Vastgesteld 13 december 2011
De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Van Gent
Adjunct-griffier van de commissie, Lips
1
Kan de regering uitgebreid en cijfermatig aangeven hoe de relatie is tussen de begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en het kader Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt (SZA)?
Jaarlijks wordt in de begroting de aansluiting gemaakt tussen de uitgaven in de begroting SZW en de uitgaven behorende tot het SZA-kader. In de begroting 2012 is deze aansluiting te vinden in bijlage 4.2 (tabel 4.2.1 op pagina 159).
De budgettaire nota’s aan de Kamer (Startnota, Voorjaarsnota, Miljoenennota en Najaarsnota) gaan uit van een indeling van de overheidsuitgaven in uitgavenkaders. Hierin worden de uitgaven in het SZA-kader gepresenteerd. Dit zijn zowel begrotings- als premiegefinancierde uitgaven (en ontvangsten). De begrotingswetten (Begroting, 1e suppletoire begroting en 2e suppletoire begroting) bevatten enkel de begrotingsgefinancierde uitgaven (en ontvangsten). Daarnaast wordt in de begrotingswetten geen onderscheid gemaakt tussen de uitgavenkaders. Ook uitgaven die behoren tot het uitgavenkader Rijksbegroting-in-enge-zin (RBG-eng) en uitgaven die tot geen enkel kader behoren (hoofdzakelijk de rijksbijdragen) worden in de begrotingsstaten opgenomen.
Voor de Najaarsnota/2e suppletoire begroting wordt de aansluiting tussen beide door nog een oorzaak bemoeilijkt. In de Miljoenennota zijn alle mutaties opgenomen die zijn opgetreden sinds de Voorjaarsnota/2e suppletoire begroting. Deze mutaties worden aangeduid als de Vermoedelijke Uitkomsten. De Najaarsnota bevat daardoor enkel de mutaties die sinds de Miljoenennota zijn opgetreden. De Vermoedelijke Uitkomsten zijn bij Miljoenennota echter nog niet in de begrotingsstaten verwerkt. De 2e suppletoire begroting bevat dus zowel de mutaties uit de Vermoedelijke Uitkomsten als de Najaarsnotamutaties.
2
Kan de regering een nadere toelichting en specificatie geven over de middelen, die beschikbaar zijn gesteld voor projecten Werken naar Vermogen? Waarvoor zijn de middelen voor de projecten Werken naar Vermogen ingezet? Wat is het doel daarbij? Wanneer wordt bekend of het doel is gerealiseerd?
Deze middelen worden voornamelijk ingezet voor de implementatie van de Wet Werken naar Vermogen, waaronder bijvoorbeeld het inrichten van een regionale ondersteuningsstructuur. Hiermee worden gemeenten ondersteund bij de invoering van deze wet, waarvan beoogd is dat die per 1 januari 2013 van kracht zal zijn.
3
Wat is de reden dat er hogere boete-ontvangsten zijn door de toepassing van de Wet arbeid vreemdelingen (WAV)? Is hier sprake van daadwerkelijk meer overtredingen of komt dit door beter toezicht?
Er zijn meerdere redenen die aan de hogere ontvangsten ten grondslag liggen. Het totaal saldo van de opgelegde boetes in 2010 was hoger dan dat in 2009. Dit leidt tot hogere inningen in 2011 op opgelegde boetes uit voorgaande jaren. Daarnaast speelt het effect van het vaker treffen van betalingsregelingen een rol. CJIB stort het geïnde bedrag pas af als de gehele vordering verhaald is. Dat is dus niet het gevolg van meer geconstateerde overtredingen. Ten slotte is bij een deel van de geconstateerde overtredingen hogere boetes opgelegd. Dit wordt bijvoorbeeld veroorzaakt doordat bij een inspectie meerdere illegaal tewerkgestelden zijn aangetroffen. Hierdoor wordt het boetebedrag voor die overtreding hoger dan als er één wordt aangetroffen.
4
Waarom waren er aanvullende budgetverschuivingen noodzakelijk ten behoeve van de begrotingspost «activiteiten doelgroepen»?
