Ontvangen 16 november 2011
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel I, onderdeel A, komt te luiden:
A
In artikel 2.10 wordt de tarieftabel vervangen door:
Bij een belastbaar inkomen uit werk en woning van meer dan |
maar niet meer dan |
bedraagt de belasting het in kolom III vermelde bedrag, vermeerderd met het bedrag dat wordt berekend door het in kolom IV vermelde percentage te nemen van het gedeelte van het belastbare inkomen uit werk en woning dat het in kolom I vermelde bedrag te boven gaat |
|
---|---|---|---|
I |
II |
III |
IV |
– |
€ 18 945 |
– |
1,03% |
€ 18 945 |
€ 33 863 |
€ 195 |
9,70% |
€ 33 863 |
€ 56 491 |
€ 1 642 |
42% |
€ 56 491 |
– |
€ 11 145 |
52% |
II
Artikel I, onderdeel B, komt te luiden:
B
In artikel 2.10a wordt de tarieftabel vervangen door:
Bij een belastbaar inkomen uit werk en woning van meer dan |
maar niet meer dan |
bedraagt de belasting het in kolom III vermelde bedrag, vermeerderd met het bedrag dat wordt berekend door het in kolom IV vermelde percentage te nemen van het gedeelte van het belastbare inkomen uit werk en woning dat het in kolom I vermelde bedrag te boven gaat |
|
---|---|---|---|
I |
II |
III |
IV |
– |
€ 18 945 |
– |
1,03% |
€ 18 945 |
€ 34 055 |
€ 195 |
9,70% |
€ 34 055 |
€ 56 491 |
€ 1 660 |
42% |
€ 56 491 |
– |
€ 11 083 |
52% |
III
Na artikel II, onderdeel A, worden twee onderdelen ingevoegd, luidende:
Aa
In artikel 2.10 wordt de tabel als volgt gewijzigd:
1. Het in kolom IV in de eerste regel genoemde percentage wordt verlaagd met 0,37.
2. Het in kolom IV in de tweede regel genoemde percentage wordt verlaagd met 0,47.
Ab
In artikel 2.10a wordt de tabel als volgt gewijzigd:
1. Het in kolom IV in de eerste regel genoemde percentage wordt verlaagd met 0,37.
2. Het in kolom IV in de tweede regel genoemde percentage wordt verlaagd met 0,47.
IV
Vóór artikel III, onderdeel A, worden twee onderdelen ingevoegd, luidende:
0A
In artikel 2.10 wordt de tabel als volgt gewijzigd:
1. Het in kolom IV in de eerste regel genoemde percentage wordt verlaagd met 0,31.
2. Het in kolom IV in de tweede regel genoemde percentage wordt verlaagd met 0,28.
0aA
In artikel 2.10a wordt de tabel als volgt gewijzigd:
1. Het in kolom IV in de eerste regel genoemde percentage wordt verlaagd met 0,31.
2. Het in kolom IV in de tweede regel genoemde percentage wordt verlaagd met 0,28.
V
Na artikel III wordt een artikel ingevoegd, luidende:
De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1 januari 2015 als volgt gewijzigd:
A
In artikel 2.10 wordt de tabel als volgt gewijzigd:
1. Het in kolom IV in de eerste regel genoemde percentage wordt verlaagd met 0,35.
2. Het in kolom IV in de tweede regel genoemde percentage wordt verlaagd met 0,16.
B
In artikel 2.10a wordt de tabel als volgt gewijzigd:
