Gepubliceerd: 23 maart 2012
Indiener(s): Marja van Bijsterveldt (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CDA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33000-VIII-178.html
ID: 33000-VIII-178

Nr. 178 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 maart 2012

Met deze brief ontvangt u het «Jaarbericht brede scholen 2011».1 In dit Jaarbericht worden de ontwikkelingen op het gebied van brede scholen in het primair en voortgezet onderwijs beschreven. Het Jaarbericht vindt u in de bijlage. De belangrijkste trends en ontwikkelingen worden in deze brief beschreven.

Brede scholen bieden aan kinderen en jongeren de kans om zich breed te ontwikkelen. Er zijn de afgelopen jaren steeds meer brede scholen gekomen die naar eigen inzicht zijn vormgegeven. Er is een verscheidenheid aan brede scholen, maar er zijn ook zeker overeenkomsten. Het Landelijke Steunpunt Brede Scholen heeft in opdracht van het ministerie van OCW een brochure gemaakt met de meest voorkomende verschijningsvormen van brede scholen2. Het Jaarbericht hanteert de volgende definitie van een brede school: «Er is sprake van een brede school wanneer een school een bredere maatschappelijke functie heeft dan die van een onderwijsgever alleen, wanneer structureel samengewerkt wordt met voorzieningen voor welzijn, kinderopvang, zorg, sport en/of cultuur en wanneer samen met die voorzieningen wordt gezorgd voor een substantiële verbreding van het aanbod op het gebied van educatie, welzijn, kinderopvang, zorg, sport en/of cultuur».

Binnen de brede school wordt samengewerkt met verschillende partners. Op die manier krijgt het kind en de jongere een rijke leeromgeving aangeboden. Tegelijkertijd kan de leraar zich focussen op zijn kerntaak, omdat ook andere partijen activiteiten aanbieden. Denk bijvoorbeeld aan het samenwerken met een sportvereniging, zodat een uitdagend sportaanbod gegeven kan worden. Of een vakdocent kunst en cultuur die lessen en/of naschoolse activiteiten aanbiedt. Ook de komst van de combinatiefunctionarissen heeft de brede school op de werkvloer versterkt. Daarnaast kan eventuele zorg voor kinderen en jongeren dichtbij de school worden aangeboden, waardoor de leerkracht snel hulp kan inschakelen indien noodzakelijk. Kortom volop kansen voor een optimale ontwikkeling voor kinderen en jongeren.

Trends en ontwikkelingen

Aantal brede scholen

Inmiddels zijn in vrijwel iedere gemeente in Nederland één of meerdere brede scholen te vinden. Het aantal brede scholen in het primair onderwijs is de afgelopen jaren verder toegenomen. Er zijn in het primair onderwijs nu ruim 1 600 brede scholen. Het aantal basisscholen dat deel uitmaakt van een brede school ligt nog hoger, omdat een brede school soms twee of drie basisscholen bevat. De verwachting is dat de groei de komende jaren zal afnemen. Het aantal brede scholen in voorbereiding is afgenomen. In het voortgezet onderwijs is het aantal brede scholen gestabiliseerd. Op dit moment zijn dat er ruim 400.

Duidelijke focus op het kind

Brede scholen, zowel in het primair als in het voortgezet onderwijs, richten zich in 2011 met hun doelen en activiteiten meer op kinderen en jongeren en minder op de buurt. Het programma van brede scholen wordt in het primair onderwijs wat aangescherpt in 2011 ten opzichte van 2009. De variatie in het aanbod is in 2011 minder groot. Tegelijkertijd worden sommige onderdelen vaker aangeboden. Denk hierbij aan educatie-, sport- en cultuuractiviteiten. In het voortgezet onderwijs zien we dat het aanbod juist diverser wordt. Verder werken brede scholen systematisch en doelgericht aan het maximaliseren van leerprestaties met veel aandacht voor het kind.

Rol kinderopvang

In het basisonderwijs richten steeds meer brede scholen zich op een sluitend arrangement van onderwijs en opvang. Ook zijn er steeds meer (integrale) kindcentra. In het Jaarbericht wordt het kindcentrum beschouwd als een variant van de brede school die zich kenmerkt door intensieve samenwerking tussen onderwijs en kinderopvang. Ook werken verschillende brede scholen aan de invoering van nieuwe schooltijden.

Tot slot

De maatschappij stelt hoge eisen aan het onderwijs. Elk kind verdient immers een optimale ontwikkeling. Ik zie de brede school als een mooi voorbeeld waar verbindingen worden gelegd tussen verschillende partijen en tussen verschillende onderwerpen. Kinderen en jongeren krijgen een rijke leeromgeving aangeboden en de leerkracht kan zich focussen op zijn kerntaak. Ik ben blij te zien dat brede scholen enthousiast en bevlogen werken om dit te realiseren. Om scholen, gemeenten, kinderopvangorganisaties en andere betrokken partijen ook de komende jaren te ondersteunen bij de ontwikkeling van brede scholen heb ik, zoals aangekondigd in de kabinetsreactie op het rapport van de SER «Tijden van de Samenleving» (vergaderjaar 2011–2012, 29 544/31 289, nr. 335), samen met de minister van SZW het Landelijk Steunpunt Brede Scholen verlengd. Hiermee blijven wij ook in de toekomst de ontwikkeling van brede scholen stimuleren.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart