Vastgesteld 24 november 2011
De vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie1 heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie inzake de Internetbijlagen bij de Begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.
De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 23 november 2011. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie,
Van der Ham
Adjunct-griffier van de commissie,
Peen
1
Kan de regering per nieuwe operationele doelstelling de netto mutatie ten aanzien van de in 2011 geraamde uitgaven voor de relevante oude operationele doelstelling benoemen?
Voor alle nieuwe operationele doelstellingen zijn in de tabel «budgettaire gevolgen van beleid» conform de Rijksbegrotingsvoorschriften ook de budgetten voor 2010 en 2011 opgenomen. In het verdiepingshoofdstuk is een was/wordt-tabel opgenomen die de aansluiting geeft tussen de oude begrotingsindeling en de nieuwe indeling. De budgetten voor 2010 en 2011 zijn de budgetten na de conversie van de oude begrotingsindeling naar de nieuwe indeling. De bijbehorende begrotingsmutaties worden weergegeven bij de beantwoording van vraag 2.
2
Kan de regering een financiële bijlage opstellen ten aanzien van de conversietabel waarin de geldstromen worden weergegeven?
Zie bijlage.2
3
De regeling stimulering duurzame visserijgebieden kent in 2010 22 toekenningen. Waarom zijn er in het subsidieoverzicht voor 2010 geen kosten opgenomen?
In het subsidieoverzicht over 2010 zijn alleen de rijksbijdragen opgenomen. Voor de regeling stimulering duurzame visserijgebieden is de nationale cofinanciering een provinciale bijdrage.
4
Hoeveel aanvragen zijn er in 2010 gehonoreerd op het gebied van aquacultuur? Op basis van welke criteria zijn deze aanvragen getoetst?
In 2010 zijn er geen aanvragen gehonoreerd onder de regeling investeringen in aquacultuur. Het bedrag in het subsidieoverzicht betreft de betaalde bedragen van aanvragen die openstelling 2008 zijn toegekend.
Een beoordelingscommissie heeft de projecten beoordeeld op basis van onderstaande criteria:
– indien het een aanvraag van een kleine of micro-onderneming betreft;
– de mate waarin de aanvrager van het project of een ander bestuursorgaan dan de Minister financieel bijdraagt aan het project waarop de subsidie betrekking heeft.
5
Wat wordt er beoogd met de subsidie kwaliteit, rendement en nieuwe markten visserij? Wat wordt hieruit bekostigd? Wat is de aanleiding voor de forse verhoging van het budget en welke operationele doelen zijn hieraan gekoppeld?
Deze subsidie beoogt het duurzame vermogen in de visketen te stimuleren. Hierbij is te denken aan ecologische, economische en sociale duurzaamheid. Een voorbeeld is een betere prijs-kwaliteit verhouding of het verkennen van nichemarkten.
In 2009 is aan 5 projecten subsidie verleend voor de verbetering van de kwaliteit van visserijproducten en het ontwikkelen van nieuwe markten voor visserijproducten om de vermarkting van vis te bevorderen. Volgens planning zullen de uitgaven voor het grootste deel in 2012 plaatsvinden, vandaar de verhoging van het budget 2012.
De operationele doelen zijn:
– het bevorderen van de kwaliteit en het rendement van visserijproducten
– meer duurzaam karakter van projecten stimuleren
– groter uitstralingseffect van projecten bevorderen
6
Waarom loopt de regeling draagvlak duurzaam voedsel af, en wat zijn de resultaten van dit programma? Waar wordt het budget in 2012 aan besteed en wat zijn de afrekenbare doelen hiervan?
In 2010 is er een pilot geweest met de Regeling Draagvlak duurzaam voedsel. Op 22 maart 2011 heb ik u gemeld dat er dit jaar geen financiële middelen beschikbaar zijn voor openstelling van de regeling draagvlak duurzaam voedsel (TK 20 487, nr. 37). Ook in 2012 zijn er geen middelen voor een regeling gereserveerd. Dit is in lijn met het kabinetsbesluit om het aantal subsidies te verminderen. De evaluatie van de pilot heeft u op 14 juni 2011 (TK 30 825, nr. 8) ontvangen. Daarin zijn de eerste resultaten van de pilot opgenomen. Het budget voor deze regeling is opgevoerd als bezuiniging en is niet aan andere doelen besteed.