1. Het in kolom IV in de eerste regel genoemde percentage wordt verlaagd met 0,35.
2. Het in kolom IV in de tweede regel genoemde percentage wordt verlaagd met 0,16.
VI
Artikel V, onderdeel C, komt te luiden:
C
In artikel 20a wordt de tarieftabel vervangen door:
Bij een belastbaar loon van meer dan |
maar niet meer dan |
bedraagt de belasting het in kolom III vermelde bedrag, vermeerderd met het bedrag dat wordt berekend door het in kolom IV vermelde percentage te nemen van het gedeelte van het belastbare loon dat het in kolom I vermelde bedrag te boven gaat |
|
---|---|---|---|
I |
II |
III |
IV |
– |
€ 18 945 |
– |
1,03% |
€ 18 945 |
€ 33 863 |
€ 195 |
9,70% |
€ 33 863 |
€ 56 491 |
€ 1 642 |
42% |
€ 56 491 |
– |
€ 11 145 |
52% |
VII
Artikel V, onderdeel D, komt te luiden:
D
In artikel 20b wordt de tarieftabel vervangen door:
Bij een belastbaar loon van meer dan |
maar niet meer dan |
bedraagt de belasting het in kolom III vermelde bedrag, vermeerderd met het bedrag dat wordt berekend door het in kolom IV vermelde percentage te nemen van het gedeelte van het belastbare loon dat het in kolom I vermelde bedrag te boven gaat |
|
---|---|---|---|
I |
II |
III |
IV |
– |
€ 18 945 |
– |
1,03% |
€ 18 945 |
€ 34 055 |
€ 195 |
9,70% |
€ 34 055 |
€ 56 491 |
€ 1 660 |
42% |
€ 56 491 |
– |
€ 11 083 |
52% |
VIII
Vóór artikel VI, onderdeel A, worden twee onderdelen ingevoegd, luidende:
0A
In artikel 20a wordt de tabel als volgt gewijzigd:
1. Het in kolom IV in de eerste regel genoemde percentage wordt verlaagd met 0,37.
2. Het in kolom IV in de tweede regel genoemde percentage wordt verlaagd met 0,47.
0aA
In artikel 20b wordt de tabel als volgt gewijzigd:
1. Het in kolom IV in de eerste regel genoemde percentage wordt verlaagd met 0,37.
2. Het in kolom IV in de tweede regel genoemde percentage wordt verlaagd met 0,47.
IX
Vóór artikel VII, onderdeel A, worden twee onderdelen ingevoegd, luidende:
0A
In artikel 20a wordt de tabel als volgt gewijzigd:
1. Het in kolom IV in de eerste regel genoemde percentage wordt verlaagd met 0,31.
2. Het in kolom IV in de tweede regel genoemde percentage wordt verlaagd met 0,28.
0aA
In artikel 20b wordt de tabel als volgt gewijzigd:
1. Het in kolom IV in de eerste regel genoemde percentage wordt verlaagd met 0,31.
2. Het in kolom IV in de tweede regel genoemde percentage wordt verlaagd met 0,28.
X
Na artikel VII wordt een artikel ingevoegd, luidende:
De Wet op de loonbelasting 1964 wordt met ingang van 1 januari 2015 als volgt gewijzigd:
A
In artikel 20a wordt de tabel als volgt gewijzigd:
1. Het in kolom IV in de eerste regel genoemde percentage wordt verlaagd met 0,35.
2. Het in kolom IV in de tweede regel genoemde percentage wordt verlaagd met 0,16.
B
In artikel 20b wordt de tabel als volgt gewijzigd:
1. Het in kolom IV in de eerste regel genoemde percentage wordt verlaagd met 0,35.
2. Het in kolom IV in de tweede regel genoemde percentage wordt verlaagd met 0,16.
XI
Na artikel XXI wordt een artikel ingevoegd, luidende:
De Wet op de accijns wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 27 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het derde lid vervalt.
2. In het zesde lid wordt «het toevoegen van herkenningsmiddelen als bedoeld in het derde lid» vervangen door: het toevoegen van bij ministeriële regeling voorgeschreven herkenningsmiddelen.
3. In het zevende lid wordt «het tweede lid en het derde lid» vervangen door: en het tweede lid.
B
In artikel 27a wordt «artikelen 27, eerste tot en met derde lid» vervangen door «artikelen 27, eerste en tweede lid». Voorts wordt «71c, tweede lid, 71e, tweede lid, 71f, tweede lid en 71g, tweede lid» vervangen door: 71c, tweede lid, en 71g, tweede lid.
