Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 april 2012
Inleiding
In vervolg op mijn brief van 29 november 20111 wil ik u graag nader informeren over de voortgang op het terrein van ouderbetrokkenheid. Daarbij gaat het om de in gang gezette acties en de door mij gemaakte afspraken over het partnerschap tussen school en ouders en de manier waarop ik samen met het veld een bijdrage wil leveren aan de versterking ervan. Verder geef ik aan hoe ik mijn rol bij het versterken van ouderbetrokkenheid zie en wat ik meeneem uit gesprekken op onder meer scholen en bij andere bijeenkomsten.
Onderzoek wijst keer op keer uit dat ouders2 een grote invloed hebben op de leerprestaties van hun kinderen. Dat geldt zowel voor de betrokkenheid van ouders bij het ontwikkelingsproces van hun kinderen thuis, als voor de betrokkenheid van ouders bij de school. Wat het eerste betreft, constateerde de OECD recent nog dat betrokkenheid thuis leidde tot hogere prestaties op de PISA-test. Daarbij merkte de OECD op dat ouders geen gerichte opleiding nodig hebben om de prestaties van hun kinderen te verhogen, diepgaande interesse in en actieve betrokkenheid bij de ontwikkeling van kinderen is voldoende.3 Maar ook intensieve relaties tussen ouders en school leiden tot betere prestaties en tot meer welbevinden van leerlingen.
In mijn vorige brief sprak ik daarom de wens uit dat alle ouders en alle scholen de handen ineenslaan, zodat er een goede wisselwerking is tussen de ontwikkeling van het kind op school en de ontwikkeling van het kind thuis. In het belang voor wat hen drijft: de ontwikkeling van hun kind en leerling. Ik streef ernaar dat het partnerschap tussen scholen en ouders van hoge kwaliteit is en dat scholen ouderbetrokkenheid standaard in hun visie en schoolbeleid inbedden. Het gaat mij daarbij om twee hoofdthema’s, namelijk het verhogen van de leeropbrengsten en het vormgeven van de school als gemeenschap.
Ik vind het van belang dat deze ontwikkeling vanuit scholen tot stand komt en ondersteund wordt door bijvoorbeeld ouderorganisaties, sectorraden, besturenorganisaties en gemeenten. Mijn rol hierin is scholen, ouders en organisaties te stimuleren, te activeren en te ondersteunen door in te zetten op kennisvermeerdering. Overal waar ik kom en spreek met (toekomstige en zittende) leraren, lerarenopleiders, ouders en schoolleiders zie ik de bereidheid om de onderlinge contacten verder te verbeteren ten gunste van de ontwikkeling van het kind. Ik merk dat het versterken van partnerschap tussen school en ouders leeft en dat sterkt mij in mijn enthousiasme hier met elkaar in op te trekken.
Ouderbetrokkenheid leeft en doet ertoe
Partnerschap van de 21ste eeuw
Nadenken over ouderbetrokkenheid vertrekt vanuit de pedagogische driehoek. Met andere woorden; leerlingen ontwikkelen zich in een sociale omgeving waarin de schoolcultuur, de thuiscultuur en de peergroupcultuur een belangrijke rol vervullen. Schoolsucces blijkt sterk samen te hangen met de mate waarin deze drie milieus elkaar ondersteunen en aanvullen (El Hadioui 20114). Als het gaat om de relatie tussen thuis en school is het van groot belang om een open dialoog te voeren, waarbij zowel ouders als scholen oog hebben voor elkaars rol en verantwoordelijkheid en die respecteren. In een school die functioneert als een gemeenschap ontstaan duurzame relaties tussen scholen en ouders en groeit het vertrouwen. Dat leidt er onder meer toe dat conflicten kunnen worden voorkomen en dat ouders hun kinderen op de juiste manier thuis kunnen ondersteunen bij het maken van schoolwerk en schoolkeuze. Bovendien ervaren scholen dat opvoedingsvraagstukken minder in de klas komen (Onderwijsraad, p. 48, 2010). Daardoor komen scholen meer toe aan hun belangrijkste opdracht, het geven van onderwijs. Kinderen hebben recht op maximale ondersteuning van ouders en school in hun ontwikkeling. Dit kan alleen worden vormgegeven als zij het partnerschap met elkaar zijn aangegaan.
