Gepubliceerd: 13 december 2011
Indiener(s): Maxime Verhagen (minister economische zaken, viceminister-president ) (CDA)
Onderwerpen: europese zaken internationaal internationale samenwerking
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33027-6.html
ID: 33027-6

Nr. 6 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 13 december 2011

Met belangstelling heb ik kennis genomen van de vragen van de leden van verschillende fracties over voorliggend wetsvoorstel, dat strekt tot goedkeuring van het Vrijhandelsakkoord tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Korea, anderzijds. Graag ga ik, mede namens de minister van Buitenlandse Zaken, op deze vragen in.

De leden van de PvdA-fractie vragen of er sinds 2006 geen handelsakkoorden meer zijn afgesloten. In 2006 is de Global Europe-agenda opgesteld. In dat kader zijn de Europese Unie en de lidstaten aangevangen met de onderhandelingen voor het sluiten van nieuwe vrijhandelsakkoorden. Het is correct dat het vrijhandelsakkoord met Korea het eerste vrijhandelsakkoord van de Europese Unie en de lidstaten is dat sinds die tijd is gesloten.

Sinds het afronden van het vrijhandelsakkoord met Korea, zijn inmiddels ook vrijhandelsakkoorden met Centraal-Amerika en met Colombia en Peru uitonderhandeld. Deze beide akkoorden moeten nog worden vertaald, gecontroleerd op juridische onjuistheden, ondertekend en geratificeerd.

Parallel aan het Global Europe traject, wordt er onderhandeld over Economische Partnerschapsakkoorden (EPAs). De Europese Unie onderhandelt met de zes regio’s binnen de groep ACP-landen over deze akkoorden die vooral een ontwikkelingsoogmerk hebben. Van deze akkoorden zijn de onderhandelingen met het Cariforum afgerond, de onderhandelingen over de overige vijf lopen nog.

De leden van de PvdA-fractie vragen hoe de onderwerpen zeevervoer en intellectueel eigendom geregeld zullen worden die buiten het verdrag vallen.De onderwerpen zeevervoer en intellectueel eigendom vallen niet buiten het vrijhandelsakkoord, maar hierbij geldt dat op specifieke onderdelen de nationale competentie blijft gelden. Bij zeevervoer zijn de bepalingen uit het vrijhandelsakkoord over grensoverschrijdende dienstverlening niet van toepassing op nationale cabotage. Wat betreft intellectueel eigendom liggen er nationale bevoegdheden op het vlak van strafrechtelijke handhaving, dit deel is daarom uitgesloten van de voorlopige toepassing van het verdrag en kan pas in werking treden na ratificatie door de nationale parlementen.

De leden van de PvdA-fractie vragen in hoeverre het handelsakkoord later inpasbaar is in een handelsakkoord van de World Trade Organization (WTO). Het vrijhandelsakkoord betreft alleen verplichtingen tussen Zuid-Korea, de Europese Unie en haar lidstaten. Het is niet mogelijk dit zonder meer in te passen in een mogelijk nieuw multilateraal handelsakkoord van de WTO, wat immers zou gelden voor alle 153 WTO-leden. Het uitgangspunt van de Europese Commissie in de Global Europe agenda is wel dat deze vrijhandelsakkoorden een springplank zijn voor toekomstige verdere handelsliberalisering, door onderwerpen op te nemen die nog niet klaar zijn voor discussie in de multilaterale context zoals bijvoorbeeld mededinging en duurzame ontwikkeling. Ook wordt in het vrijhandelsakkoord veelvuldig verwezen naar en voortgebouwd op de bestaande verplichtingen die de partijen in WTO kader zijn aangegaan.

De leden van de PvdA-fractie vragen waarom er een jaar tussen de parafering door de Europese Commissie en toenmalige minister van Economische Zaken (15 oktober 2009) en de ondertekening tijdens de top (6 oktober 2010) heeft gezeten en vragen of de voortgang van het akkoord daardoor een jaar stil heeft gelegen. Met de parafering van het verdrag op 15 oktober 2009 hebben alle partijen officieel de afronding van de onderhandelingen bevestigd. Vanaf dat moment moest het akkoord echter nog in alle officiële talen van de EU worden vertaald en moesten de (vertaalde) teksten worden gecontroleerd op volledige juridische correctheid, inclusief in de Koreaanse taal. Dergelijke werkzaamheden dienen uiterst nauwkeurig te geschieden wat tijd vergt. Pas na dit proces kon tot ondertekening worden overgegaan. Bij de ondertekening op 6 oktober 2010 is ook geregeld dat het vrijhandelsakkoord per 1 juli 2011 voorlopig zou worden gaan toegepast.

