Ontvangen 13 juli 2012
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel I, onderdeel D, wordt in artikel 106a, eerste lid, de zinsnede «voor zover dat noodzakelijk is voor het vaststellen van de identiteit» vervangen door: voor het vaststellen van de identiteit.
B
In artikel I, onderdeel D, komt het vierde lid van artikel 106a te luiden:
4. Het eerste lid is niet van toepassing op:
a. gemeenschapsonderdanen, en
b. de vreemdeling die behoort tot een bij algemene maatregel aangewezen categorie.
De wijziging in onderdeel B betreft een technische wijziging van artikel 106a, vierde lid. In plaats van de opsomming van onderdanen van een lidstaat van de Europese Unie of van een staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese economische Ruimte of Zwitserland en hun familieleden in de onderdelen a en b (oud) kan worden volstaan met het begrip «gemeenschapsonderdanen» waarvan de definitie is opgenomen in artikel 1, onder e, van de Vreemdelingenwet 2000. Onderdeel c (oud) van artikel 106a, vierde lid, is als gevolgd daarvan vernummerd naar onderdeel b.
De minister voor Immigratie, Integratie en Asiel, G. B. M. Leers