Als gevolg van verschillende maatschappelijke ontwikkelingen zijn echter alle relaties in de pedagogische driehoek van karakter veranderd. Dat stelt ouders en scholen voor een uitdaging in het aangaan van dit partnerschap. Ouderbetrokkenheid komt minder vanzelfsprekend tot stand. Zo spreekt het gezag van leraren niet langer vanzelf. Datzelfde geldt voor de steun die opvoeders aan elkaar geven. De pedagogische driehoek staat daardoor onder druk. Leerlingen, ouders en scholen hebben niet altijd als vanzelfsprekend dezelfde waarden en de daaruit voortvloeiende normen voor het gedrag van jongeren. Overal waar ik kom, hoor ik dat er wel behoefte is aan meer samenwerking. Het partnerschap tussen school en ouders is geen nieuw onderwerp maar het vraagt, zeker gezien bovenstaande, om extra aandacht.
Scholen, wetenschappers, lerarenopleiders en andere betrokkenen die ik sprak, vroegen mij frequent wat ik als minister versta onder partnerschap tussen school en ouders. Daarom hecht ik eraan het begrip, ook wel ouderbetrokkenheid genoemd te definiëren. Ik sluit aan bij een definitie die al veel gebruikt wordt. Ouderbetrokkenheid houdt wat mij betreft in dat ouders de leerontwikkeling van hun kind volgen, daar thuis ondersteuning aan geven en daarover regelmatig contact met de school hebben, waardoor de prestaties van hun kind verbeteren. De school stelt de ouders hiertoe in staat door inzicht te geven in de schoolvorderingen en de ontwikkeling van het kind. Daarbij is het van belang dat school en ouders beide hun aandeel nemen in de opvoeding van kinderen en jongeren en hen samen waarden en normen meegeven, waardoor de school als gemeenschap wordt versterkt en de school in haar gezagspositie wordt gesteund.
In de praktijk
Het versterken van partnerschap tussen school en ouders start bij het juiste gesprek op school. Ik vind het van belang dat deze ontwikkeling vanuit scholen tot stand komt en dat zij samen met ouders op school dit partnerschap zullen vormgeven. Het is maatwerk waaraan scholen en ouders samen invulling moeten geven. Met het programma ouderbetrokkenheid streef ik naar de versterking van de relatie tussen scholen en ouders, zodat een echt partnerschap kan ontstaan. In een partnerschap zijn scholen en ouders samen verantwoordelijk voor de ontwikkeling van kinderen, verdiepen ze zich in elkaars bijdrage aan die ontwikkeling en steunen elkaar in elkaars rol en verantwoordelijkheid.
De concrete vormgeving van ouderbetrokkenheid moet op school gebeuren. Een schoolleider vertelde mij bijvoorbeeld dat hij iedere ochtend de ouders en leerlingen verwelkomt bij de deur. Hij is dan fysiek aanwezig voor de ouders en leerlingen en biedt hen daarmee ruimte met hem in gesprek te gaan of vragen te stellen. Tegelijkertijd creëert hij daarmee voor zichzelf een laagdrempelige manier om ouders en leerlingen te bereiken. Het is een van de maatregelen die kan bijdragen aan de school als een gemeenschap waarin de leden gezamenlijke doelen nastreven, waarden delen en gezamenlijke normen afspreken. De school is een plek waar ouders elkaar kunnen ontmoeten om de ontwikkeling van hun kinderen en hun eigen rol daarin te bespreken. Omgekeerd kan de school gebruik maken van het sociaal kapitaal dat met ouders de school binnenkomt om de kansen van alle kinderen te vergroten. Een mooi voorbeeld hiervan is een initiatief van een school die ouders vraagt iets te komen vertellen over hun beroep, zodat leerlingen kennis maken met verschillende beroepen en ouders met de school.