Bij de ondertekening op 6 oktober 2010 is bepaald dat het vrijhandelsakkoord per 1 juli 2011 voorlopig wordt toegepast.

De leden van de PvdA-fractie vragen waarom de status van de Noord-Koreaanse industriezone Kaesong niet in één keer geregeld is, maar wordt doorgeschoven naar een werkgroep. Het industriële complex in Kaesong, Noord-Korea, is een economisch samenwerkingsverband tussen Noord- en Zuid-Korea, geleid en gefinancierd door de Zuid-Koreaanse regering. De in Kaesong gevestigde Zuid-Koreaanse fabrieken hebben Noord-Koreaanse arbeiders in dienst en betalen de Noord-Koreaanse regering per arbeider. Deze arbeiders ontvangen in reële termen een klein deel van dit loon van de Noord-Koreaanse regering. Zuid-Korea wil graag dat vrijhandelspartners de goederen die zijn geproduceerd in Kaesong accepteren als Zuid-Koreaanse goederen. Voor Zuid-Korea is dit economische bruggenhoofd van groot symbolisch en economisch belang voor een mogelijke hereniging van Noord- en Zuid-Korea. De Europese Unie, hierin gesteund door Nederland, stond tijdens de onderhandelingen kritisch tegenover een mogelijk officiële status van Kaesong in het vrijhandelsakkoord. Acceptatie van goederen uit Keasong door de EU zou neerkomen op indirecte financiële steun aan het Noord-Koreaanse regime, of kunnen worden uitgelegd als een impliciete goedkeuring van de schendingen van mensenrechten door dat regime en de wijze waarop met (inkomens-)rechten van werknemers wordt omgegaan.

Er zijn nu in het vrijhandelsakkoord geen specifieke, inhoudelijke regelingen getroffen voor producten uit Kaesong. Dit betekent dat goederen uit Kaesong dus niet automatisch onder het vrijhandelsakkoord vallen als producten afkomstig uit Zuid-Korea. Gelet op de belangen van beide partijen is besloten een gespecialiseerd comité op te richten dat nagaat of de omstandigheden op het Koreaanse schiereiland in de toekomst mogelijk geschikt zijn om goederen uit speciale economische zones zoals Kaesong onder het vrijhandelsakkoord te laten vallen. Dit is analoog aan de regeling die is opgenomen in het vrijhandelsakkoord tussen de Verenigde Staten en Korea en geeft de Europese Unie de ruimte de omstandigheden in Kaesong kritisch te blijven volgen.

De leden van PvdA-fractie vragen of er additionele toezeggingen van Zuid-Korea aan de Verenigde Staten in dit vrijhandelsakkoord zijn opgenomen, zoals voorgenomen en vermeld in eerdere correspondentie met de Kamer (Kamerstuk 21 501-02, nr. 989). Er zijn additionele toezeggingen gedaan. Om aan de zorgen van de Europese auto-industrie tegemoet gekomen, is in het vrijhandelsakkoord een meestbegunstigingsclausule afgesproken (artikel 5, bijlage 2-C van het vrijhandelsakkoord). Hierin staat dat met betrekking tot de interne belastingen en emissievoorschriften voor motorvoertuigen elk van beide partijen de producten van oorsprong uit de andere partij, niet minder gunstig behandelt dan soortgelijke producten van oorsprong uit een derde land, dat geen partij bij deze overeenkomst is, ook indien met dat derde land een vrijhandelsovereenkomst is gesloten.

Zowel de leden van de PvdA-fractie als de leden van de CDA-fractie vragen wat het vrijhandelsakkoord betekent voor de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven in verschillende sectoren (bijvoorbeeld in de automotive, scheepvaart, hightech en chipindustrie). Tevens vragen deze leden wat, gezien de huidige economische omstandigheden, de te verwachten effecten voor Nederland van dit vrijhandelsakkoord op de import en export vanuit en naar Zuid Korea zijn en wat het vrijhandelsakkoord voor de Nederlandse maakindustrie betekent. Het vrijhandelsakkoord brengt grote voordelen met zich mee voor het Nederlandse bedrijfsleven. Ruim 98 procent van alle importtarieven wordt binnen vijf jaar afgeschaft. De stapsgewijze verlaging en afschaffing van de importtarieven zal een geleidelijke besparing van uiteindelijk 1,6 miljard euro per jaar tot gevolg hebben. Alleen al in het eerste jaar van toepassing van het vrijhandelsakkoord zal naar verwachting 850 miljoen euro aan invoerrechten worden bespaard. Op machines en apparaten is de besparing aan importtarieven met bijna 450 miljoen euro het grootst. 70% van de invoertarieven (ter waarde van 312 miljoen euro) vervielen bij de voorlopige toepassing van het vrijhandelsakkoord op 1 juli jl. De chemische industrie komt op de tweede plaats met een besparing van 175 miljoen euro; er zijn sinds 1 juli al importtarieven ter waarde van 143 miljoen euro afgeschaft.

