Ontvangen 17 april 2012
De vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen van haar bevindingen. Het verslag behandelt alleen die onderdelen waarover door de genoemde fracties inbreng is geleverd.
Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen tijdig en afdoende zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.
Inhoud |
blz. |
Inleiding |
1 |
1. Algemeen |
2 |
2. Het Verdrag |
3 |
3. Machtigingsbepaling |
3 |
4. Overig |
4 |
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van de goedkeuring van het op 2 december te Brussel tot stand gekomen Verdrag betreffende de oprichting van het Functioneel Luchtruimblok «Europe Central» en wijziging Wet luchtvaart ter uitvoering van verordening (EG) nr. 1070/2009 (FABEC). De leden zien in een functioneel luchtruimblok een verbetering voor de Europese en dus ook Nederlandse luchtvaartsector. Door dit luchtruimblok kunnen onder andere snellere routes worden gevlogen, wat een gunstige invloed heeft op onder andere het gebied van veiligheid, ecologische duurzaamheid, vluchtefficiëntie, capaciteit, kostenefficiëntie. De leden van de VVD-fractie hebben nog wel enkele vragen.
De leden van de Pvda-fractie hebben kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel en hebben thans geen behoefte aan het stellen van vragen.
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel en hebben thans geen behoefte aan het stellen van vragen.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het voorliggende wetsvoorstel tot oprichting van het Functional Airspace Block Europe Central (FABEC). De leden onderschrijven de doelstellingen van het FABEC-Verdrag, maar hebben toch enkele vragen.
De SP heeft met belangstelling kennis genomen van het voorstel tot goedkeuring. Ook hebben de leden kennis genomen van het advies van de Raad van State. Genoemde leden hebben nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de fractie van D66 hebben met enthousiasme kennis genomen van de goedkeuring van het op 2 december te Brussel tot stand gekomen Verdrag betreffende de oprichting van het Functioneel Luchtruimblok «Europe Central» en wijziging Wet luchtvaart ter uitvoering van verordening (EG) nr. 1070/2009 (FABEC). Deze leden zien grote voordelen van dit onderdeel van verdere Europese integratie. Het lijkt niet meer dan logisch om stukken luchtruim beter op elkaar aan te laten sluiten om zodoende tijd, brandstof en geld te besparen. De leden hebben daarom ook altijd de Single European Sky projecten gesteund en hopen dat alle onderdelen zo spoedig mogelijk worden uitgevoerd. Graag ontvangen zij van de regering een stand van zaken van de verschillende Single European Sky projecten.
De leden van de fractie van GroenLinks hebben kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel en hebben thans geen behoefte aan het stellen van vragen.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel en hebben thans geen behoefte aan het stellen van vragen.
De leden van de VVD-fractie zien dat België, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg, Nederland en Zwitserland voorop lopen in Europa met betrekking tot de oprichting van functionele luchtruimblokken. Hoe ver zijn de andere landen gevorderd met betrekking tot de verplichting om voor 4 december 2012 functionele luchtruimblokken op te richten? Heeft dit invloed op het functioneren van het luchtruimblok waar Nederland in participeert?
De leden van de VVD-fractie vragen of dit verdrag betekent dat een functioneel luchtruimblok per 4 december 2012 ook operationeel kan zijn? Wat is het tijdpad om te komen tot een operationeel luchtruimblok? Welke belemmeringen zijn er nog om te komen tot operationalisering? Hoe gaat de regering deze belemmeringen slechten?
De leden van de CDA-fractie zijn van mening dat FABEC vóór de deadline in december 2012 opgericht moet zijn. De leden hebben echter vernomen dat de Europese Commissie in december 2011 heeft aangegeven dat de totstandkoming van onder andere FABEC aanleiding geeft tot ernstige bezorgdheid. De Commissie is van mening dat lidstaten hun inspanningen met betrekking tot de totstandkoming van de functionele luchtruimblokken moeten opvoeren. De deadline voor oprichting van FABEC is 4 december 2012. Deelt de regering de zorgen van de Europese Commissie? Kan de regering aangeven of de oprichting op 4 december 2012 plaats kan vinden? Het FABEC-Verdrag moet geratificeerd worden door de zes verdragsluitende staten. Kan de regering aangeven in welk stadium het ratificatieproces zich in de andere verdragsluitende staten bevindt? Kan dat nog tot vertraging leiden? De leden van de CDA-fractie willen graag weten welke acties de Europese Commissie zal nemen als de deadline niet gehaald wordt. Kan de regering dat aangeven?
De leden van de CDA-fractie lezen dat in de FABEC-Raad per verdragsluitende staat zowel een militaire als civiele vertegenwoordiger zitting hebben. Bij besluiten heeft elke staat echter maar één stem. Kan de regering aangeven waarom er dan toch voor gekozen is om twee vertegenwoordigers per staat te hebben? In Nederland is de samenwerking tussen de militaire en civiele luchtverkeersleiding goed georganiseerd. Middels de motie Haverkamp (Kamerstuk 31 936, nr. 53) is de regering verzocht het militaire en civiele luchtruim en de militaire en civiele luchtverkeersleiding verder te integreren. Kan de regering aangeven hoe de verhouding tussen het militaire en civiele luchtruim en de militaire en civiele luchtverkeersleiding in de andere staten is? Kan de regering voorts een kaart bijvoegen met daarop een weergave van de militaire luchtruimen van de verschillende verdragssluitende staten?
