Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juli 2012
In uw brief van 3 juli jl. geeft u kennis van het grote ongenoegen bij de leden van de vaste commissie voor Financiën over het feit dat de uitvoeringsregeling Geefwet is gepubliceerd in de Staatscourant voordat mijn antwoorden op de door de commissie gestelde vragen over de uitvoeringsregeling in de procedurevergadering van de commissie zijn behandeld. Ik betreur het ontstane ongenoegen. Het was uiteraard geenszins de bedoeling om voorbij te gaan aan de wensen van uw Kamer. Ik was echter in de veronderstelling dat de voorhangprocedure na mijn brief van 15 juni jl. was afgerond en dat op dat moment de door de praktijk zo gewenste duidelijkheid omtrent de toepassing van de Geefwet kon worden verschaft door middel van de publicatie van de uitvoeringsregeling. Bij de definitieve uitwerking van deze regeling is uiteraard zo veel mogelijk rekening gehouden met de door uw Kamer gegeven reactie. Niettemin zal ik mij naar aanleiding van uw reactie erop beraden op welke wijze ik het in uw brief genoemde ongenoegen in de toekomst kan voorkomen.
De staatssecretaris van Financiën, F. H. H. Weekers