Er wordt een subsidie verstrekt ten behoeve van vakmanschap professionals. Hiervoor zijn middelen ter ondersteuning van zelfstandigen overgeheveld naar het budget vanaf waar de subsidie wordt uitgekeerd.
5
Waarom waren er tijdens de laatste maanden van de uitvoering van de begroting 2011 nog een aantal neutrale herschikkingen noodzakelijk? Welke herschikkingen waren dit? Heeft dit beleidsgevolgen gehad?
Op basis van realisatiecijfers tot en met het derde kwartaal 2011 blijkt dat de uitgaven ten behoeve van jeugdwerkloosheid € 130 duizend lager uitvallen dan waar eerder rekening mee werd gehouden. Dit heeft verder geen beleidsmatige gevolgen.
6
Waarom is er € 250 000 overgeboekt van de begroting SZW voor een bijdrage in de kosten van de Nota duurzame gewasbescherming en de bijdrage aan het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen (CTGB) voor 2011?
Het betreft twee overboekingen, van € 250 duizend ten behoeve van de Nota Duurzame gewasbescherming en € 50 duizend ten behoeve van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen voor 2011.
De overboeking van € 250 duizend als bijdrage aan het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen (CTGB) vindt zijn grondslag in de Bestrijdingsmiddelenwet en interdepartementale afspraken gemaakt bij de verzelfstandiging van CTGB. EL&I, I&M, VWS en SZW dragen evenredig bij, in totaal ca 7% van totale begroting van CTGB, de rest wordt betaald door aanvragers en toelatingshouders.
De overboeking van € 50 duizend als bijdrage in de kosten van de Nota duurzame gewasbescherming is gebaseerd op interdepartementale afspraken. In 2004 is de Nota duurzame gewasbescherming aan de TK aangeboden waarin het beleid tot 2010 wordt beschreven. Daarna wordt een evaluatie opgesteld die naar verwachting in 2012 gereed is. SZW draagt hieraan in 2010 en 2011 € 50 duizend per jaar bij voor het onderdeel Arbeid.
7
Welke beleidsmatige gevolgen hebben de budgettair neutrale herschikkingen bij artikel 44?
Deze mutaties betreffen technische herschikkingen vanuit met name primair proces naar onderzoek, voorlichting en uitvoeringskosten Agentschap SZW. Deze herschikkingen hebben geen beleidsmatige gevolgen.
8
Waarom verwacht de regering een lagere opbrengst van de boetes bij de toepassing van de Arbeidsomstandighedenwet?
In 2009 was er een oplopende werkvoorraad. Om de werkvoorraad weg te werken is extra personeel ingezet. Het wegwerken van de achterstand heeft geleid tot een hoger dan normaal aantal jaarlijkse boetebeschikkingen. Een groot deel van deze in 2009 opgelegde beschikkingen zijn in 2010 geïnd. In het jaarplan 2011 is weer uitgegaan van het aantal «normale» boetebeschikkingen. Daarmee was in de raming voor 2011 geen rekening gehouden.
9
Wat is de reden van een eenmalige kasschuif bij de uitkeringslasten van 2012 naar 2011 betreffende de Wajong-uitkeringslasten?
De kasschuif wordt gedaan om het totale budgettaire beeld van het Rijk in 2012 te ontlasten zodat zowel in 2011 als in 2012 de uitgaven binnen de kaders blijven.
10
Kan de regering de cijfermatige onderbouwing geven van de aanpassing van de raming van de Wajong-uitkeringslasten met € 33,9 mln.?
Dit is de aanpassing als gevolg van de loon- en prijsbijstelling. De verwachte uitgaven aan Wajonguitkeringen bedroegen op het moment van aanpassen € 2 643 miljoen . De index waarmee de loon- en prijsbijstelling voor de Wajong is doorgevoerd is 1,286%. Het toepassen van deze indexering levert een verhoging van de uitkeringslasten op van afgerond € 34 miljoen.
11
Kan de regering de cijfermatige onderbouwing geven van de aanpassing van de raming van de uitkeringslasten als gevolg van de Wet bundeling uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten (Buig) met € 56,6 mln.?
