Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 februari 2012
Hierbij stuur ik u naar aanleiding van uw schriftelijke verzoek van 7 februari 2012 een overzicht van de stand van zaken van de door u aangeleverde moties (bijlage 1).
Met betrekking tot de toezeggingen stuur ik u als aanvulling op mijn brief van
25 november 2011 (TK 33 000 XIII, nr. 56) in bijlage 2 de stand van zaken van de recent gedane toezeggingen.
De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker
Motie van het lid Snijder-Hazelhoff c.s. (Kamerstuk 29 383, nr. 168)
Verzoekt de regering de opslag van kuilgras en maïs niet meer aan te merken als zijnde bodemrisico en daarmee uit het besluit artikel 3.47 en uit de regeling artikel 3.66 te halen,
Deze motie is ingediend bij het VAO Agrarische activiteiten in besluit regels inlichtingen milieubeheeren hoort tot de primaire verantwoordelijkheid van de staatssecretaris van I&M.
Motie van de leden Snijder-Hazelhoff en Koopmans (Kamerstuk 29 383, nr. 169)
Roept de regering op in overleg met het (advies)bedrijfsleven en gemeenten gezamenlijk te werken aan de uitwerking van Actieplan Ammoniak Veehouderij waarbij alle onduidelijkheden worden weggenomen en de Kamer daar voor 1 december 2011 over te berichten.
Deze motie is ingediend bij het VAO Agrarische activiteiten in besluit regels inlichtingen milieubeheeren hoort tot de primaire verantwoordelijkheid van de staatssecretaris van I&M.
Motie van de leden Dijkgraaf en Snijder-Hazelhoff (Kamerstuk 29 383, nr. 164)
Verzoekt de regering in overleg met de sector frequent voorkomende laad- en losactiviteiten op agrarische bedrijven ook onder de uitzonderingsbepaling voor tuinbouwgroepsvervoer te laten vallen.
Deze motie is ingediend bij het VAO Agrarische activiteiten in besluit regels inlichtingen milieubeheeren hoort tot de primaire verantwoordelijkheid van de staatssecretaris van I&M.
Motie van de leden Koopmans en Snijder-Hazelhoff (Kamerstuk 21 501-32, nr. 569)
Verzoekt de regering, voor de categorie ondernemers die naar koloniehuisvesting wilden omschakelen een tijdelijke voorziening te treffen en dit te bespreken met de Europese Commissie.
De beoordeling van de aanvragen voor een tijdelijke voorziening, waaronder van ondernemers die willen omschakelen naar koloniehuisvesting, bevindt zich in de afrondende fase. Ik zal de Tweede Kamer hierover zo spoedig mogelijk per brief informeren.
Motie van de leden Koopmans en Snijder-Hazelhoff (Kamerstuk 33 037, nr. 3)
Verzoekt de regering indien CDM aangeeft dat uitspoelingsrisico na ontsmetten vergelijkbaar is met vanggewas, onmiddellijk de regels aan te passen en niet te wachten op het 5e Actieprogramma Nitraat.
Advies van CDM is onlangs ontvangen. Ik zal in maart met een reactie komen.
Motie van de leden Koopmans en Snijder-Hazelhoff (Kamerstuk 33 000 XIII, nr. 117)
Verzoekt de regering ter realisatie van stikstofreductie de PAS-middelen prioritair in te zetten voor stikstofreductiemaatregelen via veevoerspoor, huisvesting (zowel nieuwe integraal duurzame stallen als bestaande stallen) en mesttoedieningstechnieken en de resterende PAS-middelen alleen in te zetten voor herstelmaatregelen die aantoonbaar en noodzakelijk zijn voor de ontwikkelruimte.
Deze motie is in uitvoering. Ik verwijs u ook naar mijn brief van 13 februari 2012.
Motie van de leden Koopmans en Snijder-Hazelhoff (Kamerstuk 29 383, nr. 158)
Verzoekt de regering het Activiteitenbesluit op de volgende punten aan te passen:
De Regeling
– Opslag vloeibare (mest)stoffen in tanks
In paragraaf 4.1.1 en 4.1.3.1 van de regeling vloeibare kunstmeststoffen opnemen als uitzondering door toe te voegen: niet zijnde vloeibare kunstmeststoffen.
Voor de opslag van vloeibare kunstmeststoffen de huidige voorschriften uit paragraaf «2.3 Opslag en verwerking kunstmeststoffen» van het Besluit glastuinbouw continueren en toepassen voor de hele agrarische sector.
Het Besluit
– Geen aanvullende (intrede-)keuringen gaan eisen voor tanks van na 2000 tot het moment dat het Besluit Landbouw van kracht werd in december 2006
Dit door toevoeging van lid b aan artikel 6.10 lid 1 van het besluit.
1. Ten aanzien van een bovengrondse stationaire opslagtank met vloeibare brandstoffen, of afgewerkte olie aanwezig op een agrarisch bedrijf, geïnstalleerd tussen 1 januari 2000 en 31 december 2006, zijn artikel 4.15, eerste lid en de in artikel 4.15, tweede lid, genoemde voorschriften 4.2.6 met betrekking tot de gecertificeerde overvulbeveiliging en 4.3.1 met betrekking tot het installatiecertificaat, 4.3.2 met betrekking tot de constructie-eisen voor opvangbakken, 4.5.2 uit PGS 30 en artikel 4.15 zesde lid tot 1 januari 2015 niet van toepassing.
– PGS/BRL
Het besluit artikel 1.7 Lid 3 als volgt aan te passen: Bij ministeriële regeling worden in overeenstemming met Onze Minister van Verkeer en Waterstaat regels gesteld omtrent de bij de toepassing van dit besluit in acht te nemen tekst van:
a. de bij of krachtens dit besluit genoemde niet publiekrechtelijke regelingen;
b. onder voorwaarde dat alleen naar een niet-publiekrechtelijke regeling kan worden verwezen indien vast staat dat er onder de belanghebbende partijen consensus is over de inhoud en de praktische toepasbaarheid;
c. de NeR;
d. de NRB.
– Kleine glasopstanden
Aanpassing van een tweetal artikelen te weten:
Artikel 6.24k van het besluit: Artikel 3.60 tweede, derde en vierde lid zijn niet van toepassing op bedrijven met substraatteelt met een glasoppervlak kleiner dan 2 500 vierkante meter en artikel 6.24 m van het besluit: Artikel 3.66, eerste lid, onderdeel a, is niet van toepassing op bedrijven met grondgebonden teelt met een glasoppervlak kleiner dan 2 500 vierkante meter.
– Geluid
Het besluit, artikel 2.18 lid 3: Bij het bepalen van het maximaal geluidsniveau LAmax, bedoeld in artikel 2.17, blijft buiten beschouwing het geluid als gevolg van:
c. laad- en losactiviteiten in de periode tussen 19.00 en 06.00 uur ten behoeve van de aan- en afvoer van producten bij inrichtingen als bedoeld in artikel 2.17, vijfde en zesde lid.
– Dekwassers
Het besluit, artikel 2.18 lid 3. Bij het bepalen van het maximaal geluidsniveau LAmax, bedoeld in artikel 2.17, blijft buiten beschouwing het geluid als gevolg van:
e. activiteiten in de periode tussen 19.00 en 06.00 uur ten behoeve van het wassen van kasdekken bij inrichtingen als bedoeld in artikel 2.17, vijfde en zesde lid.
