Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 november 2011
Hierbij ontvangt u de jaarverslagen 2010 van de Stichting Participatiefonds (Pf) en de Stichting Vervangingsfonds (Vf)1. Pf en Vf zijn zelfstandige bestuursorganen die ieder jaar zelfstandig verantwoording afleggen over het gevoerde beleid en de daarmee behaalde resultaten in het verslagjaar.
De beide jaarverslagen 2010 voldoen wat betreft de vormgeving, structuur en informatievoorziening aan de verwachting. De jaarverslagen zijn samengesteld conform de richtlijnen die van kracht zijn. Als gevolg van deze richtlijnen komt aan het jaarverslag een ruimere betekenis toe dan enkel een administratieve verantwoording over de verslagperiode. De bedrijfsvoering en de werkzaamheden van de fondsen dienen ook een prominent onderdeel van het jaarverslag te zijn.
De beide jaarverslagen bevatten onder andere de volgende onderdelen:
– kort verslag van het bestuur;
– toekomst van de beide fondsen;
– activiteiten van de fondsen;
– de bedrijfsvoering;
– de jaarrekening met daarbij een accountantsverklaring.
De vervangingsuitgaven zijn in 2010 ten opzichte van 2009 met € 21,6 mln toegenomen, dat is een stijging van 6%. Eén van de oorzaken is dat in 2010 het ziekteverzuim in het Primair Onderwijs, na een aantal jaren stabiel te zijn geweest, is gestegen. De voor 2010 verwachte stijging van de uitkeringskosten bij het Pf, bijvoorbeeld door krimp, is beperkt gebleven. De uitkeringskosten stegen wel, maar minder hard dan voorzien.
Zowel bij het Vf als bij het Pf is sprake van een negatief resultaat, waardoor een beroep op de reserves moest worden gedaan. Dit is bewust beleid. De premies zijn door het bestuur onder een kostendekkend niveau vastgesteld met als doel de reserves van de beide fondsen binnen de afgesproken bandbreedtes te brengen. Voor het Pf is dit gelukt, de reserve zakte begin 2011 zelfs wat onder de bandbreedte. Voor het Vf blijft de reserve nog iets boven deze bandbreedte in 2010, maar komt binnen de bandbreedte in 2011. Het bestuur heeft in 2011 besloten de premies te verhogen om zo te zorgen dat de inkomsten en uitgaven weer met elkaar in evenwicht komen, en de reserves binnen de gestelde bandbreedte blijven.
Rechtmatigheid
Elk jaar wordt door de accountant van het Vf een afzonderlijke verklaring afgegeven over de rechtmatigheid van de uitgaven en ontvangsten van het Vf. Bij de presentatie van de jaarverslagen 2009 heb ik u gemeld dat de onrechtmatigheid voor het Vf de tolerantiegrens overschrijdt. Om er voor te zorgen dat zij binnen de tolerantiegrenzen te blijven, heeft het Vf maatregelen getroffen. Deze bestaan uit onder andere het intensiveren van de controles, het verbeteren van de voorlichting aan schoolbesturen en het aanbieden van hulpmiddelen aan schoolbesturen om te zorgen voor een juist declaratiegedrag. In 2010 is er nog steeds sprake van een te hoog percentage onrechtmatige declaraties. Het percentage daalt wel, maar niet genoeg. De vraag is of, gezien de complexe systematiek van het Vf, de rechtmatigheid wel onder de 1% gebracht kan worden. Dit sterkt me in mijn voornemen om de verplichte aansluiting bij het Vf af te schaffen.
Ook voor het Pf is een afzonderlijke verklaring voor de rechtmatigheid van de ontvangsten ontvangen. De uitgaven van het Pf betreffen betaling van facturen van de uitvoerders van de wettelijke (WW) en bovenwettelijke uitkeringsregelingen (BWOO en BBWO). Omdat het Pf niet kan controleren of recht op, duur en hoogte van de verstrekte uitkeringen correct door de uitvoeringsinstanties (i.c. UWV en KPMG-ms) zijn berekend, hoeft daarover geen separate accountantsverklaring te worden overgelegd. In het met het Vf en Pf afgesproken controleprotocol is opgenomen dat het totale financiële belang van onjuistheden niet groter mag zijn dan 1% van de totale premieopbrengsten (de tolerantiegrens). Voor het Pf geldt dat de normen die vastgelegd zijn in het controleprotocol niet overschreden worden. De accountant kon een goedkeurende verklaring afgeven.
Toekomst van het fonds
Het bestuur van het Vf heeft in 2010 besloten tot een ingrijpende herziening van het stelsel. De modernisering van het fonds geeft grote schoolbesturen de kans om voor de ziektevervanging tot 1 jaar eigen risicodrager te worden. Ik bezie samen met het Vf hoe de modernisering en mijn voornemen tot afschaffing van de verplichte aansluiting bij het Vf zich tot elkaar verhouden.
Zoals ik u bij brief van 8 juli 2011 (32 193, nr. 110) heb laten weten, zal ik u voor het einde van het jaar informeren over de manier waarop ik wil komen tot het afschaffen van de verplichte aansluiting bij het Vf.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart