 zijn de betaaltermijnen van de Nationale ombudsman redelijk en daarmee minder goed dan vorig jaar. Dit komt door organisatorische veranderingen en de implementatie en wennen aan een nieuw financieel systeem. In 2012 wordt hard gewerkt aan het herstel van goede betaaltermijnen.

Artikel 4. Kanselarij der Nederlandse Orden

1. Financiële rechtmatigheid

De uitvoering van de begroting is in het algemeen rechtmatig verlopen. De Kanselarij heeft ook in dit verslagjaar ervoor gekozen om in het kader van de ICT voort te borduren op de ingeslagen weg door gebruik te maken van de diensten die door de eerste bouwer van Daisy 1 konden worden aangeboden bij de nadere aanpassingen van de databestanden. Als gevolg daarvan is een bedrag van in totaal € 129 000 niet onder de concurrentiestelling gebracht en derhalve niet onder de regels van de Europese aanbesteding. Voor de overige aanschaffingen heeft de Kanselarij uitgaven gedaan binnen de vastgestelde begroting voor het dienstjaar 2011. Aan de ontvangstzijde worden verantwoord de ontvangen bijdragen van de provincies in het kader van medegebruik van het Daisysysteem alsmede de ontvangen waarborgsommen van nog in leven zijnde gedecoreerden die om hun moverende redenen het versiersel in langdurige bruikleen wensen te behouden, ook na hun overlijden ten behoeve van de hun nabestaanden en de ontvangen waarborgsommen van nabestaanden die het versiersel van hun overleden dierbaren in langdurige bruikleen wensen te behouden. Jaarlijks wordt uitgegaan van een minimaal inkomen van € 29 000,– aan ontvangen waarborgsommen. Dit bedrag is telkenjare onzeker omdat de wens daartoe bij de gedecoreerden dan wel bij hun nabestaanden ligt.

2. Totstandkoming (niet financiële) beleidsinformatie.

Aan het interne informatiesysteem wordt informatie ontleend ten behoeve van de wekelijkse vergadering van het Kapittel voor de Civiele Orden, het Managementsteam en de wekelijkse afdelingsoverleggen. Deze informatie is van betekenis voor de sturing van de processen binnen de organisatie van de Kanselarij der Nederlandse Orden. Daar het decoratiejaar voor het Kapittel voor de Civiele Orden loopt van 1 mei tot en met 30 april kan nog geen exacte weergave worden gedaan van het aantal decoratievoorstellen dat negatief dan wel positief is voorzien van een zwaarwegend advies van het Kapittel voor de Civiele Orden. Het jaarverslag is in overeenstemming met artikel 5 RPE.

3. Financieel- en materieel beleid

Alle processen binnen de organisatie van de Kanselarij der Nederlandse Orden ten behoeve van het functioneren van het Kapittel der Militaire Willems-Orde, het Kapittel voor de Civiele Orden en de Kanselarij zelf, zijn vastgesteld in een Administratieve Organisatiebeschrijving, die ten gevolge van doorgevoerde veranderingsprocessen telkenmale wordt aangepast.

4. Overige aspecten

Binnen de Kanselarij der Nederlandse Orden hebben zich geen reorganisaties voorgedaan. Daarnaast hebben zich naar de opvatting van de Kanselarij geen noemenswaardige aanbestedingen of inkopen voorgedaan waarvoor een brede aanbesteding in EU-verband moest plaatshebben.

Artikel 6. Kabinet van de Gouverneur van Aruba

1. Financiële rechtmatigheid

De begrotingsuitvoering 2011 is rechtmatig verlopen.

2. Totstandkoming (niet financiële) informatie

Gegevens over naturalisatieverzoeken, reisdocumenten, visa en optieverzoeken worden ontleend aan de wettelijke registratie, tezamen met de verplichting tot archiveren van de bijbehorende documenten. Voornoemde registraties worden ondersteund door geautomatiseerde gegevensbestanden (zoals RAAS en NVIS). Voorts worden gegevens voor de andere categorieën ontleend aan het document management systeem, waarin alle inkomende en uitgaande stukken waarop een archiveringsverplichting ligt, worden geregistreerd.

3. Financieel en materieel beheer

Sturing van het financieel beheer verloopt op basis van maandelijkse vergelijkingen tussen begroting, jaarplan, voorgenomen uitgaven en het maandelijks gegenereerde uitputtingsoverzicht.