– Lozingen glastuinbouw
Aan het besluit toe te voegen dat artikel 2.2, eerste en tweede lid tot tien jaar na inwerkingtreding van het besluit niet van toepassing zijn op het lozen van brijn van omgekeerdeosmose-installaties op grondwater voor zover deze worden toegepast in aanvulling op een regenwateropslag van minimaal 500 m3 per ha.
– Antihagelkanon
Voor het gebruik van hagelkanonnen een passend en in de praktijk werkbaar maatwerkregime uit te werken, zodat bevoegd gezag deze laagdrempelig kan toepassen.
– Assimilatiebelichting
Het besluit, artikel 3.56 en 3.57 voorzien van een passend en in de praktijk werkbaar maatwerkregime, zodat bevoegd gezag deze laagdrempelig kan toepassen.
– Uitzondering van glastuinbouw voor artikel 2.16 stimulering openbaar vervoer.
Deze motie is ingediend bij het VAO Agrarische activiteiten in besluit regels inlichtingen milieubeheeren hoort tot de primaire verantwoordelijkheid van de staatssecretaris van I&M.
Motie van het lid Waalkens c.s. (Kamerstuk 28 286, nr. 285)
Verzoekt de regering om ook de aanbeveling met betrekking tot prikkeldraad over te nemen en te komen met een maatregelenpakket voor het uitfaseren van prikkeldraad als omheining van paardenweiden;
verzoekt de regering daarbij een leidraad te ontwikkelen voor het gebruik van alternatieven passend in het landschap.
Over de uitvoering van deze motie heb ik u geïnformeerd in mijn brief van 20 mei 2011 (Kamerstuk 28 286 nr. 508).
Motie van de leden Thieme en Van Dekken (Kamerstuk 31 923, nr. 16)
Verzoekt de regering per direct de koloniehuisvesting te verbieden.
Deze motie is bij de stemmingen op 27 september 2011 door een meerderheid van de Tweede Kamer verworpen.
Motie van het lid Van Dekken (Kamerstuk 30 168, nr. 27)
Verzoekt de regering de Kamer voor 1 september 2011 te berichten op welke wijze de nVWA haar werkwijze op het terrein van dierproeven zal wijzigen zodanig dat er wel overzicht is en genoeg informatie beschikbaar om echte controle uit te kunnen oefenen.
Deze motie is ingediend bij het VAO Dierproevenbeleiden hoort tot de primaire verantwoordelijkheid van de minister van VWS.
Motie van de leden Jacobi en Van Veldhoven (Kamerstuk 21 501-32, nr. 552)
Verzoekt de regering in de onderhandelingen over het nieuwe gemeenschappelijk landbouwbeleid zich duidelijk uit te spreken tegen herkoppeling van steun aan productie.
Motie bevestigt het kabinetsstandpunt en wordt uitgevoerd.
Motie van de leden Jacobi en Wolbert (Kamerstuk 21 501-32, nr. 482)
Verzoekt de regering deze benoeming ongedaan te maken en een transparante en zorgvuldige procedure op te stellen (aanstelling M. Calon als speciaal adviseur bij DR).
Afgedaan. De heren Blauw en Korff zijn als adviseurs door mij aangesteld. Op 10 november 2011 heb ik het rapport naar uw Kamer gestuurd (Kamerstuk 29 246, nr. 24) waarover met uw Kamer is gesproken. De heren Blauw en Korff blijven voorlopig als adviseur verbonden om toe te zien hoe de aanbevelingen in hun rapport door DR worden uitgevoerd. Hierover rapporteren zij rechtstreeks aan mij. Zoals toegezegd kom ik in april 2012 met een stand-van-zaken brief.
Motie van het lid Jacobi (Kamerstuk 21 501-32, nr. 432)
Verzoekt de regering, ook veevoer toe te voegen aan de pilots naming-and-shaming.
Afgedaan met brief van minister van VWS op 14 april 2011 (Kamerstuk 26 991, nr. 314).
Motie van de leden De Mos en Koopmans (Kamerstuk 33 000 XIII, nr. 121)
Verzoekt de regering zich in Europees verband ervoor hard te maken dat de Nitraatrichtlijn rekening houdt met genoemde aspecten, in de periode heden tot 2017 en het eerstvolgende actieprogramma;
verzoekt de regering tevens bij de Europese Commissie aan te dringen op integratie van richtlijnen welke hetzelfde doel beogen, zoals de Nitraatrichtlijn, de Kaderrichtlijn Water en de Grondwaterrichtlijn, tot één doelrichtlijn waarbij de genoemde aspecten centraal staan en die qua normstelling een versoepeling ten opzichte van de oude Nitraatrichtlijn moet inhouden;
verzoekt de regering voorts middels een jaarlijkse voortgangsrapportage de Kamer te informeren over de stappen die zij zet in Europa ter uitvoering van deze motie.
De primaire verantwoordelijkheid voor deze motie ligt bij de staatssecretaris van I&M, aangezien deze motie gaat over afschaffen van Nitraatrichtlijn.
Motie van het lid De Mos (Kamerstuk 33 000 XIII, nr. 122)
Verzoekt de regering zich in te zetten op herstructurering van de tuinbouwsector en de Kamer over de behaalde resultaten te berichten.
Uitwerking van deze motie wordt meegenomen in de visie tuinbouw.
Motie van de leden Koppejan en Lodders (Kamerstuk 30 862, nr. 57)
Verzoekt de regering, het regeerakkoord inzake het niet ontpolderen van de polder Albrandswaard onverkort uit te voeren;
verzoekt de regering, in samenspraak met de provincie Zuid-Holland en de gemeente Albrandswaard te komen tot een oplossing die draagvlak heeft onder de lokale bevolking
De heer Heijkoop heeft zijn «visiedocument het Buijtenland van Rhoon » op 25 januari jl. aangeboden aan wethouder van Praag en gedeputeerde Veldhuijzen. Daarin heeft hij de toekomstige rol voor de agrariërs bij de realisatie van de beoogde doelen in het Buijtenland van Rhoon uitgewerkt. Deze visie is een goede bouwsteen voor de totstandkoming van een inrichting- en beheerplan. De gemeente en de provincie hebben de visie voor commentaar voorgelegd aan de streek. Het Rijk heeft advies gegeven aan de provincie inzake het advies. Het kabinet verwacht dat de agrariërs een goede bijdrage kunnen leveren aan de transformatie van het landbouwgebied naar natuur- en recreatiegebied.
Motie van de leden Lodders en Koppejan (Kamerstuk 30 862, nr. 55)
Verzoekt de regering, te bewerkstelligen dat de polders Zuidoord en de Zuiderdieppolder niet worden ontpolderd en de agrarische functie te behouden.
Ik heb de provincie Zuid-Holland op 2 december 2011 geschreven dat de ontpoldering van polder Zuidoord en de Zuiderdieppolders (Oost en West) niet noodzakelijk is voor de realisatie van internationale doelen. Inmiddels is ook de provincie Zuid-Holland geen voorstander meer van ontpoldering, op 25 januari jl. heeft Provinciale Staten het inpassingsplan «Deltanatuur polder Zuidoord Bernisse» ingetrokken.
Motie van de leden Dijkgraaf en Koopmans (Kamerstuk 30 825, nr. 103)
Verzoekt de regering bij de (financiële) invulling van het deelakkoord met de provincies de keuzes ten aanzien van kwaliteit en kwantiteit van natuurgebieden zo te maken dat het beschikbare budget voldoende is voor waarborgen van het beheer.
