Ontvangen 16 november 2011
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel XXIV vervalt.
II
Artikel XXV, onderdeel A, komt te luiden:
A
In artikel 1 vervallen de onderdelen a, b, c en f, onder verlettering van de onderdelen d en e tot a en b en onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel b (nieuw) door een punt.
III
Na artikel XXV, onderdeel A, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
Aa
Artikel 2, eerste lid, onderdeel b, vervalt.
IV
In artikel XXV, onderdeel B, wordt «hoofdstukken III en VIII» vervangen door: hoofdstukken II tot en met IV en VIII.
V
Artikel XXV, onderdeel D, komt te luiden:
D
In artikel 90 wordt «8, eerste en derde lid, 9, 18, 28, eerste lid, onderdeel a, en tweede lid, 43, 59, eerste en derde lid, 60, eerste lid, en 86» vervangen door: 43, 59, eerste en derde lid, en 60, eerste lid.
VI
In artikel XXV, onderdeel E, eerste onderdeel, wordt «20, eerste lid,» vervangen door: 20, eerste lid, 27, tweede lid, 28, derde lid, 30, eerste lid,.
VII
In artikel XXV, onderdeel F, wordt «belasting op leidingwater en» vervangen door: belasting op leidingwater, afvalstoffenbelasting en.
VIII
Artikel XXXVIc wordt als volgt gewijzigd:
1. De zinsnede «31 december 2011» wordt telkens vervangen door: 31 december 2012.
2. De zinsnede «van het jaar 2011» wordt telkens vervangen door: van het jaar 2012.
3. De zinsnede «31 december 2014» wordt telkens vervangen door: 31 december 2015.
IX
Artikel XXXVIf, eerste lid, komt te luiden:
1. Indien het bij koninklijke boodschap van 24 juli 2010 ingediende voorstel van wet tot wijziging van een aantal wetten ter invoering van de van rechtswege verleende vergunning (Verzamelwet van rechtswege verleende vergunning) (Kamerstukken 32 454) tot wet is of wordt verheven en die wet eerder in werking is getreden of treedt dan deze wet, wordt aan artikel XXV, onderdeel E, van deze wet een onderdeel toegevoegd, luidende:
3. In het vierde lid vervallen de onderdelen a tot en met c, onder verlettering van de onderdelen d en e tot onderdelen a en b.
De inwerkingtreding van de afschaffing van de afvalstoffenbelasting en de grondwaterbelasting treedt ingevolge dit amendement een jaar later in werking. Hierdoor valt de inwerkingtreding samen met de afschaffing van de belasting op leidingwater en de verpakkingenbelasting, hetgeen technische wijzigingen van de artikelen XXIV, XXV, XXXVIc en XXXVIf vergt. Door artikel XXIV te laten vervallen en de wijzigingen die in dat artikel stonden direct in artikel XXV te verwerken, wordt overzichtelijk in één artikel geregeld dat per 1 januari 2013 de afvalstoffenbelasting, de grondwaterbelasting, de belasting op leidingwater en de verpakkingenbelasting komen te vervallen.
Door de afvalstoffenbelasting (€ 43 miljoen) en de grondwaterbelasting (€ 179 miljoen) per 2013 in plaats van per 2012 af te schaffen, levert dit in 2012 eenmalig € 222 miljoen op. Deze opbrengst zal worden ingezet om de tijdelijke willekeurige afschrijving met een jaar te verlengen. De tijdelijke willekeurige afschrijving is geregeld in artikel 13 van de Uitvoeringsregeling willekeurige afschrijving 2001. Dit artikel zal dan aan het einde van het jaar per ministeriële regeling moeten worden aangepast.
Schouten