De leden van de CDA-fractie menen dat de kostentoedeling ongewenste gevolgen kan hebben. Immers, betaling vindt plaats naar vluchten over het eigen grondgebeid. Het biedt voor een verdragsluitende staat dus geen voordeel om een vlucht via het luchtruim van een andere staat te sturen. Dat doet de doelstellingen van FABEC teniet. Wat vindt de regering hiervan? Hoe kan dit opgelost worden?
De leden van de SP fractie vragen wat precies de reikwijdte is van het voorstel voor de civiele luchtvaart en voor de militaire luchtvaart. Waar ook ligt het onderscheid tussen beiden?
De leden van de VVD-fractie willen graag weten welke eventuele inpassingsmaatregelen de overige verdragssluitende staten hebben genomen. Hebben zij bijvoorbeeld – evenals Nederland – een machtigingsbepaling opgenomen, waarin de status en reikwijdte van de uitvoeringsbesluiten van de FABEC-Raad zijn toegelicht?
De leden van de CDA-fractie lezen dat met oprichting van het luchtruimblok ook een FABEC-Raad wordt ingesteld. Deze raad, samengesteld uit een civiele en een militaire luchtvaartvertegenwoordiger per verdragsluitende staat, kan besluiten nemen die betrekking hebben op FABEC. De leden lezen in de toelichting dat besluiten van de Raad niet aan de Staten-Generaal voorgelegd hoeven te worden. Kan de regering toelichten waarom dat het geval is? De leden maken op uit de Memorie van Toelichting dat de Raad bindende besluiten kan nemen. In artikel 22 van het FABEC-Verdrag staan de terreinen waarover de Raad kan beslissen. De leden vragen hoever de beslissingsbevoegdheid van de Raad reikt. De Raad beslist met eenparigheid van stemmen. Dit kan het nemen van beslissingen moeilijker maken. Kan de regering aangeven hoe groot de doorzettingsmacht van de Raad uiteindelijk is? Heeft een staat mogelijkheden om af te wijken van een door de Raad genomen besluit, indien het daar tot ernstige bezwaren leidt? De besluiten hebben geen rechtstreekse werking, maar dienen wel rechtstreeks uitgevoerd te worden. Hoe is dat te rijmen met artikel 1 van het Verdrag van Chicago?
De leden van de CDA-fractie zien dat het wetsvoorstel na advisering van de zijde van Raad van State aangepast is op het punt van kwalificatie van beslissingen van de FABEC-Raad. Door beslissingen van de FABEC-Raad aan te duiden als uitvoeringsbesluiten worden de beslissingen niet ter goedkeuring aan de Staten-Generaal voorgelegd. De besluiten van FABEC hebben dus geen rechtstreekse werking, maar dienen wel uitgevoerd te worden. Daarbij is geen parlementaire goedkeuring vereist. Kan de regering uitleggen waarom niet? En kan de regering aangeven waarom zij niet kiest voor een voorhangprocedure inzake besluiten van de Raad? Kan de regering aangeven wat de consequenties zijn als voorhang geëist wordt? De leden van de CDA-fractie willen graag van de regering weten welke rol de parlementen in Duitsland en Frankrijk hebben.
De leden van de SP-fractie vragen of de regering een reactie kan geven op alle kanttekeningen en opmerkingen van de Raad van State. Met name over de opmerkingen met betrekking tot de kwalificatie van beslissingen van de FABEC-raad, de verhouding van het FABEC-verdrag tot de SES-I en SES-II-regelgeving. De Raad van State is van oordeel dat in verband daarmee enige aanpassing van het voorstel wenselijk is. Gaat de regering die aanpassingen ook doen?
De leden van de SP-fractie constateren dat de Raad van State ook opmerkingen gemaakt heeft over de delegatie aan de minister van Infrastructuur en Milieu en de minister van Defensie. Zo is de Raad van State niet overtuigd van de noodzaak ervan? Kan de regering aangeven waarom die keuze voor delegatie is gemaakt en ingaan op de opmerkingen van de Raad van State? Welke bevoegdheid tot het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften heeft de minister van Defensie en hoe is de delegatie voor elke delegatiebepaling van de regelgevende bevoegdheid begrensd.1
De leden van de SP-fractie horen tot slot ook graag hoe het FABEC-verdrag zich verhoudt tot de bestaande wetten en regels ten aanzien van het Nederlandse luchtruim. Heeft dit verdrag voorrang boven die wetten? Blijft de nu geldende binnenvliegregeling onverkort van kracht? Zo nee, hoe verandert die dan?