Ontvangen 25 oktober 2012
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel A, wordt na het eerste onderdeel, ingevoegd:
1a. Onderdeel c vervalt.
II
Na onderdeel C worden twee onderdelen ingevoegd, luidende:
Ca
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid vervalt.
2. Voor de tekst van het artikel vervalt de aanduiding «2.»
3. In de tekst van het artikel wordt de zinsnede «oefent het bevoegd college van burgemeester en wethouders zijn bevoegdheden, gegeven bij of krachtens deze wet of de Woningwet» vervangen door: oefent Onze Minister zijn bevoegdheden, gegeven bij of krachtens deze wet en het betreffende bevoegd college van burgemeester en wethouders zijn bevoegdheden gegeven bij of krachtens de Woningwet»
Cb
In artikel 5, derde lid, wordt «het bevoegd college van burgemeester en wethouders» vervangen door: Onze Minister.
III
Artikel I, onderdeel E, wordt als volgt gewijzigd:
1. Artikel 6b, zesde lid, vervalt.
2. Artikel 6d, derde lid, vervalt.
IV
In artikel I, onderdeel G, wordt in het eerste onderdeel de zinsnede «van het bevoegd college van burgemeester en wethouders» vervangen door: van Onze Minister.
V
In artikel I, onderdeel H, wordt in artikel 8a, eerste lid, de zinsnede «van het bevoegd college van burgemeester en wethouders» vervangen door: van Onze Minister.
VI
In artikel I komt onderdeel I te luiden:
I
Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «het bevoegd college van burgemeester en wethouders» vervangen door: Onze Minister.
2. In het tweede lid, eerste volzin, wordt «Het bevoegd college van burgemeester en wethouders» vervangen door: Onze Minister.
3. In het tweede lid, tweede volzin, wordt «Het college» vervangen door «Onze Minister» en vervalt «, Onze Minister» en wordt «Onze Minister voor Wonen, Wijken en Integratie» vervangen door: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
4. Het derde lid, onderdeel a, komt te luiden:
a. doet Onze Minister daarvan onverwijld mededeling aan de tunnelbeheerder, de veiligheidsbeambte en Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
5. In het derde lid, onderdeel b, wordt «het bevoegd college van burgemeester en wethouders» vervangen door: Onze Minister.
VII
Na onderdeel I wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ia
In artikel 17 wordt «het bevoegd college van burgemeester en wethouders» telkens vervangen door: Onze Minister.
Dit amendement regelt dat het verboden is een tunnel voor het verkeer open te stellen zonder toestemming van de minister.
De Graaf