7
Welke innovaties worden er gefinancierd met de Innovatiesubsidies? Welke criteria worden er gebruikt bij het toekennen van deze subsidie? Welke duurzaamheidswinst is er geboekt en wordt er in de toekomst beoogd met deze subsidies?
Het betreft in eerdere jaren gestarte projecten met totaaluitgaven van € 2,8 mln. in 2012. Er worden subsidies verstrekt, onder andere voor Innovatie educatie biodiversiteit (€ 1,1 mln.). Daarnaast zijn er opdrachten aanbesteed voor zogenaamde SBIR-projecten (Small Business Innovation Research, € 1,4 mln.). De onderwerpen waarop de SBIR’s zijn aanbesteed waren: biobased economy, natuurvriendelijk werken, recreatie en ruimte en vervanging van dierlijke eiwitten.
De criteria die bij de beoordeling van SBIR’s worden gehanteerd zijn:
1. Impact op de vraagstelling, hoe groot de bijdrage is aan het oplossen van het maatschappelijk vraagstuk
2. Ondernemerschap, in welke mate de aanbieder de juiste partij is om zowel de ontwikkeling als de marktintroductie van de innovatie succesvol te laten verlopen.
3. Innovatie, de mate van innovativiteit van het te ontwikkelen product.
4. Economisch perspectief, de kans dat het product succesvol op de markt kan worden gebracht.
5. Ecologische en sociale aspecten, de mate waarin het project bijdraagt aan andere maatschappelijke aspecten die niet door het criterium Impact worden gedekt.
6. Kwaliteit van de offerte en het project
Over het uiteindelijk resultaat en daarmee de duurzaamheidswinst van deze nog lopende SBIR’s, is gezien het feit dat het resultaat nog niet beschikbaar is, nog niets bekend.
8
Waaraan wordt de subsidie Kroondomeinen uitgegeven? Wat zijn de doelstellingen van deze subsidie en waarom stijgt het budget?
Binnen de subsidie Kroondomein wordt aan de Kroondrager conform de Wet op het Kroondomein subsidie gegeven voor beheer en instandhouding van het Kroondomein. Bij het verstrekken van deze subsidie wordt nauw aangesloten bij vigerende subsidies voor (agrarisch) natuurbeheer. De stijging van het budget is primair te verklaren doordat provincies de overstap van het Programma beheer naar het Subsidiestelsel natuur- en landschapsbeheer hebben doorgevoerd.
Jacht en wildbeheer worden niet gesubsidieerd.
9
Waarom heeft een kasschuif plaatsgevonden voor Natura2000? Welke uitgaven verwacht de regering in het kader van Europees verplichte implementatie concreet te doen in 2012?
De oorspronkelijke planning van de Natura 2000 implementatie, met bijbehorende begroting ging uit van afronding van het grootste deel van aanwijzingen en beheerplannen in 2011. Echter vanwege vertraging a.g.v. voornamelijk de stikstofproblematiek is deze planning uitgelopen naar de jaren 2011 en 2012. Om de kosten te dekken was te weinig kasbudget voorhanden.
Naar verwachting zijn alle gebieden in 2012 aangewezen en wordt voor zo veel mogelijk gebieden het beheerplan vastgesteld. Dit brengt met zich mee dat er kosten gemaakt worden voor de laatste aanwijzingsbesluiten en eventuele beroepsprocedures tegen de vastgestelde aanwijzingsbesluiten.. Daarnaast worden kosten gemaakt voor het opstellen van de beheerplannen, de laatste betalingen als tegemoetkoming in de kosten hiervan aan provincies (toezegging uit 2007) en de inspraakgerelateerde kosten voor de beheerplannen.
10
Kan de regering toelichten waarom de prestaties met betrekking tot milieukwaliteit en de bufferzones in het kader van het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) neerwaarts zijn bijgesteld in 2011, 2012 en 2013? Betreft deze bijstelling een nieuwe maatregel?
