Voorgesteld 14 december 2011
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat de beheersraad van de ILO in juni 2011 een nieuw verdrag (ILO Convention 189) ter bescherming van huishoudelijk werkers heeft aangenomen;
constaterende, dat de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de Kamer in juni 2011 liet weten dat Nederland ILO Verdrag 189 waarschijnlijk niet zal ratificeren, omdat hij de gevolgen voor de Nederlandse situatie onwenselijk vindt;
constaterende, dat dit verdrag echter ook kinderarbeid in dienst van huishoudens aanpakt;
overwegende, dat wereldwijd 15 tot 30 miljoen kinderen slachtoffer zijn van kinderarbeid in dienst van huishoudens;
overwegende, dat Nederland in zijn buitenlandbeleid en mensenrechtenstrategie kiest voor een proactieve rol bij de bestrijding van kinderarbeid;
van mening dat het signaal dat uitgaat van niet ratificeren van de Conventie, schadelijk is voor de aanpak van kinderarbeid;
verzoekt de regering om ILO Verdrag 189 te ratificeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Ortega-Martijn
Voordewind