Ontvangen 30 november 2011
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
De begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
I
In artikel 01 Primair onderwijs worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 70 200 (x € 1 000).
II
In artikel 03 Voortgezet onderwijs worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 109 800 (x € 1 000).
III
In artikel 03 Voortgezet onderwijs worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 200 000 (x € 1 000).
Met dit amendement schrapt de indiener de «gratis» schoolboeken en zet hij de vrijgekomen middelen in om de leraren in het voortgezet onderwijs van de nullijn af te halen. Van het totaal beschikbare bedrag van € 301 miljoen gebruikt de indiener € 100 miljoen om de tegemoetkoming voor lage inkomens via de WTOS te herstellen. De indiener is van mening dat middelen op de begroting van OCW ten goede moeten komen aan de kwaliteit van het onderwijs. Uit de evaluatie van de Wet gratis schoolboeken blijkt dat deze de kwaliteit van het onderwijs schaadt. Goede leraren zijn de belangrijkste factor voor de kwaliteit van het onderwijs. De indiener wil het leraarsvak aantrekkelijker maken voor goede studenten en zij-instromers. Daarom wil de indiener de nullijn van de afgelopen jaren deels ongedaan maken door de middelen voor de «gratis» schoolboeken te gebruiken voor indicatie van de lerarensalarissen in het primair en voortgezet onderwijs.
De gelden die overblijven zet de indiener met een ander amendement op de begroting van OCW in ter verbetering van de materiële bekostiging van scholen.
Van der Ham