Dit is op basis van het beleidsprogramma «Mooi Nederland» van het kabinet Balkenende IV. Deze middelen worden ingezet om resterende verplichtingen van dit programma, dat inmiddels is beëindigd, uit te financieren.
11
Hoe ziet de intensivering van het toezicht van de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit (nVWA) er in de praktijk uit? Hoe worden de middelen, die beschikbaar zijn gesteld in het kader van de intensivering van de nVWA, besteed in 2012?
Voor handhaving van Europese regelgeving is de bijdrage van EL&I in 2012 met € 5 mln verhoogd. Deze middelen worden ingezet voor de toezichtscapaciteit op onder meer het toezicht bij diertransporten, I&R en (natuur)subsidies. Daarenboven is voor de intensivering van het toezicht op antibioticagebruik € 1 mln extra beschikbaar gesteld. De totale EL&I bijdrage aan nVWA ligt in 2012 met deze intensivering wel lager dan in de voorliggende jaren.
12
Waarom wordt voor 2012 de bijdrage aan de nVWA met € 5 miljoen verhoogd? Welke uitgaven verwacht de regering in 2012 concreet te doen? Welke activiteiten gaat de nVWA uitvoeren in het kader van handhaving van Europese regelgeving?
De totale bijdrage aan nVWA ligt in 2012 en verder lager dan in de voorliggende jaren. Via inzet op innovatie van Europese regelgeving en toezicht moet deze besparing ingevuld worden. In afwachting hiervan is de EL&I bijdrage aan de nVWA in 2012 met € 5 miljoen verhoogd. Deze middelen worden ingezet op toezichtsdomeinen van nVWA waarvoor EU verplichtingen gelden. Dit betreft bijna alle toezichtsdomeinen.
13
Kan de regering via een financiële bijlage bij de in de internetbijlage geleverde transponeringstabel aangeven per genoemd artikel waar precies de voorheen geraamde middelen voor de desbetreffende begrotingsartikelen van het voormalig ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit terecht zijn gekomen in de nieuwe begrotingsartikelen, en of er sprake is van een mutatie in de hoogte van de uitgaven?
Zie Bijlage.2
14
Waarom bevat het subsidieoverzicht in de internetbijlage, behorende bij de begroting van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, een aantal subsidieregelingen die ramingen bevatten tot en met 2016, terwijl de evaluatiemomenten in het verleden liggen (bijvoorbeeld in 2007 en 2010)? Hebben deze subsidies geen einddatum? Zo nee, hoe verhoudt zich dit tot de motie van het lid Van As (Kamerstuk 29 200, nr. 40) voor alle subsidies een einddatum moet worden vastgesteld, tenzij deze wordt geëvalueerd?
In het subsidieoverzicht zijn de meerjarige budgetten weergegeven die gereserveerd zijn voor de betreffende subsidieregelingen. In een aantal gevallen betreft het de meerjarige uitfinanciering van reeds gesloten subsidieregelingen. In andere gevallen betreft het subsidies die per jaar worden verstrekt maar waarvoor wel meerjarig budget is gereserveerd. In de meeste gevallen is het toekomstige evaluatiemoment opgenomen. In een paar gevallen is ervoor gekozen het meest recente evaluatiemoment in het verleden op te nemen.
15
In de internetbijlage bij de Miljoenennota 2012 wordt op pagina 99 gemeld dat er reeds € 80 miljoen is terugbetaald aan de Europese Commissie wegens «apurement». Welke bedragen verwacht de regering aanvullend op deze € 80 miljoen aan «apurement» te besteden?
In verband met mogelijke toekomstige financiële correcties wordt in 2011 € 60 mln in de interne begrotingsreserve gestort. Deze storting houdt verband met mogelijke financiële correcties die in 2012 door de Europese Commissie worden opgelegd op door Nederland ingediende declaraties over 2008 en 2009 ten laste van het Europees Landbouw Garantie Fonds en het Europees Landbouw Fonds voor Plattelandsontwikkeling. Het gaat om voorgenomen correctievoorstellen van de Europese Commissie die nog niet in een definitief besluit zijn omgezet. Over deze correctievoorstellen is Nederland in onderhandeling met de Europese Commissie. De verwachting is dat de Europese Commissie in 2012 een besluit neemt over definitieve correcties.