Ontvangen 25 oktober 2012
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel F, wordt aan artikel 5a een lid toegevoegd, luidende:
6. De voordracht voor een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het vijfde lid wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp daarvoor aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
II
In artikel I, onderdeel G, wordt artikel 5b als volgt gewijzigd:
1. In het vierde lid wordt «Bij regeling van Onze Minister» vervangen door: Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. De voordracht voor een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het vierde lid wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp daarvoor aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
III
In artikel II, onderdeel H, wordt artikel 2.8a als volgt gewijzigd:
1. Aan het zevende lid wordt een zinsnede toegevoegd, luidende: , en kunnen andere maatregelen voor rehabilitatie of maatregelen van gelijke werking en nadere regels voor de betrouwbaarheid worden vastgesteld.
2. Het achtste lid komt te luiden:
8. De voordracht voor een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het zevende lid wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp daarvoor aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
De indiener wil de invloed van de Kamer vergroten. In dat kader wordt in dit amendement geregeld dat een regeling op basis van artikel 5a, vijfde lid, en 5b, vierde lid, Wet personenvervoer 2000, alsmede artikel 2.8a van de Wet wegvervoer goederen via een algemene maatregel van bestuur met parlementaire betrokkenheid («lichte voorhang») dient plaats te vinden.
Kuiken