Door de gesprekken die ik afgelopen maanden heb gevoerd over ouderbetrokkenheid, heb ik beter zicht gekregen op wat er leeft bij scholen en ouders. Ik zie grote verschillen in de kwaliteit van het partnerschap en de manier waarop het is vormgegeven. Ook tussen de sectoren PO, VO en MBO zie ik grote verschillen, waar ik in mijn aanpak recht aan doe. Ik heb met eigen ogen kunnen zien dat het belang dat ik hecht aan partnerschap tussen school en ouders door veel van hen gedragen wordt. Ik zie prachtige voorbeelden van de samenwerking tussen scholen en ouders en de wederkerigheid in hun contact. Zo hoorde ik van een middelbare school die brugklassen twee jaar lang dezelfde mentor geeft, omdat een mentor tijd nodig heeft om een band op te bouwen met leerlingen en hun ouders. Een ander mooi voorbeeld zag ik op een vmbo-school in Gouda waar leerlingen een paar keer per jaar op school aan hun ouders laten zien wat ze geleerd en gemaakt hebben. De mentor is daarbij.
De gehele schoolloopbaan
Ouderbetrokkenheid is belangrijk voor alle ouders en alle scholen in elke situatie en gedurende de hele schoolloopbaan. Dat begint al in de voor- en vroegschoolse educatie. Ik heb u geïnformeerd over de definitieve bestuursafspraken met betrekking tot voor- en vroegschoolse educatie (VVE) in relatie tot ouderbetrokkenheid. Ik wil door middel van deze bestuursafspraken de informatievoorziening aan ouders verbeteren en stimuleren dat ouders thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten met hun kinderen ondernemen, al voordat zij naar school gaan. Ik heb met de G37 afgesproken dat in 2015 alle elementen van het ouderbeleid uit het toezichtkader VVE op orde zijn. De onderwijsinspectie zal daar in 2013 en 2015 op controleren. Ik heb u hiervan op de hoogte gesteld in mijn brief van 16 maart5.
Formele inspraak ouders
Structureel partnerschap en gemeenschapsvorming zijn geen kwestie van meer geld of regels. Het gaat vooral om het aangaan van het gesprek passend bij de identiteit van deze specifieke school, ouders, leerlingen en situatie.
Daarnaast merk ik op dat ouders en scholen vooral behoefte hebben aan een open dialoog over wederzijdse verwachtingen en aan ondersteuning daarvan. De Onderwijsraad stelt dat de formele inspraak van ouders juridisch goed is geregeld6, hetgeen ook aansluit bij de hoofdconclusie van de evaluatie van de Wet medezeggenschap op scholen (WMS). Die conclusie is namelijk dat deze wet personeel, ouders en leerlingen in positie brengt om een sterke rol te spelen in het besluitvormingsproces op scholen. De rol en positie van ouders, leerlingen en personeel in het besluitvormingsproces is met andere woorden als zodanig goed geborgd. Mijn brief over de evaluatie van de WMS ontving u op 30 maart jl. Wel zijn er onderwerpen waarop deze formele en goed geborgde positie nog geen betrekking heeft. Hierover ben ik reeds met u in gesprek. De evaluatie van de klachtenregeling PO/VO wordt op dit moment uitgezet. De resultaten daarvan verwacht ik eind 2012.
Stimuleren en agenderen
Ik zal dit jaar de versterking van het partnerschap tussen school en ouders stimuleren door in te zetten op kennisvermeerdering en het mobiliseren en activeren van scholen, organisaties en ouders. Dit doe ik onder andere door veel scholen, lerarenopleidingen en brede discussiebijeenkomsten te bezoeken. Zo hoor ik wat er leeft en kan ik een extra impuls geven aan al die goede initiatieven die overal georganiseerd worden. Het symposium «Help!Een Ouder» dat in februari 2012 door een regionale krant en een schooladviesdienst werd georganiseerd is hiervan een mooi voorbeeld. Mede naar aanleiding van dit symposium overwegen meer gemeenten het onderwerp ouderbetrokkenheid als thema aan te dragen voor de Lokaal Educatieve Agenda.