C
Artikel 28 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «artikel 27, eerste, tweede dan wel derde lid» telkens vervangen door: artikel 27, eerste of tweede lid.
2. In het tweede lid wordt «artikel 27, eerste, tweede dan wel derde lid» vervangen door: artikel 27, eerste of tweede lid.
3. In het derde lid wordt «artikel 27, eerste dan wel derde lid» vervangen door: artikel 27, eerste lid.
D
Artikel 70 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, onderdeel d, vervalt.
2. Het eerste lid, onderdeel e, wordt geletterd d.
3. Het vierde lid vervalt onder vernummering van het vijfde en zesde lid tot vierde en vijfde lid.
4. In het vierde lid (nieuw) wordt «De teruggaaf als bedoeld in het eerste lid, onderdeel e» vervangen door: De teruggaaf als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d.
E
Artikel 71e vervalt.
F
Artikel 71f vervalt.
G
Artikel 84a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «artikel 27, eerste, tweede of derde lid» telkens vervangen door: artikel 27, eerste of tweede lid.
2. In het tweede lid, onderdeel a, wordt «artikel 27, eerste, tweede of derde lid» vervangen door: artikel 27, eerste of tweede lid.
H
In artikel 84b, eerste lid, wordt «artikel 27, eerste, tweede of derde lid» telkens vervangen door: artikel 27, eerste of tweede lid.
I
Artikel 91 komt te luiden:
1. Het is niet toegestaan minerale oliën die zijn voorzien van bij ministeriële regeling voorgeschreven herkenningsmiddelen buiten een accijnsgoederenplaats voorhanden te hebben tezamen met middelen die de afscheiding, opheffing of verandering van die herkenningsmiddelen in deze oliën kunnen bewerkstelligen of bevorderen.
2. Het is niet toegestaan minerale oliën die zijn voorzien van bij ministeriële regeling voorgeschreven herkenningsmiddelen dan wel bestanddelen bevatten van die herkenningsmiddelen, voorhanden te hebben anders dan in tanks die behoren bij afleveringspompen waar minerale oliën worden afgeleverd in de brandstoftanks van andere schepen dan pleziervaartuigen, mits deze schepen in het bezit zijn van en gebruikt worden door degene die de beschikking heeft over de tank.
3. Bij ministeriële regeling kan in bijzondere gevallen ontheffing worden verleend van de in het eerste en tweede lid bedoelde verboden.
XII
Artikel XXIV komt te luiden:
De Wet belastingen op milieugrondslag wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1, onderdeel a, vervalt, onder verlettering van de onderdelen b tot en met f tot a tot en met e.
B
Hoofdstuk II vervalt.
C
Artikel 60 vervalt.
D
In artikel 61 wordt «genoemd in artikel 59, eerste lid, 60, eerste en tweede lid» vervangen door: genoemd in artikel 59, eerste lid.
E
In artikel 62 wordt «artikel 59, eerste lid, onderdeel a, en derde lid, en artikel 60, eerste lid, worden toegepast» vervangen door: artikel 59, eerste lid, onderdeel a, en derde lid, worden toegepast.
F
Artikel 65 vervalt.
G
Artikel 86 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Het tarief per kilogram bedraagt voor in een verpakking verwerkte materiaalsoorten van:
a. aluminium en legeringen van aluminium: |
€ 5,7378 |
b. kunststof: |
€ 2,8398 |
c. overige metalen: |
€ 0,9570 |
d. biokunststof: |
€ 0,4800 |
e. papier en karton: |
€ 0,4800 |
f. glas: |
€ 0,4332 |
g. hout: |
€ 0,1266 |
h. een andere materiaalsoort: |
€ 1,0596 |
2. In het derde lid wordt «€ 0,51» vervangen door: € 3,06.
H
In artikel 90 wordt «8, eerste en derde lid, 9, 18, 28, eerste lid, onderdeel a, en tweede lid, 43, 59, eerste en derde lid, 60, eerste lid, en 86,» vervangen door: 18, 28, eerste lid, onderdeel a, en tweede lid, 43, 59, eerste en derde lid, en 86.