Deze motie is meegenomen naar de onderhandelingen met de provincies over het decentralisatieakkoord natuur. Bij de uitwerking van het akkoord onder verantwoordelijkheid van de provincies zal dit een vervolg krijgen. Ik verwijs u ook naar mijn brief van 10 februari jl. (Kamerstuk 30 825, nr. 153).
Motie van het lid Koopmans c.s. (Kamerstuk 32 500 XIII, nr. 97)
Verzoekt de regering de nationale dierverzamelregelgeving te herzien en versoepelingen door te voeren met als randvoorwaarde dat bewaking van diergezondheid- en dierenwelzijn voorop dient te staan.
Zie mijn brief van 9 november 2011 (Kamerstuk 26 991, nr. 322).
Motie van de leden Koopmans en Snijder-Hazelhoff (Kamerstuk 32 372, nr. 67)
Verzoekt de regering de toelatingsprocedure zo eenvoudig en goedkoop mogelijk te maken (Gewasbescherming).
Afgedaan. Zie mijn brieven van 13 oktober 2011 (Kamerstuk 27 858, nr. 100) en 2 december 2011 (Kamerstuk 32 372, nr. 73).
Motie van de leden Koopmans en De Mos (Kamerstuk 32 500 XIII, nr. 141)
Verzoekt de regering bij het herijkt realiseren van de EHS onteigening voor natuur niet als instrument in te zetten en dit ook in het bestuursakkoord op te nemen en de wet- en regelgeving daartoe aan te passen.
Ik verwijs u naar mijn reactie in de brief van 25 november 2011, Kamerstuk 33 000 XIII, nr. 56, bladzijde 16.
Motie van de leden De Mos en Koopmans (Kamerstuk 32 500 XIII, nr. 115)
Verzoekt de regering, de wens van EU-landbouwcommissaris Ciolos om natuurbeleid na 2013 een grotere rol te laten spelen naast zich neer te leggen en zich in te zetten voor een economisch sterke landbouwsector die zich niet laat kapen door milieugoeroes door voortzetting van gemeenschappelijk landbouwbeleid met gelijkblijvend budget na 2013.
Afgedaan met het kabinetsstandpunt over de financiële perspectieven van 28 maart 2011 (TK 21 501-20, nr. 529), waarin het kabinet aangeeft dat een (nominaal) gelijkblijvend GLB-budget na 2013 ook haar inzet is en mijn brief van 28 oktober 2011 (TK 28 625, nr. 137).
Motie van de leden Koopmans en Snijder-Hazelhoff (Kamerstuk 28 625, nr. 120)
Verzoekt de regering, ervoor te zorgen dat DR dezelfde, door de staatsecretaris vastgestelde, maatstaven hanteert als DR zelf oplegt aan ondernemers;
verzoekt voorts de regering, ondernemers te allen tijde inzicht te verschaffen waar hun aanvraag zich in het behandelingstraject bevindt.
Op 25 november 2011 heb ik u de volgende reactie gestuurd (Kamerstuk 33 000 XIII, nr. 56):
«Motie wordt uitgevoerd. Naar aanleiding van het rapport «DR tot uw dienst» is onder meer toegezegd om de bedrijfstoeslag eerder te betalen en sneller te beslissen op bezwaarschriften.»
Vanaf eind 2011 kunnen ondernemers hun BTR-aanvraag volgen via «Mijn Dossier». Andere regelingen volgen zo spoedig mogelijk.
Motie van de leden Ormel en Snijder-Hazelhoff (Kamerstuk 26 991, nr. 302)
Verzoekt de regering, bij actieve openbaarmaking van nVWA-controlegegevens duidelijk onderscheid aan te geven tussen gegevens die louter ter informatie dienen en gegevens die hebben geleid tot een sanctie.
Afgedaan met brief van minister van VWS op 14 april 2011 (Kamerstuk 26 991, nr. 314).
Motie van het lid Koopmans c.s. (Kamerstuk 21 501-32, nr. 461)
Verzoekt de regering, bij de Europese Commissie aan te dringen op het niet invoeren van een broeikasgasemissiehandelssysteem voor veehouderijsectoren.
De Europese Commissie heeft op dit moment geen plannen om een broeikasgasemissiehandelssysteem voor de veehouderijsectoren in te voeren. Wat de motie vraagt zal op een passend moment in reguliere gesprekken met de EC aan de orde worden gesteld.
Motie van de leden Koopmans en Lodders (Kamerstuk 32 670, nr. 8)
Verzoekt de regering alle ontwerp-aanwijzingsbesluiten Natura 2000 na te lopen of alleen habitats en soorten zoals vermeld op bijlage I en II worden beschermd en ervoor zorg te dragen dat in alle beheerplannen slechts maatregelen staan opgenomen die rechtstreeks verband houden met de bescherming van de op bijlage I en II opgenomen soorten;
verzoekt de regering voorts ervoor zorg te dragen dat in de beheerplannen enkel realistische doelen op het gebied van de Kaderrichtlijn Water (KRW) met gebruikmaking van de maximale derogatiemogelijkheid tot 2027 worden opgenomen;
verzoekt de regering tevens bij de beheerplannen de mogelijkheden van de uitwerking van de PAS en de (V)PAS mee te nemen;
verzoekt de regering vervolgens om inzichtelijk te maken of het tempo van uitvoering van de te nemen maatregelen in verhouding staat tot de sociaaleconomische gevolgen en de daarbij behorende maatschappelijke kosten en zo nodig het tijdpad en de beheerplannen daarop aan te passen;
verzoekt de regering ten slotte deze operatie voor 1 december 2011 af te ronden.
Deze motie is grotendeels uitgevoerd. Ik heb u de resulaten van het onderzoek gezonden bij mijn brief van 25 november 2011 (Kamerstuk 32 670, nr. 27). Bij dit onderzoek zijn de doelen op het gebied van de Kaderrichtlijn Water en de fasering van de maatregelen meegenomen. De verdere uitwerking van de motie wordt meegenomen in het traject van de PAS.
Motie van de leden Koopmans en De Mos (Kamerstuk 32 500 XIII, nr. 30)
Verzoekt de regering te onderzoeken hoe zowel natuur- als schooltuineducatie gestimuleerd kan worden en de Kamer hierover te informeren.
Natuur- en Schooltuineducatie is een van de waardevolle activiteiten binnen Natuur- en Milieu- Educatie (NME) en Leren voor Duurzame Ontwikkeling (LvDO). In die context wordt dit verder gestimuleerd. In mijn brief van 6 december 2011 (Kamerstuk 33 000 XIII, nr. 2) heb ik aangegeven dat ik voor de periode 2013–2016 een uitvoeringsplan voor NME/LvDO nieuwe stijl aan het voorbereiden ben, waarin ik dit zal opnemen.
Op dit moment wordt de visie die ik daarover in december heb geformuleerd uitgewerkt in een uitvoeringskader en besproken met andere overheden en stakeholders. Ik verwacht u in april het uitvoeringskader toe te sturen.
Motie van de leden Koopmans en Snijder-Hazelhoff (Kamerstuk 28 625, nr. 121)
Verzoekt de regering, bij indienen oppervlakte 2011 gecertificeerde GPS-meting toe te staan en deze als bewijs voor oppervlakteopgave 2010 te laten dienen;
verzoekt de regering voorts, ten aanzien van de mestwetgeving oppervlakteopgave ondernemer 2010 te doen gelden als mestruimte 2010.