4. Overige aspecten

Organisatie: per medio september is de gewenste coördinator bedrijfsvoering aangetreden, zodat de directeur en senior adviseur/plaatsvervangend directeur zich meer kunnen richten op hun adviserende werkzaamheden. Per eind december is het contract van de tijdelijke consulair medewerker beëindigd en is afscheid genomen van een tweetal uitzendkrachten (benodigd voor de verwerking van de vele naturalisatieverzoeken). Het convenant betreffende de ondersteuning bij de afgifte van paspoorten door de afdeling bevolking werd verlengd en de hiervoor uitgezonden medewerker heeft verlenging van haar plaatsing gekregen.

Huisvesting: diverse interne verbouwings- en renovatiewerken werden uitgevoerd en de luchtkoelinginstallatie is vernieuwd.

Artikel 7. Kabinet van de Gouverneur van Curaçao

1. Financiële rechtmatigheid

De begrotingsuitvoering 2011 is rechtmatig verlopen.

2. Totstandkoming niet financiële beleidsinformatie

Interne en externe niet financiële beleidsinformatie wordt verstrekt door diverse instanties zoals reeds vermeld onder 7.3 en 7.4. Deze informatie wordt bijgehouden in het Document Management Systeem, de verstrekte paspoort en visa registratiesystemen, het boekhoudprogramma van Exact of in eigen beheer ontwikkelde spreadsheets en/of databases.

3. Financieel en Materieel beheer

In verband met de staatkundige veranderingen binnen de Nederlandse Antillen zijn in 2010 en 2011 de belangrijkste consulaire, financiële en bedrijfsmatige processen geactualiseerd naar de nieuwe situatie.

4. Overige aspecten

In verband met de staatkundige veranderingen heeft het ministerie van BZK het budget en formatie van het Kabinet naar beneden aangepast en vastgesteld.

Artikel 8. Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten

1. Financiële rechtmatigheid

De begrotingsuitvoering 2011 is rechtmatig verlopen.

2. Totstandkoming (niet financiële) informatie

Processen en informatie worden beheerd in een Document Management Systeem, systemen uitgifte van paspoorten en visa, financiële administratie of eigen beheersystemen. Ook organisatie en personeelsinformatie is gedocumenteerd.

3. Financieel en materieel beheer

De inrichting en verbouwing van het kabinet is in 2011 gerealiseerd.

4. Overige aspecten

Nieuwe handboeken en procesbeschrijvingen op het terrein van veiligheid, personeel en organisatie als ook ARBO zijn samengesteld.

Het overleg tussen SG en directeuren kabinet heeft geresulteerd in separate verslaglegging van bedrijfsvoeringskernwaarden.

C. JAARREKENING

7. Verantwoordingsstaat

Verantwoordingsstaat 2011 van de Raad van State, de Algemene Rekenkamer, de Nationale Ombudsman, De Kanselarij der Nederlandse Orden, het Kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen en het Kabinet van de Gouverneur van Aruba (IIB).

Verantwoordingsstaat 2011 Hoge Colleges en Kabinetten (IIB)
   

(1)

(2)

(3) = (2) – (1)

Art.

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil

   

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

Totaal

 

116 026

3 687

 

122 140

6 711

 

6 114

3 024

                     
 

Beleidsartikelen

                 

1

Raad van State

61 200

61 200

1 852

64 870

65 264

2 858

3 670

4 064

1 006

2

Algemene Rekenkamer

29 125

29 125

1 217

28 866

28 802

698

– 259

– 323

– 519

3

De Nationale Ombudsman

16 028

16 028

489

17 130

16 619

2 320

1 102

591

1 831

4

Kanselarij der Nederlandse Orden

3 522

3 522

29

4 623

3 957

65

1 101

435

36

6

Kabinet van de Gouverneur van Aruba

1 457

1 457

60

2 128

2 092

237

671

635

177

7

Kabinet van de Gouverneur van Curaçao

2 920

2 920

40

2 789

2 789

316

– 131

– 131

276

8

Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten

1 747

1 747

0

2 787

2 617

217

1 040

870

217

                     
 

Niet-beleidsartikelen

                 

10

Nominaal en onvoorzien

27

27

0

0

0

0

– 27

– 27

0

C.2. Saldibalans per 31 december 2011

Saldibalans per 31 december 2011 van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (H2B)

1)

Uitgaven 2011

122 136 532

 

2)

Ontvangsten 2011

6 712 099

           

 

3)

Liquide middelen

690 572

       
             

4)

Rekening-courant RHB

   

4a)

Rekening-courant RHB

113 414 069

             

 5)

Uitgaven buiten begrotingsverband (intra-compt. vorderingen)

1 218 956

 

 6)

Ontvangsten buiten begrotingsverband (intra-comptabele schulden

3 919 892

             

8)

Extra-comptabele vorderingen

216 705

 

8a)

Tegenrekening extra-comptabele vorderingen

216 705

             

10)

Voorschotten

4 441 336

 

10a)

Tegenrekening

4 441 336

         

voorschotten

 

12a)

Tegenrekening openstaande verplichtingen

5 622 534

 

12)

Openstaande verplichtingen

5 622 534

             
 

TOTAAL

134 326 635

 

 

TOTAAL

134 326 635

Toelichting op de saldibalans van de Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten (II B) over het jaar 2011

Ad 1 en 2. Uitgaven en ontvangsten 2011

Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd (2011).

