Ontvangen 4 juni 2012
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In de beweegreden komt de zinsnede «de positie van agrarische bedrijfswoningen in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet geluidhinder, de Wet milieubeheer en de Wet geurhinder en veehouderij aan te passen teneinde de vitaliteit van het platteland te verhogen zonder de bedrijfsvoering van omliggende agrarische ondernemingen onnodig te beperken» te luiden: de positie van bedrijfswoningen in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet geluidhinder, de Wet milieubeheer en de Wet geurhinder en veehouderij aan te passen ten einde de vitaliteit van het platteland te verhogen zonder de bedrijfsvoering van omliggende agrarische ondernemingen onnodig te beperken en ten einde in het algemeen leegstand van bedrijfswoningen te voorkomen zonder de bedrijfsvoering van omliggende ondernemingen onnodig te beperken.
II
Artikel I, onderdeel A, artikel 1.1a, wordt als volgt gewijzigd:
1.
De aanduiding «1.» voor het eerste lid alsmede het tweede lid vervallen.
2.
Het woord «landbouwinrichting» wordt vervangen door: inrichting.
Dit amendement regelt dat de toepassing van dit wetsvoorstel wordt uitgebreid naar alle bedrijfswoningen, ongeacht het soort inrichting waartoe zij behoren of behoorden, waardoor leegstand van bedrijfswoningen wordt tegengegaan en waardoor bedrijfswoningen kunnen worden bewoond door derden zonder milieubescherming tegen effecten van bijbehorend bedrijf.
Indien dit amendement wordt aangenomen komt het opschrift te luiden:
Wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en enkele andere wetten om de planologische status van gronden en opstallen bepalend te laten zijn voor de mate van milieubescherming alsmede om de positie van bedrijfswoningen aan te passen (plattelands- en bedrijfswoningen).
Houwers Van Bemmel