Afgedaan. Zie mijn brief van 25 november 2011 (Kamerstuk 33 000 XIII, nr. 56).
Motie van de leden Snijder-Hazelhoff en Koopmans (Kamerstuk 32 500 XIII, nr. 86)
Verzoekt de regering voor 1 juli 2011 met voorstellen te komen die leiden tot een forse reductie van de kosten voor archeologisch onderzoek door de nationale kop te verwijderen.
Afgedaan. Zie de brief van 7 februari 2012 van de staatssecretaris van OCW (Kamerstuk 33 053, nr. 3). Daarin is de reactie op deze motie opgenomen.
Motie van de leden Koopmans en Snijder-Hazelhoff (Kamerstuk 21 501-32, nr. 425)
Verzoekt de regering, de inspanningen van het kabinet voort te zetten zodat de door de EU toezegde zachte landing kan plaatsvinden.
Mijn inzet op een zachte landing en het voorkomen van de superheffing blijft onverminderd gehandhaafd.
Motie van de leden Koopmans en Snijder-Hazelhoff (Kamerstuk 32 372, nr. 37)
Verzoekt de regering om in Europees verband voor nieuwe veredelingstechnieken (onder meer cisgenese) een vereenvoudigd toelatingsregime of een vrijstelling onder de huidige regelgeving te bevorderen.
Zie mijn brief van 27 januari 2012 (Kamerstuk 32 472, nr. 15).
Motie van de leden Koopmans en Snijder-Hazelhoff (Kamerstuk 21 501-32, nr. 460)
Verzoekt de regering:
– voorrang te geven aan een multilateraal handelsakkoord in het kader van de WTO boven bilaterale handelsakkoorden zoals met de Mercosur;
– ervoor zorg te dragen dat non-trade concerns deel uitmaken van ieder handelsakkoord;
– niet in te stemmen met een bilateraal akkoord met de Mercosur-landen zolang de effecten voor de land- en tuinbouw niet kwantitatief in kaart zijn gebracht;
– bij de onderhandelingen met de Mercosur-landen geen Europese concessies toe te staan die onevenredig negatief uitpakken voor de Europese landbouw en in het bijzonder Nederlandse gezinsbedrijven.
De onderhandelingen in WTO verband lopen nog steeds niet soepel. Er is geen uitzicht dat op korte termijn een akkoord zal zijn uitonderhandeld. Bilaterale akkoorden zijn goede alternatieven want hiermee kunnen ook aanzienlijke winsten behaald worden.
Non trade concerns zoals dierenwelzijn en ook duurzame ontwikkeling maken deel uit van vrijhandelsakkoorden ook met Mercosur.
De mogelijke gevolgen op de agrarische sector zijn via scenario analyses in kaart gebracht.
Er is echter nog geen uitwisseling van aanbiedingen voor wederzijds markttoegang geweest en daarom is het in dit stadium nog niet mogelijk te bepalen wat de uieindelijke effecten op de landbouw zullen zijn.
Na een opschorting in 2004 zijn de Europese Unie en de Mercosur landen (Argentinië, Brazilië, Uruguay, Paraguay en Venezuela) vanaf mei 2010 weer aan het onderhandelen over het afsluiten van een vrijhandelsakkoord. De verwachting is dat de onderhandelingen in ieder geval tot en met 2013 zullen duren.
Ondertussen zijn er 7 onderhandelingsronden gehouden, de laatste in november 2011. Het feit dat er al 7 ronden van onderhandelingen zijn geweest geeft ook aan dat het proces vrij moeizaam verloopt. De belangrijkste oorzaak van de langzame vooruitgang is het gebrek aan integratie in de Mercosurlanden.
De eerst volgende onderhandelingsronde zal van 12 tot 16 maart 2012 in Brussel plaatsvinden. Het is zeer de vraag of de partijen het dan eens kunnen worden over de regelgevende onderhandelingsteksten. Daarna zal een uitwisseling van markttoegangsaanbiedingen plaats moeten vinden en de verwachting is dat dit pas aan het eind van 2012 zal gebeuren.
De Europese Commissie voert de onderhandelingen namens de Lidstaten. Nederland betrekt de motie in haar inzet richting de EU.
Motie van het lid Ormel (Kamerstuk 26 991, nr. 305)
Verzoekt de regering bij het hanteren van kostendekkende, transparante tarieven gedurende drie jaar vanaf het moment dat de tarieven kostendekkend zijn de nVWA een inspanningsverplichting op te leggen om te streven naar 10% tariefreductie per jaar, voortkomende uit effectief en efficiënt werken.
Zoals ik in mijn brief aan de Kamer van 20 april 2011 over de uitvoering van deze motie heb gemeld en tijdens het VAO over de NVWA op 12 januari 2011 heb aangegeven, is een tariefsreductie van 10% per jaar gedurende 3 jaar geen realistisch percentage. Wel heb ik aangegeven dat de NVWA zal werken aan een kostenreductie voor het bedrijfsleven. Zo is er voor de vleesketen in samenwerking met het bedrijfsleven een programma voor de vermindering van de regeldruk gestart om in de komende jaren een kostenreductie in het toezicht van ca. 25% te realiseren voor de sector. Deze reductie is gericht op bedrijven die goed naleven. Daar waar de naleving tekortschiet kan geen sprake zijn van kostenreductie. Bij dergelijke nalevingsgedrag past immers geen beloning in de vorm van reductie. Een van de doelen voor 2013 is de ontwikkeling van een nieuw (vereenvoudigd) retributiemodel NVWA met sectortarieven. Dit stelsel zal moeten aansluiten op het nieuwe kostprijsmodel van de NVWA. De ontwikkeling van een dergelijk nieuw retributiemodel wordt afgestemd met alle externe stakeholders.
Motie van het lid Van Gerven (Kamerstuk 26 991, nr. 296)
Verzoekt de regering voor eind 2011 het aantal langeafstandveetransporten dat niet voldoet aan de eis van maximaal 500 kilometer of 8 uur, substantieel te laten afnemen;
verzoekt de regering tevens voor transport de transportcondities trapsgewijs op te schroeven naarmate het transport langer duurt;
verzoekt de regering voorts voor eind 2011 het aantal misstanden bij diertransport substantieel te laten afnemen en daarover de Kamer jaarlijks te rapporteren.
In mijn brief van 20 april 2011 (Kamerstuk 26 991, nr. 315) ben ik reeds ingegaan op de wijze waarop ik invulling geef ik aan deze motie. In de aan de Kamer toegezegde Nota Dierenwelzijn en Diergezondheid wordt ingegaan op de uitvoering van deze motie.
Motie van het lid Van Gerven (Kamerstuk 21 501-32, nr. 458)
Verzoekt de regering, in overleg te treden met (boeren)organisaties en eventueel wetenschappers over de problemen en mogelijke oplossingen rond prijsvorming en prijsvolatiliteit;
verzoekt de regering, tevens de Kamer hierover te informeren voor de herfst 2011.
Ik heb u over de seminars met wetenschappers geïnformeerd met mijn brief van 12 april (Kamerstuk 21 501-32, nr. 474). Daarnaast heb ik u in het debat over Duurzame Voedselketens op 18 januari toegezegd een Regiegroep te starten met verschillende betrokkenen. Prijsvorming en prijsvolatiliteit zullen in deze Regiegroep aan de orde komen.