XIII
Artikel XXV komt te luiden:
De Wet belastingen op milieugrondslag wordt met ingang van 1 januari 2013 als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1, onderdeel a, vervalt, onder verlettering van de onderdelen b tot en met e tot a tot en met d.
B
Hoofdstuk III vervalt.
C
In artikel 90 wordt «18, 28, eerste lid, onderdeel a, en tweede lid» vervangen door: 28, eerste lid, onderdeel a, en tweede lid.
D
In artikel 91, eerste lid, vervalt «20, eerste lid».
E
In artikel 92, eerste lid, vervalt «belasting op leidingwater,».
XIV
Na artikel XXV wordt een artikel toegevoegd:
De Wet belastingen op milieugrondslag wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 59 wordt met ingang van 1 januari 2012 als volgt gewijzigd:
1. De in het eerste lid, onderdeel a, als tweede en derde genoemde bedragen worden verhoogd met € 0,00875.
2. De in het eerste lid, onderdeel a, als vierde, vijfde en zesde genoemde bedragen worden verhoogd met € 0,01125.
3. In het eerste lid, onderdeel a, wordt «10 000 000» telkens vervangen door: 3 000 000.
4. De in het eerste lid, onderdeel c, als tweede, derde, vierde en vijfde genoemde bedragen worden verhoogd met € 0,00875.
B
Artikel 59 wordt met ingang van 1 januari 2013 als volgt gewijzigd:
1. De in het eerste lid, onderdeel a, als tweede en derde genoemde bedragen worden verhoogd met € 0,00875.
2. De in het eerste lid, onderdeel a, als vierde, vijfde en zesde genoemde bedragen worden verhoogd met € 0,01125.
3. De in het eerste lid, onderdeel c, als tweede, derde, vierde en vijfde genoemde bedragen worden verhoogd met € 0,00875.
C
Artikel 59 wordt met ingang van 1 januari 2014 als volgt gewijzigd:
1. De in het eerste lid, onderdeel a, als tweede en derde genoemde bedragen worden verhoogd met € 0,00875.
2. De in het eerste lid, onderdeel a, als vierde, vijfde en zesde genoemde bedragen worden verhoogd met € 0,01125.
3. De in het eerste lid, onderdeel c, als tweede, derde, vierde en vijfde genoemde bedragen worden verhoogd met € 0,00875.
D
Artikel 59 wordt met ingang van 1 januari 2015 als volgt gewijzigd:
1. De in het eerste lid, onderdeel a, als tweede en derde genoemde bedragen worden verhoogd met € 0,00875.
2. De in het eerste lid, onderdeel a, als vierde, vijfde en zesde genoemde bedragen worden verhoogd met € 0,01125.
3. De in het eerste lid, onderdeel c, als tweede, derde, vierde en vijfde genoemde bedragen worden verhoogd met € 0,00875.
XV
In artikel XXXVIc vervallen het tweede tot en met vijfde lid alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid.
XVI
Artikel XXXVIe vervalt.
XVII
Artikel XXXVIf wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Indien het bij Koninklijke boodschap van 24 juli 2010 ingediende voorstel van wet tot wijziging van een aantal wetten ter invoering van de van rechtswege verleende vergunning (Verzamelwet van rechtswege verleende vergunning) (Kamerstukken 32 454) tot wet is of wordt verheven en die wet eerder in werking is getreden of treedt dan deze wet, komt artikel XXV, onderdeel D, van deze wet te luiden:
D
Artikel 91 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt «20, eerste lid».
2. In het vierde lid vervallen de onderdelen a en b, onder verlettering van de onderdelen c tot en met e tot onderdelen a tot en met c.
3. In het tweede lid wordt «de onderdelen a tot en met c, onder verlettering van de onderdelen d en e tot a en b» vervangen door: de onderdelen a en b, onder verlettering van de onderdelen c tot en met e tot onderdelen a tot en met c.