Na het symposium hebben verschillende schoolbesturen en directeuren van scholen besloten het onderwerp ouderbetrokkenheid op hun scholen verder uit te werken. Dit voorbeeld toont aan hoe belangrijk deze discussiebijeenkomsten kunnen zijn om scholen, ouders en het netwerk om hen heen bij elkaar te brengen. Ik zal aansluiten bij en ruimte bieden aan initiatieven van alle betrokkenen en hen aan elkaar verbinden, hen stimuleren hun eigen rol hierin te vervullen en hun successen zichtbaar maken. Daarbij zal ik in kaart brengen welke bestanddelen bij het versterken van het partnerschap tussen school en ouders werkzaam zijn. Ik zal hier passende praktijkvoorbeelden bij presenteren.
Bekijk het Haagse Onderwijsfestival over ouderbetrokkenheid
De mooie voorbeelden die ik in het land zie, wil ik delen met anderen. Daarom ontsluit ik vanaf 11 april via Rijksoverheid.nl/Ouderbetrokkenheid en via facebook goede voorbeelden en materialen die door iedereen kunnen worden opgepakt en ingezet op de manier die voor hen werkt. Hiermee krijgen leraren, schoolleiders, ouders, studenten en lerarenopleiders een platform om met elkaar in gesprek te gaan, te discussiëren en ervaringen uit te wisselen. Ook via social media, bijvoorbeeld Twitter, wil ik aandacht vragen voor het thema ouderbetrokkenheid en terugblikken op de ervaringen die ik opdoe tijdens mijn bezoeken in het land.
Ook organisaties om de scholen heen hebben het thema opgepakt. De VO-raad voert bijvoorbeeld, in samenwerking met het LAKS en de ouderorganisaties, gesprekken over ouderbetrokkenheid en stimuleert hiermee scholen actief partnerschap verder vorm te geven. De PO-Raad en de landelijke ouderorganisaties trekken ook samen op richting scholen om het partnerschap tussen school en ouders te stimuleren. De MBO Raad verzamelt goede voorbeelden over de manieren waarop ouderbetrokkenheid in het MBO meerwaarde kan bieden voor zowel de student, de ouder als de mbo-instelling zelf. De opleidingen werken aan het thema. Zeven pabo’s en lerarenopleidingen maken afspraken over hoe ze ouderbetrokkenheid goed in hun opleidingen kunnen vervlechten. Dat moet ervoor zorgen dat aankomende leraren zich voldoende voelen toegerust in hun contact met ouders. De opleidingen organiseren hierover in oktober 2012 een grootschalige conferentie.
Voortgang in gang gezette acties
Zoals aangegeven zie ik in het land mooie voorbeelden van partnerschap tussen school en ouders. Dit is belangrijk, want op scholen moet het gebeuren. Ik heb afspraken gemaakt met onder andere de sector- en besturenorganisaties , gemeenten en ouderorganisaties over de rol die zij kunnen vervullen bij de ondersteuning van scholen en ouders. Van hen verwacht ik dat ze ook na dit jaar dit thema verder implementeren. De stand van zaken licht ik nader aan u toe.
− Met de PO- en VO-raad zijn afspraken gemaakt om ouderbetrokkenheid te versterken. Deze afspraken zijn vastgelegd in de bestuursakkoorden PO7 en VO8.
− In het MBO worden momenteel best practices geïnventariseerd en zal ik vaststellen hoeveel aandacht ouderbetrokkenheid heeft bij mbo-instellingen en hun besturen. Op basis daarvan zullen gerichte acties worden gedefinieerd die meerwaarde bieden voor de realisatie van de ambities uit het Actieplan Focus op Vakmanschap.
