Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 maart 2012
In mijn brief van 22 november jl. (Kamerstuk 27 830, nr. 97) heb ik uiteengezet dat het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) onderzoek verricht naar de betrouwbaarheid van de nieuwe schattings-methodiek van het PTSS protocol om de mate van invaliditeit vast te stellen bij militairen met psychische aandoeningen. Intussen heeft het UMCG het onderzoek voltooid. In bijlage treft u een afschrift van het onderzoek en een rapport van de klankbordgroep aan1.
Het PTSS-protocol is ontwikkeld om verzekeringsartsen houvast te geven bij de beoordeling van invaliditeit als gevolg van een psychische aandoening. De richtlijnen in het protocol zijn bedoeld om de verschillen in uitkomsten van keuringen als gevolg van individuele interpretatie van de verzekeringsarts te voorkomen. Voorheen waren dergelijke richtlijnen niet beschikbaar. Artsen kunnen met het protocol gebruik maken van een nieuwe methodiek om de omvang en de ernst van de beperkingen te schatten. Het protocol is op dit punt onderzocht door het UMCG zodat kon worden vastgesteld dat Defensie de invaliditeit van getraumatiseerde militairen op een eenduidige, verantwoorde en betrouwbare wijze beoordeelt. Ook heb ik een aantal deskundigen gevraagd als klankbordgroep toezicht te houden op dit onderzoek.
Tijdens het onderzoek zijn aan vijf onafhankelijke verzekeringsartsen gefilmde gesprekken tussen post-actieve militairen en (ABP verzekerings)artsen getoond. De verzekeringsartsen waren getraind in het toepassen van de schattingssystematiek van het PTSS-protocol. Na het zien van een gefilmd gesprek hebben zij een oordeel gegeven over de ernst en omvang van de beperking. Na twee maanden hebben ze dezelfde film nog een keer gezien en hebben zij weer een oordeel hierover gegeven. De onderzoekers van het UMCG concluderen dat zowel in die gevallen dat de arts dezelfde film nog een keer beoordeelt als in de gevallen dat verschillende artsen dezelfde film beoordelen, de consistentie van de beoordeling goed tot zeer goed is. Dit betekent dat de schattingsmethodiek van het PTSS protocol betrouwbaar is.
De klankbordgroep is na bestudering van de resultaten van het onderzoek en na bestudering van de wijze waarop de schattingsmethodiek tot stand is gekomen, van oordeel dat het PTSS protocol een betrouwbare en valide methode toepast om de beperkingen en het percentage invaliditeit bij militairen met psychische aandoeningen vast te stellen. De resultaten en aanbevelingen uit het onderzoek zullen bij de verdere ontwikkeling van het protocol worden gebruikt.
De minister van Defensie, J. S. J. Hillen