Kamerstuk 33000-X-3

Resultaten van de studiefase (C-fase) van het project Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS)

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2012

Gepubliceerd: 23 september 2011
Indiener(s): Hans Hillen (minister defensie) (CDA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33000-X-3.html
ID: 33000-X-3

Nr. 3 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 september 2011

Inleiding

Met deze brief informeer ik u over de resultaten van de studiefase (C-fase) van het project Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS). Het doel van dit project is een verbetering van de situational awareness, de commandovoering, de mobiliteit, de bescherming, de slagkracht en het voortzettingsvermogen van de militair die in groepsverband te voet of uitgestegen optreedt.

Het project VOSS is een uitwerking van het Soldier Modernisation Programme (SMP)1 dat in 1998 is begonnen. Het SMP behelsde een procesmatige en integrale aanpak voor de lange termijn op basis van Concept Development and Experimentation (CD&E). In het SMP is de in groepsverband te voet of uitgestegen optredende militair en zijn uitrusting nader beschouwd in de context van veranderende dreigingen, uiteenlopende inzetgebieden en de beschikbaarheid van nieuwe technologie. Hierdoor ontstond inzicht in de mogelijkheden tot verbetering van de uitrusting van de militair. Dit leidde uiteindelijk tot het project VOSS.

De Kamer is geïnformeerd over de behoeftestelling (A-fase) van het project VOSS met de brieven van 8 april en 16 juni 2008 (Kamerstukken 31 200 X, nrs. 105 en 130). Met de brieven van 27 mei en 10 augustus 2010 (Kamerstukken 32 123 X, nrs. 130 en 146) is de Kamer geïnformeerd over de resultaten van de voorstudiefase (B-fase).

Behoefte

De behoefte aan VOSS bestaat uit drie delen:

  • Het smart vest is een modulair systeem met meerdere functies. Het wordt mogelijk een militair, afhankelijk van zijn taken, uit te rusten met één of meer van de volgende componenten:

    • een draag- en bepakkingsysteem waaronder een draagvest, een rugtas, een drinkwatersysteem en opbergtassen voor onder andere munitie;

    • ballistische bescherming, bestaande uit een samenstel van ballistische platen en een scherfwerend vest voor onder andere de bescherming van de nek en de hals;

    • een communicatie- en informatiemodule (C4I-module) met daarin een handsfree radio, een GPS-ontvanger, een computermodule, een headset, een digitaal kompas, een display en software voor commandovoering;

    • energievoorziening voor de C4I-module, met daarin batterijen, kabels en verbindingsapparatuur. Dit systeem is ontworpen om ook energie te leveren aan andere – bestaande of toekomstige – subsystemen zoals de richtmiddelen op wapens.

    • Daarnaast hoort bij het systeem van het smart vest een module die bestaat uit een antenne, een radio en een GPS-ontvanger. Deze module wordt ingebouwd in een voertuig en niet gedragen op het lichaam. De voertuigmodule zorgt voor verbindingen over grotere afstanden en is onmisbaar voor de situational awareness.

  • Ook de geïntegreerde hoofdbescherming (helm) is een modulair systeem. Het bestaat uit verschillende onderdelen die afhankelijk van de dreiging kunnen worden gebruikt. Het betreft:

    • een ballistische helmschaal;

    • een ergonomische schaal voor de binnenzijde van de helm;

    • losse kin- en nekstukken.

  • Voor de autonome energiehuishouding van de systemen is er de E-lighter, een draagbare dieselgenerator ter grootte van een thermosfles. Met dit apparaat zijn minder batterijen nodig. De E-lighter zal in tegenstelling tot het smart vest niet tot de persoonlijke uitrusting behoren. Het betreft een groepsmiddel dat ook voor andere toepassingen dan VOSS kan worden gebruikt.

Zowel de kwalitatieve als de kwantitatieve behoefte aan VOSS is ongewijzigd ten opzichte van de op 27 mei 2010 verstuurde B-brief. De kwantitatieve behoefte betreft 5500 smart vest systemen en helmen en daarnaast 2000 E-lighter systemen. Deze krijgsmachtbrede aantallen berusten op het aantal militairen bij gevechtseenheden dat in groepsverband, te voet of uitgestegen, kan worden ingezet en van wie kan worden verwacht dat zij als eerste bij gevechtshandelingen worden betrokken. Ook is een aantal systemen nodig voor opleidingen.