Ad 3. Liquide middelen

De post liquide middelen is opgebouwd uit het saldo bij de banken en de contante gelden aanwezig in de kluis van de kasbeheerders.

Het totaalbedrag van € 690 572 is als volgt opgebouwd:

Raad van State

778

Algemene Rekenkamer

703

Kanselarij der Nederlandse Orden

1 218

Kabinet van de Gouverneur van Curaçao

384 541

Kabinet van de Gouverneur van Aruba

105 842

Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten

197 490

Totaal

690 572

Ad 4. Rekening-courant RHB

Op de Rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding is de financiële verhouding met het Ministerie van Financiën weergegeven. Opgenomen is het bedrag in overeenstemming met het saldobiljet van genoemd departement.

Ad 5. Uitgaven buiten begrotingsverband (intra-comptabele vorderingen)

Het bedrag van € 1 218 956 aan uitgaven buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:

a

Vorderingen kasbeheerders Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten:

   
 

Raad van State

312 840

 

Algemene Rekenkamer

32 900

 

Nationale ombudsman

595 578

 

Kabinet van de Gouverneur van Aruba

2 750

 

Kabinet van de Gouverneur van Curaçao

184 967

 

Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten

5 922

b

Overige intra-comptabele vorderingen

83 999

 

Totaal

1 218 956

Ad a. Vorderingen kasbeheerders Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten

De vorderingen van de Raad van State bestaan onder andere uit personeelsvoorschotten (€ 46 784), kosten nieuwbouw (€ 163 929) en de post debiteuren (€ 72 836).

De vorderingen van de Nationale ombudsman (€ 595 578) bestaan uit een verzameling van diverse debiteuren.

De vorderingen van het Kabinet van de Gouverneur van Curaçao hebben betrekking op onder andere het ministerie van V&J inzake naturalisatiegelden (€ 79 143) en paspoortgelden (€ 76 511).

Ad b. Overige intra-comptabele vorderingen

De overige posten betreffen voornamelijk vorderingen op personeel (€ 83 999).

Ad 6. Ontvangsten buiten begrotingsverband (intra-comptabele schulden)

Het bedrag van € 3 919 892 aan ontvangsten buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:

a

Schulden kasbeheerders Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten:

   
 

Raad van State

1 551 231

 

Algemene Rekenkamer

1 400

 

Nationale ombudsman

94 314

 

Kabinet van de Gouverneur van Aruba

43 052

 

Kabinet van de Gouverneur van Curaçao

464 547

 

Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten

283 769

b

Nog af te dragen loonheffing en sociale premies

1 479 958

c

Overige intra-comptabele schulden

1 621

 

Totaal

3 919 892

Ad a. Schulden kasbeheerders Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten

De schuld van de Raad van State bestaat grotendeels uit de afdracht loonheffing december 2011 (€ 1 273 560) en van rekening-courant houders ontvangen voorschotten griffierecht die maandelijks per incasso worden verrekend (€ 226 121).

De schuld van de Nationale ombudsman betreft subsidies Caribisch Nederland (€ 42 979) en Rwanda (€ 46 430).

De schuld van het Kabinet van de Gouverneur van Aruba bestaat uit nog af te dragen naturalisatiegelden (€ 20 101).

De schuld van het Kabinet van de Gouverneur van Curaçao bestaat uit een schuld betreffende BZK/OKG (€ 431 895).

De schuld van het Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten bestaat uit af te dragen paspoortleges (€ 268 907) en crediteuren (€ 9 907).

Ad b. Nog af te dragen loonheffing en sociale premies

Het betreft de in de maand december 2011 ingehouden loonheffing en sociale premies die in de maand januari 2012 aan de betreffende instanties zijn doorbetaald.

Ad c. Overige intra-comptabele schulden

Het saldo bestaat uit een schuld aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken Hoofdstuk VII (€ 1 621) m.b.t. inhouding salarissen.