Dit amendement laat zien dat het ook in lastige economische tijden goed mogelijk is om toekomstgerichte keuzes te maken. Wij kiezen voor banen en voor duurzaamheid, zodat het ook op lange termijn goed vertoeven blijft in Nederland. In dit amendement schrappen we een aantal fiscale rariteiten waarmee de vervuiler wordt beloond en maken we groene keuzes; dit geld zetten we in voor 1 tot 2% lagere belastingtarieven.
Waarom betaalt een gewone burger een 220 keer zo hoog tarief voor de energiebelasting als de energie-intensieve industrie? Waarom zou je de fossiele energieverslindende bedrijven met 5,8 miljard euro blijven subsidiëren met belastingkortingen op de energiebelasting voor veelgebruikers, terwijl Nederland achteraan loopt op het gebied van duurzame energie? Waarom zou je deze subsidie op fossiele energie niet geleidelijk afbouwen zodat schone energie een eerlijkere kans krijgt? In Duitsland hebben ze de afgelopen 7 jaar al 250 000 banen gecreëerd met hernieuwbare energie. De Europese Commissie verwacht tot 2020 410 000 extra banen in deze sector. Maar wat doet Nederland? Dit kabinet blijft de gevestigde industrie steunen met maarliefst 5,8 miljard euro. Met dit amendement wordt deze fiscale bevoordeling in stapjes tot en met 2015 gehalveerd. Hierdoor neemt de druk toe voor energie-intensieve bedrijven om te investeren in energiebesparing of schone energie, zonder dat meteen de volledige prijs hoeft te worden betaald. Uiteindelijk krijgen op deze manier schone vormen van energie een eerlijke kans en profiteert Nederland ook van de groene banengroei.
Waarom zou je de verpakkingenbelasting afschaffen als je ook de mogelijkheid hebt om effectievere tarieven toe te passen conform het Deense voorbeeld, zodat het echt gaat lonen voor de verpakkingenindustrie om te investeren in duurzame oplossingen?
Waarom zou je de succesvolle afvalstoffenbelasting afschaffen die er immers toe heeft geleid dat meer afval wordt gerecycled in plaats van wordt gestort? En dat nog wel voordat er een goed alternatief is en bijvoorbeeld striktere stortverboden zijn ingevoerd en de bijpassende striktere handhaving is geïmplementeerd.
En waarom worden de vervuilers ontzien met een verlaagd tarief voor de glastuinbouw en een korting op de accijns voor rode diesel?
En waarom zou je dit geld niet inzetten om de belastingtarieven op arbeid nu eindelijk eens echt fors te verlagen in plaats van de belastingverhogingen die dit kabinet toch gewoon weer aan het doorvoeren is?
In dit amendement laten we zien dat er met groene keuzes een forse belastingverlichting op arbeid mogelijk wordt. Door de fiscale rariteiten te schrappen en groene keuzes te maken, maken we het mogelijk de belastingen in de 1e en 2e schijf in 2012 met ongeveer 1% te verlagen en dit loopt op naar een belastingverlaging met ongeveer 2% in 2015.
Dit amendement heeft ook gevolgen voor het wetsvoorstel Overige Fiscale Maatregelen. Daarom wordt gelijktijdig een technisch amendement ingediend op dat wetsvoorstel (zie 33 004, nr. 8).
