Kamerstuk 33000-XIII-163

De Nederlandse deelname aan de wereldtentoonstelling 2012 in Yeosu, Zuid-Korea

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (XIII) voor het jaar 2012

Gepubliceerd: 1 februari 2012
Indiener(s): Henk Bleker (staatssecretaris economische zaken) (CDA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33000-XIII-163.html
ID: 33000-XIII-163

Nr. 163 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 februari 2012

Op 25 april 2009 heeft het kabinet besloten tot een Nederlandse deelname aan de wereldtentoonstelling in Yeosu, Zuid-Korea, van 12 mei tot 12 augustus 2012. De regering heeft hiertoe besloten enerzijds vanwege het belang van de bilaterale betrekkingen met Zuid-Korea, alsmede vanwege het feit dat de Expo-autoriteiten het thema «The Living Ocean and Coasts» hadden gekozen, een thema dat Nederland op het lijf geschreven lijkt. Het is daarmee een unieke kans om het Koreaanse volk nader kennis te laten maken met het Nederlandse culturele leven en de zakelijke en technologische expertise die het te bieden heeft. Uiteindelijk hebben meer dan 100 landen en internationale organisaties besloten om in Yeosu aanwezig te willen zijn.

De Expo in Korea is er een van de zogenaamde B-categorie, zoals in Zaragoza, Spanje in 2008 en Aïchi, Japan in 2005. Dit betekent dat de deelnemende landen en organisaties een paviljoen toegewezen krijgen en dit slechts hoeven in te richten. Het kabinet heeft met het besluit van 25 april 2009 een bedrag van Euro 2,5 miljoen toegewezen. Dit budget ligt in de orde van grootte van de kosten voor Zaragoza (Euro 1,9 miljoen) en Aïchi (Euro 2,9 miljoen). Verschillende ministeries hebben bijgedragen aan de totstandkoming van dit budget.

Verdeling per ministerie in 2009

Bijdrage

Verdeling per ministerie in 2012

Bijdrage

AZ

100 000

AZ

100 000

VROM

320 000

   

V&W

320 000

I&M

640 000

OCW

320 000

OCW

320 000

LNV

320 000

   

EZ

560 000

EL&I

880 000

BZ

560 000

BZ

560 000

Totaal

2 500 000

Totaal

2 500 000

De hoeveelheid beschikbare middelen heeft er toe geleid dat bepaalde keuzes gemaakt moesten worden. Dit heeft een rol gespeeld in de keuze voor de omvang van het paviljoen, waarbij gekozen kon worden uit 1 tot 4 modules van 250m2. De keuze is komen te vallen op 2 modules. Deze ruimte is voldoende om een goede presentatie te geven van Nederland binnen het thema van de Expo, inclusief een bar en souvenirshop. Voor een VIP-lounge daarbinnen is geen ruimte meer. Wel zal voor speciale gelegenheden de bar en souvenirshop kunnen worden afgesloten om een besloten sfeer te creëren.

De organisatie van de Nederlandse deelname is neergelegd bij het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Vanuit het economische belang van de presentie van Nederland in het buitenland is dit een logische keuze. In de afgelopen jaren heeft dit ministerie bovendien veel ervaring opgedaan met het organiseren van Nederlandse paviljoens op wereldtentoonstellingen.

Met de deelnemende ministeries en vertegenwoordigers uit de watersector is gekeken hoe de Nederlandse deelname zou kunnen aansluiten op het thema van de Expo. Besloten is tot het Nederlandse hoofdthema «Sustainable Dutch Deltas», met als subthema’s «Enabling Delta Life», «Building with Nature», en «Connecting Delta Cities». Met dit hoofdthema wordt invulling gegeven aan hoe Nederland in de afgelopen eeuwen heeft gestreden met het water en geprofiteerd heeft van het water. Nederlandse technologische oplossingen hebben er toe bijgedragen dat Nederlanders goed kunnen leven in een delta en dat Nederlandse overheden, kennisinstellingen en bedrijfsleven bereid zijn die kennis te delen met andere landen en grote steden in deltagebieden elders in de wereld.

