Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 december 2011
Tijdens de behandeling van de BZK-begroting op 15 november j.l. heeft het lid Spekman amendement TK 33 000 VII, nr. 31 ingediend. In het amendement wordt voorgesteld extra besliscapaciteit te realiseren bij de IND om zodoende de beslistermijn voor een besluit op een verblijfsvergunning asiel terug te brengen van zes naar drie maanden. De voorgestelde investering in 100 fte’s extra beslismedewerkers wordt gedekt uit een besparing op de opvangkosten bij het COA. Tijdens de begrotingsbehandeling heb ik een brief toegezegd die nader ingaat op het amendement en met name op de ontwikkeling van de besliscapaciteit bij de IND.
Korte doorlooptijden zijn een van de hoofdambities van het kabinet. Ik waardeer daarom zeer dat het lid Spekman met mij meedenkt over mogelijkheden hierin verdere stappen te zetten. Ik wil echter een aantal opmerkingen plaatsen bij het amendement.
Ten eerste wordt op dit moment ruim de helft van de asielaanvragen binnen acht dagen afgedaan. Voor de overige zaken, die in de verlengde procedure worden afgedaan, geldt al een streeftermijn van drie maanden. Alleen indien daartoe goede redenen zijn, wordt de verlengde asielprocedure opgerekt tot de wettelijke termijn van zes maanden. Er wordt in die gevallen vaak onderzoek gedaan door anderen dan beslismedewerkers van de IND, dat noodzakelijk is om een zorgvuldige beslissing te kunnen nemen. Het betreft bijvoorbeeld medische onderzoeken en nadere individuele onderzoeken verricht door het ministerie van Buitenlandse Zaken naar de situatie in landen van herkomst. Ook wordt de verlengde asielprocedure bijvoorbeeld gebruikt om zwangere vrouwen en andere kwetsbare groepen meer tijd te gunnen in de procedure door ze meerdere malen kort te horen.
Ten tweede merk ik op dat in het Regeerakkoord al middelen zijn vrijgemaakt voor extra capaciteit bij de IND met het doel procedures te versnellen. Er is € 3 mln structureel beschikbaar gesteld voor capaciteitsuitbreiding bij de IND. De besparingen op de opvangkosten als gevolg hiervan maken onderdeel uit van het taakstellende bedrag van € 50 mln structureel uit het Regeerakkoord, in te vullen door het beperken van de asielinstroom en het versnellen van doorlooptijden.
Ten derde geef ik graag een toelichting op de capaciteitsontwikkeling bij de IND. In de BZK-ontwerpbegroting 2012 is aangegeven dat het aantal fte’s (exclusief externen) bij de IND afneemt van 3110 in 2010, naar 2745 in 2012, tot 2589 in 2015. De daling van het aantal fte’s vloeit voort uit de besparing als gevolg van de verdere invoering van INDiGO en uit taakstellingen uit het Regeerakkoord. De genoemde besparingen hebben betrekking op de gehele IND, en dus ook op het proces Asiel.
Ik houd uiteraard nauwkeurig in de gaten dat de afbouw van het personeel van de IND niet ten koste gaat van de doorlooptijden van procedures. Om de vertraging van de invoering van INDiGO binnen het asielproces op te vangen, heeft de IND tijdelijke krachten aangetrokken. Afhankelijk van het moment dat de brede uitrol van INDiGO plaatsvindt, wordt binnen het proces Asiel de bezetting, inclusief de tijdelijke krachten, verder afgebouwd in lijn met de planning. De financiering van het proces Asiel wordt ieder jaar opnieuw bezien aan de hand van de instroomverwachtingen.
Ten vierde is van belang dat de doorlooptijden binnen het asielproces ook afhankelijk zijn van de beschikbaarheid van andere partners in de vreemdelingenketen, zoals tolken en rechtshulpverleners. Het is weinig zinvol om de capaciteit van de IND uit te breiden zonder daarbij de rest van de vreemdelingenketen in ogenschouw te nemen.
Ten slotte merk ik op dat de kosten van opvang van asielzoekers bij het COA het eerste jaar worden gefinancierd uit het budget voor ontwikkelingssamenwerking, het zogenaamde ODA-budget. Besparingen als gevolg van korte doorlooptijden leiden, gegeven de geldende regels rondom de ODA-norm, dan ook niet primair tot vrijvallende middelen die binnen de BZK-begroting alternatief kunnen worden aangewend, maar deels tot ruimte in het budget voor ontwikkelingssamenwerking. Het amendement is dus niet volledig financieel gedekt.
Geconcludeerd kan worden dat extra besliscapaciteit bij de IND, bovenop reeds genomen en nog te nemen maatregelen, vooralsnog, niet zinvol is. Veel aanvragen kunnen in korte tijd worden afgehandeld. Alleen indien daartoe goede redenen zijn, duurt de verlengde asielprocedure langer dan drie maanden, bijvoorbeeld als het gaat om zwangere vrouwen of als specifiek onderzoek nodig is om een aanvraag te kunnen beoordelen. In het Programma Stroomlijning Toelatingsprocedures wordt onderzocht wat nodig en mogelijk is om tot kortere doorlooptijden te komen. U wordt begin 2012 over de uitkomsten van het Programma geïnformeerd, waarna ik graag samen met u bezie of alle reële mogelijkheden om de doorlooptijden te verkorten zijn benut.
Ik ontraad het amendement dan ook nog steeds.
De minister voor Immigratie en Asiel,
G. B. M. Leers