Onderwerp |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
---|---|---|---|---|
Verhoging verpakkingenbelasting tot het Deense niveau |
1500 |
1800 |
1800 |
1800 |
Niet afschaffen afvalstoffenbelasting |
43 |
43 |
43 |
43 |
Beperken korting op energiebelasting voor grootgebruikers |
800 |
1600 |
2400 |
3200 |
Afschaffen verlaagde accijns rode diesel |
239 |
250 |
263 |
275 |
Afschaffen laag tarief glastuinbouw |
91 |
92 |
93 |
93 |
Totaal lastenverzwaring |
2673 |
3785 |
4599 |
5411 |
Verlaging Belastingtarief 1e schijf met 0,92% 2e schijf met 1,10% |
-/-2673 |
|||
Verlaging Belastingtarief 1e schijf met 1,29% en 2e schijf met 1,57% |
-/-3785 |
|||
Verlaging Belastingtarief 1e schijf met 1,6% en 2e schijf met 1,85% |
-/-4599 |
|||
Verlaging Belastingtarief 1e schijf met 1,95% en 2e schijf met 2,01 % |
-/-5411 |
|||
Totaal lastenverlichting op arbeid |
– 2673 |
– 3785 |
– 4599 |
– 5411 |
Totaal aanpassing |
0 |
0 |
0 |
0 |
Artikelsgewijs
Onderdelen I tot en met X
Met de wijzigingen in onderdelen I tot en met X wordt beoogd het tarief van de eerste en de tweede schijf in de loon- en inkomstenbelasting in vier jaar stapsgewijs te verlagen van 1,95% en 10,80% naar nihil respectievelijk 8,79%. Omdat de tabelcorrectiefactor voor de jaren 2013–2015 nog niet bekend is, zijn voor die jaren geen tarieftabellen opgenomen, maar is alleen de verlaging van het tarief genoemd. Deze tariefsverlaging dient te worden meegenomen in de tarieftabellen die in verband met de inflatiecorrectie van artikel 10.1 van de Wet IB 2001 per 1 januari 2013, per 1 januari 2014 en per 1 januari 2015 opnieuw worden vastgesteld.
Onderdeel XI
De wijzigingen in onderdeel XI , die zien op de Wet op de accijns, strekken ertoe het verlaagde tarief voor halfzware olie en gasolie die zijn voorzien van herkenningsmiddelen – het betreft hier vooral de zogenoemde rode diesel – te verhogen naar het niveau dat geldt voor halfzware olie en gasolie (diesel) die in het wegverkeer en de pleziervaart worden gebruikt. Daarnaast komt op grond van deze wijziging de zogenoemde grootverbruikersregeling te vervallen.
Voor het vervallen van artikel 71e van de Wet op de accijns, zie onderdeel XII.
Onderdelen XII en XIII
De onderdelen uit artikel XXIV die zien op het afschaffen van de afvalstoffenbelasting worden ingevolge dit onderdeel verwijderd.
In artikel 60 van de Wet belastingen op milieugrondslag en artikel 71e van de Wet op de accijns worden verlaagde tarieven gehanteerd voor aardgas dat bestemd is voor verwarming ter bevordering van het groeiproces van tuinbouwproducten. Indien geen aardgasaansluiting aanwezig is, geldt bij dezelfde bestemming een verlaagd accijnstarief voor een aantal soorten minerale oliën in de vorm van een teruggaafregeling. Met het vervallen van artikel 60 van de Wet belastingen op milieugrondslag en artikel 71e van de Wet op de accijns worden bovengenoemde verlaagde tarieven voor aardgas en teruggaafmogelijkheden voor minerale oliën afgeschaft. Met het vervallen van artikel 60 dient ook de in de artikelen 61, 62 en 90 van de Wet belastingen op milieugrondslag opgenomen verwijzing naar dat artikel te worden aangepast.
Met het vervallen van artikel 65 komt de vrijstelling voor het gebruik boven 10 miljoen kWh voor energie-intensieve bedrijven die energie-efficiency afspraken hebben met de Rijksoverheid te vervallen.
De onderdelen uit artikel XXV die zien op het afschaffen van de verpakkingenbelasting worden ingevolge dit onderdeel eveneens verwijderd. In plaats daarvan worden de tarieven verzesvoudigd, hiertoe strekt de wijziging van artikel 86 van de Wet belastingen op milieugrondslag.
Onderdeel XIII
De wijziging van artikel 59 van de Wet belastingen op milieugrondslag betreft het in vier jaar verhogen van de tarieven op aardgas en elektriciteit. Dit geldt voor de tarieven vanaf de tweede schijf.
Onderdelen XV tot en met XVII
De overgangsbepalingen en samenloopbepalingen die zien op het afschaffen van de afvalstoffenbelasting worden verwijderd. Tevens worden de samenloopbepalingen aangepast die zowel op het afschaffen van de afvalstoffenbelasting als het afschaffen van de grondwaterbelasting zien.
Braakhuis