− Bij het terugdringen van verzuim en schooluitval speelt het thuisfront een grote rol. Zoals ik in mijn brief van 29 november aankondigde, heb ik met Ingrado en de MBO Raad afgesproken dat we de instellingen oproepen de verzuimaanpak in het MBO te uniformeren alsof alle studenten kwalificatieplichtig zijn. Tevens worden in deze afspraken instellingen opgeroepen ouders/thuisfront actief te betrekken bij de schoolloopbaan. Ouderbetrokkenheid is tevens een onderwerp van de hernieuwde VSV convenanten. Ik heb u hiervan op de hoogte gesteld in mijn brief van 6 maart 20129
− Met de vier landelijke ouderorganisaties, de NKO, de LOBO, Ouders&COO en de VOO, heb ik de prestatieafspraken geëffectueerd over de acties die zij gezamenlijk gaan inzetten om de betrokkenheid tussen ouders en scholen in het PO en VO in de periode van 2012–2014 te versterken. Ik stel hen daarmee in staat scholen en ouders actief te ondersteunen in hun onderlinge contacten en effectieve medezeggenschap en stel daarvoor, naast de reguliere subsidie, een totaalbedrag van 1,2 mln euro beschikbaar. Het gaat daarbij om concrete veranderingen en activiteiten op scholen, waaronder het opstellen van een verbeterplan voor het verbeteren van ouderbetrokkenheid bij taal en rekenen en het invoeren van school/ouderovereenkomsten.
− Ook heb ik met de vier algemene landelijke ouderorganisaties gezamenlijk, de CG-raad en Balans prestatieafspraken gemaakt over de versterking en kwaliteitsverbetering van het ouderinformatiepunt 5010. Ouders kunnen daar telefonisch, per e-mail en via de website terecht met al hun vragen over onderwijs. Bestaande drempels voor ouders worden weggenomen, zodat vragen van ouders snel en goed beantwoord worden, zoveel mogelijk vanuit één loket. Voor het ouderinformatiepunt stel ik jaarlijks een bedrag van 800 000 euro beschikbaar.
− De landelijke pedagogische centra zijn aan de slag met het inventariseren van goede voorbeelden. De eerste voorbeelden worden vanaf 11 april nadrukkelijk onder de aandacht gebracht van scholen en ouders op eerder genoemde facebookpagina.
De website schoolkompas
− De onderwijsbegeleidingsdiensten (via Edventure) hebben het materiaal dat is ontwikkeld voor ouderbetrokkenheid, en voor ouders om thuis te helpen bij het onderwijs in kaart gebracht. Dit wordt vanaf 11 april digitaal ontsloten op eerder genoemde facebookpagina. Met de uitgevers is overleg gevoerd. Zij geven aan dat vrijwel iedere methode een oudercomponent bevat.
− De installatie van de bijzondere leerstoel is gepland voor het eind van het jaar en wordt momenteel voorbereid.
− Ouders met leerlingen in het laatste leerjaar van het primair onderwijs kunnen binnenkort gebruik maken van «Schoolkompas» als hulpmiddel voor het kiezen van een voor hen geschikte school voor voortgezet onderwijs. De meeste scholen voor voortgezet onderwijs in Amsterdam doen al mee aan de pilot, die onlangs van start is gegaan. In de loop van dit jaar zullen scholen door het hele land volgen en kunnen ouders en leerlingen aan de slag met Schoolkompas. Het kompas, dat scholen voor voortgezet onderwijs met elkaar vergelijkt, is een prachtig middel om met elkaar in gesprek te gaan over het vervolgonderwijs. In het bestuursakkoord PO is met de PO-Raad afgesproken dat gegevens over de kwaliteit van scholen een onderdeel worden van Vensters Primair Onderwijs.
− Ik ondersteun de stichting Leraar Leerling Ouders door de scholen die het keurmerk ontvangen positief onder de aandacht te brengen. In oktober zal er een bestuurswisseling plaatsvinden. Het bestuur, dat momenteel gevormd wordt door marktpartijen, zal vervangen worden door ouders en professionals uit het onderwijs. Ik ondersteun dit van harte.
