Ontvangen 17 mei 2013
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel D, vervalt in artikel 105, derde lid: krachtens een bestuursbesluit, waarbij ten minste één vierde van de bestuurders zich daarvoor heeft uitgesproken,.
II
In artikel II, onderdeel C, vervalt in artikel 110b, derde lid: krachtens een bestuursbesluit, waarbij ten minste één vierde van de bestuurders zich daarvoor heeft uitgesproken,.
In artikel I, onderdeel D, respectievelijk artikel II, onderdeel C, van het voorliggende wetsvoorstel worden in artikel 105, derde lid, respectievelijk artikel 110b, derde lid, bestuursleden van minderheden in hun rechten beknot. Besturen zijn doorgaans klein. Verschillende groepen hebben vaak maar één zetel in het bestuur. Zo'n minderheid kan de groep pensioengerechtigden zijn, maar bijvoorbeeld ook jongere of oudere werknemers, of vrouwen. Het mag niet zo zijn dat een dergelijke meerderheid een minderheid beknot in diens mogelijkheden. Dat is per definitie onevenwichtig. Iedere minderheid moet zich kunnen laten bijstaan door een deskundige. Uiteraard binnen redelijke grenzen. Daarom schrapt dit amendement de beperking dat «krachtens een bestuursbesluit, waarbij ten minste één vierde van de bestuurders zich daarvoor heeft uitgesproken».
Van Weyenberg