Motie van het lid Van Gerven (Kamerstuk 31 571, nr. 13)
Verzoekt de regering de kantelbox in slachterijen zo snel mogelijk te verbieden.
Nader wordt bezien of en op welke wijze staand fixeren een reëel en haalbaar alternatief is. Hiervoor dient een goed staand en dragend fixatie apparaat beschikbaar te zijn. Dergelijke fixatieapparaten zijn nog niet beschikbaar en dienen nader onderzocht te worden. Dit onderzoek zal deel uit gaan maken van het convenant ritueel slachten.
Motie van het lid Van Gerven (Kamerstuk 32 710 XIV, nr. 11)
Verzoekt de regering de door de Dierenbescherming aangedragen alternatieven voor afschot van ganzen te bestuderen en door te laten rekenen;
verzoekt de regering de veelbelovende innovatie alternatieven om ganzenschade te voorkomen zoals het draad op zonne-energie van cabwim en de laserstralen en ultrasoon geluid van Safe Mills project te accommoderen;
verzoekt de regering de Kamer over dit onderzoek en de ontwikkeling en ondersteuning van alternatieven te informeren in de herfst van 2011.
In mijn brief van 16 december 2012 heb ik u geïnformeerd over de uitvoering van deze motie, (Kamerstuk 32 372, nr. 84). Daarin is een scenario opgenomen, waarin geen afschot plaatsvindt van migrerende ganzen. Ik heb u in het Algemeen Overleg van 22 december 2012 toegezegd in februari 2012 nader te informeren. In deze brief zal ik u nadere informatie verstrekken over de doorrekening van het Ganzen-7 akkoord.
Motie van het lid Ouwehand (Kamerstuk 32 658, nr. 14), in aanvulling op de motie van de leden Smits en Van Gerven (Kamerstuk 26 991, nr. 287)
Verzoekt de regering een verbod in te voeren op het doden van palingen middels een zoutbad en regelgeving te ontwikkelen voor bedwelming voorafgaand aan de slacht
Afgedaan met brief moties en toezeggingen m.b.t. dierhouderij van 23 december 2011 (Kamerstuk 28 286, nr. 540.
Motie van het lid Gerkens c.s. (Kamerstuk 30 826, nr. 19)
Verzoekt de regering een etiketteringsplicht voor bont in te voeren.
Mede door inzet van Nederland zal na 8 mei 2012 in het etiket van textielproducten te zien zijn of een product delen van dierlijke herkomst bevat. Daarmee kan elke consument dus bewust kiezen voor het al dan niet aanschaffen van bont. In het kader van de herziening van de verordening van het Europees Parlement en de Raad over textielbenamingen en etikettering van textielproducten is in de zomer van 2011 een compromis bereikt waarin deze verplichting is opgenomen. De nieuwe verordening (No 1007/2011, http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:L:2011:272:0001:0064:NL:PDF) is van toepassing met ingang van 8 mei 2012. Voor textielproducten die voldoen aan de oude textielrichtlijn en voor deze datum in de handel zijn gebracht, is een overgangsregeling voorzien. Deze producten kunnen tot 9 november 2014 verder op de markt worden aangeboden.
Motie van het lid Van Gerven (Kamerstuk 26 991, nr. 299)
Verzoekt de regering, in te zetten op moderne hulpmiddelen bij de controle en daarbij binnen afzienbare tijd te streven naar 100% GPS op diertransport en een brede toepassing van moderne hulpmiddelen als permanente webcams bij slachterijen.
In mijn brief aan uw Kamer van 20 april 2011 (Kamerstuk 26 991, nr. 315) over de uitvoering van deze motie heb ik gemeld dat de regelgeving op het gebied van diertransporten in de EU wordt gemaakt. Voor internationale lange afstandstransporten van dieren is GPS (satelliet navigatie systemen) reeds vanuit de Europese Transportverordening verplicht. Voor binnenlandse korte transporten geldt deze verplichting niet. Dit laat onverlet dat ik voorstander ben van het gebruik van GPS en dat ik de sector oproep hiervan gebruik te maken. Hetzelfde geldt voor het toepassen van webcams op slachterijen. Zoals ik in reactie op de motie heb aangegeven ligt de primaire verantwoordelijkheid hiervoor bij de sector. Ik heb het gebruik van webcams onder de aandacht gebracht van de sector.
Motie van het lid Van Gerven (Kamerstuk 32 500 XIII, nr. 24)
Verzoekt de regering ten minste door te gaan met de Recreatie om de Stad daar waar al beloftes aan bewoners zijn gedaan over recreatiegebieden en groen, en daar waar huizenprijzen substantieel dreigen te dalen bij het niet doorgaan van geplande recreatiegebieden.
Afgedaan. Ik verwijs u naar mijn reactie in de brief van 25 november 2011 (Kamerstuk 33 000 XIII, nr. 56, bladzijde 11). Ik verwijs u ook naar mijn brief van 10 februari (Kamerstuk 30 825, nr. 153).
Motie van het lid Van Gerven (Kamerstuk 28 286, nr. 480)
Verzoekt de regering met een voorstel te komen voor een verbod op doorfok die resulteert in dierenwelzijnsproblemen;
verzoekt de regering dit van toepassing te laten zijn op zowel gezelschapsdieren als dieren die voor productie worden gehouden;
verzoekt de regering hierbij fokkers een populatiebeheersplan te laten opstellen en voor te laten leggen aan een toetsingscommissie van onafhankelijke deskundigen;
verzoekt de regering hierbij in te zetten op biologisch normale percentages die lijden aan erfelijke defecten;
verzoekt de regering overselectie en inteelt hierbij aan te pakken en dus de inzet van fokdieren te beperken naar biologisch gezonde percentages;
verzoekt de regering hierbij de mogelijkheid van een tentoonstellings-, keurings- en fokverbod voor doorgefokte dieren te bezien.
Ik verwijs hiervoor naar mijn brief van 27 september 2011 (Kamerstuk 28 286, nr. 252) met mijn visie op de fokkerij.
Motie van het lid Van Veldhoven (Kamerstuk 33 037, nr. 6)
Verzoekt de regering om in overleg met de sector en met behoud van dierenwelzijn, te streven naar een verlaging van het koper- en zinkgehalte in het diervoeder en de Kamer te informeren over de voortgang van deze verlaging;
verzoekt de regering tevens om ook in Europees verband in te zetten op een verlaging van het koper- en zinkgehalte in diervoeder, zodat het speelveld gelijk blijft.
Wordt uitgevoerd. Mijn collega Atsma heeft tijdens het AO mest aangegeven dat de motie een ondersteuning vormt van het beleid.
Motie van het lid Van Veldhoven c.s. (Kamerstuk 33 000 XIII, nr. 151)
Verzoekt de regering, in overleg met de provincies en indachtig de unaniem gesteunde motie-Pechtold c.s. (Kamerstuk 32 417, nr. 31 ), te zorgen voor een aanvulling op het akkoord, waarmee de achteruitgang in biodiversiteit in Nederland gestopt wordt en gewerkt wordt aan herstel (in lijn met de ambitie die het kabinet onderschrijft in zijn Green Deal met IUCN van 13 december jl.), en hierover de Kamer, onderbouwd, te berichten voor de Voorjaarsnota.
Uw Kamer zal hierover nog worden geïnformeerd.
Motie van het lid Van Veldhoven c.s. (Kamerstuk 30 825, nr. 136)
Verzoekt de regering om in haar overleg met de provincies in te zetten op een zo groot mogelijk ecologisch rendement, per euro of ingezette hectare grond, met het oog op de in het natuurakkoord afgesproken doelen.