Ad 8. Extra-comptabele vorderingen

Ad 8a. Tegenrekening extra-comptabele vorderingen

Het totaalbedrag van € 216 705 is als volgt opgebouwd:

Algemene Rekenkamer

184 614

Nationale ombudsman

32 091

Totaal

216 705

Het saldo van de Algemene Rekenkamer betreft vorderingen op Agentschap NL (€ 83 271), een vordering op Universiteit Nyenrode (€ 45 348) en een vordering op AR Aruba (€ 25 623). Alle afwikkelingen van de vorderingen vinden plaats in februari 2012.

De vorderingen van de Nationale ombudsman betreffen vorderingen op derden in het kader van het normvergoedingenbesluit NOM (€ 32 091).

Ad 10. Extra-comptabele voorschotten

Ad 10a. Tegenrekening extra-comptabele voorschotten

De saldi van de per 31 december 2011 openstaande voorschotten en van de in 2011 afgerekende voorschotten kunnen als volgt worden gespecificeerd:

Stand openstaande voorschotten per 31 december 2011:

Raad van State

2 794 428

Algemene Rekenkamer

670 602

Nationale ombudsman

948 806

Kabinet van de gouverneur van Sint Maarten

27 500

Totaal

4 441 336

Overzicht afgerekende voorschotten in 2011:

Raad van State

1 698 818

Algemene Rekenkamer

355 000

Nationale ombudsman

416 436

Kabinet van de gouverneur van Sint Maarten

70 000

Totaal

2 540 254

Toelichting stand openstaande voorschotten:

De openstaande voorschotten bij de Raad van State betreffen de aan Loyalis verstrekte voorschotten 2008 t/m 2011. Deze worden afgerekend na een goedkeurende accountantsverklaring.

De posten van de Algemene Rekenkamer betreffen voornamelijk de aan Loyalis verstrekte voorschotten 2008 t/m 2011. Deze worden afgerekend na een goedkeurende accountantsverklaring.

Het bedrag dat openstaat bij de Nationale ombudsman is de aan Loyalis verstrekte voorschotten 2008 t/m 2011. Deze worden afgerekend na een goedkeurende accountantsverklaring.

De voorschotten van het Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten betreffen reisvoorschotten inzake korte uitzendingen naar Sint Maarten.

Ad 12. Openstaande verplichtingen

Ad 12a. Tegenrekening openstaande verplichtingen

Het bedrag van € 5 622 534 aan openstaande verplichtingen is als volgt opgebouwd:

Verplichtingen 1 januari 2011

   

5 875 664

 

Aangegane verplichtingen in 2011

   

123 192 790

+

     

129 068 454

 
           

Tot betaling gekomen in 2011

122 136 532

     

Negatieve bijstellingen verplichtingen uit eerdere begrotingsjaren

1 309 388

     
     

123 445 920

–/–

Totaal openstaande verplichtingen per 31 december 2011

   

5 622 534

 

Gegevens zijn ontleend aan de administratie van de kasbeheerders.

8. TOPINKOMENS

Op grond van artikel 6 van de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (Stb. 2006, 95) is een overzicht opgenomen van de medewerkers die in het verslagjaar meer verdiend hebben dan het gemiddelde belastbare loon van de ministers. Dit gemiddelde belastbare jaarloon is voor 2011 vastgesteld op € 193 000 (was in 2010 € 193 000).

Voor de Hoge Colleges van Staat heeft de publicatieplicht betrekking op de navolgende functionarissen.

Organisatie

Functie

Belastbaar jaarloon 2010

Pensioenafdrachten en overige voorzieningen betaalbaar op termijn 2010

Totaal 2010

Belastbaar jaarloon 2011

Pensioenafdrachten en overige voorzieningen betaalbaar op termijn 2011

Ontslagvergoeding 2011

Totaal 2011

Motivering

Opmerkingen

Nationale Ombudsman

medewerker bij de NoM

72 530

16 207

88 737

72 495

17 361

149 761

239 617

Schadeloosstelling voor pensioenschade en voor verschil tussen salaris en FPU-uitkering tot aan pensioengerechtigde leeftijd

Ontslag per 1 januari 2012

Raad van State

medewerker bij de RvS

0

0

222 985

0

0

240 375

240 375

Het bedrag van 2010 was nog niet definitief bepaald. In 2011 is het bedrag van de ontslagvergoeding van 2010 definitief vastgesteld op netto € 221 885. In 2011 is hierover € 240 375 loonheffing afgedragen aan de Belastingdienst. In 2012 is een bedrag van € 258 055 aan het pensioenfonds i.v.m. pensioenschade betaalbaar gesteld. Dit bedrag zal worden verrekend met hetgeen in 2010 voorlopig was betaald.

Ontslag per 1 oktober 2000