Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 december 2011
Tijdens het algemeen overleg inzake het Jaarverslag van de Inspecteur-generaal der Krijgsmacht over 2010 op 14 december jl. heb ik toegezegd de Kamer te informeren over de specifieke functies bij de Koninklijke marechaussee (Kmar) waarvoor een uitzondering is gemaakt ten aanzien van de maximale functieduur van drie jaar. Met deze brief voldoe ik aan deze toezegging.
In mijn brief van 11 oktober jl. (Kamerstuk 33 000 X, nr. 7) heb ik uiteengezet dat het op grond van het Algemeen Militair Ambtenarenreglement voor ongeveer 1200 specialistische functies bij de Kmar mogelijk is de functieduur te verlengen tot maximaal zeven jaar. Het betreft functies bij onder meer de recherche en de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten. Voor de overige functies bij de Kmar geldt de gebruikelijke termijn van drie jaar. In het kader van de reorganisatie mag hier alleen met toestemming van de ambtelijke leiding van Defensie van worden afgeweken.
Op verzoek van de commandant van de Kmar is intussen voor nog een aantal Kmar-functies bepaald dat een langere functieduur mogelijk is. Het betreft de volgende 475 functies:
– 290 functies waaraan de hoedanigheid van Hulpofficier van Justitie is verbonden.
– 120 functies voor leidinggevende onderofficieren (algemeen opsporingsambtenaren).
– 65 functies bij de brigade Caribisch gebied.
Voorts kan ieder defensieonderdeel, derhalve ook de KMar, vanwege operationele of bedrijfsvoeringsredenen een (aanvullend) voorstel doen voor verlenging van de functieduur. Deze verlenging blijft afhankelijk van de behoefte van de organisatie en van de wens van de desbetreffende medewerker.
De minister van Defensie,
J. S. J. Hillen