Deze motie is meegenomen naar de onderhandelingen met de provincies over het decentralisatieakkoord natuur. Bij de uitwerking van het akkoord onder verantwoordelijkheid van de provincies zal dit een vervolg krijgen. Ik verwijs u ook naar mijn brief van 10 februari (Kamerstuk 30 825, nr. 153).
Motie van de leden Van Veldhoven en Koopmans (Kamerstuk 30 825, nr. 85)
Verzoekt de regering met de provincies af te spreken dat middelen voor natuurcompensatie worden ingezet in aanvulling op en ter versterking van de herijkte ecologische hoofdstructuur, waarbij prioriteit wordt gegeven aan het invullen van de internationale verplichtingen of groen rondom de stad.
Deze motie is meegenomen naar de onderhandelingen met de provincies over het decentralisatieakkoord natuur. Bij de uitwerking van het akkoord onder verantwoordelijkheid van de provincies zal dit een vervolg krijgen. Ik verwijs u ook naar mijn brief van 10 februari (Kamerstuk 30 825, nr. 153).
Motie van het lid Van Veldhoven (Kamerstuk 29 683, nr. 89)
Verzoekt de regering, om in het belang van zowel de volksgezondheid als het gelijk speelveld voor Nederlandse bedrijven, in Brussel aan te dringen op een aanpassing van de Vleeskuikenrichtlijn om de onbedoelde prikkel tot meer antibioticagebruik weg te nemen.
Zie mijn brief van 25 november 2011 (Kamerstuk 29 683, nr. 106). Over de voortgang van de reductie van het antibioticumgebruik in relatie tot de implementatie van de vleeskuikenrichtlijn zal ik Kamer nader informeren. Op dit moment is daar nog geen aanvullende informatie over.
Motie van de leden Van Veldhoven en Koopmans (Kamerstuk 32 563, nr. 17)
Verzoekt de regering in de onderhandelingen over het gemeenschappelijk landbouwbeleid waar mogelijk ruimte te bepleiten voor het vergoeden van natuurbeheer, met name in de eerste pijler.
Afgedaan. Zie mijn brief van 28 oktober 2011 (Kamerstuk 28 625, nr. 137).
Motie van de leden Koopmans en Ouwehand (Kamerstuk 32 500 XIII, nr. 189)
Verzoekt de regering de insectenmonitor gezien het belang voor volks-, dier- en plantgezondheid voort te zetten en daarvoor financiering binnen de EL&I-begroting te vinden.
Voor het jaar 2012 is financiering van de insectenmonitor geregeld. Over dit vervolg wordt u nader geïnformeerd.
Motie van het lid Ouwehand (Kamerstuk 32 372, nr. 24)
Verzoekt de regering de Europese toetsingslijst van stoffen naast de lijst van probleemstoffen in het Nederlandse oppervlaktewater te leggen en een lijst op te stellen van stoffen waarbij de drinkwaternorm regelmatig wordt overschreden maar waar niet op getoetst hoeft te worden;
verzoekt de regering zich ervoor in te zetten dat deze probleemstoffen zo snel mogelijk aan de Europese toetsingslijst worden toegevoegd.
De uitvoering van deze motie behoort tot de primaire verantwoordelijkheid van I&M.
Motie van de leden Ouwehand en Thieme (Kamerstuk 28 286, nr. 534)
Verzoekt de regering, het houden van ooievaars als huisdier onmogelijk te maken, bijvoorbeeld in het kader van de nog in te voeren positieflijst.
Zoals eerder toegezegd, wordt er in het kader van de Wet dieren een positieflijst voor zoogdieren tot stand gebracht. Bij gebleken goede ervaringen met deze lijst zal ik overwegen deze uit te breiden naar andere diergroepen, waaronder vogels. In dat geval zal ik het onderzoek naar het houden van ooievaars als huisdier met voorrang laten uitvoeren.
Motie van het lid Ouwehand (Kamerstuk 28 973, nr. 72)
Verzoekt de regering, verbetervoorstellen te doen voor de opslag van in beslag genomen dieren;
spreekt uit dat in beslag genomen dieren nooit terug de handel in mogen gaan als (slangen)voer.
Afgedaan met verzamelbrief over aangenomen moties en toezeggingen m.b.t. dierhouderij van 23 december 2011 (Kamerstuk 28 286, nr. 540).
Motie van de leden Ouwehand en Grashoff (Kamerstuk 28 286, nr. 473)
Verzoekt de regering de Sectorraad Paarden op te dragen hun welzijnsplan voor 1 mei 2011 te presenteren;
verzoekt de regering de Kamer uiterlijk op 14 mei 2011 te informeren over de (vervolg)stappen die zij zal zetten om het welzijn van paarden en pony's te waarborgen.
Over de uitvoering van deze motie heb ik u geïnformeerd in mijn brief van 20 mei 2011 (Kamerstuk 28 286 nr. 508).
Motie van het lid Ouwehand (Kamerstuk 31 571, nr. 14)
Verzoekt de regering binnen zes maanden met een plan van aanpak te komen om de huidige slachtpraktijk te verbeteren.
Ik verwijs hiervoor naar mijn Nota dierenwelzijn en diergezondheid.
Inzake de evaluaties zegt de staatssecretaris toe dat eens per drie jaar er een externe evaluatie plaatsvindt op cruciale punten van de nVWA.
Over drie jaar zal de evaluatie plaatsvinden.
De systematiek van bestuurlijke boetes (evaluatie) wordt over uiterlijk 1 jaar naar de Kamer gestuurd.
Deze evaluatie zal ik over uiterlijk één jaar naar de Kamer sturen.
De staatssecretaris EL&I stuurt in het voorjaar van 2012 een brief naar de Kamer over wrak vee op het erf waarbij tevens wordt ingegaan op openbaarheid van gegevens, suggesties van de Kamer zoals het mobiel slachten en het Deense systeem van restaurantbeoordeling.
Uw Kamer ontvangt deze brief in het voorjaar van 2012.
De staatssecretaris zal de Kamer in april en november 2012 informeren over de uitvoering van de adviezen uit het rapport «DR tot uw dienst» van Blauw en Korff en de uitwerking daarvan op de eindgebruikers. In de april-brief zal de stas terugkomen op de ondergrens voor de natuurregelingen en de uitvoering van de Europese boetesystematiek, met een uitgebreid overzicht en de stand van zaken op dat gebied.
Hierover wordt uw Kamer in april en november 2012 geïnformeerd.
De staatssecretaris zal schriftelijk terugkomen op de toegangverlening tot inbeslaggenomen dieren.
Afgedaan met brief van 7 december 2011 (Kamerstuk 29 246, nr. 28).
In de tweede helft van voorjaar 2012 zal de Kamer worden betrokken bij de bepaling van de thema's voor de begroting 2013.
Uw Kamer zal in april per brief worden geïnformeerd over de voorgenomen wijzigingen voor een betere onderbouwing van de ontwerpbegroting EL&I 2013.
De Kamer ontvangt heden een schriftelijke toelichting op de begroting inzake Staatsbosbeheer, artikel 18.4.
Is afgedaan met brief aan uw Kamer d.d. 24 november 2011 (Kamerstuk 33 000 XIII, nr. 57).
In de eerstvolgende begroting van EL&I zal toegankelijker worden verantwoord.
