Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 juni 2012
Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) voor het jaar 2012 (onderdeel Immigratie, Integratie en Asiel) werd door het lid Voordewind c.s. een motie ingediend (33 000-VII, nr. 48) die is aangenomen, waarin de regering werd verzocht om het weghalen van administratieve barrières die werkgevers er thans van weerhouden om asielzoekers in dienst te nemen.
Door de ministeries van BZK, Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) is gezamenlijk bezien of er mogelijkheden zijn om de administratieve eisen die gelden voor een werkgever die een arbeidscontract met een asielzoeker wil afsluiten, te reduceren. Met deze brief informeer ik u hierover nader, mede namens de minister van SZW.
Zoals met uw Kamer afgesproken was het uitgangspunt hierbij om maatregelen te treffen die binnen de bestaande wet- en regelgeving kunnen worden toegepast. Afschaffing van de tewerkstellingsvergunning is dan ook niet aan de orde. Deze tewerkstellingsvergunning is ook in het belang van de werknemer. Zo is het bijvoorbeeld van belang dat het UWV toetst of het geboden salaris gebruikelijk is conform de CAO-lonen in de betreffende bedrijfstak.
De huidige administratieve vereisten voor het aanvragen van een tewerkstellingsvergunning bestaan uit een standaardformulier van het UWV in combinatie met de zogenaamde COA/IND-verklaring. Het UWV-formulier kan worden gedownload van www.werk.nl en bevat een aantal vragen die voor de werkgever in beginsel niet moeilijk te beantwoorden zijn.
De belangrijkste overeengekomen aanpassing ter vereenvoudiging van de aanvraag ziet op de COA/IND-verklaring. Dit is een verklaring die de werkgever bij de aanvraag van de tewerkstellingsvergunning aan het UWV moet sturen. De verklaring behelst een aantal vragen waaruit moet blijken dat de asielzoeker voldoet aan de vereisten dat hij minimaal 6 maanden in procedure is, minimaal 6 maanden in de COA-opvang verblijft en niet verwijderbaar is. De asielzoeker moet zelf zorgdragen voor deze verklaring en deze vervolgens zelf aan de werkgever verstrekken. Als de asielzoeker er niet in slaagt deze verklaring aan de werkgever te zenden of als de verklaringen onjuist of onvolledig zijn ingevuld, krijgt de werkgever bericht van het UWV en moet hij zorgdragen voor herstel, wat tot verdere vertraging of zelfs afwijzing van de vergunning kan leiden. De aanpassing die zal worden doorgevoerd is dat het COA deze verklaring rechtstreeks aan het UWV zal sturen op het moment dat UWV een verzoek richt aan het COA naar aanleiding van een aanvraag voor een tewerkstellingsvergunning. De werkgever hoeft daarin geen actie meer te nemen. Ik verwacht dat hiermee een belangrijke administratieve belemmering is weggenomen en dat de aanvraag van een tewerkstellingsvergunning daardoor ook sneller zal verlopen. Het aanvraagformulier zal door deze procedurewijziging aangepast worden, waarbij ook enkele vragen zullen worden geschrapt omdat UWV dan al over de informatie beschikt, te weten over de verblijfsstatus en het woonadres van de asielzoeker.
Voor werkgevers die een asielzoeker in dienst nemen gold al dat er geen toets hoeft te worden verricht op prioriteitgenietend aanbod, zodat niet eerst hoeft te worden onderzocht of er Nederlanders dan wel andere EU-burgers zijn die in aanmerking komen voor de vacature.
Ten slotte zal het ministerie van SZW samen met UWV en COA op de website rijksoverheid.nl een helder en informatief stappenplan opnemen waarin aan de werkgever nog eens duidelijk de aanvraagprocedure en de voorwaarden voor het verkrijgen van een tewerkstellingsvergunning worden uitgelegd. Ik ga ervan uit dat het merendeel van de aanvragen na het invoeren van de in deze brief genoemde aanpassingen binnen twee weken afgehandeld zal kunnen worden.
De minister voor Immigratie, Integratie en Asiel, G. B. M. Leers