Geschat wordt dat het vrijhandelsakkoord de EU op termijn minstens 19,1 miljard euro aan nieuwe handel in goederen en diensten zal opleveren, waar Nederland naar verwachting 2–3 miljard in mee profiteert.

De automotive sector profiteert omdat non-tarifaire belemmeringen zoals afwijkende productstandaarden zijn aangepakt. Korea erkent door dit vrijhandelsakkoord voor alle relevante technische verordeningen de equivalentie van Europese en internationale standaarden. Hierdoor hoeven Europese auto’s geen extra testen te ondergaan, zoals remtesten of crashtesten, en zijn de auto’s ook uitgezonderd van specifieke Koreaanse eisen bijvoorbeeld op het gebied van geluid of verlichting. Daarnaast schaft Korea ook het importtarief van 8% op auto’s af.

Scheepvaartmaatschappijen uit Nederland zullen door dit vrijhandelsakkoord volledige toegang tot de Koreaanse markt hebben en zich daar mogen vestigen. Ook hebben zij recht op een non-discriminatoire behandeling bij het gebruik van havendiensten en -infrastructuur. Ook zullen Nederlandse ondernemingen kunnen profiteren van nieuwe kansen op het gebied van een groot aantal ondersteunende diensten voor zeevervoer.

Ook de hightech en chipindustrie verwacht veel winsten en extra exporten dankzij het akkoord. Zo zorgt het vrijhandelsakkoord ervoor dat de EU en Korea elkaars testresultaten en certificaten uit de elektronicasector erkennen, waardoor dubbele testen niet meer nodig zijn. De Nederlandse chipindustrie heeft een stevige positie op de Koreaanse markt, en profiteert aanzienlijk van de tariefverlaging van 8% naar 0% op de voor hen belangrijke halffabricaten.

Europese en Nederlandse landbouwproducten en verwerkte voedingsmiddelen zijn zeer gewild bij de Koreaanse consument en de EU-uitvoer van landbouwproducten naar Korea is dan ook aanzienlijk. De gemiddelde jaarlijkse EU uitvoer bedraagt meer dan 1 miljard euro. De liberalisatie als gevolg van de vrijhandelsovereenkomst is de grootste in jaren voor de landbouwexport van de EU. Vóór de overeenkomst was slechts 2% van de landbouwexport van de EU naar Korea rechtenvrij. Nu worden de rechten op bijna alle landbouwproducten afgeschaft. Er bestaat dan ook een aanzienlijk potentieel om de EU-uitvoer te vergroten, waardoor de EU-landbouwexporteurs hun concurrentiepositie op de Koreaanse markt zullen kunnen handhaven en verbeteren. Zonder de overeenkomst zou hun positie minder sterk zijn omdat Korea al vrijhandelsovereenkomsten heeft gesloten, of hierover onderhandelt, met landen als Chili, de VS, Canada, Australië en Nieuw-Zeeland, landen die alle veel landbouwproducten exporteren.

De leden van de PvdA- en van de CDA-fractie vragen waarom drie procent van de douanerechten op langere termijn wordt afgeschaft en wat de redenen voor het lagere tempo voor het afschaffen daarvan zijn. In de eerste vijf jaar na implementatie van het akkoord wordt voor 97 procent van de handel tussen de EU en Korea geliberaliseerd. Voor de overige 3 procent gelden langere overgangsperioden, oplopend tot 21 jaar. Het gaat hierbij met name om landbouwproducten. Dit is gedaan om de producenten van deze goederen meer tijd te geven om zich aan te passen aan de veranderende marktomstandigheden en de toegenomen concurrentie.

Voor een overzicht van de producten met een langere overgangsperiode, verwijs ik u naar het vrijhandelsakkoord zelf. In bijlage 2-A bij hoofdstuk 2 van het vrijhandelsakkoord, zijn de tarieflijsten van Korea en de Europese Unie opgenomen. Hier staat bij elk product aangegeven in hoeveel termijnen de importtarieven worden afgeschaft. Als een product in categorie «0» valt, betekent dit dat de douanerechten onmiddellijk worden afgeschaft zodra het vrijhandelsakkoord wordt toegepast. Als een product bijvoorbeeld in categorie «5» valt, betekent dit dat het invoertarief na zes jaar na toepassing van dit akkoord volledig moet zijn afgeschaft.

De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M. J. M. Verhagen