Wordt uitgevoerd, daarnaast zal uw Kamer in april per brief worden geïnformeerd over de voorgenomen wijzigingen voor een betere onderbouwing van de ontwerpbegroting EL&I 2013.
De Kamer wordt tijdig geïnformeerd over de versnelling van het proces tussen opdrachtgever en -nemer.
Bij elke suppletoire begrotingswet, te beginnen bij die in 2012, zal uw Kamer worden geïnformeerd over de beleidsmutaties in het opdrachtenpakket van agentschappen van het ministerie van EL&I.
Staatssecrartis zal voor 20 december 2011 een brief aan de Kamer sturen over de PAS, waarin zo mogelijk wordt ingegaan op de hydrologische maatregelen.
Afgedaan. Uw Kamer is op 13 februari 2012 geïnformeerd.
Staatssecretaris zal komende week nog in gesprek gaan met de provincies over onderwerpen in het akkoord die nog onduidelijk zijn. Dit als de provincies daar behoefte aan hebben.
Afgedaan. Zie mijn brief van 10 februari 2012 (Kamerstuk 30 825, nr. 153).
Staatssecretaris zal de afrekening van het ILG (prestaties en bestedingen), inclusief de verdeling over de provincies aan de Kamer doen toekomen.
Ik zal de toezegging nakomen wanneer de afrekening heeft plaatsgevonden.
Staatssecretaris zal de door hem genoemde bedragen over beheer nog toezenden aan de Tweede Kamer
Afgedaan. Uw Kamer is op 13 december 2011 geïnformeerd (Kamerstuk 30 825, nr. 144).
Staatssecretaris zal de Kamer een afzonderlijke brief sturen over de hydrologische maatregelen en de kosten daarvan, wanneer de afspraken daarover gemaakt zijn.
Ik zal uw Kamer deze brief in het voorjaar van 2012 sturen.
Bij de evaluatie in 2016 zal ook (de financiering van) het beheer en de externe effecten meegenomen worden.
Dit zal in 2016 gebeuren.
Staatssecretaris zal de jaarlijkse monitoring die de provincies opstellen voor de EU aan de Tweede Kamer doen toekomen
Ik zal deze te zijner tijd aan de Kamer doen toekomen.
De staatssecretaris zal de Kamer nader informeren over het percentage eiwitrijk voedsel uit Europa.
In het voorjaar zal de Kamer hierover worden geïnformeerd.
De staatssecretaris zal de Kamer nader informeren over de pilots inzake kunstmestvervangers.
In het voorjaar zal de Kamer hierover worden geïnformeerd.
Er komt een prestatieoverzicht inzake Staatsbosbeheer.
Dit overzicht zal in het voorjaar van 2012 verstuurd worden.
Ik zal elk jaar onderzoek doen naar twee hondenrassen met een verhoogd risico als het gaat om diergezondheid, afwijkingen en excessen in de fokkerij.
Ik verwijs hiervoor naar mijn nota dierenwelzijn en diergezondheid.
De Kamer ontvangt over enkele maanden een rapportage van de informele (NMa)gesprekken over mededinging met de sector en een aparte brief over de vraag wat vanuit mededingingsoogpunt belemmeringen zijn voor het bereiken van het duurzaamheidsdoel in 2020. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar de interpretatieruimte, maar ook naar het verschil tussen Europese wetten en een eventuele nationale kop.
Uw Kamer wordt hierover in juni 2012 geïnformeerd.
In januari 2012 ontvangt de Kamer een brief mede namens de staatssecretaris voor I&M inzake verbetermogelijkheden en inzet m.b.t. de afbouwregeling ammoniak (mestverwerkinginstallaties).
Het gaat hier om twee zaken. Op dit moment wordt gewerkt aan een gezamenlijke brief van mij en de staatssecretaris van I&M over de samenhang regelingen. Er komt een aparte brief over de afbouwregeling.
Ik ben bereid om dit (zicht op/onderzoek naar vertrek van patiënten door het afschaffen van het PGB) met de koepel van zorgboerderijen te bespreken.
Hierover is reeds overleg met de Federatie Landbouw en zorg. Ik zal uw Kamer hierover nader informeren.
Toekomstvisie tuinbouw komt voorjaar 2012 naar de Kamer.
Deze visie komt voorjaar 2012 naar de Kamer.
De Kamer wordt voorjaar 2012 geïnformeerd of, en zo ja hoe vaak, er in de veehouderij sprake is van vergunningaanvragen ten behoeve van de intensieve veehouderij.
Uw Kamer wordt hierover voorjaar 2012 geïnformeerd.
De staatssecretaris van EL&I zal in januari 2012 een brief aan de Kamer sturen over apurement.
Deze brief zal uw Kamer zo spoedig mogelijk worden toegezonden.
De staatssecretaris van EL&I zal de Kamer begin januari 2012 informeren over de compensatieregeling en garantstelling voor de palingvissers.
Een brief met de stand van zaken ontvangt uw Kamer een dezer dagen. In het AO visserij van 15 februari heb ik reeds mondeling de stand van zaken toegelicht.
Binnen één week (uiterlijk dinsdag 21 december 2011) ontvangt de Kamer een brief over de Commissie Toekomstvisie Binnenvisserij.
Afgedaan. Zie mijn brief van 10 februari (Kamerstuk 29 664, nr. 104).
De Kamer wordt in maart 2012 geïnformeerd over de Stichting Noordzee.
De Kamer wordt hierover in maart geïnformeerd.
De staatssecretaris van EL&I zal de Kamer in januari 2012 informeren over de vlasteelt in België.
Ik zal dit opnemen in het eerstvolgend verslag van de Landbouw- en visserijraad.
De staatssecretaris van EL&I zal de Kamer informeren over de nationale koppen op de spermarichtlijn.
Ik zal de Kamer binnenkort informeren.
De staatssecretaris van EL&I zal de Kamer in het voorjaar van 2012 middels de geannoteerde agenda voor de Landbouwraad informeren over het EU-actieplan dierenwelzijn.
Ik zal mijn reactie op de EU-strategie dierenwelzijn doen toekomen in een BNC-fiche. Ook zal ik er in de nota Dierenwelzijn en diergezondheid op reageren. Daarnaast zal ik uiteraard mijn inzet aan uw Kamer aangeven indien dit onderwerp op de agenda van de Landbouw- en visserijraad staat.
Vóór woensdag 21 december 2011 12.00 uur stuur ik u een brief over Turks stro waarin ik een actueel beeld geef van de stand van zaken.
Afgedaan. Zie mijn brief van 21 december 2011 (Kamerstuk 29 683, nr. 109).
De staatssecretaris van EL&I zal woensdag 21 december 2011 een brief aan de Kamer sturen over het Schmallenbergvirus.
Afgedaan. Zie mijn brief van 21 december 2011 (Kamerstuk 29 683, nr. 108).
De staatssecretaris van EL&I zal uiterlijk 31 mei 2012 de Kamer een uitgebreide brief sturen over het antibioticabeleid, waarin hij onder meer ingaat op:
– de reductiedoelstellingen per diersoort en sector
– specifieke geneesmiddelen
– het bijbehorende tijdspad
– eventuele maatregelen / sancties
– het instrument van de pilots
– stand van zaken maatregelen van de keten mbt verduurzaming veehouderij
Uw Kamer wordt hierover uiterlijk 31 mei 2012 geïnformeerd.
Staatssecretaris zal een overzicht van maatregelen die haalbaar en betaalbaar zijn, voor de doelen en gebieden aan de Tweede Kamer sturen.