− De inventarisatie van model-ouderovereenkomsten en goede voorbeelden in het kader van de Wet SLOA is inmiddels opgeleverd en digitaal toegankelijk en daarmee beschikbaar voor alle scholen in het PO en VO.
− Zoals ik in mijn brief van 29 november aankondigde heb ik, in aanvulling op het programma Veilige Publieke Taak (BZK), in kaart gebracht waarom de aangiftebereidheid op scholen laag is en welke stappen ondernomen kunnen worden om dit te verbeteren, zodat de school in haar gezagspositie wordt gesteund. Ik rapporteer u hierover in mijn jaarlijkse veiligheidsbrief «Veiligheid in en rond het onderwijs».
Inspirerende voorbeelden en praktische tips over de samenwerking tussen ouders en scholen
− Met de besturenorganisaties en de sectorraden heb ik afgesproken dat ze schooljaar 2012/2013 het thema «de school als gemeenschap» nader uitwerken. Zij besteden nadrukkelijk aandacht aan het vraagstuk hoe dit onderwerp kan uitgroeien tot een belangrijk thema op iedere school. Hun plan van aanpak is voor de sectoren PO en VO voor de zomer gereed. Met de MBO Raad wordt binnenkort gesproken over de ontwikkeling van dit thema en hoe dit binnen het MBO vormgegeven zou kunnen worden.
− In februari hebben de VO-raad, de ouderorganisaties en het LAKS een door OCW gesubsidieerd project afgerond. Opbrengsten daarvan zijn goede voorbeelden, die scholen kunnen gebruiken om moeilijke bereikbare ouders te betrekken. Met behulp van de VO-raad en samenwerkingspartners heeft een aantal scholen daadwerkelijk ouders kunnen betrekken voor wie het lage opleidingsniveau of de culturele achtergrond een belemmering vormt om effectief betrokken te zijn bij het leren en de ontwikkeling van hun kinderen op school. Voorbeelden en tips die scholen kunnen gebruiken om ouders en leerlingen te betrekken, zijn te vinden op: www.ouders-school.nl.
− Ik heb het samenwerkingsverband van pedologische instituten verzocht met voorstellen te komen ouders beter bij het (v)so te betrekken. Hierover voer ik gesprekken met de sectororganisaties.
− Ik ga met gemeenten in gesprek hoe zij fors kunnen inzetten op partnerschap tussen school en ouders. De jaarlijkse LEA-enquête van Oberon10 wijst uit dat in 2012 ouderbetrokkenheid bij 43% van de gemeenten binnen de LEA aan bod komt. 81% van de gemeenten zegt het komend jaar het misschien interessant (41%) of zeker interessant (40%) te vinden aandacht te besteden aan dit thema (PO en VO).
− Zoals hierboven beschreven ben ik de tour door het land begonnen en start de inzet van social media op 11 april. Eind van dit jaar of begin volgend jaar organiseer ik een conferentie waarin ouderbetrokkenheid centraal staat.
Tot slot
Ik blijf het thema ouderbetrokkenheid komend jaar agenderen en stimuleren, maar zal de ontwikkeling ervan ook nauwlettend volgen. Daarbij let ik vooral op het verhogen van de leeropbrengsten en de ontwikkeling van de school tot een gemeenschap. Om die reden wordt dit jaar de monitor ouderbetrokkenheid uit 2009 herhaald en uitgebreid met het mbo. In 2014 wordt de monitor opnieuw uitgevoerd. Ook maak ik gebruik van de analyses van het SCP over het draagvlak onder ouders voor ontwikkelingen in onderwijs en voor hun eigen inzet bij het leerproces van hun kind.
Ik streef ernaar dat partnerschap tussen scholen en ouders, structureel in elke situatie vanzelfsprekend en van hoge kwaliteit is. Afgelopen maanden heb ik gezien dat veel scholen, ouders en ondersteunde organisaties dit zelf oppakken. Dat geeft me vertrouwen dat de beweging die nodig is goed op gang komt en na dit jaar wordt voortgezet.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart