Ontvangen 13 december 2011
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
De begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
I
In artikel 43 Arbeidsverhoudingen worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 100 (x € 1 000).
II
In artikel 98 Algemeen worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 100 (x € 1 000).
Dit amendement reserveert 100 000 euro voor de installatie van een commissie die aanbevelingen doet over vernieuwingen van de wetgeving betreffende vakbonden en de polderstructuur.
Het belang van vakbonden staat als een paal boven water. Zij bieden tegenwicht aan de onderhandelingsmacht van werkgevers en verlagen de transactiekosten via CAO’s. Juist om deze belangrijke taken adequaat te blijven uitoefenen, moet de vakbondsstructuur meegroeien met de tijd.
De positie van vakbonden staat helaas onder druk. Het ledenaantal daalt en is geen goede afspiegeling van de samenleving. Zo is het percentage vakbondsleden op de beroepsbevolking in dertig jaar tijd teruggelopen van 35 tot 22 procent. Ook daalde het aandeel vakbondsleden jonger dan 25 jaar in de afgelopen twee decennia van 10 procent naar 4 procent. Tot slot is maar één op de drie vakbondsleden een vrouw.
De wet op de CAO stamt uit 1927, deze is toe aan modernisering. De commissie doet hierover aanbevelingen. Een optie waarnaar wordt gekeken is het stemrecht. Dit is de mogelijkheid voor werknemers om te stemmen over welke vakbond namens hen de CAO-onderhandelingen voert. Ook onderzoekt de commissie toetredingsbarrières voor nieuwe vakbonden. Tot slot worden de financieringsstructuren geanalyseerd.
Indien dit amendement wordt aangenomen, doet de minister een voorstel aan de Tweede Kamer over de exacte taakopdracht en de beoogde commissieleden. De dekking voor dit amendement wordt gevonden in de uitgaven aan onderzoek en beleidsinformatie van artikel 98 waarin een budget van 5,4 miljoen zit.
Koşer Kaya