Ik verwijs u naar mijn brief van 13 februari 2012 en het algemeen overleg van 14 februari 2012.
Staatssecretaris zal de Tweede Kamer informeren wanneer de voorlichting van de Raad van State ontvangen is.
Uw Kamer zal deze brief eind maart ontvangen.
Staatssecretaris zal een juridische analyse sturen over het verdrag van Florence en het beleid
Uw Kamer zal deze brief eind maart ontvangen.
Staatssecretaris zal in januari de Kamer informeren over de Hedwigepolder, meest actuele stand van zaken
Afgedaan. Zie mijn brief van 20 januari (Kamerstuk 32 670, nr. 34).
De Kamer wordt eind maart 2012 geïnformeerd over de uitkomsten va het gesprek met de provincies over de systematiek van de PAS, over de voorlichting van de Raad van State over de PAS en over de uitkomst van de gesprekken met LTO over de generieke maatregelen.
Uw Kamer zal deze brief eind maart ontvangen.
De Kamer wordt door de staatssecretaris op 15 februari 2012 geïnformeerd over de resultaten van de gesprekken met de G7, provincies en vogelbescherming over o.a. het wetenschappelijk onderzoek en welke maatregelen eventueel op voorhand al geïmplementeerd kunnen worden.
Uw Kamer zal deze brief op korte termijn ontvangen.
De Nota Dierbeleid zal de staatssecretaris van EL&I tussen nu en 3 weken aan de Kamer sturen.
De nota wordt zo een dezer dagen naar de Kamer gestuurd.
De staatssecretaris van EL&I zal de Kamer informeren over de situatie met de sportvisserij en de zeebaars (Iers model).
U ontvangt een dezer dagen een brief hierover.
Binnen 6 weken na de verschijning van de EU-strategie Dierenwelzijn zal de staatssecretaris van EL&I de kabinetsinzet aan de Kamer sturen.
Ik zal mijn reactie op de EU-strategie dierenwelzijn zo spoedig mogelijk doen toekomen in een BNC-fiche.
Zodra de inventarisatie en het overzicht met de stand van zaken inzake het legbatterijverbod in de overige lidstaten van de Europese Commissie bekend is, zal de staatssecretaris van EL&I dit overzicht aan de Kamer sturen.
Ik ben bezig met deze inventarisatie. Zodra meer bekend is over de stand van zaken inzake het legbatterijverbod in de overige lidstaten van de Europese Commissie zal ik de Kamer informeren.
De staatssecretaris van EL&I zal de Kamer informeren over de 15 pluimveebedrijven inzake het legbatterijverbod waarover de staatssecretaris nog nader gaat overleggen met de Europese Commissie.
Het gesprek met de Europese Commissie heeft plaatsgevonden. U ontvangt hierover in maart een brief.
De staatssecretaris van EL&I zal de Kamer uiterlijk de eerste helft van maart 2012 informeren over de vergoeding voor de palingvissers.
De Kamer wordt uiterlijk de eerste helft van maart geïnformeerd.
De staatssecretaris van EL&I zal de Kamer informeren over de resultaten van het overleg dat binnenkort plaatsvindt met de kuststaten over de makreelvisserij.
U ontvangt deze brief een dezer dagen.
De staatssecretaris van EL&I zal de Kamer medio 2012 een brief sturen over de implementatie van het aantal zeedagen en de gevolgen daarvan voor de sector.
De Kamer wordt hierover medio 2012 geïnformeerd.
Plenair debat Verduurzaming voedselproductie 18 januari 2012
De Kamer ontvangt een brief zodra de Regiegroep definitief is samengesteld.
Deze brief ontvangt u zo spoedig mogelijk.
Het LEI onderzoek waarnaar in het onderzoek van de staatssecretaris verwezen wordt, wordt openbaar gemaakt.
De publicatie wordt binnenkort naar uw Kamer gestuurd.
De toezegging gedaan tijdens het AO Mestbeleid dat de Kamer in oktober 2012 separaat geïnformeerd wordt over de bodemvruchtbaarheidproblematiek, wordt herhaald.
Uw Kamer zal deze brief in oktober ontvangen.
De Kamer wordt geïnformeerd zodra het onderwerp octrooi- en kwekersrecht in de EU wordt geagendeerd.
Uw Kamer wordt hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd als het is geagendeerd.
De staatssecretaris van EL&I gaat binnen of het LEI-rapport inzake «landgrabbing» openbaar gemaakt kan worden en zal de Kamer binnen 2 weken informeren en indien mogelijk van een kabinetsreactie voorzien.
Afgedaan. Zie mijn brief van 2 februari (Kamerstuk 32 708, nr. 20).
De Kamer wordt eind maart 2012 geïnformeerd over de uitkomsten va het gesprek met de provincies over de systematiek van de PAS, over de voorlichting van de Raad van State over de PAS en over de uitkomst van de gesprekken met LTO over de generieke maatregelen.
Uw Kamer zal deze brief eind maart ontvangen.
De Staatssecretaris zal de Kamer in juni 2012 informeren over de voortgang van het 10-puntenplan Natura 2000.
Uw Kamer zal deze brief in juni ontvangen.
De Staatssecretaris stuurt woensdag 25 januari 2012 de kaarten inclusief de ramingen door de provincies van de 133 Natura 2000-gebieden en de status van de kaarten.
Afgedaan. Zie mijn brief van 26 januari 2012.
De Kamer wordt in mei 2012 geïnformeerd over hoe de provincies de ontwikkelruimte verdelen en ermee aan de slag gaan.
Uw Kamer zal deze brief in mei ontvangen.
De Staatssecretaris zal de Kamer informeren over de derde (de Engelse) review van het Deltaresonderzoek omtrent de Hedwigepolder conform de eerdere twee reviews.
Afgedaan. Zie mijn brief van 7 februari (Kamerstuk 32 670, nr. 34).
De Staatssecretaris zal de Kamer een brief doen toekomen met een stappenplan, met de relevante data betreffende implementatie en uitwerking van de PAS.
Afgedaan. Zie mijn brief van 13 februari 2012.
De Staatssecretaris zal snel een brief aan de Kamer sturen over de voortgang van de Commissie Van Doorn, de ketenpartners en de regiegroep.
Deze brief ontvangt u zo spoedig mogelijk.
De Staatssecretaris zal de maatregelen/instrumenten die hij van plan is te nemen om nadelige consequenties voor de dierhouderij bij de afschaffing van dierrechten tegen te gaan, laten doorrekenen.
De Kamer zal hierover worden geïnformeerd.
De Staatssecretaris zal in het voorjaar van 2012 de Kamer een voortgangsrapportage sturen over de stand van zaken bij provincies en gemeenten over bestemmingsplanwijzigingen en nieuwe bestemmingsplannen i.h.k.v. het moratorium.
De brief gaat voorjaar 2012 naar de Kamer.
De Staatssecretaris zal een wettelijke voorziening voorbereiden inzake de intensieve veehouderij en deze medio 2012 aan de Kamer sturen. Hierin zal ook de definitie van «megastal» worden verduidelijkt.
De wettelijke voorziening zal medio 2012 bij de Kamer worden ingediend.
De Staatssecretaris zal de Kamer in juni 2012 informeren over zijn bevindingen en ervaringen met de NMa over het verdienmodel en prijzen.
Uw Kamer wordt hierover in juni 2012 geïnformeerd.