Vervulling behoefte

Smart vest. Op 6 april 2011 hebben Nederland, België en Luxemburg een samenwerkingsovereenkomst getekend op het gebied van soldaatsystemen. De drie landen hebben afgesproken dat Nederland namens de partners het contract zal sluiten voor de verwerving van het smart vest. Het smart vest vormt de gemeenschappelijke hoofdcomponent van de drie nationale programma’s: Belgian Soldier Transformation (BEST) in België, Cooperative Modernisation Program of the Army for a Soldier System (COMPASS) in Luxemburg en Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS) in Nederland.

Tijdens de studiefase is gebleken dat het beschikbare budget nog steeds toereikend is voor de vervulling van de behoefte. Wel zal het smart vest pas begin 2014 in gebruik worden genomen. Dit is ongeveer zes maanden later dan voorzien in de B-brief. De vertraging is het gevolg van de langere duur van de voorstudiefase en de inspanningen rondom de internationale samenwerking.

Tijdens de studie is een shortlist opgesteld van tien potentiële leveranciers. In de bijgaande commercieel vertrouwelijke brief wordt u hierover nader geïnformeerd.1 De markt heeft zich verder ontwikkeld waardoor de productvolwassenheid van de afzonderlijke componenten van het smart vest is toegenomen. De systeemintegratie, de C4I-module inclusief de radioverbindingsapparatuur en de ergonomische aspecten blijven de belangrijkste aandachtsgebieden bij de projectrealisatie. De risico’s hierbij worden beperkt door passende beheersmaatregelen. Zo zullen bijvoorbeeld in de D-fase meerdere proefmodellen van smart vests worden getest en beoordeeld. Ook is voorzien dat na de D-fase een pre-productieserie van 80 smart vests wordt verworven om eventuele restrisico’s uit te sluiten.

Om het smart vest te laten aansluiten op de ICT van de bestaande commandovoeringssystemen zal specifieke software (gateways) worden ontwikkeld. De gateways moeten informatie-uitwisseling mogelijk maken tussen het smart vest en het Nederlands/Belgische Battlefield Management System (BMS), het Luxemburgse BMS en het NIMCIS2 dat in gebruik is bij de Nederlandse en Britse mariniers.

Geïntegreerde hoofdbescherming. De voorstudie toonde aan dat op de markt systemen beschikbaar zijn die voldoen aan de door Defensie gestelde eisen voor de geïntegreerde hoofdbescherming. Nader onderzoek in de studiefase wijst echter uit dat er nu nog geen brede markt is van leveranciers die de helm kunnen produceren, maar tevens dat in de komende jaren waarschijnlijk meerdere typen van geschikte helmen beschikbaar komen die «van de plank» gekocht kunnen worden. Om het projectrisico zo laag mogelijk te houden heeft Defensie daarom besloten om geen eigen ontwikkeltraject te beginnen en de nieuwe helm op termijn «van de plank» te verwerven. De ingebruikneming van de nieuwe helm wordt hierdoor vertraagd tot 2016. Dit heeft echter geen nadelige invloed op de mogelijkheden militairen operationeel in te zetten. Naar verwachting kan het project nog steeds in 2017 worden beëindigd.

E-lighter. In de B-brief heb ik gemeld dat ik als launching customer zal optreden voor de verwerving van de E-lighter. Op grond van de ervaringen met demonstratiemodellen bestaat er vertrouwen in de uitkomst van het ontwikkelproces. Defensie heeft het contract voor de verdere ontwikkeling van de E-lighter met Fokker (voorheen Stork) getekend op 15 september 2011. Het contract bevat een optie voor de serieproductie van 2 000 stuks. Ik ben voornemens deze optie te benutten als de verdere ontwikkeling succesvol is voltooid. Het budget voor de ontwikkeling en de productie van de E-lighter maakt deel uit van het projectbudget van VOSS.

Modulaire Ballistische Bescherming Soldaat (MBBS)

Het aan VOSS gerelateerde project MBBS zal voorzien in de behoefte aan ballistische bescherming van niet-VOSS gebruikers om bij operationele inzet in dezelfde mate beschermd te zijn als de VOSS-gebruikers. Het MBBS-project heeft een financiële omvang van minder dan € 25 miljoen en is om die reden niet eerder aan de Kamer gemeld.

De projectorganisatie VOSS heeft met assistentie van het Joint Kennis Centrum Militair en Uitrusting (het voormalige bureau SMP) en een brede gebruikersvertegenwoordiging een draag-, bepakkings- en beschermingsconcept ontwikkeld voor krijgsmachtbreed gebruik. Hierbij is gebleken dat de voor VOSS ontwikkelde ballistische bescherming kan voorzien in de MBBS-behoefte.

