Ontvangen 16 november 2012
Het voorstel van wet wordt gewijzigd als volgt:
A
Artikel 2, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt:
a. In onderdeel a, onder 1º. wordt «en € 0,0069 in 2015» vervangen door: ,
€ 0,0074 in 2015 en € 0,0113 in 2016.
b. In onderdeel a, onder 2º. wordt « en € 0,0026 in 2015» vervangen door: ,
€ 0,0028 in 2015 en € 0,0042 in 2016.
c. In onderdeel a, onder 3º. wordt «en € 0,0008 in 2015» vervangen door: ,
€ 0,0008 in 2015 en € 0,0013 in 2016.
d. In onderdeel a, onder 4º. vervalt «voor niet-zakelijk verbruik» en wordt « en
€ 0,0005 in 2015» vervangen door: , € 0,0006 in 2015 en € 0,0009 in 2016.
e. Onderdeel a, onder 5º. vervalt.
f. In onderdeel b wordt «en € 0,0069 in 2015» vervangen door: , 0,0074 in 2015 en € 0,0113 in 2016.
g. In onderdeel c, onder 1º. wordt «en € 0,0011 in 2015» vervangen door: , € 0,0012 in 2015 en € 0,0018 in 2016.
h. In onderdeel c, onder 2o . wordt «en 0,0013 in 2015» vervangen door: , € 0,0014 in 2015 en € 0,0021 in 2016.
i. In onderdeel c, onder 3º. wordt «en € 0,0008 in 2015» vervangen door: ,
€ 0,0008 in 2015 en € 0,0013 in 2016.
j. In onderdeel c, onder 4º. wordt «en 0,0005 in 2015» vervangen door: , € 0,0006 in 2015 en € 0,0009 in 2016.
B
Artikel 3 wordt gewijzigd als volgt:
a. In onderdeel a wordt «en € 0,0034 in 2015» vervangen door: , € 0,0036 in 2015 en € 0,0056 in 2016.
b. In onderdeel b wordt «en 0,0043 in 2015» vervangen door: , € 0,0046 in 2015 en € 0,007 in 2016.
c. In onderdeel c wordt «en € 0,0011 in 2015» vervangen door: , € 0,0012 in 2015 en € 0,0019 in 2016.
d. In onderdeel d wordt «€ 0,00 in 2013, € 0,00 in 2014 en € 0,00 in 2015» vervangen door: € 0,000017 in 2013, € 0,000034 in 2014, € 0,000055 in 2015 en € 0,000084 in 2016.
e. In onderdeel e wordt «en € 0,000051 in 2015» vervangen door: , 0,000055 in 2015 en € 0,000084 in 2016.
Deze nota van wijziging bevat een actualisatie en verbetering van voorliggend wetsvoorstel.
In het reageerakkoord staat de ambitie om in 2020 een aandeel duurzame energie van 16% te realiseren. Om dit te realiseren worden onder andere de uitgaven SDE+ verhoogd. De verhoging van de uitgaven voor duurzame energie wordt gedekt uit een
verhoging van de SDE+ heffing. In 2016 wordt de voortgang beoordeeld en over het vervolg besloten. Dit is de reden dat in deze nota van wijziging ook de tarieven voor 2016 worden weergegeven.
Ter uitvoering van het regeerakkoord wordt met deze nota van wijziging de opslag voor duurzame energie voor 2015 verhoogd en voor 2016 in de wet vastgelegd.
Voor aardgasverbruik dat hoger is dan 1 000 000 kubieke meter, maar niet hoger is dan 10 000 000 kubieke meter wordt voor 2015, ten opzichte van het ingediende wetsvoorstel, geen hoger tarief vastgesteld omdat door de afronding tot hetzelfde bedrag wordt gekomen.
Voor aardgas met een verbruik vanaf 10 000 000 kubieke meter vervalt conform het begrotingsakkoord in de energiebelasting het onderscheid tussen niet-zakelijk en zakelijk gebruik. Deze wijziging wordt met deze nota van wijziging in de opslag voor duurzame energie ook doorgevoerd om beide heffingen naadloos op elkaar aan te laten sluiten en daarmee extra uitvoeringslasten te vermijden. Voor het tarief voor de opslag duurzame energie maakt dit overigens geen verschil omdat beide tarieven reeds gelijk waren.
Tot slot wordt, in aanvulling op de eerste nota van wijziging, ook een tariefwijziging ingevoegd voor elektriciteit voor niet-zakelijk verbruik dat hoger is dan 10 000 000 kWh.
Abusievelijk was deze wijziging niet opgenomen in de eerste nota van wijziging, omdat ook hier geen sprake is van een nihiltarief.
De minister van Economische Zaken, H. J. G. Kamp