De bijstelling met € 56,6 miljoen is het saldo van bijstellingen van de WWB/WIJ als gevolg van ramingsbijstellingen van de werkloze beroepsbevolking van het CPB (€ 5,7 miljoen), de loon- en prijsbijstelling (€ 74,9 miljoen) en bijstellingen van de overige BUIG-regelingen (IOAW, IOAZ, Bbz gebundeld deel en WWIK) op basis van uitvoeringsgegevens (– € 24,0 miljoen).
12
Kan de regering aangeven waarom de raming voor de bijstand voor zelfstandigen € 60 mln. naar boven is bijgesteld?
Op basis van de gemeentelijke uitgaven- en volumerealisaties is het macrobudget Bbz met € 60 miljoen opgehoogd. Hiervan heeft € 18 miljoen betrekking op een hoger gerealiseerd dan geraamd volume 2010 en € 8 miljoen op een hogere gerealiseerde dan geraamde prijs 2010. Dit werkt door in de raming van het budget voor 2011. De resterende € 34 miljoen betreft nabetalingen aan gemeenten die blijkens hun realisaties ten behoeve van de uitvoering van de Bbz in 2010 een te klein voorschot hebben ontvangen. Hier tegenover staan overigens € 16 miljoen aan ontvangsten van gemeenten die blijkens hun realisaties een te groot voorschot hebben ontvangen.
13
Wat zijn de oorzaken van de meevallende uitgaven aan de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong)?
De uitstroom uit de Wajong is iets hoger dan verwacht en de instroom van Wajongers met een studieregeling is hoger dan verwacht (deze Wajongers krijgen een lagere uitkering). Er is ook een meer technische oorzaak. De wet Wajong is per 1/1/2011 gewijzigd waardoor bij samenloop van Wajong en ZW de ZW tot uitbetaling komt waar dit tot dit jaar andersom was. Dit heeft lagere uitkeringslasten Wajong tot gevolg en dat was nog niet verwerkt in de raming.
14
Waaruit bestaat het experiment bevordering arbeidsparticipatie alleenstaande ouders in de Wet werk en bijstand (WWB)?
Het experiment bevordering arbeidsparticipatie alleenstaande ouders dat inmiddels is afgerond en waarvan het onderzoeksrapport op 26 oktober j.l. aan de Kamer aangeboden is, had tot doel de mogelijkheden voor de arbeidsinschakeling van alleenstaande ouders met kinderen tot 12 jaar in de WWB te onderzoeken. Het experiment bestond uit een aantal instrumenten, te weten een inkomensvrijlating, scholing in combinatie met werk plus een bonus voor die scholing, een uitstroompremie en in een deel van de deelnemende gemeenten een arbeidspool.
15
Wat wordt bedoeld met de verrekeningen inzake betaalde rijksvergoedingen in voorgaande dienstjaren?
Dit betreft restituties op in voorgaande jaren verstrekte voorschotten BBZ, Bijstand buitenland, IOW, Wajong en TBIA.
16
Hoe verklaart de regering de daling van de bijdrage in de kosten van kortingen (BIKK) voor de Algemene ouderdomswet (AOW) met € 12 mln.? Hoe ziet de regering de kosten van de BIKK de komende jaren verlopen?
De berekening van de bijdrage in kosten van kortingen (BIKK) is vastgelegd in de wet. De berekening gaat uit van de raming van het CPB van de totale omvang van heffingskortingen. In de MEV 2012 is deze omvang ten opzichte van de CEP 2011 met 0,36% neerwaarts bijgesteld. Deze bijstelling leidt tot een even zo grote daling van de BIKK AOW. Deze is daardoor ten opzichte van de Voorjaarsnota met € 12 miljoen neerwaarts bijgesteld.
Het verloop van de BIKK is te vinden in de begroting 2012, artikel 51. De BIKK loopt als gevolg van een oplopend beslag van de heffingskortingen op.
(x € 1 mln) |
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
---|---|---|---|---|---|---|
AOW |
3 374,8 |
3 392,3 |
3 463,5 |
3 536,2 |
3 610,5 |
3 686,3 |
Anw |
72,7 |
68,6 |
70,0 |
71,5 |
73,0 |
74,5 |