Ik ben voornemens het project MBBS onder te brengen bij het project VOSS en het MBBS-budget over te hevelen naar dit project, waardoor de MBBS-behoefte bij de offerteaanvraag gevoegd kan worden. Dit levert schaalvoordelen op bij de aanschaf en daarnaast voordelen in de logistieke ondersteuning en het gebruik. De bijgaande commercieel vertrouwelijke brief bevat hierover nadere informatie.

Financiën

Het budget voor het project VOSS bedraagt tussen de € 100 miljoen en € 250 miljoen. Ook na toevoeging van het project MBBS blijft het VOSS-budget binnen deze grenzen. Ter bescherming van de belangen van Defensie bij de komende onderhandelingen met de industrie verwijs ik voor nadere financiële details van het project naar de bijgevoegde commercieel vertrouwelijke brief.

De materiële exploitatie van VOSS betreft vooral de reparatie en vervanging van componenten, verbruiksmateriaal en het onderhoud van de software. Het kostenmodel van de exploitatiekosten zal in de D-fase worden voltooid, mede op grond van de kostenopgaven van de potentiële leveranciers.

Sourcing

In de studiefase zijn de opties voor de uitbesteding van producten en diensten (sourcing) verder uitgewerkt. Bij de verwerving van het smart vest bestaan mogelijkheden voor uitbesteding bij de softwareontwikkeling en de inbouw van de voertuigmodule. Voor de instandhouding van het smart vest worden de mogelijkheden voor uitbesteding van het middenniveau en hoger onderhoud nader onderzocht. Voor de softwareontwikkeling van de gateways komen enkele private partijen en ook het Command and Control Support Centre (C2SC) van de Defensie Materieel Organisatie (DMO) in aanmerking. De inbouw van de voertuigmodule kan door de industrie worden verricht of door de onderhoudsbedrijven van de DMO. In de D-fase zal worden besloten welke activiteiten Defensie zelf zal doen en welke zullen worden uitbesteed.

Verwerving

Bij de verwerving van het smart vest zal gebruik worden gemaakt van de uitzonderingsmogelijkheid van artikel 346 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. De verwerving kan daardoor snel haar beslag krijgen in de vorm van concurrentiestelling gevolgd door onderhandelingen. De leverancier van het Smart vest zal onder meer worden geselecteerd op grond van een multicriteria-analyse die in Benelux-verband is opgesteld.

Zoals gemeld in de brief van 11 augustus 2010 zal de geïntegreerde hoofdbescherming (nieuwe helm) op termijn «van de plank» worden verworven waarbij naar verwachting Europees zal worden aanbesteed. De E-lighter wordt verder ontwikkeld en het contract met Fokker bevat een optie voor de serieproductie.

(Inter)nationale samenwerking

Door de in april jl. geformaliseerde samenwerking tussen België, Nederland en Luxemburg ontstaan schaalvoordelen in de aanschaf en de exploitatie. Tevens zijn er voordelen te behalen door standaardisatie in uitrusting en militair optreden. De uitwisseling van tactische informatie en de koppeling van het smart vest op hetBMS worden vereenvoudigd doordat België gebruik maakt van het Nederlandse BMS waarvan de software is ontwikkeld door het C2SC.

De ontwikkelingen van hoofdbeschermingsprojecten van andere NAVO-landen worden nauwlettend gevolgd om op termijn samenwerking bij de verwerving van de nieuwe helm mogelijk te maken.

Interdepartementale samenwerking is vooralsnog niet aan de orde. Andere ministeries volgen het project met interesse maar wachten af totdat een concreet systeem beschikbaar is.

Planning

Ik verwacht de D-brief voor het smart vest in de tweede helft van 2012 te kunnen aanbieden aan de Kamer. In de brief zal ik verslag doen van de voortgang van het project, de verwervingsvoorbereiding van het smart vest en de voorgenomen contractgunning. De D-brief voor de verwerving van de nieuwe helm zal afhankelijk van de marktontwikkeling naar verwachting in 2014 worden verstuurd.

Zoals gemeld in de beleidsbrief van 8 april jl. zal het project langer duren. Het einde van het project verschuift van 2016 naar 2017. Het smart vest zal naar verwachting in de periode van 2014 tot 2017 in gebruik worden genomen en de nieuwe helm in de periode van 2016 tot 2017. Bij een succesvolle vervolgontwikkeling en een tijdig begin van de serieproductie zal de E-lighter in dezelfde periode als het smart vest beschikbaar komen.

Ten slotte

Ik ben voornemens het project VOSS voort te zetten met de verwervingsvoorbereidingsfase (D-fase) voor het smart vest en de geïntegreerde hoofdbescherming. Daarnaast zal ik 2000 E-lighters verwerven zodra de doorontwikkeling succesvol blijkt.

De minister van Defensie,

J. S. J. Hillen