In mijn verslag over de Nederlandse deelname aan de Expo in Sjanghai (Kamerstuk 26 419, nr. 47) werd de les getrokken dat het niet eenvoudig is om sponsoren uit het bedrijfsleven aan te trekken. Niettemin zijn, vanuit de gedachte dat de Nederlandse deelname zowel een presentatie van overheid als bedrijfsleven zou moeten zijn, vijf Nederlandse kennisinstellingen en bedrijven via het publiekprivate Nederlands Water Partnership (NWP) bereid gebleken invulling te geven aan de tentoonstelling. Voor het overige zijn in Zuid-Korea aanwezige Nederlandse bedrijven benaderd om als sponsor in natura bij te dragen aan de organisatie van de Nederlandse deelname. Naar het zich nu laat aanzien zullen vijf bedrijven hier gevolg aan geven.

Net als in Sjanghai is er voor gekozen om als een van de eerste deelnemende landen een projectkantoor ter plaatse te openen. Dit werd geëffectueerd vanaf de dag dat de sleutels van het Nederlandse paviljoen werden ontvangen op 1 november 2011. Deze vroege aanwezigheid zal een positief effect hebben op de Nederlandse aanwezigheid en de relatie met de Expo-autoriteiten verstevigen.

Om de overheadkosten te drukken is in de organisatie van de Nederlandse deelname er voor gekozen om de werkzaamheden te beperken tot 3 grote deelcontracten, namelijk een voor het ontwerp van het Nederlandse paviljoen, een voor de bouw daarvan en een voor de exploitatie van het paviljoen, inclusief de bar en souvenirshop. Het laatste contract is vanwege de omvang Europees aanbesteed. De aanbestedingen van het eerste en laatste contract zijn gewonnen door Nederlandse partijen. De bouw van het paviljoen is uitbesteed aan een Koreaanse partij.

In het ontwerp van het paviljoen is aangesloten bij de in Zuid-Korea zeer bekende figuur Hendrick Hamel, de Nederlander die in 1653 aanspoelde aan de kust van Korea, vlak bij Yeosu, en tot 1666 noodgedwongen in Korea heeft gewoond. Na zijn «ontsnapping» heeft hij als eerste westerling de wereld bekend gemaakt met het land Korea. Bezoekers aan het Nederlandse paviljoen zullen vanuit deze geschiedenis worden meegenomen naar de tegenwoordige tijd en krijgen vervolgens in een multimediale show kennis van de invulling van het Nederlandse thema.

De Koreaanse organisatie zet in op een totaal aantal bezoekers van 8 miljoen. Dit is een vrij ambitieuze doelstelling, op een bevolking van 50 miljoen en de overweging dat 95% van de bezoekers uit Korea zelf afkomstig zal zijn. Dit is te meer ambitieus omdat Yeosu vrij ver is gelegen ten opzichte van de hoofdstad Seoul, waar 48% van de bevolking woont. Het is mijn inzet om 10% van de bezoekers naar het Nederlandse paviljoen te trekken.

Op de Nederlandse Nationale Dag op 18 juni is ZKH de Prins van Oranje voornemens het Nederlandse paviljoen te bezoeken. Ik zal de Prins in dat geval daarbij begeleiden. Dit bezoek zal gepaard gaan met een delegatie van bedrijven uit de watersector. Die dag zal worden opgeluisterd met een muzikaal optreden van Wouter Hamel. In Seoul zal tijdens dit bezoek een seminar worden georganiseerd waar de kennis van Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen op het gebied van water zal worden gepresenteerd. Dit is van belang omdat in Zuid-Korea een groot inpolderingproject (Saemangeum) is gepland, waarvoor verschillende Koreaanse delegaties Nederland reeds hebben bezocht.

De publiciteit voor het Nederlandse paviljoen zal zich enerzijds natuurlijk concentreren op de Nederlandse deelname aan de Expo zelf. Het doel daarvan is voornamelijk het Expo-bezoekende publiek te verleiden om het Nederlandse paviljoen aan te doen. Anderzijds zal in de publiciteit de aandacht vooral gericht zijn op de kennis en kunde van de Nederlandse watersector in Zuid-Korea. Op die manier zal de Nederlandse deelname aan de Expo worden gebruikt om voor de positionering van het Nederlandse bedrijfsleven in Zuid-Korea.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker